‘De harde schijf van een doelman moet vol zijn’

© belgaimage
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Genkdoelman Nordin Jackers werd door Johan Walem geselecteerd voor het EK U21 in Italië. Hij is maar een van de vele doelmannen die door de handen van keepertrainer Guy Martens ging. Een gesprek.

Hij ziet er nog scherp uit, Guy Martens. Zijn leeftijd, 60, is amper van zijn gezicht te lezen. De Limburger doet er dan ook alles aan om fit te blijven, want als keeperscoach weet je één ding zeker: de dag dat je niet meer kan trappen, is het voorbij. Voetbalrobots zijn inzetbaar en programmeerbaar als afwisseling, maar kunnen nooit het echte voetenwerk vervangen. Martens neemt het compliment in dank aan, maar geeft toe dat de kaap van zestig ronden zwaar was. ‘Ik heb echt afgezien.’

Danny Vukovic was mister clean sheet in 1A, Maarten Vandevoordt stond begin mei onder de lat bij de U17 op het EK en Nordin Jackers staat in doel op het EK voor beloften. Proficiat!

GUY MARTENS: ‘En GaëtanCoucke won de Gouden Schoen in Lommel, Sinan Bolat deed het sterk dit seizoen… Maar je bedoelt: ik heb daaraan mee mogen werken. Hun succes is het werk van velen: de trainers bij de jeugd, de mensen die er nu mee bezig zijn… En het grootste werk komt van henzelf.’

Iemand van 32 naar hier halen, die één maand in Turkije zat, maar voor de rest alleen in Nieuw-Zeeland en Australië actief was: hoe groot was het risico?

MARTENS: ‘Een risico vond ik het niet, Vukovic was degelijk gescout en kwam ook op voorspraak van Mathew Ryan. Matt kende hem heel goed van de nationale ploeg en uit zijn periode in Australië. We zochten twee jaar geleden iemand die onze jonge jongens kon laten rijpen. Als we iemand zouden halen van 26 of 27, hield dat in dat we een blok zetten en onze eigen jongeren geen toekomstvisie meer hadden. Of in elk geval toch minder dan met iemand die aan zijn laatste jaren bezig was en van wie ze konden denken: misschien kan ik van hem de fakkel overnemen.’

Het is niet dat we hier vier lepeltjes van dit en drie van dat in een potje doen, wat roeren en, hop, je hebt een goeie keeper. Zo werkt het niet.

Guy Martens

Was hun ongeduld groot?

MARTENS: ‘Dat weet ik niet. Mijn ervaring is dat al die jongeren graag naar hier komen, vanwege het duidelijk sportief plan dat we met hen hebben. Neem het voorbeeld van Gaëtan. Die hebben we met een heel duidelijk doel uitgeleend ( aan Lommel, nvdr). We wisten wat hij kon, maar niet wat hij zou doen wanneer het om de knikkers ging, op verplaatsing, met veel volk… Hij heeft nu op een zeker moment tegen de degradatie moeten vechten, de vraag was hoe hij daarop zou reageren. Heel goed, zo bleek. Eén tot twee keer per week kwam hij hier meetrainen of ging hij naar de fitness. In Lommel waren die mogelijkheden er minder en Gaëtan moest bepaalde oefeningen nog doen, omdat hij wat hiaten had in zijn fysieke ontwikkeling. De tweede helft van het seizoen deed hij bij ons ook veldtrainingen. Mentaal én fysiek konden we hem dus heel goed volgen. Daarnaast bleven we contact houden. Ik denk dat haast elke wedstrijd iemand is gaan kijken: ik of iemand anders van de scouting.

Guy Martens over Nordin Jackers: 'Hij had gedacht om afgelopen seizoen al de fakkel over te nemen van Vukovic, maar dat is niet gelukt.'
Guy Martens over Nordin Jackers: ‘Hij had gedacht om afgelopen seizoen al de fakkel over te nemen van Vukovic, maar dat is niet gelukt.’© belgaimage

Nordin Jackers hadden we ook eerder kunnen uitlenen, maar je hebt nu eenmaal ook een tweede en derde doelman nodig. Dat moeten die jongens ook begrijpen, ze heten niet allemaal Thibaut Courtois die op zijn zestiende in de A-ploeg kon komen. Dat zijn uitzonderingen.’

Er zijn wel vaak duo’s van ongeveer dezelfde leeftijd die mekaar pushen.

MARTENS: ‘ Koen Casteels zat met Courtois in een gelijkaardige situatie als Jackers-Coucke. Hij is op jonge leeftijd vertrokken naar Duitsland. Had hij even gewacht, was hij misschien de volgende doelman van Genk geworden. Maar alle respect voor zijn keuze, want hij wordt er heel hard gewaardeerd.

‘Nordin had gedacht om afgelopen seizoen al de fakkel over te nemen van Vukovic, maar dat is niet gelukt omdat Danny hier heel sterk is gegroeid en heel veel stappen zette. Op die leeftijd is dat uitzonderlijk.’

