De Keniaanse roots van Divock Origi: hier zijn de Origi’s de ‘first family of football’

© AFP
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Rode Duivel Divock Origi is geboren in België, maar de roots van zijn familie liggen in Kenia. Zijn vader, drie ooms en een neef schopten het er tot in de nationale ploeg. In het Oost-Afrikaanse land zijn de Origi’s dan ook ’the first family of football’.

Dit artikel verscheen in 2016 in Sport/Voetbalmagazine

Dennis draagt een poloshirt van Liverpool FC. Maar niet alleen omdat Divock Origi er speelt. Hij is al LFC-fan van in de jaren zeventig, merkt hij op, aangetrokken door het succes en het attractieve spel van de mythische Europese club uit het land van de voormalige kolonisator van Kenia. Dennis Obua is een vriend van de familie Origi. Hij voetbalde destijds in de interscholencompetitie nog tegen Austin Origi, een broer van de vader van Divock, en later werkten ze beiden in hetzelfde schoonmaakbedrijf. Tegenwoordig is Dennis chauffeur. Doorgaans rijdt hij met een minibus met open dak toeristen naar de populaire Keniaanse wildparken. Maar vandaag zal hij ons met zijn personenwagen tot bij de oudste nog levende van de Origibroers brengen.

Het regenseizoen is begonnen, maar het is droog. Zoals in nog wel meer Afrikaanse grootsteden is het verkeer verschrikkelijk chaotisch. Maar in Nairobi lijkt het nog net iets erger. Vooral de rotondes veroorzaken ellende. Verkopers begeven zich met hun waar tussen de files, met kranten en met bananen, maar ook met onder meer ruitenwissers, kapstokken en sjaals.

We zien stootkarren met buizen en met banden die tussen de auto’s laveren. Met religieuze slogans beschilderde busjes die dwars over de weg staan. Een bejaarde die als dood langs de kant ligt te slapen. Ooievaars die op bomen en verkeersborden op afval zitten te loeren.

‘Het oosten van Nairobi, waar in slums het merendeel van de bevolking woont, is uitzichtloos arm, vuil en onveilig,’ zegt Dennis, ‘het westen is de rijkere kant van de hoofdstad.’ Hij wijst ons op straatkinderen onder een brug en vertelt het verhaal van de lijmsnuivers: kinderen die glue, schoenmakerslijm, snuiven om zich even beter te voelen en dat met een vroegtijdige dood bekopen. De lijmdealers zijn blijkbaar vooral vrouwen, die het doen om hun eigen kinderen te kunnen voeden. Het is een krankzinnige overlevingslogica.

Eerste generatie

Austin Origi woont negen hoog in een bewaakte residentie. De lift doet het niet, maar de trappen zijn oké, het onthaal is hartelijk en de thee met melk is lekker. Het is de dag nadat Divock in de derby tegen Everton van het veld werd geschopt. De televisie staat op en de zorgwekkende beelden van de op een draagbaar afgevoerde Liverpoolspits van Keniaanse origine zitten in de om de zoveel tijd terugkerende highlights van SuperSport Blitz. Hij is al de zesde Origi die naam maakt in het voetbal. Austin was de eerste.

Austin Origi
Austin Origi© GF

DENNIS: ‘Austin was echt een topspeler hoor. Zijn bijnaam was Makamou.’

AUSTIN: ‘Je spreekt met een legende.’ (lacht)

DENNIS: ‘Oh yeah…

AUSTIN: ‘Toen ik voetbalde, werden er veel kinderen geboren met mijn naam.’ (lacht)

Hij is ook echt wel een legende. Austin Origi was libero en aanvoerder van de nationale ploeg en van Gor Mahia FC, tot nu toe nog altijd het enige Keniaanse clubelftal dat een Afrikaanse beker won. Dat was in 1987: de African Cup Winners’ Cup tegen Espérance Sportive de Tunis. Legendarisch is ook de prestatie die hij in een wedstrijd tegen Liberia ooit leverde tegen George Weah, de eerste Afrikaan die tot Wereldvoetballer van het Jaar werd verkozen. Op het einde van zijn carrière voetbalde hij nog twee seizoenen in Oman. Ook zijn acht jaar jongere broer Mike speelde er toen een korte tijd.

