De terugkeer van Clement naar Club: niet alleen een kwestie van het hart

© BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Na twee jaar keert Philippe Clement terug naar de oude stal. Een beslissing van het hart, maar ook van de ratio. Hoe sterk de werking van KRC Genk in de diepte ook is, Club Brugge heeft nog iets meer nationale uitstraling en commerciële macht.

Soms voel je al maanden op voorhand dat iets in een bepaalde richting beweegt. Neem nu het dossier van Ivan Leko bij Club Brugge. Al op de nieuwjaarsreceptie van Club, op dinsdag 15 januari, hoorde je de naam van Philippe Clement vallen als mogelijke opvolger.

Rond de Kroatische trainer leek men binnen Club koud en warm te blazen. ‘Als Ivan aangeeft dat hij wil blijven, zullen we snel een akkoord bereiken’, zei voorzitter Bart Verhaeghe laat op de avond. Een andere goed geïnformeerde Clubtopper suggereerde later dat het water best wel wat dieper was tussen de twee partijen. ‘Nooit té veel belang hechten aan wat laat op de avond op recepties wordt gezegd’, gaf hij glimlachend mee.

Enerzijds steunde Club Leko in al wat hij wilde – een nieuwe fysiektrainer, een nieuwe keeperstrainer, een nieuwe videoanalist, een nieuwe winterstageplaats (logistiek een nachtmerrie), … Leko kreeg alles wat hij vroeg. Ook inspraak in de transfers, al voelde de Kroaat daar zelf minder openheid dan in zijn begindagen.

Twee keer op twee jaar tijd je contract voortijdig verbreken, dat vonden sommigen wel gedurfd.

Je voelde toen aan alles dat de wegen eerder uiteen leken te waaieren, dan te leiden naar meer synergie. En dus polst een mens eens naar eventuele opvolging. Welk profiel had men voor ogen? En dan viel op de nieuwjaarsreceptie direct de naam van Clement, wiens Genk tijdens de zomermercato uit elkaar kon vallen, signaleerden ingewijden. ‘Philippe? Direct, dat zou een goeie zaak zijn’, klonk het duidelijk bij één topmedewerker van blauw-zwart. Toen we de directie polsten, werd dat snel afgeblokt. ‘Allemaal veel te vroeg.’

Mentaliteit

Act twee: begin maart. Op 6 maart gooit Gert Verheyen de handdoek bij KV Oostende. Na vier gelijke spelen op rij is de kustploeg verzekerd van het behoud en mentaal is Verheyen op. Toevallig loopt hij vrijwel onmiddellijk op tegen Vincent Mannaert. De twee plegen informeel overleg. Verheyen wil nog doorgaan in het voetbal, maar liefst in andere omstandigheden, dat is hem nu wel duidelijk. Werken aan de top, met topmensen. Een terugkeer als analist is niet aan de orde, maar klaar voor het hoofdtrainerschap lijkt hij evenmin. In het hoofd van Mannaert rijpt een plan.

Philippe Clement is een tactisch sterke en humaan enorm empathische hoofdcoach, die qua teambuilding zijn gelijke niet kent.
Philippe Clement is een tactisch sterke en humaan enorm empathische hoofdcoach, die qua teambuilding zijn gelijke niet kent.© BELGAIMAGE

Verheyen was, voor hij bij KVO aan de slag ging, al beloftencoach (bij Club) én bondscoach van de U19. Hugo Broos had hem gewaarschuwd dat zoiets heel anders was dan een job als hoofdcoach. De beloften van Club keken op naar hun ex-idool. En werken voor de nationale ploeg, dat is intens voor een korte periode, gevolgd door een lange tijd van mentale rust en wat scouting tussendoor. Ook daar kijken spelers op naar een bekende naam, en als iemand zich niet gedraagt naar je wensen of wat lastig te coachen is, roep je hem de volgende keer niet meer op. In een club kan dat niet, waarschuwde Broos. Verlies je, of heb je een incident of een meningsverschil met een speler, dan staat die ’s anderendaags gewoon weer voor je neus.

Verheyen dacht dat hij een en ander wel zou kunnen managen, maar niet dus, al na vier weken clashte het hard met Aleksandar Bjelica. Later volgden anderen. In maart was het mentale vat leeg. Maar, zo constateerde Broos, in de gewezen atypische flankspeler van Club schuilt wel een topcoach. Later. Dat gaf hij desgevraagd ook mee aan de Brugse beleidsmakers.

Een rol terug in de schaduw, zou Gert dat zinnen, opperde Mannaert? Verheyen zei niet direct neen.

Restte het overtuigen van Clement, al snel geïdentificeerd als voornaamste kandidaat om T1 te worden. Iemand met wie Verheyen de samenwerking wel zag zitten. Clement is een kind van het huis, na jaren dienst als speler, beloftencoach en hulptrainer. Twee jaar geleden voelde hij zich al klaar om Michel Preud’homme op te volgen, maar Club oordeelde daar toen anders over. Hij kreeg het niet met zoveel woorden te horen, in een eerste reactie zei Club dat het na Preud’homme voor iemand met ervaring ging, maar toen Ivan Leko werd aangesteld, was het toch slikken voor de Antwerpenaar.

