Birger Verstraete: ‘Mijn spel is op het randje, maar ik ben toch geen Ramos?’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Birger Verstraete praat zoals hij voetbalt: recht vooruit, zonder omwegen. Heerlijk en open, over waar het bij 1. FC Köln fout ging, de kansen die hij kreeg en zijn stijl als voetballer. ‘Wat ik momenteel breng, is te weinig en dat frustreert me.’

Sinds vorig weekend is Birger Verstraete (26) weer inzetbaar na een schorsing. En dat werd tijd, want de van 1. FC Köln overgenomen middenvelder van Antwerp verbeet veel frustratie na een rode kaart in Charleroi. Typisch Verstraete, vond een watcher in een eerste reactie. Maar is dat zo? Het was in zijn carrière, die in december 2012 begon, zijn derde uitsluiting in de Belgische competitie. Al zijn derde, of pas zijn derde? Schrap maar wat naar uw gevoel niet past. Omdat hij zelf rechtuit is in zijn communicatie, daarom deze eerste vraag:

Heb jij een imagoprobleem?

Birger Verstraete: ( schrikt zichtbaar) ‘Oei. Dat is een van de meest directe openingsvragen die ik in mijn carrière al kreeg… Een imagoprobleem? ( denkt na) Ik denk het niet. Ik geef wel toe: mijn spel is vaak op het randje, maar… ( even blijft het weer stil) ik ben toch geen Sergio Ramos, die bekend staat om zijn rode kaarten? De gele zijn er vanwege de grens die ik bewust zoek. Dat weet ik van mezelf.

‘Het is opvallend dat je het vraagt, want vanochtend nog werden we getest op COVID-19 en scheidsrechter Wim Smet was er ook. Ik heb hem gevraagd wat hij vond van mijn rode kaart in Charleroi. Hij antwoordde: ‘Veel hangt af van wie in het busje zit.’ Die fase werd besproken door de scheidsrechters en blijkbaar is daar door verschillende mensen gezegd dat ze het zouden hebben laten passeren. Alexandre Boucaut stond vlakbij, zag de fout en gaf er geen kaart voor. Zelfs geen geel. Maar de VAR dacht er anders over.’

Vandaar de vraag over het imagoprobleem. Jij maakt de fout en mensen denken: ha, het is Birger, die gaat erover.

Verstraete: ‘Dat vroeg ik Smet ook, maar hij zegt dat het er niks mee te maken heeft en ik geloof hem op zijn woord. Een gele kaart durf ik te pakken, maar het zal me niet rap overkomen dat ik ook een tweede pak in dezelfde match. Mijn mindset is: je komt op het veld met twee levens. Wie geel pakt, speelt zijn eerste leven kwijt, maar houdt een tweede over. Sommige trainers hebben dat niet graag en halen die speler er dan af, alle begrip daarvoor, maar ik weet van mezelf dat ik die tweede kaart niet pak.’

Birger Verstraete pakte al rood met Antwerp.
Birger Verstraete pakte al rood met Antwerp.© Belga Image

Als je de tweede kan vermijden, waarom dan ook niet de eerste?

Verstraete: ‘Tja… Ik denk dat het door de jaren heen fel is verbeterd. In Brugge maakte ik soms fouten als een tegenstander met de rug naar de goal stond. Dat was niet nodig. Als ik nu een kaart pak, is het eerder om er een counter uit te halen. Op de positie waar ik speel, kan dat altijd gebeuren. Vroeger kreeg ik ook veel kaarten vanwege mekkeren tegen een scheids. Dat is ook niet nodig, én verbeterd. Ik denk dat ik al stappen heb gezet. Mijn ’tweede leven’ spaar ik tegenwoordig liever een beetje op tot het echt nodig is.’

Frustratie

Hoe kijk je terug op je start bij Antwerp?

Verstraete: ‘Gefrustreerd. Ik ben hier gekomen om Antwerp mee te pakken en mee te stuwen. Om een aanjager te zijn, niet iemand die er zomaar tussen loopt en in de krant een zesje krijgt met de vermelding: het was niet slecht. Nee, ik ben gehaald om de ploeg naar een volgend niveau te tillen, om belangrijk te zijn. Nu loop ik er voor mijn gevoel wat tussen zoals een ‘normale’ speler. Ik breng momenteel te weinig, nog niet de helft van het niveau dat ik eigenlijk wil halen. Ik voel dat en zit daarmee.

Mijn mindset is: je komt op het veld met twee levens. Wie geel pakt, speelt zijn eerste leven kwijt.’

