De geur van fish and chips op de bus: het Engels voetbal door de ogen van de Britten bij KV Oostende

© NICK DECOMBEL
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Zondagavond komen de sterren uit de Premier League naar Leuven, voor een duel tegen de Rode Duivels. Maar hoe is het leven in de lower leagues, waar zelden de spots op staan? Drie KVO-Britten, Engelsman Toby Sibbick, Noord-Ier Cameron McGeehan en Schot Jack Hendry getuigen.

Londen is drie uur met de auto en Glasgow een uurtje vliegen, maar veel mogelijkheden hebben Toby Sibbick (21), Cameron McGeehan (25) en Jack Hendry (ook 25) nog niet gehad om naar huis te gaan. Corona en quarantaineverplichtingen bemoeilijken het reizen binnen Europa. Sibbick, rechtsachter, wacht nog op zijn eerste speelminuten in de Jupiler Pro League, de twee anderen konden zich wél reeds tonen op het hoogste niveau. Allebei scoorden ze al. En alle drie hebben ze dit gemeen – de reden dat we ze rond de tafel brachten: ze spendeerden tijd in de lagere afdelingen van het Britse voetbal. Hoe is het leven daar, weg van de spots in de Premier League en de samenvattingen van Match of the Day.

Ik ben een beetje de vreemde eend in het voetbal; ik heb nog nooit een volledig seizoen gespeeld.’

Toby Sibbick

Cameron McGeehan: ‘Wat geldt voor Belgische jongeren, geldt ook voor Britse: het is zeer moeilijk om bij een topteam door te breken. Daarom leende Norwich me uit aan Luton Town, dat op dat moment in de Conference League zat; vijfde klasse… Toen we promoveerden werd mijn transfer definitief. Die overgang was best brutaal, ja. Het ene moment werk je in comfortabele omstandigheden tussen alleen jongeren en plots voetbal je een compleet ander spel, met veel lange ballen, duels, heel fysiek en tussen mannen die de eindjes aan mekaar knopen en praten over het afbetalen van hun hypotheek. Noem het een wekker die vroeg afgaat, het maakt je harder. Ik vond wel geregeld goeie voetballers op mijn pad, jongens die hoger gespeeld hadden, maar om een of andere reden waren afgezakt. De sfeer was evenmin slecht, soms voetbalden we voor 10.000 man. De ervaringen die ik had, waren bij ’traditieclubs.’ Luton bestaat al jaren, en daarna trok ik naar Portsmouth met ook een harde kern van fans. Dat helpt je over de moeilijke momenten.’

Toby Sibbick
Toby Sibbick© NICK DECOMBEL

Jack Hendry: ‘ Man’s football vraagt meer van je, ondervond ik, toen Wigan Athletic me overnam van Partick Thistle uit Schotland. Ik had toen de keuze tussen Wigan en Everton, waar ze me wilden onderbrengen bij de U23, maar koos bewust voor Wigan en spelen bij de eerste ploeg. Achteraf bekeken moet ik toegeven dat ik mezelf toen wat overschatte, ik was fysiek niet klaar voor die stap. Maar dat weet je pas eens je er bent. Mijn doel was proberen via Engeland in de Premier League te raken. In Schotland heb je twee groten, Celtic en Rangers, en die hadden toen geen belangstelling. Wigan bekeek me, evalueerde me en leende me uit aan Shrewsbury Town en daarna de Milton Keynes Dons. Zoals Cameron zegt: een goeie leerschool. Als centrale verdediger kwam ik daar tegenover fysiek sterke gasten te staan.’

Teleurstelling

Hoe reageer je als een club je meedeelt, dat je on loan moet?

Hendry: ‘Als je mentaal sterk bent, zie je het als een kans om ervaring op te doen; je kunt er beter van worden. Je mag je zelfvertrouwen daardoor niet laten ondermijnen. Voetbal is ook gewoon een zaak van meningen, in mijn ogen. De ene coach ziet niks in je, maar een andere wel. Naar zulke mensen moet je op zoek. Ik heb later nog bij Celtic gevoetbald en daar topmatchen gehad, maar als je me nu vraagt wat mijn moeilijkste wedstrijden waren, zou ik er toch die in League One ( derde klasse, nvdr) uit pikken. Ik moest toen nog veel leren en ook op dat niveau heb je uitgekookte teams, die veel werken met de lange bal en hopen op de tweede, om daar wat uit te puren. Ik was nog jong en niet sterk genoeg voor Wigan, vermoed ik, niet zo stevig in de duels en werd te vaak geklopt. Het zijn hobbels die je neemt, maar voor mijn carrière was het een goeie stap.’

