De opgang van Dejan Veljkovic

© Belga Image

Als spits kwam hij te kort voor eerste klasse, maar als makelaar scheerde Dejan Veljkovic in België hoge toppen en werkte hij zich op tot een machtig man. Niet alleen bij KV Mechelen, maar ook bij Lokeren, Lierse en Anderlecht. Verhalen die toen de ronde deden, lijken nu een andere dimensie te krijgen.

Het is maandagmorgen 29 september 2014 als de telefoon rinkelt. De avond tevoren hebben AA Gent en Lokeren in de Oost-Vlaamse derby 1-1 gelijkgespeeld, waardoor Gent tweede blijft en Lokeren vierde staat. Het lijkt een typische derby-uitslag (niemand verloren, dus iedereen gelukkig), maar een doorgewinterde bestuurder van een van beide clubs heeft een slecht gevoel overgehouden aan de wedstrijd. Hij vraagt om het aantal spelers bij beide ploegen te tellen die in de portefeuille zitten van makelaar Dejan Veljkovic.

De wedstrijd die hij aanschouwd heeft, is volgens hem niet normaal verlopen, en hij vraagt zich af of dat te maken had met de impact van Veljkovic die zoveel spelers bij Gent en Lokeren heeft dat hij best in staat is om een resultaat te manipuleren, als dat al gebeurd is. De vraag is: wie heeft die makelaar toegelaten zoveel spelers aan te brengen, tot de betrokken clubs het gevoel hebben dat ze geen baas meer zijn in eigen huis? De clubs zelf, toch?

Het telefoontje roept een andere wedstrijd van een paar jaar eerder in herinnering, nog zo’n match waarna meer mensen meenden dat er iets niet klopte. Op 11 februari 2006 voltrok zich op het Lisp tijdens Lierse-Lokeren wel een heel vreemd spektakel. Het haast veroordeelde Lierse moest zes op zes halen tegen Lokeren en Charleroi om sportief nog een kans te maken op het behoud. Naast de licentieperikelen houdt dat de club van voorzitter Leo Theyskens bezig. Het Lokeren van Aimé Anthuenis is op papier een heel stuk sterker, maar kent die zaterdagavond een totale offday. Lierse lijkt wel een wereldploeg, en de Lokerse spelers begaan fouten waarmee ze stukken onder hun niveau blijven. Dat is voor iedereen zichtbaar.

Na een half uur staat het al 2-0, ingeleid door een penaltyfout van Ivan Vukomanovic (die bij de rust vervangen wordt, maar dan is de match al gespeeld) op Liersespits Dragan Mrdja. Een duel tussen twee spelers uit de portefeuille van Dejan Veljkovic, maar dat kan toeval zijn. Eén derde van de 22 spelers die aan de match begonnen, hebben de gentleman-makelaar als begeleider.

Nadat Veljkovic zich bij Lokeren heeft opgewerkt tot huismakelaar heeft hij ook een flink aantal spelers bij Lierse lopen. Het hadden er nog meer kunnen zijn, maar in januari heeft Veljkovic de Kroatische middenvelder Ognjen Vukojevic, die niet aardde in het team, na een half jaar getransfereerd naar Dinamo Zagreb. Wanneer Vukojevic anderhalf jaar later van Zagreb voor acht miljoen euro verkocht wordt aan Dinamo Kiev en A-internationaal wordt, valt iedereen op het Lisp om van verbazing. Alleen voor Veljkovic rinkelt de kassa: weer goed gezien.

Dat Leo Theyskens op de doorverkoop slechts 10 procent voor geel-zwart heeft bedongen (800.000 euro) doet de nieuwe eigenaar Maged Samy in woede ontsteken. Hij vindt dat slechte koopmansgeest en een professionele fout. Het incident zal de breuk tussen beiden inleiden, maar dat is weer een ander verhaal.

De kritieken na de match zijn vernietigend. ‘Een onnoemelijk zwak Lokeren waar alleen de doelman geen offday had’, schrijft dit blad dat bij de bezoekers gooit met vieren en vijfjes. De kranten zijn even streng.