Marc-André ter Stegen

Hoe komt het dat een doelman van 32 nog kon evolueren?

MARTENS: ‘Wij praten altijd in termen van ‘proactief’ en ‘reactief’. Hier in Genk proberen we proactieve doelmannen op te leiden, keepers die het gevaar voorkomen. Danny was eerder een reactieve doelman: heel sterk op de lijn en ook verbaal. Maar dat stukje verder uitkomen, nog iets meer proactief zijn… dat kan je ook nog leren op latere leeftijd. Het eerste seizoen gebeurde dat met vallen en opstaan, hij zag dat de jongeren dat konden en hij niet. Daardoor werd hij wat onzeker. Afgelopen seizoen begon hij met een geweldige mentale sterkte. Stap voor stap is hij verbeterd. Hij zei dat ze hem vroeger nooit hadden gezegd dat zijn positie niet goed was. Dat hij te hoog stond, of te laag… In Australië zegden ze hem alleen dat hij ballen moest tegenhouden, ‘ even if it’s with your dick. ‘ ( lacht)

‘Wij gaan altijd uit van vier stappen. De eerste stap is de allerbelangrijkste: positie. Vervolgens komt game reading: is het een linksvoetige of een rechtsvoetige? Wordt het een inswinger of een outswinger? Derde stap: decision making. Wat ga ik doen: komen of blijven? Pas daarna, als allerlaatste, komt actie: wat ondernemen. In Australië was die laatste stap de allerbelangrijkste, over de eerste drie werd niet gepraat. Maar: één meter vooruit of één meter achteruit betekent vaak dat je de bal met de vingers in de neus kan pakken, niet via een spectaculaire sprong. Danny heeft zich wat moeten aanpassen aan alles, maar hij was afgelopen seizoen een stuk beter dan het voorgaande. Hij heeft niet zoveel werk gehad, maar op het juiste moment had hij cruciale reddingen.

Guy Martens: 'Een van de sterke punten van Vukovic is: het blok maken. Dat zie je ook tijdens trainingen: als die een bal tegen de hand krijgt, dat is beton. Danny is een beest, de hulk bijna.'
Guy Martens: ‘Een van de sterke punten van Vukovic is: het blok maken. Dat zie je ook tijdens trainingen: als die een bal tegen de hand krijgt, dat is beton. Danny is een beest, de hulk bijna.’© belgaimage

‘In zijn eerste seizoen was hij wat op zoek naar zijn eigen vorm en daardoor was zijn coaching niet zo optimaal. Nu kijkt hij zelfs naar wat voorin gebeurt. Dat krijg je door veel te praten en het tonen van beelden, elke wedstrijd opnieuw analyseren, compilaties maken. De beelden van de wedstrijd krijgt hij direct doorgestuurd, en als we uit spelen, zit Danny gewoonlijk in de bus al alles te bekijken. Ik merk soms ook dat hij na de wedstrijd om drie of vier uur ’s nachts ineens beelden gaat downloaden. We laten er ook veel zien van andere doelmannen: slechte momenten, maar ook heel goeie tussenkomsten. Marc-André ter Stegen die heel proactief keept en een bal binnen krijgt, maar ook een Ter Stegen die heel proactief een vroege voorzet kan onderscheppen. Een doelman heeft een harde schijf en als je daar veel kan inpompen reageert die schijf heel snel bij een tussenkomst om de goeie actie te vinden. Is die schijf zo goed als leeg, gaat de doelman zomaar iets doen. Bij Danny begint nu alles een automatisme worden: constant letten op zijn positie, de 90-graden-positie aan de doelpaal. Vroeger stond hij flat in de goal, en dan kan je niet reageren. Sta je ingedraaid, dan kan je alle ballen tot de vijf meter onderscheppen. Dat wist hij niet.’

Vukovic is groot, maar niet uitzonderlijk groot.

MARTENS: ‘1,88 meter. Dat speelde geen rol in de selectie. Matt was ook niet zo groot, maar die compenseerde dat door zijn positie. Een grote doelman heeft meer reikwijdte in de hoeken, maar als je een kleinere doelman snel voetenwerk kan aanleren en dat ene stapje laat doen, heeft hij die reikwijdte ook. Doelmannen van 1,78 meter zijn er niet meer, maar 1,88 meter is goed. Jean Butez is ook zo groot en dat vind ik op dit moment ook een van de beteren. Geweldig gegroeid door positioneel te spelen en ook heel sterk één tegen één. Dat is ook een van de sterke punten van Danny: het blok maken. Er staat een kolos voor je. Dat zie je ook tijdens trainingen: als die een bal tegen de hand krijgt, dat is beton. Danny is een beest, de hulk bijna.

