Club Brugge op zoek naar rust (bis)

© belgaimage

Club Brugge is na Nieuwjaar zijn bonus aan het vergooien. Dat leidde zondagavond tot een escalatie aan emoties en zenuwachtigheid die het misschien uit titelkoers ramde. Geen titel pakken zou een ongelooflijke ontgoocheling zijn, en onverdiend. Maar het kan.

Iedereen met een beetje winnaarsbloed in de aderen die al eens – op zijn of haar bescheiden niveau – een wedstrijd liep, reed of speelde, kent het gevoel. Dat van die laatste rechte lijn, waarin de streep wenkt, het hoofd nog graag wil, maar de benen niet. Ga, ga, ga, zeggen de hersenen, maar de rest volgt niet en je lijkt te struikelen. De pijn die je dan voelt, de wanhoop die je op zulke ogenblikken overvalt, …

Bij Club maken ze het nu mee. En dat zie je, in deze play-offs, waarin jaar na jaar blijkt dat het zo moeilijk is om acht weken lang op topniveau te draaien. Om elke week opnieuw het onderste uit de kan te halen, als je niet in een flow raakt, zoals Standard. In 2011 deden ze dat ook al eens. Toen konden ze amper KV Mechelen achterhouden in de strijd voor dat laatste ticket in play-off 1: Standard had er 49, KV Mechelen 48. Anderlecht en Genk (65 en 64 punten) zouden het toen onderling wel uitvechten, dachten we. Niks bleek minder waar. Op de laatste speeldag van play-off 1 was er een beresterke Thibaut Courtois nodig om Standard van de titel te houden. Die geschiedenis zou zich opnieuw kunnen herhalen, als de Rouches deze week hun twee toppers (morgen/donderdag in Brussel, zondag op Sclessin tegen Club) winnen. Dan zal de kloof die na de reguliere competitie nog 23 (!) punten bedroeg op Club en bij de start van de play-offs 12 misschien zijn gedicht. Een straffe stoot.

Half maart was Club nog blij dat Standard play-off 1 haalde.

VAR

Voetbal is emotie en die haalde dit weekend het slechtste boven bij twee van de meest emotionele clubleiders in ons voetbal. Vrijdag al was er ‘de schande van Gent’, zondag die van Brugge. Dat de VAR niet de oplossing is van alle problemen, is inmiddels duidelijk. Elke week is er voldoende discussiestof. Maar help je dat systeem, door – welaan Ivan De Witte – aan al je supporters voor de wedstrijd gele en rode kaarten te laten uitdelen? Het kan aan ons gevoel voor humor liggen, maar zoiets vinden wij er ver over, een gewezen voorzitter van de Pro League met ambities voor het welzijn van het Belgische voetbal onwaardig. Eerder was het, zoals Vincent Mannaert het zondag suggereerde, halverwege de play-offs misschien aangewezen om de zes topploegen én de scheidsrechters nog maar eens naar Tubeke te roepen – zoals vlak voor de start van de play-offs gebeurde – om de afspraken nog eens duidelijk te maken.

Wat Bart Verhaeghe, ook ondervoorzitter van de voetbalbond, zondag bezielde, is bijzonder ergerlijk. Dat scheidsrechters bekritiseerd worden als ze een fout maken, is deel van hun vak. Dat weten ze en accepteren ze. Maar dat – of het nu door een clubleider is, een trainer of een speler maakt niet uit – achteraf hun integriteit in twijfel wordt getrokken en gesuggereerd wordt dat ze het opzettelijk doen, is een brug te ver. In het verleden werd zoiets veel te laks bestraft. Helaas.

Wat als ze morgen, uit woede, eens zouden staken?

Emotie is nooit een goeie raadgever. Ook Ivan Leko gaf er uiting aan. Waardig, dat wel, zonder iemand frontaal aan te vallen. En in het Engels, om nog wat beter de controle over de woordkeuze te houden. Het gaf zijn verlies een menselijk kantje. Maar als, ergens in juni, bij de start van een nieuwe competitie de eindevaluatie van het seizoen zal worden gemaakt, zal blijken dat de VAR toch maar een deeltje van het falen verklaart. Afhankelijk van het resultaat van de komende wedstrijden wordt dat misschien een zwaar doorwegend deeltje: het verschil tussen kampioen en tweede. Of derde, alles kan nog. Het verschil tussen eer, de titel en de jackpot van de Champions League en misschien een handvol kruimels in de Europa League. Het verschil tussen triomf en een harde mentale en financiële klap. Vandaar al die emoties, bij Verhaeghe, bij Leko. Alsof het allemaal al verloren is.

