De tandem van de Rouches

© belgaimage
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Hoe werkt Team MPH? Hoe verdeelt het trainersduo de rollen? Hoe neemt Michel Preud’homme Standard opnieuw in zijn greep? Waarom wil Preud’homme altijd samenwerken met Emilio Ferrera? De antwoorden kregen we na een lang gesprek met een van de twee T1’s.

En als alles nu eens begonnen is met een wedstrijd zonder veel inzet eind januari 2002? Het kleine RWDM van Emilio Ferrera versloeg die dag het Standard van Michel Preud’homme. We nemen er de commentaren van toen bij: ‘Emilio Ferrera koos voor een technisch verzorgder en frivoler voetbal (…) Standard verloor vooral het gevecht op het middenveld.’ Is het respect van Michel Preud’homme voor Emilio Ferrera die dag in Molenbeek ontstaan?

Preud’homme in Saudi-Arabië; samen met Emilio Ferrera. Preud’homme nu bij Standard; samen met Emilio Ferrera. Had Preud’homme getekend bij Bordeaux, hij had Emilio Ferrera meegenomen. Idem dito als hij coach was geworden van de Rode Duivels. Vanwaar die grote liefde?

‘We kwamen elkaar geregeld tegen toen hij trainer was van Standard’, herinnert Ferrera zich. ‘Ik coachte toen Beveren, nadien RWDM en Club Brugge. We namen elke gelegenheid te baat om met elkaar te praten. We waren allebei geïnteresseerd hoe de ander het aanpakte. Daarnaast was mijn broer Manu assistent-trainer van Michel bij Standard en Gent. Ik hoorde echo’s van Manu over het werk van Michel. Zijn aanpak beviel me en bovendien volgden de resultaten.’

Zo kwam de Brusselaar bijna van nature terecht in de staf van Preud’homme toen die naar Saudi-Arabië vertrok. Die exotische ervaring zorgde voor een hechte band. Tijdens hun eerste jaar in het Midden-Oosten verbleven ze er beiden zonder vrouw of kinderen. Ze ondervonden allebei dezelfde moeilijkheden om zich aan te passen aan het uiterst warme klimaat, aan de lokale gebruiken zoals de ramadan, die hen verplichtte om op middernacht te trainen, aan een compleet andere mentaliteit, aan een voetbal dat ze niet kenden. ‘We focusten ons op de trainingen, de wedstrijden en de reorganisatie van de club (Al Shabab), want er heerste een grote crisis toen we er toekwamen. We gingen elke avond samen op restaurant, maar verder was er niets waarmee we ons konden bezighouden. Michel is helemaal geen zwaarmoedig of moeilijk mens. Ik denk dat we hetzelfde zijn. Was dat niet zo, dan had hij ongetwijfeld niet meer met mij willen werken.’

Michel is niet gemaakt om zich alleen bezig te houden met wat er zich op het terrein afspeelt.

Emilio Ferrera

Wereldrecord

Waarom nam Preud’homme Ferrera dan niet mee toen hij in het midden van de competitie Saoedi-Arabië verliet om bij Club Brugge te tekenen? Ten eerste wilde Ferrera zelf niet als assistent terugkeren bij een club waar hij hoofdtrainer geweest was. Ten tweede was zijn familie ondertussen in Saoedi-Arabië komen wonen. Een van zijn kinderen ging er naar een Franse school, een andere naar een Engelstalige. Tenslotte was er ook de financiële factor. Als hij Al Shabab uit eigen beweging had verlaten, verloor hij al zijn financiële rechten. ‘De voorzitter had niet liever dan dat ik samen met Michel opstapte omdat hij me dan niets moest betalen, maar dat kon ik onmogelijk aanvaarden. Ik heb de sportieve leiding dan maar overgenomen, hoewel ik daar eigenlijk weinig zin in had. Ik moest wachten tot het bestuur zelf een einde maakte aan de samenwerking. Gelukkig duurde dat maar twee, drie maanden.’

Terwijl Preud’homme in Brugge aan de slag was en vervolgens een sabbatjaar inlaste, werkte Ferrera achtereenvolgens bij KRC Genk, Dender, Oud-Heverlee Leuven en als hoofd van de beloften bij Anderlecht. Preud’homme pakte een landstitel, een Belgische beker en een supercup, Ferrera een landstitel met de beloften van Anderlecht. Maar niet alleen dat. Terwijl die beloften voor de titel speelden, stond Ferrera het ook toe dat zeven van zijn spelers in de loop van het vorige seizoen overstapten naar de profkern. ‘Vier daarvan speelden met de A-ploeg wedstrijden als titularis: Alexis Saelemaekers, Nelson Azevedo, Francis Amuzu en Albert Sambi Lokonga. De drie anderen – Edo Kayembe, Abdoul Danté en Mohammed Dauda – vielen in.’ Een wereldrecord, een prestatie die waarschijnlijk door geen enkele club ter wereld ooit al behaald werd.