Guy Martens
Guy Martens© BELGA

‘Snelheid kunnen we altijd leren, daar zijn we heel veel mee bezig, in de fitness. Met FitLights, lampjes van verschillende kleuren die aan- en uitgaan. Daar hebben we een groot doel mee gemaakt. Terwijl ze die op commando uitdoen, moeten ze ook optelsommen maken. Op het einde moeten ze dan de som geven. Zo werk je op het cognitieve en zijn ze met twee zaken tegelijk bezig. Tijdens een wedstrijd word je immers ook beïnvloed door verschillende factoren en het belangrijkste moet je eruit halen. Er komt zoveel input: supporters, coach, verdedigers, de bal, … In hun hoofd is het constant aan het draaien. Dat moet je trainen en ontwikkelen. Vandaar dat we werken met kleur en met snelheid. Gaan er twee rode lampjes aan, dan moet je blauw aantikken, enzovoort. De keepers doen dat ongelooflijk graag, want zo verleggen ze constant hun grenzen.’

Hoe gaat Vukovic om met tegenslagen?

MARTENS: ‘Hij is mentaal sterk, maar hij heeft dikwijls zijn ‘dagstonden’, zoals ik dat noem. Hij kan opstaan met een ochtendhumeur. Dan is het wat op hem inpraten.’

Toekomst

Dit voorjaar werd de optie in zijn contract gelicht. Was dat een moeilijke beslissing?

MARTENS: ‘Ik denk niet dat die beslissing moeilijk was, want zijn prestaties gingen in stijgende lijn. Hij was er deels oorzaak van dat we het zo goed deden. En ook: onze jonge gasten kunnen dat aanvaarden. Hij is heel goed, ze wisten dat ze hun mond niet konden opendoen. Nordin had toen wel iets van: als Danny nog twee jaar bij krijgt, moet ik andere oorden opzoeken. Gaëtan wist: ik wil terugkomen, want ik kan hem het vuur aan de schenen leggen.

‘We hebben nu met Danny iemand in huis van wie we weten wat hij kan, hoe zijn ingesteldheid is. Doe je hem weg, dan hebben we geen back-up en moet je er weer eentje binnenhalen. Dus… laat de jongeren maar boksen om hem uit de goal te krijgen.’

Zal hij om kunnen met de bank, stel dat dat gebeurt?

MARTENS: ‘Ja. Hij weet ook: als ik die twee jaar nog bij kan krijgen, ben ik financieel beter af dan in Australië. En hij weet, gezien zijn leeftijd, dat vroeg of laat een jongere het overneemt.’

Was jij eigenlijk zelf een goeie doelman?

MARTENS: ‘Neen.’

Neen?

MARTENS: ‘Neen, ik dacht te veel na.’ ( lacht)

Het recept voor een topkeeper

Al decennialang produceert KRC Genk topkeepers. Wat is het geheim?

guy MARTENS: ‘In april kwam er een reportage in DeVoetbaltrainer ( een vakblad voor trainers, nvdr) dat daar ook naar peilde. Intern was daar vooraf wat commotie rond, dat we toch geen geheimen mochten prijsgeven. Ik zei toen: geheimen? Het is niet dat we hier vier lepeltjes van dit en drie van dat in een potje doen, wat roeren en, hop, je hebt een goeie keeper. Zo werkt het niet. Wat we algemeen doen, kan je uitleggen op clinics of in interviews, maar de details komen van vakmannen die er dagelijks mee bezig zijn en die zich steeds verder informeren. Iedereen mag komen kijken, maar die details kan je nooit allemaal meegeven. Ik ben zestig en ik leer nog bij. Zo heb ik in München één bepaald detail ontdekt, dat we nu toepassen en dat resultaat oplevert. Negentig procent van wat ik zie op zulke clinics, daarvan weet ik: dat heb ik al geprobeerd of neen, dat moet ik niet proberen, want dat zal niet werken. Maar dat ene detail kan wél interessant zijn en dan zijn we weer een klein stapje verder…

‘Van hun zes tot tien jaar proberen we hen zoveel mogelijk te laten meevoetballen. Wil je een proactieve doelman, dan moet die voelen wat het is: hoog spelen, een voorspeler zijn, middenvelder, verdediger. Alle rollen. Eigenlijk zouden ze alle sporten moeten proberen, alleen kan dat niet in de praktijk, ze moeten ook nog naar school. Tussen zes en tien proberen we er dus zo weinig mogelijk ‘vaste keepers’ van te maken. Daarna leren we het hen stap voor stap, waarin ze kunnen blijven meevoetballen. Zo krijgen ze veel meer inzicht in het spelletje. Op vijftien- à zestienjarige leeftijd haal ik ze naar de A-kern. Dikwijls mondjesmaat, eens een dag of twee, dan weer een week, of wat langer in de schoolvakanties, met oog voor de fysieke belasting. Voor doelmannen is dat wat makkelijker in de gaten te houden dan voor veldspelers…

‘Financieel wordt soms heel hard aan jongens getrokken, dan is het zeer belangrijk dat je aan ouders een duidelijk sportief plan kan voorleggen. Financieel kunnen we nooit meebieden, sportief wel. Ons grote voordeel is dat we bewijzen hebben van wat we zeggen. Dat spreekt ouders aan.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content