Adrien Trebel en Ruud Vormer strijden om de bal. De Nederlander kwam tegen Anderlecht niet in zijn spel.
Adrien Trebel en Ruud Vormer strijden om de bal. De Nederlander kwam tegen Anderlecht niet in zijn spel.© belgaimage

We will come back‘, rechtte Leko de rug. De ogen spraken andere taal, het huilen stond hem, tien jaar na de dood van François Sterchele, nader dan het lachen. Het is eerder al gebeurd, 4-0 tegen Standard na de Europese uitschakeling in Athene, 6-0 tegen Charleroi na de 0 op 6 tegen AA Gent en Anderlecht bij de start van deze play-offs. Kan Houdini Leko het nog een derde keer?

De buik van Limbombe

Hoe is het zover kunnen komen? Hoe kan een ploeg die voor Nieuwjaar zo sterk presteerde – 53 op 63 en Anderlecht thuis met 5-0 klopte en Standard dus met 4-0 – erna zo zwak (nu ja, op het niveau van de rest, ook dat moet je nuanceren) presteren? 14 op 27 in de reguliere competitie, 8 op 21 in de play-offs met alleen thuiszeges tegen het nummer 6 en het nummer 5?

Een samenloop van omstandigheden. De pech dat KennethVermeer een spierscheur opliep in Gent onder meer. Ondanks alle gedoe rond Ethan Horvath, GuillaumeHubert en Ludovic Butelle voor Nieuwjaar had de keeperskwestie Brugge niet zoveel punten gekost, een perfect parcours rijdt niemand. Dat de Fransman in januari naar Angers terugkeerde, noopte Club tot het inderhaast halen van twee ervaren keepers. Vladimir Gaboelov (34) beantwoordde aan het profiel – ritme hebben, een doel voor ogen (de WK-selectie halen) – maar bleek een miscast. Voor Vermeer wedstrijdfit was, ging al een en ander verloren, en toen de Nederlander in vorm raakte, viel hij uit. Waarna Gaboelov door de play-offs ging zoals door zijn eerste weken op Club: wel af en toe een goeie redding, maar geen puntenpakker zoals Butelle in het kampioenenjaar. Uiteindelijk kan de keeperskwestie Club dus nog wél zwaar op de maag vallen.

Tweede verklaring: zand in de flankenmachine. De troeven van het systeem van Leko waren de offensieve flanken, met op rechts Dion Cools en op links AnthonyLimbombe. Twee spelers die bij wijze van spreken vorig jaar nog in de tribunes zaten. Zij kenden vier, vijf sterke maanden, maar voetballen, ook al omdat ze anders worden opgevangen, na Nieuwjaar wat minder. Ze vielen mentaal terug, maar ook tactisch en fysiek. Club is, sinds het verdwijnen van José Izquierdo (net als Butelle ook van groot belang in het titeljaar) een ploeg die het vooral van het collectief moet hebben. Maar zelfs dan scheelde het een hoop met of zonder Limbombe, iemand die niet toevallig in maart international werd, vooral op basis van zijn aanvallende impulsen. Hij was het die in de reguliere competitie in de 88e minuut scoorde op Charleroi (1-2). Hij was het die in de 92e minuut de 2-3 maakte in Oostende. En in de 87e de 3-2 tegen Zulte Waregem. Niet toevallig is ook hij een van de namen die scouts op hun lijstje hebben staan voor de komende transferperiode. Op Gent was hij er niet bij, tegen Anderlecht evenmin: 0 op 6. Op Anderlecht speelde hij zijn rechtstreekse tegenstander nog zoek, tot hij naar de buik wees. Daarna stokte het Brugse gevaar. Zijn play-offs tot dusver: twee wedstrijden gemist, geen assists en nul doelpunten.