Mike Origi, de vader van Divock, werd de eerste Keniaan ooit die profvoetballer werd bij een topteam in een Europese competitie. Met KRC Genk werd hij in 1999 Belgisch landskampioen, nadat hij in 1992 voor Oostende tekende en vier jaar later voor twee seizoenen naar Harelbeke was verhuisd. In eigen land kende hij zijn grootste succes toen hij in 1991 op het einde van de interland tegen Soedan de goal van de kwalificatie voor de Afrika Cup maakte.

AUSTIN: ‘Net als ik is Mike begonnen als keeper, maar hij werd uiteindelijk aanvaller en ik eerst middenvelder en dan verdediger. In 1989 debuteerde hij voor de nationale ploeg op een moment dat ik er nog bij was. Hij zat ook in de voorselectie voor de Afrika Cup in Algerije in 1990, maar viel af. In Senegal in 1992 was hij er wel bij en maakte hij indruk op Belgische scouts. Fernand Goyvaerts (makelaar en oud-spits van onder meer Club Brugge, FC Barcelona en Real Madrid die in 2004 overleed, nvdr) is toen bij mij thuis komen onderhandelen.’

Nog twee andere broers schopten het ook tot international: Anthony Origi en Jarred Origi, een left full back en een centrale verdediger.

AUSTIN: ‘Er was nog een jongere broer die ook voetbalde, als middenvelder bij een kleine club in Nairobi, maar hij is vroeg gestorven. Tony speelde samen met Mike en mij in de nationale ploeg. Jarred vertrok in 1999 met een studiebeurs naar Oklahoma en is in Amerika gebleven, zoals Mike in Europa is gebleven.’

NYOI FC

De Keniaanse roots van Divock Origi: hier zijn de Origi's de 'first family of football'
© GF

Het eerste veldje van de Origi’s ligt in Ziwani Estate, een wijk op een kilometer of twee van het appartement van Austin. Het is een voor de helft ommuurde vlakte van rode aarde met weinig gras en veel modder en plassen. Op een kwart ervan is een partijtje aan de gang, althans iets wat lijkt op een voetbalwedstrijdje: jongens proberen een bal in het kleverige slijk vooruit te trappen in de richting van het andere doel. Dat lukt niet zo best. Maar zo te zien bederft het de pret niet.

‘Was het leven vroeger geweest zoals het tegenwoordig is, dan zouden we nu allemaal in Europa zijn geweest.’

Austin Origi

Niet veel meer dan honderd meter verderop langs de straatkant ligt achter een haag het ouderlijke huis van de Origi’s. Veel is er niet van te zien. Ook omdat er zowat langs alle kanten met blikken platen tegen is gebouwd. Hier is het voor de Origi brothers in elk geval allemaal begonnen.

AUSTIN: ‘Het is begonnen met papier en een plastic zak die we samen bonden tot een bal. Achter het huis maakten we twee doelen met stenen. Vaak voetbalden we blootsvoets. Daar kun je bij mij nog altijd sporen van zien. (lacht) Maar nu is alles hier dicht gebouwd. Er is geen vrije ruimte meer. Jammer. Vroeger was dit een betere buurt, de burgemeester van Nairobi woonde er zelfs.’

DENNIS: ‘In heel Nairobi is plaatsgebrek een probleem. Vroeger waren er heel veel voetbalvelden, zeker in elke wijk één. Maar alles wordt almaar meer vol gebouwd. Er is geen plaats meer voor kinderen om te spelen en zich ten volle uit te leven. Voor een gemeenschap is dat een heel groot probleem.’

Ook het eerste veldje van de Origi’s was bijna verloren gegaan, zij het niet door slumvorming.

