Club Brugge: op zoek naar houvast

© Belga Image
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Hoe raakt Blauw-zwart uit de impasse? Peter T’Kint zet een en ander op een rij.

Mirakels in voetbal bestaan niet. Al wekenlang is de conclusie na elke wedstrijd van Club Brugge een gebrek aan efficiëntie in de beide zestienmeters. De goeie start – in de Supercup met tien tegen Standard, en op KV Mechelen – deed ze intern het beste verhopen, maar toen kwam de confrontatie met de realiteit. Verlies in Oostende, in Kortrijk, in Beveren, thuis gelijk tegen Standard en nog één zege: thuis tegen Lokeren. Met telkens dezelfde vaststelling: een gebrek aan efficiëntie voor de beide doelmonden.

Vaak werd daarbij verwezen naar mentaliteit. Te slap. Misnoegd gebruikte Michel Preud’homme zelfs het woord klote in Kortrijk. Even het hart op de tong. Hard. Zelden viel het woord kwaliteit. Te zelden, want gisteren bleek het opnieuw: te weinig kwaliteit in de beide zestienmeters. Het leidde tot een Europees zwakke prestatie.

Hoezo, te weinig kwaliteit? Diezelfde spelers werden vier maanden geleden toch kampioen? Klopt. Omdat ze mentaliteit en kwaliteit op het goeie moment – in de vijf weken van de play-offs – aan mekaar koppelden. Maar voordien was het ook al op en af, en vooral zeer veel af in de rechtstreekse duels met die ploegen die vanavond in de Europa League de Belgische eer verdedigen. Dezelfde periode vorig jaar (half augustus-half september): vijf nederlagen in zes wedstrijden. De maand oktober: drie nederlagen, twee zeges en één gelijkspel in zes wedstrijden. Veel werd toen verwezen naar het rotatiesysteem, weet u nog, ook toen al ging het te weinig over kwaliteit. De 5-0 in Napoli, het verlies met 3-1 (en later nog eens 1-4) van Anderlecht, de 4-1 in Gent…

Pas daarna kwam er stabiliteit, eerst in de uitslagen, na Nieuwjaar in de basisploeg, met de komst van Butelle, en de terugkeer van Bjorn Engels. Maar ook dan was een dipje niet ver weg. Herinner u de slappe hap in de bekerfinale, die de sfeer tijdens de daarop volgende teambuilding in Spanje aanvankelijk zwaar verpestte. Toen was Preud’homme de eerste dagen not amused.

José Izquierdo
José Izquierdo© Belga Image

Die stabiliteit is nu weer weg, want vorige zomer werd de kern vooral bij mekaar gehouden. Niet versterkt. Er wordt – in de competitie – opnieuw geroteerd, er werd – Europees – van systeem veranderd, en een paar jongens moeten worden ingepast terwijl ze weinig ritme hebben. José Izquierdo komt terug uit blessure, Tomás Pina debuteerde terwijl achterin de sterk presterende Stefano Denswil plots in een andere taak werd geduwd en daardoor blijkbaar compleet van slag was. Koppel daar de mindere vorm aan van Hans Vanaken, Bjorn Engels en vooral Ludovic Butelle en je krijgt dit scenario.

Of is er meer aan de hand?

Of is er meer aan de hand? Is het een zaak van kwaliteit en had men beter wat miljoenen die Club opzij hield voor een state of the art oefencomplex in de ploeg geïnvesteerd? Heeft Ludovic Butelle, vorig jaar zes maanden sterk, zijn plafond bereikt, of kroop er iets in zijn hoofd dat hem aanzet tot twijfelen? Kent Bjorn Engels, nog opgeleid in het Brugge dat qua fysieke begeleiding bij de jeugd op dat moment nog lang niet zo ver stond als nu, een mentaal dipje, omdat hij een transfer naar Engeland gedwarsboomd zag, of is hij daar qua kwaliteit – lichaam, concentratie – niet klaar voor? Toen Philippe Albert, of dichter bij ons Thomas Vermaelen en Jan Vertonghen naar Engeland vertrokken, Marouane Fellaini ook, waren dat mannen die er elke week stonden en elke week uitblonken. Zo ver is Engels, lang out geweest, nog lang niet.

Abdoulay Diaby
Abdoulay Diaby© Belga Image

Maar vooral in de aanval, vooral centraal dan, is het gemis dat er vorig seizoen al was, niet opgevuld. Diaby, vorig seizoen topschutter van Club met 12 goals, boekte veel vooruitgang… in de omschakeling, in het meeverdedigen. Maar offensief… Voor de Premier League een serieuze maat te klein, en voorlopig ook voor de Pro League. Met Van Rhijn – moeizaam aangepast – en De Bock zijn er in theorie flankverdedigers die de achterlijn kunnen halen. Maar naar wie moeten ze de voorzet versturen? Meunier had daar geen nood aan, die kwam liever naar binnen (en hield zo De Bock meestal achterin, voor het evenwicht), maar Van Rhijn hebben we dat nog niet zien doen.

Vaak werd gisteren gerefereerd aan AA Gent, en de campagne van vorig seizoen. Dit Leicester City was wel andere koek dan het Valencia, of Lyon dat de Buffalo’s kruisten. Een – belangrijke speler – kwijt tijdens de zomermercato, N’Golo Kanté, maar de aanpak is dezelfde gebleven: een snelle spits en een zeer gegroepeerd blok, met verdediging en middenveld dat nauw bij mekaar aansluit en een Vanaken geen kans gaf om tussen de lijnen te voetballen. Veel tactische kwaliteit en verticaliteit. Geen weifelende ploegen, zoals de Spanjaarden of de Fransen, met een trainer onder druk, of in vraag. Zeker, Leicester City miste zijn start in de Premier League, maar vorig seizoen bewees ook Man. United dat ze daar in Engeland behoorlijk ver staan. Ook toen was Club vele maten te klein.

Hoe raakt blauw-zwart nu uit de impasse? Een troost. Porto en Kopenhagen zijn qua niveau minder. Maar dringender is de nood aan wat eigen houvast. Wat handgrepen, zoals na nieuwjaar. Een vaste bezetting, werken aan automatismen. Tenzij Club zichzelf – zoals vorig jaar – degradeert tot een Europese figurant en weer alles zet op de competitie. Dat zou, gezien het forum, bijzonder jammer zijn, en voorlopig ook nog ondenkbaar.

Na de 0-4 tegen United volgde vorig jaar een 7-1 tegen Standard. Eupen weet zaterdag wat het kan verwachten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content