Meteen na afloop juicht het Lisp, in de gang naar de kleedkamer omhelzen een zichtbaar opgeluchte Leo Theyskens en Veljkovic mekaar even. Een kort gebaar dat weinig mensen gezien hebben. ‘Anthuenis had bij de rust wel vier of vijf spelers kunnen vervangen’, blokletteren de kranten. Anthuenis, die een paar maanden tevoren ontslagen is als bondscoach en amper een paar maanden in dienst is bij Lokeren, is bleek en komt amper uit zijn woorden tijdens de persconferentie. Een paar dagen later meldt hij dat hij met onmiddellijke ingang stopt met het trainerschap, wegens hartproblemen.

Jaren later fluistert een bron die van dichtbij betrokken was bij de wedstrijd off the record dat Anthuenis inderdaad last had van stress, maar dat wat hij die avond had zien gebeuren zeker zou meegespeeld hebben bij zijn beslissing. Gevraagd of hij de indruk had dat die match gefikst was, denkt de trainer lang na en zwijgt. Soms zegt stilte meer dan woorden.

Aan het eind van het seizoen zorgt Lierse vooralsnog voor het behoud. Iedereen tevreden, dus.

Lokeren

Dejan Veljkovic, afkomstig uit het Servische Nis waar hij voor Radnicki Nis voetbalde, maakt bij Eendracht Aalst in 1992 als nieuwe spits deel uit van de kern waarmee Jean-Pierre Vande Velde na de degradatie moet proberen onmiddellijk terug naar eerste te stijgen. In de kern zit dat jaar ook Gilles De Bilde, overgekomen van HO Merchtem, en middenvelder Vincent Mannaert, die met Vande Velde meegekomen is van de beloften van Anderlecht.

Op de openingsspeeldag tegen RC Mechelen staat Veljkovic 90 minuten in de basis, en maakt hij samen met De Bilde en Theodoros Zakkas de voorhoede uit. Ook de volgende wedstrijden vat hij aan als titularis, maar steeds vaker wordt hij vervangen of valt hij in. Halfweg het seizoen geeft middenvelder Peter Van Wambeke aan: ‘Het probleem ligt voorin. Het was altijd zoeken. Het is niet om die jongens af te breken, maar met de 17-jarige Nigeriaan Benedikt en Veljkovic is het moeilijk. Sinds we in de aanval met Bocandé en Zakkas spelen, gaat het beter. Dat is het verschil met de eerste tien matchen.’

Maar wanneer Bocandé geblesseerd uitvalt, komt de Serviër opnieuw in de ploeg. In de topper Aalst-Seraing krijgt hij twee minuten voor affluiten een knappe pas van Roald Van Peteghem die hij, terwijl de keeper al op de grond ligt, één meter voor doel naast trapt. ‘Alle goeie wil ten spijt heeft hij onvoldoende inhoud om een efficiënte aanvaller te zijn’, luidt het oordeel van dit blad na die match.

Na het seizoen, waarin Jan Ceulemans in oktober de zaken overnam, verhuist Veljkovic naar Eendracht Hekelgem. Aalst is de eerste club waar Veljkovic in 1999 een speler plaatst als makelaar: doelman Vladan Kujovic, net als hij afkomstig uit Nis.

Hij zal nog regelmatig spelers bij de Ajuinen stallen, tot en met Damir Stojak. Die koopt zich op Veljkovic’ aangeven vrij bij Napoli en maakt mee hoe Aalst na een knappe competitiestart – waar ook velen zich vragen bij stellen (7 op 9) – halfweg het seizoen 2001/02 failliet gaat en de rit uitdoet met een veredeld team jonge spelers.

Geen nood, want amper vijftien kilometer verderop bevindt zich een nieuwe markt. Bij Sporting Lokeren heeft voorzitter Roger Lambrecht een paar jaar na de overname in 1995 gemerkt dat zijn club met de toeschouwersaantallen en de commerciële inkomsten nooit zou rondkomen. Omdat Lambrecht geen mecenas wilde zijn, moest hij op zoek naar andere inkomsten om het budget sluitend te maken.