AUSTIN: ‘In 1998 of ’99 zouden ze er een parkeerplaats van maken, om er inkomsten van te kunnen genereren. Maar de mensen protesteerden hevig en door tussenkomst van de burgemeester is het plan niet doorgegaan.’

De Origi’s komen uit een gezin met tien kinderen – van wie er al drie overleden zijn. Waarom precies ze het ver schopten in voetbal is een combinatie van aanleg, opvoeding en persoonlijkheid, blijkt uit het verhaal van Austin.

AUSTIN: ‘Mijn vader was chauffeur, hij reed en gidste voor een toenmalig Brits toeristenbureau. Soms was hij twee weken weg op safari, of voor een maand naar Congo. Hij was een rustige, nederige en genereuze man. Voor ons was hij heel strikt. We respecteerden en vreesden hem tegelijk. Als je iets fout deed, werd je gestraft, dus probeerden we zijn lijn te volgen. Als hij niet thuis was, zag mijn moeder daarop toe. Zij was er altijd voor ons en werkte hard in het huishouden. Dat stimuleerde ons op een positieve manier. Mijn broers zijn goeie kerels. Ze zijn kalm en plichtsgetrouw, ze overleggen en beschouwen God als hun gids. Onze opvoeding bezorgde ons de life skills die ons in de gelegenheid stelden te doen wat er gedaan moest worden in ons leven. Gelukkig gingen we naar school, naar goeie scholen, zelfs naar overheidsscholen. Daar werd ook veel gevoetbald. Het is onder invloed van de Engelsen dat voetbal de eerste sport is geworden in Kenia en dat zag je ook in het onderwijssysteem dat ze hier neerzetten. Uiteindelijk komen we allemaal uit het schoolvoetbal. Mike is ontdekt tijdens interscholenkampioenschappen en werd toen getransfereerd naar Shabana FC in Kisii en van daar naar Kenya Breweries. Ik kon dankzij schooltoernooien naar de topclub Gor Mahia, Tony kon op dezelfde manier via Mumias Suga naar Kenya Breweries en Jarred kwam zo bij Utalli FC terecht. Voetbal was gewoon het allerbelangrijkste in onze omgeving. Wij hielden ervan en onze vader eigenlijk ook wel. Hij was supporter van Nyoi FC, de grootste club van Ziwani, en ging soms kijken. Wellicht komt ons talent van hem. Maar dat weten we niet zeker, omdat hij nooit de mogelijkheid kreeg om dat te tonen. Hij was nog een kind toen zijn vader stierf en hij voor zichzelf moest zien te zorgen. Ik geloof dat hij maar twaalf of dertien jaar was toen hij op een boerderij is gaan werken. Uiteindelijk is hij naar Nairobi gekomen om hier chauffeur te kunnen worden en zo zijn eigen gezin te onderhouden. Mijn vader kreeg nooit de kans om hier zoals ik te voetballen, zoals ik nooit de kans kreeg om zoals Mike in Europa te gaan voetballen.’

‘Wij toonden onze zonen de weg en bidden uit dankbaarheid dat God ons de gave gaf om vol te houden.’

Austin Origi

Tweede generatie

De tweede generatie doet het intussen nog beter dan de eerste. Arnold Origi (32) de zoon van Austin, staat in doel bij het Noorse Lillestrøm SK en bij de nationale ploeg van Kenia. En Divock Origi (21), de zoon van Mike, staat in de spits bij Liverpool FC en bij de nationale ploeg van België. Hij is de eerste voetballer van Keniaanse origine die bij een Engelse topclub speelt, die deelnam aan een wereldkampioenschap voetbal én die scoorde op een WK.

Divock Origi
Divock Origi© Belga Image

AUSTIN: ‘De zonen gaan inderdaad nog hoger dan de vaders. Wij toonden hen de weg en bidden uit dankbaarheid dat God ons de gave gaf om vol te houden. Was het leven toen geweest zoals het tegenwoordig is, dan zouden we nu allemaal in Europa zijn geweest.’