Wie in Engeland op zijn achttiende niet in de A-ploeg staat, wíl uitgeleend worden.’ Cameron McGeehan

Voor een verdediger een betere leerschool dan voor een middenvelder? Wat heb je aan ballen die over je hoofd vliegen?

McGeehan: ‘Dat zou ik niet durven zeggen. Ik ben ook wel op ploegen gebotst die wel over de grond voetbalden en waar je wél tussen kwam. Zoals Jack zegt is het vooral een zaak van mentaliteit; overeind blijven. Nu ik van diverse afdelingen heb geproefd, heb ik wel het gevoel dat je, wanneer je hogerop gaat, meer ruimte krijgt om écht te voetballen. Iets meer tijd aan de bal ook zelfs, om aanvallen op te zetten.’

Hendry: ‘Voor een verdediger is leeftijd een probleem, ook op dat niveau. Veel kansen krijg je niet; het is sink or swim. In het Championship of League One opteren ze ook sneller voor iemand met meer ervaring. Volgens mij zullen ze een jonge middenvelder sneller een kans geven omdat je nog altijd de ‘zekerheid’ van de verdediging achter je hebt. Als je als jonge verdediger een fout maakt, gaan ze snel naar je leeftijd kijken. Mentaal sterk zijn en vooral blijven, is de sleutel tot je succes.’

McGeehan: ‘De druk is groot hoor, vergis je niet. Je zit bij een goeie club, maar komt er niet aan de bak. Dan lenen ze je uit, aan een ploeg uit lagere afdelingen. Daar zal hij wel minuten maken, denkt iedereen. Maar stel, je slaagt ook daar niet? Wat ook de reden is, jeugd, concurrentie, de ideeën van de manager… Wat dan? Gaan ze dan zeggen: ‘Die kan het zelfs daar niet.’ Moet je dan nog een reeks lager? Dat is veel druk voor jonge schouders.’

Hendry: ‘ Andy Townsend ( twee WK’s voor Ierland en jaren op het hoogste niveau, nvdr) gaf ooit een interview waarin hij zei: ‘De moeilijkste wedstrijden uit mijn carrière waren die op lager niveau. Vanwege de fysieke inzet, en het voetbal dat alle kanten uitschoot.’ Hoe hoger, hoe meer structuur, daar heeft Cameron gelijk in. Voetbal in de lagere afdelingen is vaak ruwer. Maar iedereen is het erover eens: het maakt je wel een betere speler.’

Cameron McGeehan
Cameron McGeehan© NICK DECOMBEL

Mee eens, Toby?

Toby Sibbick: ‘Ja. Ik heb tot dusver een vreemde carrière achter de rug, in die zin dat ik tot mijn zestiende nooit op een officiële jeugdopleiding zat. Vaak getest, nooit binnen geraakt. Toen kwam Wimbledon, waar ik een jaar later al mocht debuteren. Ik vond het leven in de lower leagues ruw. Ik ben een verdediger en vond ook dat de manager altijd de voorkeur gaf aan oudere spelers, ook al waren de jongeren in mijn ogen niet minder. Uiteindelijk raakte ik toch in de ploeg en van eind januari tot de zomer speelde ik elke match mee. Zo viel ik op bij Barnsley. Ik begon daar het seizoen, in het Championship, viel dan uit de gratie van de manager, werd uitgeleend aan Hearts in Schotland, maar daar werd ik na een paar weken ziek en toen kwam corona… En nu zit ik hier… Ik ben een beetje de vreemde eend in het voetbal, in die zin dat ik al een paar reeksjes wedstrijden heb gehad, maar nog nooit een volledig seizoen speelde. Dat maakt dat ik het ritme van man’s football nog niet te pakken heb.’