De eerste jaren lukt dat wonderwel via de talentvolle Tsjechen die Lokeren haalt via tips van voormalig hulptrainer, de intussen naar Tsjechië teruggekeerde Josef Vacenovsky. Diens tips zijn raak. Pavel Nedved is er één van, maar na het tekenen van een voorcontract blijkt bij de echte onderhandelingen dat die toch iets te duur is voor de Wase tricolores. Jan Koller, bij zijn komst de minst in het oog springende van alle nieuwe Tsjechen, wordt in 1999 wel aan Anderlecht verkocht voor drie miljoen Belgische frank.

Maar al gauw stapt Lokeren af van zijn netwerk van ex-spelers. Willy Verhoost, die in 1998 is overgekomen van Moeskroen en sportief directeur wordt, heeft een nieuwe, interessante piste ontdekt. Via zijn eerste Afrikaanse aanwinst, Patrice Zéré komt de sportief directeur in contact met diens raadgever, de in Parijs residerende Alfred Raoul die Verhoost in West-Afrika introduceert. Het begin van een lucratieve samenwerking, waarbij de club bij een doorverkoop 75 procent van de transfersom opstrijkt, de club van oorsprong 15 procent en Raouls bedrijf 10 procent. Wanneer Raoul het gevoel heeft dat Verhoost achter zijn rug om in Afrika aan de slag gaat, keert hij Lokeren de rug toe.

In 2003 wordt Lassina Sirima Verhoosts nieuwe tipgever. Hij brengt Aristide Bancé en Ouwo Moussa Maâzou aan die een paar jaar later met flinke winst doorverkocht worden, de eerste in 2006 voor twee miljoen euro aan het Oekraïense Metaloerh Donetsk, de tweede in maart 2009 voor drie miljoen euro aan CSKA Moskou. Daarvan, zegt Lambrecht, vloeide slechts 60 procent naar de clubkas. De rest naar ‘ik weet niet wie allemaal’. Beide spelers zijn verkocht door Dejan Veljkovic, maar die beweert, daarnaar gevraagd, dat alles correct afgehandeld is: ‘Met de financiële afhandeling heb ik niets te maken. Daarvoor moet u bij de voorzitter en mijnheer Verhoost zijn. Ik weet alleen dat Lokeren betaald is zoals het moet.’

Dat vindt de man die de spelers heeft aangebracht, Lassina Sirima, niet. Hij heeft niet gekregen waar hij recht op had, en faxt een aantal documenten naar de redactie van dit blad. Veljkovic noemt hij niet, zijn woede richt zich op Verhoost, met wie hij de samenwerking opzegt.

Oost-Europa

Met het opdrogen van de Afrikaanse bron leunt Lokeren steeds meer op de altijd mooi in het pak zittende en immer vriendelijke Dejan Veljkovic, die met Bancé en Maâzou bewezen heeft dat hij spelers aan een flinke meerwaarde kan doorverkopen, en vooral dat hij goeie entrees heeft op de Oost-Europese markt. Wanneer hij in 2005 Slavoljub Muslin als trainer naar Lokeren brengt, is Roger Lambrecht helemaal overtuigd dat Veljkovic hem naar nieuwe goudaderen leidt, en dat de Afrikaanse piste afgesloten mag worden.

Andere makelaars die in België succesvol zijn, voelen al gauw dat Veljkovic’ contacten en netwerk in die regio veel uitgebreider zijn dan de hunne, en staan voor de keuze: andere markten opzoeken, of samenwerken met de makelaar. Ook andere clubs dan Aalst en Lokeren zien dat in, zodat Veljkovic stilaan een quasi-monopolie krijgt wat België betreft in voormalig Joegoslavië, zelfs bij AA Gent, dat tot dan in Oost-Europa altijd goed is gevaren met de contacten van Milan Broceta.