Water en vuur

Vandaag is het duo van Riyad verenigd in Luik. Emilio Ferrera is er T1 en Michel Preud’homme – even ademhalen – T1, sportief directeur, lid van de raad van bestuur en vicevoorzitter. Is dat niet wat veel voor één persoon? ‘In wezen verschilt het niet zoveel van wat hij elders deed. Bij Al Shabab nam hij beslissingen op verschillende niveaus. Hij was niet louter trainer, maar hield zich ook bezig met de algemene organisatie van de club, rekrutering en strategische beslissingen. Soms nam hij zelfs deel aan contractbesprekingen. Michel is niet gemaakt om zich alleen bezig te houden met wat er zich op het terrein afspeelt. Ondertussen heb ik begrepen dat hij ook bij Club Brugge veel verantwoordelijkheden op zich nam. Het enige verschil is dat hij nu officieel verschillende functies bekleedt. De voorzitter van Standard bezit de intellectuele eerlijkheid om alles te officialiseren.’

Een duo als T1, dat is bijna uniek in de geschiedenis van het Belgische voetbal. Hoe gaat dat in zijn werk? Beide trainers bepalen de inhoud van de trainingen. Ferrera geeft ze meestal samen met conditietrainer Renaat Philippaerts. Preud’homme staat niet elke dag op het terrein, maar hij houdt wel telkens de tactische bespreking voor de wedstrijd. In theorie zal hij tijdens de wedstrijden van de bank springen om richtlijnen mee te geven. ‘Springen’ is daarbij de term die het best past bij zijn explosief karakter in het heetst van de strijd. Ferrera is veel rustiger. Water en vuur verenigd op de bank. ‘Ik moet het rationele toevoegen aan zijn emotionele facet.’

Preud’homme zal ook de wedstrijden herbekijken en analyseren voor de debriefing achteraf en hij zal de media te woord staan na de wedstrijden. ‘De pers is nooit mijn grote specialiteit. In de loop der jaren heb ik me gerealiseerd dat je het vlak na de wedstrijd niet altijd juist ziet omdat je te weinig afstand hebt kunnen nemen. Je zit nog vol adrenaline.’

Voorbereiden en anticiperen

Van Ferrera wordt wel eens gezegd dat hij tactisch heel sterk is, maar dat een goede relatie onderhouden met de spelersgroep niet zijn grootste kwaliteit is. Ferrera ontkent het niet. ‘Mijn manier van werken heeft iets passioneels. Enkele maanden geleden zei iemand me: ‘Populair zijn is niet noodzakelijk om goed te functioneren. Je kan evengoed gehaat worden.’ Dat vat het goed samen, vind ik. Het is niet de taak van de trainer om voor ambiance te zorgen, dat is aan de spelers. De taak van de trainer is in de eerste plaats om elke dag beslissingen te nemen, of dat nu leuke zijn of niet.’

Op Ferrera kleeft dus het etiket van tacticus. ‘Spelers die onder mij werken, klagen soms: ‘Nog eens tactiek, nog eens dit of dat.’ Maar wanneer ik ze enkele jaren later terugzie, of interviews met die jongens lees, beseften ze welke weg we samen hadden afgelegd. Dat stelt me gerust. Er moet soms wat tijd overgaan, afstand zijn, om het nut te beseffen van mensen die je doen werken.’

Een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen samenwerken, is een zelfde voetbalvisie hebben. Het spel van Standard onder Preud’homme in het titeljaar 2008 valt samen te vatten in één term: verticaliteit. De bal zo snel mogelijk van punt A naar punt B brengen waarbij punt B zich zo dicht mogelijk bij het doel van de tegenstander bevond. ‘De manier waarop je wedstrijden interpreteert, is belangrijker’, legt de co-T1 uit. ‘Je hebt twee categorieën van trainers. Enerzijds de trainers die een grote vrijheid laten aan hun spelers, die de groep eerder soepel, soft, aanpakken. Anderzijds de trainers die zoveel mogelijk proberen te plannen, zaken proberen te voorzien, anticiperen. Michel en ik behoren duidelijk tot de tweede categorie. Hij weet dat ik dezelfde prioriteiten heb als hij. Daarom heeft hij me ook gevraagd. Ik ben al meer dan twintig jaar trainer en heb goede resultaten geboekt. Ik heb ook mindere resultaten behaald, maar je kon nooit zeggen dat mijn ploegen niet goed voorbereid of niet goed georganiseerd waren. Net als ik doet Michel er alles aan om zijn ploeg herkenbaar te laten voetballen. Hij is bang voor het onbekende. Hij wil niet aan een wedstrijd beginnen zonder alle details van de tegenstander te kennen. Dat is nog belangrijker dan verticaliteit.’