Hier zien we uitgeleend worden nog vaak als afgeschreven worden: je komt zelden terug.

McGeehan: ‘Echt? In Engeland is dat helemaal anders. Wie op zijn achttiende niet in de A-ploeg staat, wíl uitgeleend worden. Voetballen bij de reserven is niks, dat is leven in een bubbel waar je uit wil breken.’

Hendry: ‘Is het probleem bij jullie niet dat er geen grote piramide is? Hier heb je nog een tweede afdeling en dan is het amateurvoetbal? Dat is het goeie aan Engeland, dat we veel uitwijkmogelijkheden hebben.’

Carlisle uit

Op het internet circuleren veel foto’s van de stadions in League One en Two. Op het eerste gezicht valt dat wel mee.

McGeehan: ( knikt) ‘Klopt. Sunderland en zijn Stadium of Light, Fratton Park in Portsmouth. Dat is top. Zelfs ploegen waar je amper wat van hoorde, hebben stadions met tienduizend plaatsen die er behoorlijk uit zien. Maar daarnaast heb je ook Accrington. Daar moet je eens heen!’

Hendry: ‘Weinig landen hebben een vergelijkbare infrastructuur, tenzij misschien Duitsland.’

McGeehan: ‘Het fijne op dat niveau is de sfeer. Kleine stadions, veel volk, fans dichtbij en allemaal zeer gepassioneerd.’

Dat zagen we in de documentaire over Sunderland. Voetbal tot je er bij doodvalt!

In koor: ‘Fantastisch. Dat bedoelen we.’

Hoe zijn de verplaatsingen?

Sibbick: ‘Mijn ex-ploeg, Wimbledon, wordt gerund door de fans, die de club niet willen verkopen. Het is een ploeg met veel geschiedenis maar weinig geld. Wij gingen vaak met de bus. Bij de verre verplaatsingen reisde je de dag voordien af en logeerde je op hotel. Na de wedstrijd keerde je wel ’s nachts nog terug.’

Voetbal is ook gewoon een zaak van meningen. De ene coach ziet niks in je en een andere weer wel.’

Jack Hendry

McGeehan: ‘Toen ik voor Portsmouth voetbalde, deden we veel verplaatsingen met de trein en de hele verre zelfs met het vliegtuig. Maar het kan duren ja, zo’n trip. Daar hebben we een uitdrukking voor: ‘Dinsdagavond, Carlisle uit..’ ( blaast) Vijf uur bus… Een mooie.’

Hendry: ‘In het noorden was dat: ‘ Plymouth away!’ Ook een mooie!’

McGeehan: ‘ Grimsby away! Fish and chips op de bus op de terugweg.’

Hendry: ‘Kregen wij ook toen we terugkeerden van Southend!’

McGeehan: ‘Hier is het wat dat betreft iets gezonder.’

Hoe is het in Schotland? We waren ooit in Peterhead, voor een match van de Rangers. Topervaring.

Hendry: ( verbaasd) ‘Vond je dat top? Het ruikt er naar vis, neen! De afstanden in Schotland vallen mee, tenzij naar Aberdeen of Ross County. De variatie is minder. Vier keer per seizoen tegen dezelfde ploeg, en soms vijf keer als je ze ook voor de beker loot. Herkenbare omstandigheden, maar zeer repetitief.’

Lonen

Hoe zit het met de lonen in lagere afdelingen? Zijn het echte profs of moeten ze nog bijklussen?

Sibbick: ‘Die lonen zijn heus niet slecht. Jongeren krijgen uiteraard niet vet betaald, maar senior pro’s kunnen wat verdienen. Zelfs op Conferenceniveau. Dan hebben we het over 2.000 pond (2.200 euro) per week.’

Hendry: ‘Wigan was net gezakt en kreeg nog parachute payments ( betalingen om de degradatiezorgen wat te verlichten, nvdr). Daar zaten jongens die enkele tienduizenden ponden per week verdienden. Voor dat niveau zeer veel geld. Je hebt in de lagere afdelingen wat wij noemen ‘slapende reuzen’ waar je zeer goed de kost kan verdienen. Sunderland, Ipswich… Er is nu wel een salarisplafond ingevoerd. Hoe dat werkt, weet ik niet precies.’