Niet alleen voor de clubs draagt Veljkovic goed zorg, ook zijn spelers dragen hem op handen. Hij zorgt goed voor hen. De manier waarop hij zich bekommert om doelman Zvonko Milojevic, die kort na zijn transfer van Lokeren naar Anderlecht door een zwaar verkeersongeval met voetbal moet kappen, is hartverwarmend.

Stap voor stap klimt hij omhoog in de hiërarchie van het Belgische makelaarswereldje. Dat hij in de zomer van 2011 de terugkeer van Milan Jovanovic naar België regelt, waar hij na Liverpool voor Anderlecht gaat voetballen, is een van zijn sterkste staaltjes. Jovanovic was jaren tevoren zonder manager bij Standard beland via dokter Nebojsa Popovic en had daar na een korte test een contract gekregen. In Luik leert Jova Cvijan Milosevic kennen, die zijn manager wordt, tot Jova zijn zinnen zet op het buitenland en vreest dat dat met Milo niet zou lukken. Via een andere gewezen voetballer, Zoran Stojadinovic, vooral gespecialiseerd in het naar Spanje (waar hij zelf had gespeeld) brengen van Servische voetballers, belandt hij in Liverpool. Alleen heeft daar intussen de man die hem graag wou, Rafael Benítez, plaats gemaakt voor de latere Engelse bondscoach Roy Hodgson met wie het niet klikt.

Wanneer Anderlecht een half jaar later hoort dat Jova een terugkeer naar België niet ongenegen zou zijn, schakelt Herman Van Holsbeeck Veljkovic in om te proberen de spits in Engeland los te weken. De toenmalige Anderlechtmanager ligt op dat moment bij de eigen aanhang flink onder vuur nadat hij in maart 2011 Mbark Boussoufa naar Anzji had laten vertrekken, hetgeen paars-wit de titel kost, en omdat de transfers in het tussenseizoen onvoldoende goed worden bevonden door de supporters. Lang ziet het er naar uit dat de zaak niet doorgaat.

Bij zijn vertrek in Brussel is Jova op de luchthaven pessimistisch, maar Veljkovic denkt dat hij de zaak toch nog geregeld krijgt. Dat lukt inderdaad. Jovanovic komt naar Brussel, redt Van Holsbeecks vel, en Anderlecht wordt met hem kampioen. Het maakt dat Veljkovic bij Van Holsbeeck niet meer stuk kan, meteen ook andere spelers mag brengen en wegdoen, altijd tegen voor alle betrokkenen interessante voorwaarden.

Vandaag lijkt de steile opgang van Veljkovic gestopt. Alleen wordt er vanuit het makelaarsmilieu op gewezen dat het té makkelijk is om nu de twee betrokken makelaars als zondebokken te slachtofferen en vervolgens weer over te gaan tot de orde van de dag.

Als Veljkovic al iets zou gefikst hebben in sommige wedstrijden, zal hij dat zeker niet op eigen initiatief gedaan hebben, maar omdat het hem gevraagd werd, of omdat belanghebbenden op zijn voorstellen zijn ingegaan.

Clubs die helemaal in de greep zitten van bepaalde makelaars weten doorgaans zelf best hoe dat komt. Dat komt er van als je zelf niet deftig investeert in een stevig uitgebouwde scoutingscel, of geen doorgewinterde voetbalkenners in het eigen organigram hebt zitten, waardoor je voor de in-en export van nieuw talent heel afhankelijk wordt van wat je favoriete makelaars in de aanbieding heeft.

Het geeft zo’n makelaar, die snel doorheeft wanneer een club geen eigen voetbalknowhow of buitenlands netwerk heeft, macht in het aan- en verkoopbeleid, terwijl andere spelers die in de club zitten of ernaartoe willen snel beseffen dat ze, om hun doel te bereiken, al dan niet onder dwang ook best met die huismakelaar werken.

Sport/Voetbalmagazine brengt deze week een uitgebreid dossier over het fraudeschandaal in het Belgische voetbal.

Lees ook:

De vuile was van het Belgische voetbal: blik achter de schermen van een gewetenloos systeem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content