Birger Verstraete

‘Mensen die me niet kennen, noemen me flamboyant en dat is voor een stuk ook zo, maar tegelijk ben ik mijn grootste criticaster. Raak ik één bal kwijt, dan ben ik daar mee bezig. Spelen we om kwart voor negen ’s avonds, dan heb ik tegen ’s anderendaags thuis nog twee keer de match gezien. En vaak vind ik mezelf niet goed spelen. Ik werk eraan, omdat ik deze ploeg iets wil bijbrengen. Vrijdag spelen we tegen Kortrijk ( dit gesprek vond op dinsdagmiddag plaats, nvdr), en ik heb al wat wedstrijden van de tegenstander gezien; ik denk dat ik al een idee heb waar de ruimtes liggen. Ik ben er echt fanatiek mee bezig.

‘Ik moet ook zeggen dat ik enorm blij ben dat er weer supporters in het stadion zitten. Dat heb ik gemist. Ik hoop dat iedereen zich aan de regels houdt, zodat ze kunnen blijven, want eerlijk is eerlijk: komen we 0-2 achter in een leeg stadion tegen Eupen… ik wil het nog zien. Het zijn de supporters die ons terug naar voren stuwden.’

Een ander punt van kritiek op je spel zijn de fouten in of rond het strafschopgebied. Je maakt ze te makkelijk.

Verstraete: ( beamend) ‘Dat is een werkpunt. Gert Verheyen heeft het mij al persoonlijk gezegd, toen hij nog trainer was in Oostende. Hij vindt dat ik zoveel kwaliteiten heb. Elke trainer wil zo’n speler in zijn ploeg, zegt hij. Maar die fouten zijn niet nodig. Ik moet nog leren beseffen dat je niet elk duel moet winnen; als je het maar niet verliest. Rond de zestien een fout maken, is te gevaarlijk. Dat moet ik nog meer leren laten. ( lachend) Ik ben verre van perfect, ook al draai ik al zo lang mee. Laatst stuurde iemand me een foto van mijn eerste periode bij Brugge, toen ik zeventien was. Ik heb die direct doorgestuurd naar mijn ma. Ik zie er zo anders uit, en toch lijkt het alsof het pas gisteren was.’

Birger Verstraete: 'Ik droomde van een leven als profvoetballer, maar toen ik het was, nam ik alles als veel te vanzelfsprekend.'
Birger Verstraete: ‘Ik droomde van een leven als profvoetballer, maar toen ik het was, nam ik alles als veel te vanzelfsprekend.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Hoe anders is de Birger Verstraete van Brugge vandaag?

Verstraete: ‘Een zeventienjarige beseft niet wat hij in handen heeft. Misschien was het voor mij te vroeg om toen al Europees te spelen, of om een basisplaats te hebben. Op het veld ging ik er altijd voor, maar ernaast was ik laat matuur. Een kind nog. Dat uitte zich in alles. Na de training ging ik douchen en was ik weg. Nu besef ik dat je het als 17-jarige nodig hebt om in de gym te werken aan je lichaam. Er zitten op dat moment mannen op de bank die hopen dat het niet goed gaat met die snotneus, en je moet ervoor zorgen dat ze niks kunnen zeggen. Maar ik deed er niet genoeg voor. Ik droomde er altijd van om profvoetballer te worden maar toen ik het was, nam ik alles als veel te vanzelfsprekend. Ik heb geluk gehad dat ik een tweede kans kreeg, want dat geldt niet voor iedereen en sommige jonge gasten hebben daarvan levenslang spijt.

‘Als jonge speler van een topclub hoor je niet uit te gaan of te drinken, weet ik nu. Het is trainen, slapen, eten. Punt. Wie het anders wil, moet in Gent studeren. Dan kan je uitgaan in de Overpoort en van je jonge jaren profiteren. Als voetballer marcheert dat niet. Die fout heb ik gemaakt. Je denkt: ik speel toch, ik ben jong en mag toch een beetje kunnen genieten. Wel: neen, dat mag niet! Je creëert ook een imago op dat moment. Mensen zien je, nemen een foto, sturen dat rond en twee weken nadien zit je daar weer. Want: je speelt, je bent jong en dat mag. Zo krijg je snel een naam: ‘Amai, die drinkt veel, die leeft er niet voor.’

Verzorg vooral je lichaam. Ik heb die fout gemaakt en zou niet willen dat andere talenten die ook maken.

Birger Verstraete

‘Je moet je cirkel met mensen rond je zo klein mogelijk houden. Wil je even ontspannen, doe het in beperkte kring. Maar: verzorg vooral je lichaam. Ik heb die fout gemaakt en zou niet willen dat andere talenten die ook maken. Voor en na de training moet je bezig zijn in de fitness; wees niet tot tien minuten voor de training of tot het tijd is om te eten bezig met je gsm. Inmiddels zijn clubs zich daar ook van bewust en nemen de coaches je mee in het verhaal. Toen wij kwamen kijken, was dat besef nog minder. Björn Engels, Brandon Mechele, Nikola Storm, Boli Bolingoli, Tuur Dierckx, Sander Coopman, ik… Uiteindelijk zijn we er allemaal wel geraakt, soms via omwegen, maar er waren ook andere jongens die hetzelfde niveau haalden en die nu op een lager niveau spelen.’