Die verbeet zijn ontgoocheling in stilte, rechtte de rug en ging aan de slag, bij een moeilijke club voor trainers: Waasland-Beveren. Een ploeg zonder veel middelen, zonder veel organisatie wat betreft rekrutering en omkadering, maar wel eentje waar iemand mét ambitie ruimte kreeg om zijn verhaal te schrijven. Als hij bereid was om keihard te werken. En dat was Clement, die eind augustus uren en uren spendeerde op zoek naar versterking.

Zes maanden later had hij zijn visitekaartje afgegeven. Mét Ivan Leko, die in Brugge met een Europese uitschakeling een valse start kende, maar vervolgens in de competitie alles weg speelde en rond Nieuwjaar al zeker leek van de titel, was het Waasland-Beveren van Clement dé verrassing van het najaar. Ondanks het wegroven van een sleutelpion tijdens de transferperiode in augustus. Zinho Gano had op enkele weken zoveel indruk gemaakt dat Marc Coucke in Oostende diep in de buidel tastte. Daar waar andere trainers soms maanden pleiten voor tijd en geduld stond op de Freethiel vrijwel direct een goed gebriefd elftal, dat zowel tegen Club tijdens de voorbereiding als op Genk voor de competitie, de tegenstand verraste. De twee clubs bleven nieuwsgierig de neofiet op de bank volgen.

Vincent Mannaert had al vrij snel informele gesprekken met Gert Verheyen toen die de handdoek gegooid had bij KV Oostende.
Vincent Mannaert had al vrij snel informele gesprekken met Gert Verheyen toen die de handdoek gegooid had bij KV Oostende.© BELGAIMAGE

Het was Genk dat Clement als eerste wegplukte in Beveren. Dat kon omdat Clement er een contract van onbepaalde duur had getekend. Dat kon snel opgezegd worden door de club, mocht het niet lukken. Maar dat zwaard sneed ook aan de andere kant: ook de trainer kon er rap onderuit. Clement aarzelde niet om dat te doen, omdat hij voorvoelde wat stond te gebeuren: het uiteenvallen van de Wase ploeg. Te veel spelers lieten hem intern weten dat ze aan een nieuwe uitdaging toe waren. En in het Waasland waren ze niet in staat om dat op te vangen.

In Genk tekende Clement opnieuw zo’n contract van onbepaalde duur, en schreef hij verder aan zijn verhaal. Structureel sterker dan Waasland-Beveren wist KRC tijdens de zomer zijn sterkhouders wél te houden, mede door de impact van de tactisch sterke en humaan enorm empathische hoofdcoach, die qua teambuilding zijn gelijke niet kent, en zich een veel sterkere persoonlijkheid toonde dan iedereen (van buitenaf) vermoedde. Weg was het beeld van de brave buikspreekpop die het woord van de hoofdcoach verkondigde, en als assistent op training niet veel meer leek te kunnen dan een arm rond de schouders van een teleurgestelde speler te leggen om hem wat moed in te babbelen. Clement omringde zich goed, en had, met de tijd, ook meer oog voor de doorstroming. Dat was in Genk de voorbije jaren wel een heikel punt, ook in zijn beginfase: weinig aandacht voor de eigen jeugd. Dit seizoen werd dat bijgesteld. Allemaal redenen te meer om hem te identificeren als voornaamste target om straks als T1 van Club te starten.

Clement toonde zich een veel sterkere persoonlijkheid dan iedereen vermoedde.

Contractbreuk

Act drie vond plaats vorige week. Na gesprekken met Club Brugge en KRC Genk hakt Clement de knoop door. Vrijdag om 15 uur mag de website van Club zijn komst officialiseren. Was die keuze moeilijk? Ongetwijfeld. Niet alleen het hart sprak, ook de ratio. Hij is niet de eerste trainer die Genk kampioen maakt en vervolgens vertrekt, opvallend. KRC staat sterker dan Waasland-Beveren, maar Club is als nationaal merk nog krachtiger. Dat op de samenwerking met Dimitri de Condé wat ruis zou zitten, wordt door sommigen in voetballand gesuggereerd, maar door anderen dan weer tegengesproken. Met Bart Verhaeghe en Vincent Mannaert heeft Clement wel een langer verleden, net als met het Brugse huis. Het Club dat hij in 2017 als assistent van Michel Preud’homme verliet, is qua spelerskern inmiddels wel fel veranderd. Met Ethan Horvath, Brandon Mechele, Stefano Denwsil (als die blijft), Thibault Vlietinck, Dion Cools, Ruud Vormer, Hans Vanaken (als die blijft), Jelle Vossen en Wesley (als die blijft) zijn er op 19 juni niet zo gek veel spelers meer die ‘ welcome back, coach‘ kunnen zeggen.

