Club Brugge op recordjacht

© belgaimage
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Ook Ivan Leko, de tiende coach die probeerde te winnen op Anderlecht sinds Erik Gerets daar op 9 september 1998 in slaagde, kon voor Club de ban niet breken. Maar of blauw-zwart daarmee ongelukkig moet zijn…

Een paar dagen voor Anderlecht-Club Brugge zaten we rond de tafel met Ivo Rodrigues, met OmarGovea, RyotaMorioka en HassaneBandé een van de frisse nieuwe gezichten in de heenronde van onze competitie. Die heenronde wordt over een tiental dagen afgesloten met de vijftiende speeldag, waarbij Club Brugge zich inmiddels al een week of twee de herfstkampioen mag noemen, wat die titel ook waard is.

Rodrigues, Portugees van nationaliteit en opgeleid bij FC Porto, verwonderde er zich over hoe weinig teams hier in België hun ritme konden opleggen. Hij zag er maar twee: Anderlecht en RC Genk. Al de rest is pompen, pompen en nog eens pompen, ook leider Club Brugge. Zijn Antwerp begon daaronder te lijden, veel voetbal zien de fans er dezer dagen niet meer.

Met het vallen van de bladeren raken de tanks stilaan leeg. Die van Club Brugge nog niet, dat zagen we in de eerste helft in Brussel. Nadien werd het ook daar moeilijk. Net als vorig seizoen tijdens de reguliere competitie bleef het in Brussel uiteindelijk 0-0, waarbij Club na de rust af en toe kraakte onder het aanvallende geweld van de thuisploeg, maar al bij al vrij makkelijk standhield. De vloek van het Astridpark werd niet gebroken, maar in het bezoekende kamp leek het alsof alleen de trainer daarmee bezig was.

Ivan Leko is vlak na een wedstrijd zelden, zeg maar nooit, tevreden. Toen Club half september thuis met 2-0 won van KV Mechelen en blauw-zwart nog kans na kans de nek had omgewrongen, focuste hij ook daarop. ‘Na rust heb ik een tijd lang honger, wil en killersinstinct gemist’, analyseerde Leko achteraf. ‘Als speler van Club Brugge moet je blijven zoeken naar méér, naar die derde en vierde goal. Ambitie, dát wil ik zien.’

En na de 4-0 tegen Standard, volgend op de Europese uitschakeling tegen Athene, klonk het: ‘Er was heel veel druk en dus is deze 4-0 tegen Standard een topresultaat. We wilden zo vlug mogelijk een topmatch winnen en dat is gelukt. Het was echter geen champagnevoetbal, dus qua voetbal kan het beter en zal het ook beter worden.’

Ook zondag sprak hij over een gemiste kans. Het is nochtans gaandeweg beter geworden, het voetbal van Club. Dat constateerde zondagavond ook Philippe Albert, die op maandag een column heeft in de kranten van Sud Presse. Albert: ‘Ik was zeer onder de indruk van het eerste half uur van Brugge, dat speelde als een leider, en twee keer moest scoren, via Diaby en Poulain. De West-Vlamingen speelden hoog en zetten vroeg druk op Anderlecht, dat niet kon uitvoetballen. Ik heb zelden bezoekers zo zien spelen op Anderlecht. Die verdienste komt Ivan Leko toe.’

Die week in Brussel, uit bij de grote titelrivaal, niet af van zijn principes. De keuzes op de flank zijn gemaakt, en daarbij geven offensieve en fysieke kwaliteiten de doorslag. Geen Refaelov in de selectie, geen De Bock op de bank. De vleugelverdediger die Leko achter de hand hield heette Palacios, ook al beter offensief dan defensief.

Achterin offerde Leko Decarli op, defensief sterk, maar uitvoetballend niet de zekerste. Zonder veel ritme mocht Poulain rechts in de driemansdefensie starten. Verdedigend offerde Leko daarmee wat wendbaarheid op, ten voordele van kopbalsterkte en het betere voetenwerk, al zoekt de Fransman nog wel naar zijn beste vorm.

En voorin behield de Kroaat het vertrouwen in het duo VossenDiaby, de twee invallers tegen STVV. De toekomst is aan Wesley, maar na een moeilijke zomer (hersenvliesontsteking en weinig training) kent de Braziliaan een terugval. Met hem in de ploeg kies je voor duels tegen Kara en Spajic en daarin zijn de twee Anderlechtvoetballers de baas. Dat bleek ook na de rust, toen Wesley inviel maar zich nooit kon bevrijden van zijn tegenstanders. Vossen en Diaby bleven wél weg uit die duels.

Daarom dat goeie eerste half uur van Club, door de bezoekers wel niet omgezet in een goal. Net als in Genk miste ook in Brussel Diaby een goeie kans. Bepalend voor de teleurstelling achteraf van de coach. Tot aan de rust zat winst erin. Erna niet meer.

Tijd voor Clasie?