Meer dan het frivole en onberekenbare Standard van Ricardo Sá Pinto willen Ferrera en Preud’homme de mentaliteit behouden. ‘Deze ploeg bezat een groot overlevingsinstinct, dat sprong echt in het oog. Het volstaat daarvoor om te kijken naar de reactie van de spelers tijdens sleutelmomenten vorig seizoen. De grinta die ze toonden om een achterstand op te halen, sprak boekdelen. Dat is een belangrijke verklaring voor de goede resultaten in de competitie en de beker.’

v.l.n.r.: PATRICK ASSELMAN, JAN VAN STEENBERGHE, RENAAT PHILIPPAERTS, ÉRIC DEFLANDRE, Preud'homme Michel, EMILIO FERRERA, RUDY HEYLEN
v.l.n.r.: PATRICK ASSELMAN, JAN VAN STEENBERGHE, RENAAT PHILIPPAERTS, ÉRIC DEFLANDRE, Preud’homme Michel, EMILIO FERRERA, RUDY HEYLEN© belgaimage

Team MPH

EMILIO FERRERA. Officieel hoofdtrainer, op dezelfde voet als Michel Preud’homme, die heel duidelijk was tijdens de officiële voorstelling: ‘Emilio is T1. ‘

ÉRIC DEFLANDRE. Opgevist van het team van Ricardo Sá Pinto. Hij is assistent-trainer. ‘Een geweldige kerel’, zegt Ferrera. ‘Ik kende uiteraard de speler, maar nog niet de mens. Hij kent de club en het voetbal dat Standard vorig seizoen speelde. Hij verstaat de kunst om afstand te nemen en ons goede feedback te geven.’

JAN VAN STEENBERGHE. Doelmannentrainer onder Preud’homme bij AA Gent en Club Brugge. Standard contacteerde andere kandidaten, onder wie Vedran Runje. ‘Dat was geen kwestie van wantrouwen ten opzichte van Van Steenberghe, maar de voormalige doelman van onder meer La Louvière en Anderlecht lag nog onder contract bij Roeselare.’

RENAAT PHILIPPAERTS. Conditietrainer die al tot de staf van Preud’homme behoorde bij AA Gent, Al Shabab en Club Brugge. ‘Een topper die prof was aan de universiteit’, weet Ferrera. Philippaerts wordt bijgestaan door Kevin Miny en Dorian Deflandre, die deel uitmaakten van het team van Sá Pinto.

PATRICK ASSELMAN. Oud-speler die terugkeert bij Standard als videoanalist. Hij komt op voorspraak van Ferrera, die al met hem samenwerkte bij Oud-Heverlee Leuven en de beloften van Anderlecht. ‘Hij doet meer dan beelden samenstellen, hij analyseert ze ook grondig. Asselman kan ons perfect zeggen hoe bepaalde ploegen spelen, waar ze voor gevaar kunnen zorgen, waar we ze pijn kunnen doen.’

RUDY HEYLEN. Psycholoog die ook in Brugge al voor Preud’homme werkte. Vorig seizoen beschikte Standard niet over een psycholoog. ‘Aanvankelijk geloofde ik ook niet sterk in het nut daarvan, maar toen ik zag wat Rudy Heylen hier deed, was ik snel van mening veranderd. Hij geeft ons veel informatie over de spelers en legt uit hoe we best tussenbeide komen in specifieke situaties. Sommigen moet je hard aanpakken, anderen meer diplomatisch.’

BENJAMIN NICAISE. Teammanager, geassisteerd door Piero Rossi. ‘Zijn taak is om ervoor te zorgen dat alles dagdagelijks gesmeerd verloopt in alle geledingen: de sportieve cel, de medische cel, enzovoort.’

‘Het voorstel van Cercle sprak me aan’

Michel Preud’homme en zijn project kwamen op het juiste moment’, zegt Emilio Ferrera. ‘Toen het vaststond dat Roger Vanden Stock en Herman Van Holsbeeck Anderlecht zouden verlaten, wist ik dat er voor mij geen toekomst meer was. Ik kwam er dankzij hen, ik zou er vertrekken met hen.’

Opnieuw hoofdtrainer worden, zag Ferrera niet meteen zitten. ‘Ik heb meerdere slechtere ervaringen achter de rug. Ik heb de indruk dat ik vaak op het verkeerde moment bij een club terechtkwam. Nooit kreeg ik een stabiel project op lange termijn bij een stabiele club. Bij Beveren behaalde ik uitstekende resultaten, maar ik moest er opkrassen toen Jean-Marc Guillou de club overnam en zijn mannetjes posteerde. RWDM heb ik gered van de degradatie, maar de club ging failliet. Bij Lierse legde ik een fantastisch parcours af, maar Van Holsbeeck vertrok en ik moest ook gaan. Bij Club Brugge kwam ik toe op een moment dat ze niet op en Europese plaats stonden. We pakten 13 op 15 en misten slechts nipt de Champions League, maar dan ontstond er een bestuurscrisis met onder meer het ontslag van Marc Degryse. Een gelijkaardige situatie maakte ik mee bij KRC Genk. Met Oud-Heverlee Leuven zakte ik onverdiend. Ik leverde er in de tweede divisie nog goed werk met weinig middelen, maar werd toch de wacht aangezegd. Je moet het allemaal maar incasseren.’

Eind vorig seizoen kreeg hij van Cercle Brugge een aanbieding als hoofdcoach. ‘Ik had Michel mijn woord gegeven, ook al moet ik toegeven dat het voorstel me aansprak. Het was een heel mooi project. Ik kon er me helemaal in vinden, temeer omdat ik er jongeren mocht helpen ontwikkelen. Dat vond ik al geweldig aan mijn job bij Anderlecht.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content