Gert Verheyen zette begin vorige week het licht al op groen om assistent bij Club Brugge te worden.
Gert Verheyen zette begin vorige week het licht al op groen om assistent bij Club Brugge te worden.© BELGAIMAGE

De critici van Clement in het Brugse kamp (zo zijn er ook) bedachten de voorbije week dat het wel gedurfd is om al zo snel naar het Brugse huis terug te keren, en voor de tweede keer op twee jaar tijd je contract voortijdig te verbreken bij je werkgever. Zo maak je toch wel wat vijanden in een klein wereldje, vond eentje.

Toen een en ander in de plooi viel, had Verheyen wel al groen licht gegeven. Rond het maar af met mijn manager, zei de ex-coach van KV Oostende begin vorige week. Als Club straks in Westkapelle hervat, krijgen we er ook nog Carl Hoefkens bij, als verbindingsofficier met de jeugd. En Timmy Simons. Naast vakmensen kiest Club zoals KRC Genk, Standard en nu ook Anderlecht voor ex-voetballers als sportieve bazen. In 2005 liep dat met de combinatie van Jan Ceulemans, FrankyVan der Elst en René Verheyen nog fout. Daar hoeft nu niet voor worden gevreesd, deze generatie lijkt beter gewapend.

Peter Croonen: 'Een club mag niet staan of vallen met één persoon, al was de trainer in het voorbije verhaal belangrijk.'
Peter Croonen: ‘Een club mag niet staan of vallen met één persoon, al was de trainer in het voorbije verhaal belangrijk.’© BELGAIMAGE

Intussen bij KRC Genk

Tot vrijdagmiddag hoopte KRC Genk tegen beter weten in dat Philippe Clement toch nog voor hen zou kiezen. Gegijzeld voelde het zich al die dagen niet. Als het al een gijzeling betrof, dan toch een vrijwillig aangegane gijzeling, klonk het overtuigd. Clement was dat waard, omdat hij een topmens en een toptrainer is. Waarom zou je de nummer één op je lijstje opgeven zolang er een (water)kans is dat hij nog voor jou kiest?

Ook na Clements beslissing vond Genk niet dat het tijd had verloren. De afgelopen weken was het belangrijkste de rust bewaren om de titel (en het prijskaartje dat aan de rechtstreekse CL-kwalificatie vasthing) binnen te halen. Net daarom hadden ze er geen boodschap aan om nog uit te vissen of de trainer al veel vroeger dan vrijdag zijn woord aan Club had gegeven, een gerucht dat al weken hardnekkig circuleert. Stel dat Clement in de laatste weken van de competitie had toegegeven dat het waar was dat hij naar Club zou gaan, dan was Genk daardoor misschien de titel misgelopen. Het belangrijkste toen was dat de rust in de club werd bewaard, om zo kampioen te kunnen worden.

Naïef wachten dat alles wel goed zou komen heeft Genk de afgelopen weken niet gedaan. Het had Clement eerder gevraagd om voor eind april duidelijkheid te geven over zijn intenties naar volgend seizoen. Toen dat niet gebeurde, bracht Genk hem op de hoogte dat het in afwachting van zijn beslissing aan de slag ging met zijn sportief plan-B en dat het op zoek ging naar andere profielen. Die nieuwe trainer moet ervaring hebben met de Belgische competitie, zich vinden in het Genkse DNA, goed kunnen coachen, een goede motivator zijn én op het veld vooruit (aanvallend) willen denken. Genk gaat zijn strategie niet aanpassen aan een trainer, klinkt het vastberaden.

Dat na het vertrek van Clement een spelersuittocht volgt, nu er naast de eerder geciteerde drie die mogen vertrekken bij een goed bod ( Sander Berge, Leandro Trossard, Ally Samatta) anderen weg willen, gaat niet gebeuren, verzekert Genk. Roeslan Malinovski (op de verlanglijst van Napoli) die voor 10 miljoen vertrekt? No way! Wel beseffen ze in Genk dat er met die elders gegeerde spelers zal moeten gepraat worden om hen te overtuigen van de meerwaarde van een langer verblijf, ook voor henzelf. De club heeft voor elke speler een plan, en om spelers te overtuigen rekent men op de overredingskracht van technisch directeur Dimitri de Condé én de geloofwaardigheid die hij bij de spelers geniet. Door de structuur die het de afgelopen jaren uitbouwde, hangt Genk voor zijn sportief project niet af van een trainer, maar het blijft een feit dat drie van de vier trainers die kampioen werden na de titel kozen voor een andere uitdaging, terwijl Genk na elke titel een sportieve terugval kende. Als dat geen uitdaging is.

‘Dit is de kans voor Genk om als club te tonen wat we waard zijn’, zegt voorzitter Peter Croonen. ‘Een club mag niet staan of vallen met één persoon, al was de trainer in het voorbije verhaal belangrijk.’ Pas als Genk daarin slaagt, heeft het bewezen dat het een topclub is, en geen provincieclub die af en toe een prijs pakt. ‘Wij gaan niet op tafel staan springen en roepen dat we een topclub zijn. Wij zijn KRC Genk, we zijn wie we zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content