Brusselse lappenmand

Net als de voorbije weken moest Frankie Vercauteren harken om tegen Eupen achttien fitte spelers op het scheidsrechtersblad te krijgen. De blessurelast bij Anderlecht ligt intussen zo hoog dat het geen toeval meer kan zijn.

Anderlecht kon tegen Eupen weer uitpakken met een indrukwekkend lijstje geblesseerde spelers. In willekeurige volgorde waren dat: Kemar Roofe, Nacer Chadli, Samir Nasri, Philippe Sandler, Antoine Colassin, Derrick Luckassen, Adrien Trebel, Anthony Vanden Borre, Frank Boeckx, Pieter Gerkens en Landry Dimata. Dankzij de terugkeer van Yari Verschaeren en Zakaria Bakkali, die na maanden blessureleed gezond verklaard werden, moest Frankie Vercauteren geen extra spelers uit de belofteploeg optrommelen om aan achttien spelers te geraken. Toch is de coach naar eigen zeggen niet wanhopig. ‘We lachen ermee’, moest Vercauteren vorige week vrijdag toegeven tijdens zijn persbabbel naar aanloop van het duel tegen Eupen. ‘Deze week op training waren er twaalf veldspelers en zeventien afwezigen. Oké, twee jongens hadden meegedaan met de beloften, maar toch… Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Vroeger was ik al ongelukkig als er drie à vier spelers ontbraken.’

De hoge blessurelast is een van de redenen waarom Anderlecht wellicht naast play-off 1 zal grijpen. Veel sleutelspelers halen maar nipt vijftig procent van het maximaal aantal speelminuten of zitten er net onder ( zie kader). Van enkele jongens is de datum van hun comeback een groot raadsel. Door de financiële recessie kunnen de Brusselaars het zich nochtans niet veroorloven om Roofe, Trebel, Dimata, Bakkali en Verschaeren – spelers die een enorm kapitaal vertegenwoordigen – op de bank of in de tribune te zien verkommeren.

In een normaal bedrijf zou men intern een onderzoek instellen om het ziekteverzuim te doen dalen of minstens onder controle te houden. Bij Anderlecht werd er echter niet ingegrepen. Vooral de houding van Vercauteren is ambigu: hij kaartte het thema al meermaals aan op zijn wekelijkse persconferenties, maar intern maakte hij amper zijn beklag over de epidemie aan blessures. Het viertal Frankie Vercauteren, Vincent Kompany, Marc Coucke en Michael Verschueren gaf de afgelopen maanden de indruk dat het probleem gewoon zou overwaaien. Of wilden ze geen paniek zaaien onder het personeel? ‘We weten allemaal dat er iets aan de hand is, maar niemand roert zich. Zelfs Coucke niet. Terwijl hij er normaal heel kort op zit’, klinkt het op Neerpede. ‘Misschien wachten ze het einde van het seizoen af om in te grijpen.’

INSCHATTINGSFOUT

De huidige malaise werd onbewust veroorzaakt door fysiekcoach Alessandro Schoenmaker. Nog geen week voor de start van de voorbereiding vertrok de Nederlander halsoverkop uit Brussel om bij Ajax aan de slag te gaan. Anderlecht zat plots zonder conditietrainer en Bram Geers, tot dan data-analyticus, vulde de vrijgekomen vacature ad interim in. Geers won het vertrouwen van Kompany, werd gepromoveerd tot fysiekcoach en daardoor was de aanstelling van een ervaren conditietrainer overbodig geworden. Een inschattingsfout, blijkt nu. Na de eerste competitiewedstrijd tegen Oostende merkten verschillende spelers op dat er op training te weinig meters werden gemaakt. ‘Anderlecht heeft een fysiek probleem’, vertelde Sebastiaan Bornauw in De Zondag na zijn transfer naar FC Köln. ‘Nochtans wordt het fysieke aspect niet verwaarloosd tijdens de week, maar we liepen weinig.’

De spelers staan elke sessie anderhalf uur tot twee uur op het trainingsveld, maar de arbeidsintensiteit ligt te laag. Tot frustratie van spelers die weten hoe er in het buitenland gewerkt wordt. Een aantal jongens heeft intussen beslist om op eigen houtje bij te trainen. De spelers zijn dus zelf vragende partij om extra prikkels te krijgen, maar dat gaat in tegen de filosofie van Kompany, die veronderstelt dat het loopwerk ondergeschikt is aan de oefeningen met bal.

Tijdens het trainingskamp in het Spaanse San Pedro del Pinatar liet de technische staf een nieuwe kans liggen om een flinke basis te leggen voor de tweede ronde van het seizoen. Mocht de spelerskern nu een fitheidstest ondergaan, dan zouden er zeker een paar negatieve uitschieters tussen zitten. Een vertrouwenspersoon van een basisspeler noemt het werkvolume op training een drama. ‘Ik ben zelfs verrast dat er zo gewerkt wordt bij een topclub’, klinkt het. ‘Sommige blessures zijn onvermijdbaar. Maar als je honderd procent fit bent, dan spring je net iets sneller of hoger om een schop te ontwijken.’

De situatie doet denken aan de periode onder John van den Brom in het seizoen 2012/13. Met Dieumerci Mbokani, Milan Jovanovic, Matías Suarez, Lucas Biglia en Guillaume Gillet in de rangen had Anderlecht met tien punten verschil kampioen moeten worden, maar het liep de titel bijna mis door een gebrek aan fysieke paraatheid.

ONGESCHREVEN REGELS

De opeenstapeling van spierblessures door een ontoereikende voorbereiding is één ding, maar de medische omkadering wekt ook irritaties op. Slechte diagnoses, testen die onnodig uitgesteld worden, spelers die te horen krijgen dat stretchoefeningen en massages voldoende zijn om het risico op blessures drastisch te beperken… Het is zelfs zo ver gekomen dat een aantal spelers, waaronder Dimata, niet meer behandeld willen worden door de medische staf van Anderlecht. Er is zelfs sprake van een ongeschreven regel op Neerpede: de revalidatie van zware gevallen wordt automatisch door het kabinet van Lieven Maesschalck gedaan.

Het paramedische team van Anderlecht wordt nu vooral ingeschakeld om lichtgeblesseerden te begeleiden en spelers klaar te stomen voor de trainingen en wedstrijden. Karel Van Eetvelt, vanaf april de nieuwe CEO van Anderlecht, zal straks moeten beslissen of het uitbesteden van tijdrovende revalidaties niet te zwaar doorweegt in het budget.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content