En daar heeft Rodrigues zijn punt: het Club Brugge van Leko moet het hebben van het collectief, maar is (nog) niet bij machte om het tempo uit een wedstrijd te halen als het even wat moeilijker is.

Dan is er geen rustpunt wat hoger op op het veld, al doet Vanaken telkens zeer hard zijn best om er een te zijn. Nakamba blijkt vooral een (uitstekende) aanjager en aanvoerder Vormer een wroeter en een loper. Geen baltempobepalers.

En dan mist Club een Izquierdo om op zijn eentje het verschil te maken. Dennis was dat – het verrassingseffect van de nieuwkomer – even in het begin van het seizoen, nadien niet meer. In zijn eerste drie competitiewedstrijden scoorde hij nog vier keer, sinds half september kwam daar slechts een goaltje bij. Kan je hem dat kwalijk nemen? Neen, de Nigeriaan wordt volgende week pas twintig. Maar het is wel een feit.

Op moeilijke momenten het tempo leren regelen, is de volgende stap voor het Club Brugge van Leko. Misschien kan Clasie, eens diens fysieke problemen voorbij, daar van pas komen. Zondag haalde hij alvast al de bank. Tot nu moesten, bij gebrek aan alternatief, de drie middenvelders alles spelen en was wisselen amper een optie. Clasie voor Vormer als Club wat zwemt zou Vanaken of de verdedigers een balvaster alternatief bieden.

Voor de rest is, met nog één duel in de heenronde te gaan, de balans van de leider zeer positief. Elke vergelijking met de voorbije twee jaar loopt een beetje mank, vanwege geen Europees voetbal en dus ook geen extra belasting, maar het verschil na 14 speeldagen is enorm.

Vorig seizoen had Club na 14 speeldagen 24 punten, in het kampioenenjaar van twee seizoenen geleden waren dat er 25. Nu zijn het er 34. Thuis ging, net als twee jaar geleden, nog geen punt verloren en is de doelpuntenverhouding 16-3.

Wat de tegenstander ook probeert – van de individuele mandekking van Antwerp tot het afstemmen van de tactiek op die van Club zoals STVV probeerde – ze worden allemaal gesloopt.

Als die trend zich doorzet, zien de komende weken er goed uit: tot het volgende duel tegen Anderlecht, op 17 december, speelt Club nog thuis tegen Waasland-Beveren, Zulte Waregem en Lokeren. Tussendoor is er in de competitie één uitduel: bij staartploeg Eupen. En daarna volgt nog een duel uit bij Mechelen en eentje thuis tegen Moeskroen. Een 21 op 21 tot Nieuwjaar is helemaal niet ondenkbaar.

Daar waar het Club Brugge onder Ivan Leko de grootste winst boekte is op verplaatsing. Al acht keer dit seizoen, en van die acht werden er vijf wedstrijden gewonnen en eindigde eentje op 0-0.

Vorig seizoen werden in de heenronde alleen al vier uitwedstrijden verloren en in het kampioenenjaar zelfs vijf. Nu amper twee, waarbij twee keer naar de doelman werd gekeken. Het kostte Ethan Horvath zijn plaats onder de lat. Dat is het tweede probleem dat Leko moet regelen: de rust in doel.

Geen krimp

Voor de rest heeft hij alles aardig onder controle, met in de as een paar uitblinkers. Week na week bewijst Brandon Mechele het gelijk van zijn coach. In het begin stond hij nog aan de buitenkanten, en was het in balbezit wat moeizamer opbouwen. Centraal komen zijn verdedigende kwaliteiten goed uit de verf en zijn er, als hij door de tegenstander wordt vrijgelaten om het spel te maken, wat meer opties in het afspelen.

Leko was in het begin ook niet helemaal onder de indruk van het positiespel van Nakamba, maar hard werk met de kuitenbijter uit Zimbabwe leverde ook daar progressie op. Anderlecht maakte het Nakamba zondag zeer moeilijk met zijn manier van spelen – vier tegen drie, en een ruit die na de rust soms een vierkant werd zodat Nakamba naar de buitenkant werd gedwongen – maar op een paar momenten na wist Club daar averij te vermijden. Nakamba komt stilaan iets nadrukkelijker in de boekjes van de scouts uit hogere competities, al is ook bij hem iets meer rust aan de bal een volgende stap in zijn progressie.

Een ruit of een vierkant op het middenveld, offensieve flanken (Chipciu op rechts, Onyekuru na de inbreng van Teo op links), … Anderlecht deed alles om Club aan het wankelen te brengen, maar de bezoekers gaven geen krimp. Dat de wedstrijd een maat voor niks was, daar zullen ze het in het Brugse kamp wel niet mee eens zijn. Werd Club in Genk voor de rust nog zoek gespeeld door het kwartet SamattaMalinovskiSchrijversPozuelo, dan was dat in Brussel anderhalve week later niet het geval tegen HanniGerkensKumsTrebel.

Het Club van Leko leert snel. Op naar 27 december en een volgende tussenbalans, vlak voor de nieuwe transferperiode.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content