Het lijkt alsof de tegenstand de vleugels van Club heeft geknipt. Koppel daar de mandekking aan die HansVanaken, die fysiek ook aan het einde van zijn latijn is, en Ruud Vormer krijgen en je hebt het wat steriele spel van Club. Tegelijk met het eigen mindere presteren, is er het betere presteren van de concurrentie. En dat is misschien een derde reden voor de terugval: de wintertransfers. Club haalde – uit noodzaak – vooral versterking voor het verdedigende compartiment: twee keepers, en met Ivan Tomecak, AlexanderScholz en Matej Mitrovic drie verdedigers, vanwege de blessures van Benoît Poulain en Saul Decarli. De jaarlijkse offensieve winterversterking was een beloftevolle jongen van 18, KrépinDiatta. Een diamant, maar een ongepolijste.

Scheidsrechter Lawrence Visser raadpleegt de VAR.
Scheidsrechter Lawrence Visser raadpleegt de VAR.© belgaimage

De concurrentie koos voor het offensief, ook uit noodzaak, maar wel voor ervaring in dat compartiment. Anderlecht liet Sofiane Hanni vertrekken en compenseerde dat met de ervaren Ryota Morioka, Kenny Saief, Silvère Ganvoula en Lazar Markovic, die hard moest werken voor hij fysiek boven water kwam. Standard zag Orlando Sá gaan en Mehdi Carcela komen (naast ook Gojko Cimirot, een van de revelaties op het middenveld).

Het bleken schoten in de roos. Niet iedereen in Brussel is even blij met wat Morioka gedurende 90 minuten brengt, maar in de statistieken van de play-offs staan wel 3 goals en 1 assist achter zijn naam. En wat Carcela, die enorm hard werkte om zijn fysieke achterstand weg te gommen, aan Standard toevoegde, ziet iedereen. In Brugge stond na Nieuwjaar niemand plots recht. Vanaken hield even de tent recht, en Abdoulay Diaby maakte er ook al 4, maar de rest ging mee strijdend ten onder. Diatta manifesteerde zich, maar om direct een puntenwinnaar te zijn zoals Dennis in de maand augustus, dat was, in dit stadium van de competitie, te veel gevraagd.

Halvering punten

Half maart was Club nog blij dat Standard play-off 1 haalde. Het geloofde dat de Rouches, méér dan KV Kortrijk, de concurrenten punten afhandig zouden kunnen maken. Dat doen ze, meer dan verwacht. Club hoopt dat het morgen in Brussel nog eens lukt, en dan is het zondag de rechtstreekse confrontatie.

Diaby, Limbombe, Vanaken (en StefanoDenswil): het zijn niet toevallig die vier namen die je in het milieu hoort vallen als het gaat om mogelijke vertrekkers bij Club Brugge. Op Vanaken na, voor wie er twee jaar geleden na de titel ook al concrete belangstelling was maar die daar zeer cool bij blijft, spraken de anderen ook al hun ambities uit. Gezien het feit dat er straks ook een nieuwe doelman komt en zeer zeker een spits met veel torinstinct, zou het best kunnen dat het Club van juni er heel anders uitziet dan het Club van nu. Want in tegenstelling tot na de titel twee jaar geleden, wordt er nu niet openlijk gezegd: ‘Er mag niemand vertrekken.’ Toen stond Michel Preud’homme nog voor zijn laatste contractjaar, was er de Champions League en dacht Club nog – een beetje naïef – daar een rol van betekenis te kunnen spelen. Het liet veel miljoenen liggen door jongens als Björn Engels en co aan hun contract te houden. En de Champions League werd met 0 op 18 een sof.

Nu zou het anders zijn. Club wilde luisteren naar alle aandacht. Werden alle partijen er beter van, dan zou men niemand een stok in de wielen steken. Met die oorlogskas, aangevuld door de miljoenen uit Europa (groter dan ooit tevoren) konden onderhandelaars op pad.

Dat laatste staat nu plots op de helling. Belangstelling is er nog steeds, maar als ze het laten schieten, vermindert de onderhandelingssterkte van Club. Geen gegarandeerde Champions League is ook minder aantrekkelijk voor nieuwkomers, je krijgt een watervaleffect. Ook al geen Europese inkomsten dit seizoen, het telt allemaal bij elkaar op. Maar vooral het ergste is: een heel seizoen lang – tenzij na speeldag 6, toen Charleroi één puntje meer telde – aan de leiding staan en misschien toch geen kampioen worden in die laatste rechte lijn: dat steekt. De halvering van de punten. Dat steekt.

Harder dan de VAR.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content