McGeehan: ‘Wie op Conferenceniveau speelt, kan een goeie 1.000 pond (1100 euro) per week krijgen. Bruto. In League Two zal dat schommelen tussen 1.600 en 2.200 euro per week, League One zit met lonen tussen de 2.200 euro en 5.500 euro per week, met uitzonderingen. Vergeleken met lonen in de Premier League is dat niks, maar vergeleken met wat anderen in het gewone leven verdienen, is dat veel geld.’

Hendry: ‘Wie lang kan meedraaien in tweede klasse, heeft ook een flinke duit verdiend. Wellicht meer dan in andere landen in de eerste klasse.’

Maakt dat het verlaten van Engeland moeilijker?

McGeehan: ‘Ze moeten ook aan je denken. Ik denk dat weinig Engelse jongens ooit de kans kregen. Had Barnsley deze club niet overgenomen, ze hadden hier aan mij ook niet gedacht.’

Misschien gaan Belgische clubs er wel van uit dat jullie te duur zijn, als ik die sommen hoor.

McGeehan: ‘Dat kan een deel van het verhaal zijn, ja. Maar het heeft ook met kansen geven te maken. Volgens mij hebben heel wat Engelse jongeren echt wel interesse om in België te voetballen. Zó ver is het niet.’

Hendry: ‘Ik denk dat België mij echt kan verrijken als voetballer en als mens. Ander land, voetbal dat me ligt… Dit kan ook deuren voor me openen. In Engeland had ik het gevoel in een bubbel te zitten en, omdat ik een Schot ben, niet al te veel gerespecteerd te zijn. Als ik het hier goed doe, denk ik meer respect te zullen krijgen. Je leeft maar een keer, dus, waarom niet?’

Sibbick: ‘Ik had aanbiedingen uit Engeland, maar hoe vaak krijg je de kans om tegen ploegen te spelen die deelnemen aan de Champions of de Europa League. Ik wacht nog op mijn kans, maar werk hard om voor het einde van het seizoen wat wedstrijden te mogen meepikken. Jadon Sancho heeft ons, jongeren, de weg getoond; hij heeft aangetoond dat je ook buiten Engeland carrière kunt maken.’

Jack Hendry
Jack Hendry© NICK DECOMBEL

Heimwee

Maar: ook hier is het vechten voor jullie plaats.

Sibbick: ‘Garanties krijg je nergens. Zelfs niet al kom je uit Engeland.’

Hendry: ‘Zo is het overal. Ook in het gewone leven. Het is knokken en er zelf wat van maken.’

Desnoods in Melbourne, zoals jij vorig seizoen.

Hendry: ‘Ik voetbalde bij Celtic en dat zorgde voor veel druk. Elke wedstrijd moeten winnen, altijd herkend worden op straat… geen minuut rust. Het was een enorme stap achteruit, aan de andere kant van de wereld voetballen, maar ik had het nodig. Even rust vinden, het hoofd leegmaken, alleen maar concentreren op voetbal, niet herkend worden, het gewicht van de schouders… Ik heb bij Celtic een tijdje naast Boyata gespeeld, en dat was mooi, maar het was er niet altijd mooi. Daar even weggaan, leek me de beste keuze. Ongelukkig genoeg blesseerde ik er vrijwel onmiddellijk mijn knie. En toen zette corona alles op stop. Daardoor zag ik niet zoveel van het land als ik wilde. Maar het was een goede ervaring. Net als dit.’

McGeehan: ‘Jullie voetbal valt ook mij echt mee. Minder op en neer dan in Engeland, een beetje meer structuur. Alleen jammer van de lege stadions, daardoor mis je toch iets van de ervaring. Ik hoorde veel goeds over Luik, en dat stadion ziet er prachtig uit, met fans die haast bovenop je zitten.’

Hendry: ‘Corona maakt het inderdaad vreemd. Je wil toch in het buitenland het hele verhaal meepikken.’

McGeehan: ‘Maar het voordeel is: wie al heimwee zou hebben, weet dat hij thuis niks mist. Ook daar gebeurt niks.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content