De Condé: ‘Genk is in Europa stilaan een voorbeeldclub’

© belgaimage

De technisch directeur van KRC Genk kijkt terug en blikt vooruit.

1. Genk besliste om niet door te gaan met Thomas Buffel. Was dat de moeilijkste beslissing die je als technisch directeur al moest nemen?

‘Dat was een heel moeilijke, vooral op menselijk vlak. Niet alleen voor mij, maar voor gans de club. Maar ook het sportieve telt, en daar was de vaststelling dat we snelheid op de flank misten, na de transfer van Leon Bailey en het niet doorbreken van Manuel Benson. Wij vinden Thomas allemaal een Genkie en hebben hem daarom ook een functie aangeboden. Als Genkenaar zie ik hem het liefst blijven, maar ik begrijp ook dat hij andere clubs sportief nog van nut kan zijn volgend jaar, en daar eventueel voor kiest, om dan terug te keren naar ons.’

Ik heb al telefoons van Bundesligaclubs gehad om Ingvartsen te mogen huren, maar dat is niet de bedoeling.

Dimitri De Condé

2. Hoe kijk je terug op het voorbije seizoen? Dure aankopen als Ingvartsen en Benson zaten op het einde niet eens meer in de kern.

Marcus heeft een enorm potentieel en een fantastische mentaliteit, maar is extreem jong en had een aanpassing nodig. Die was niet eenvoudig met onze dip in de eerste maanden. Toen hij speelde, draaide het collectief en het flankenspel niet in zijn voordeel, maar op een dag gaat die beginnen scoren. Ik heb al telefoons van Bundesligaclubs gehad om hem te mogen huren, maar dat is niet de bedoeling. Ook Benson heeft een enorm potentieel, maar moet in zijn hoofd een knop omdraaien. Hij moet veel meer van zichzelf eisen. Vertrouwen moet je niet alleen krijgen, je moet dat in de eerste plaats zelf afdwingen door wat je op het veld, op training toont. Kortom, Benson moet de lat hoger leggen. Wij geloven nog in hem, en hij moet dat volgend jaar tonen, bij ons of elders.’

3. Genk heeft een grote kern, waarin nog amper speelruimte overbleef voor eigen talent als Siebe Schrijvers. Betreurt u dat?

‘Persoonlijk vind ik dat Siebe de concurrentie hier moet durven aangaan. Weglopen van zo’n situatie vind ik niet goed. We hebben een grote kern omdat we ervoor kozen om jongeren sneller door te schuiven. Vandaag hebben we 28 veldspelers en drie keepers, dat heeft ons in de periode met twaalf geblesseerden wel geholpen. Het wordt alleen vervelend wanneer iedereen fit is waardoor jongeren in de tribune belanden. Mochten we geen Europees gespeeld hebben, waren we gegaan voor 24 spelers plus drie keepers, nu worden dat er 26 plus drie.’

4. Ondanks die ruime kern gaan jullie ook versterkingen halen. En er gaan nog spelers weg. Wordt het daarvoor wachten tot na het WK?

‘Het WK heeft geen impact op ons huiswerk. We hebben daar maar één speler, Danny Vukovic, van wie we verwachten dat hij naar Genk terugkeert. We gaan niet uitverkopen, we zijn nog steeds bouwend. Maar we staan wél open om te praten met wie weg wil. Dat is een verschil met een jaar geleden, toen we beslisten iedereen aan boord te houden. In functie van wie vertrekt halen we misschien nieuwe spelers. Daarnaast zoeken we nog naar een ander profiel van spits, wat we nog niet hebben. Maar een balvaste spits is of extreem duur voor ons, of erg jong, en dus nog niet klaar voor de top. Daarnaast is snelheid op de flanken heel het seizoen een item geweest. Bij alle inkomende transfers willen we voelen dat iemand echt wil komen. Dat is ook een boodschap naar wie hier al is: jongens die niet vinden dat ze hier goed zitten, laten we los. Als je passie op je publiek wil overzetten, moet je die passie eerst zelf uitstralen. We moeten hier nog meer werken aan fierheid op het logo en het spelen voor deze club.’

5. Wat is het moeilijke aan technisch directeur zijn bij een club als Genk?

‘De uitdaging voor ons is om met een kleiner budget dan de grote Belgische clubs toch die aansluiting te houden met de top. Daarom moet onze ambitie volgend jaar gewoon zijn om play-off 1 te halen, omdat we dit jaar gezien hebben dat, eenmaal zo ver, alles mogelijk is. Positief is dat we in Europa stilaan een voorbeeldclub zijn, met de jongens uit onze opleiding die de afgelopen zes, zeven jaar doorgestoten zijn tot dicht bij de Europese top. Dat men overal in Europa weet dat je in Genk een goeie sportieve basis hebt waar jong talent gedijt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content