Bundesliga

Na Club Brugge deed je even een stapje terug in de hiërarchie. Eerst bij RE Mouscron, daarna bij KV Kortrijk, waar je voetbalde onder Karim Belhocine.

Verstraete: ‘Een mooie tijd. Wat hij nu doet bij Charleroi, is geen toeval. Karim is een goeie trainer die zorgt voor een indrukwekkend groepsgevoel. Hij staat ertussen, maar bewaart tegelijk afstand.’

Hein Vanhaezebrouck haalde je naar Gent, waar je onder Yves Vanderhaeghe ontbolsterde.

Verstraete: ‘Ik was niet dé toptransfer, maar heb er mij opgewerkt, van onderaan de ladder. De overgang naar de Bundesliga, naar Köln, was de perfecte volgende stap: goeie omkadering, perfecte staf en trainer. Voor ik besliste ben ik drie keer in Keulen geweest om er over mijn rol te spreken. Ze wisten alles; ik geloof dat ze de laatste twintig matchen van Gent hadden gescout. Ze zagen in mij de ideale speler om de opbouw van achteruit te verzorgen, iemand die bij balverlies ook kan pressen en duels kan winnen. Keulen is een heel fanatieke ploeg en supporters hebben zulke spelers graag. Ik had een enorm goed gevoel.

‘De voorbereiding was goed, ik was ook direct basisspeler. De beslissende strafschop in de beker trapte ik direct binnen, alles ging goed. Goeie match in Dortmund, gaan winnen op Freiburg… Toen onderging ik een meniscusoperatie en de ploeg draaide minder. Mijn blessure duurde wat langer dan voorzien en drie dagen na mijn rentree lagen de trainer én technisch directeur buiten. De hele staf. Toen dacht ik: hmm, iedereen voor wie ik kwam, ligt eruit.

‘Onze coach kwam uit de Salzburgschool en stond bekend om het opbouwen van achteruit. Zijn opvolger, Markus Gisdol, speelde liever met de lange bal naar grote, sterke gasten. Ook lager op het veld wilde hij jongens van minimaal 1,85 meter die konden koppen. Ik speelde in het begin nog wel, maar eerder op tien, of aan de rechterkant in een ruit. Daar had ik het moeilijk. Ik ben met de trainer gaan praten en toen wist ik dat het moeilijk zou worden. Ik was ook nooit goed; kwam nooit met voldoening van het veld. Ik heb niet liever dan laag opbouwen, indribbelen, challengen en dan inspelen. Nu moest ik een bal aannemen met iemand in de rug, ik werd er zot van. Ik belandde eerst op de bank, daarna in de tribune en toen belde Antwerp. Zo zit ik hier: bij de ploeg waar mijn vriendin en schoonfamilie al lang fan van is.’

Birger Verstraete: 'Mijn spel is op het randje, maar ik ben toch geen Ramos?'
© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Paniek bij De Witte en Louwagie… ik zou daar nu niet willen zitten’

Antwerp is je derde topclub in België, na Club Brugge, dat je opleidde en lanceerde, en KAA Gent. Vergelijk ze eens met elkaar.

Birger Verstraete: ‘Antwerp is aan het groeien, maar staat nog niet op het niveau van Club Brugge. De top is ambitieus, de trainer hyperambitieus maar wat we nog niet hebben op dit moment is een kern om te concurreren met de top. Dat komt wel in orde, en het seizoen is nog lang, maar we moeten er wel voor zorgen dat het over een paar weken geen inhaalrace wordt omdat we te veel punten verloren. We moeten het zelf in handen proberen te houden.

‘AA Gent is de laatste jaren gegroeid, deze dramatische start had ik eerlijk gezegd niet verwacht. Ze kregen veel centen voor Jonathan David, maar geld is niet alles wanneer je ziet hoe het nu loopt: al twee trainers ontslagen en veel onrust. Paniek bij meneer De Witte en meneer Louwagie… Ik heb al vaak gedacht: nu zou ik daar niet willen zitten. Ik ken die twee een beetje, als ze de kleedkamer binnenkomen…

‘Club Brugge heeft ook zulke momenten gekend, maar inmiddels hebben ze daar ervaring opgedaan én een zeer complete ploeg verzameld. Ze kunnen het zich veroorloven om te wachten in deze transferperiode. Je kunt immers niet zeggen dat de ploeg verzwakt is tegenover vorig seizoen. Dat is het verschil tussen de twee, denk ik: Brugge is stabiel, Gent was het, maar is plots onstabiel geworden. Ik denk niet dat ze zoiets in Brugge nog zullen meemaken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content