In de media verschenen ondertussen de eerste berichten over de Amerikaanse Caitlyn Origi, future star of the US women’s national team. Caitlyn is de dochter van Jarred, de broer van Austin en Mike; en zij is de nicht van Arnold en Divock.

Het kan geen toeval zijn.

Voetbal in Kenia is freaky

De Keniaanse roots van Divock Origi: hier zijn de Origi's de 'first family of football'
© GF

Kenia is gek op voetbal. Vooral in de sloppenwijken leeft het enorm. Daar zijn ook de meeste voetbalclubs gelegen. Dol zijn ze er vooral op de Premier League. ‘Als je in de slums een jongen van tien aanspreekt’, zegt Dennis Obua, een vriend van de familie Origi, ‘dan zal hij je alles weten te vertellen over Arsenal maar niets over onze eigen nationale ploeg.’ Wie Kibera voorbijrijdt, de op één na grootste sloppenwijk van Afrika, valt het op dat er hier en daar tussen de krotten tv-antennes staan. ‘Het is ook business’, weet Dennis. ‘Wie er zich een tv en een abonnement op SuperSport kan permitteren, vraagt bijvoorbeeld volwassenen 50 shilling en kinderen 20 shilling om mee te kijken. De prijs varieert naargelang van het belang van de wedstrijd. Liverpool tegen Manchester brengt zeker veel op.’

Aan de basis is er in Kenia veel talent, maar er komt weinig van voort, stelt Austin Origi, de oom van Divock, vast. ‘Zelfs de allerbesten geraken niet in Europa, omdat onze nationale ploeg laag gerangschikt staat en er daardoor weinig belangstelling is voor ons voetbal en onze voetballers’, zegt hij. ‘In mijn tijd konden we ons toch drie keer op rij plaatsen voor de Afrika Cup.’ De voorbije 24 jaar kon Kenia dat nog slechts één keer. ‘We verloren de focus. De mensen die hier in het voetbal kwamen, zoals de managers, wisten niet wat ze moesten doen of kwamen met andere motieven dan ons voetbal te ontwikkelen. Zo brokkelde het fundament dat de Engelsen hier creëerden af, ook het schoolsysteem waarin sport heel belangrijk was trouwens. Omdat er nog weinig goeds van het voetbal komt, verminderde ook de interesse van de ouders. Mijn zoon Arnold wou per se voetballer worden en is daar ook in geslaagd, maar hij had geluk.’ Arnold speelde bij Mathare United, de club uit de gelijknamige sloppenwijk die Noorse steun geniet. ‘Dankzij een sponsor kon hij na enkele tests in 2007 in Noorwegen terecht. Maar wie kon er nog met succes de stap zetten naar Europa?’ Alleen Victor Wanyama, die in 2009 via het Zweedse Helsingborgs IF bij Germinal Beerschot terechtkwam en nu voor Southampton speelt. ‘Voetbal in Kenia is een beetje freaky. Veel jongens die voor voetbal kiezen, geraken nergens en beginnen foute dingen te doen. Nog een andere broer van mij wou absoluut niet dat zijn zoon voetbalde. Het is hier niet zoals in Europa dat je, als je ziet dat je kind over potentieel beschikt, alles op voetbal kunt zetten om dat volledig te ontwikkelen tot op het hoogste niveau zoals Divock. De meeste Keniaanse voetballers komen uit arme families, omdat voetballen er de enige optie is.’

Er is, besluit hij, in het Keniaanse voetbal een gebrek aan opleiding en aan management. ‘En er is steun van buitenlandse clubs nodig om hier zoals in Europa vanaf de basis academies op te starten die spelers opleiden en verhuren of verkopen aan andere clubs.’ Intussen begon hij samen met zijn zoon Arnold een eigen academie: Sports Talents Promotion. ‘Misschien is er in België wel een club of een sponsor geïnteresseerd om in ons project te investeren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content