Dino Arslanagic (Antwerp): ‘Graag nog wat meer het mes tussen de tanden’

© inge kinnet
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Een sleutelfiguur achterin bij Antwerp is Dino Arslanagic, die probeert te duiden waarom de Great Old dezer dagen zo sterk is thuis. En die de ambities van de club aflijnt.

Werden met de komst van onder meer ex-Rode Duivels Kevin Mirralas en Steven Defour, en het huren van Wesley Hoedt, ex-Lazio en onder contract bij Southampton, als opvolger voor Jelle Van Damme de ambities van Antwerp naar boven bijgesteld? Neen, bedenkt Dino Arslanagic, de partner van Hoedt centraal achterin bij Antwerp, in een interview met Sport/Voetbalmagazine.

Dino Arslanagic: “De ambitie die ik daarmee proefde, was in mijn ogen de herhaling van de ambitie die hier al drie jaar leeft: van Antwerp opnieuw een grote ploeg maken. Dat zie je aan de uitbouw van het stadion, van de ploeg, aan de nieuwe spelers die er telkens bij komen, jongens met naam en een grote carrière. Vorig jaar had je dat ook al met de komst van Dieumerci Mbokani en Lior Refaelov.’

Op papier is er meer ervaring, bevestigt hij, én ook meer kwaliteit. Maar waarom duurde het even voor de resultaten volgden?

Arslanagic : ‘Als ik hier het juiste antwoord op formuleer, ben ik klaar om coach te worden. (denkt na) Soms is mijn gevoel dat we wat gemener mogen worden. Zoals we tegen Club Brugge deden. Toen speelden we meer met het mes tussen de tanden dan in andere wedstrijden.’

‘Onze kwaliteiten bleven altijd techniek én fysiek, maar soms misten we dat mes. Soms hadden we ook geen geluk. Weet je wanneer ik tegen Brugge zeker was dat we zouden winnen? Toen een schot van een Bruggeling afweek op een tackle van Wesley en de bal zeer traag over Sinan, maar ook over doel ging. De weken voordien was dat gegarandeerd een tegengoal.’

‘Dat soort kleine dingen voel je op het veld. Waarbij ik er direct aan toevoeg: geluk bepaalt niet of je wint dan wel verliest. Daar speelt ook klasse, het collectief, mee. Dat mes!’

De nul houden

Opvallend: vorig seizoen presteerde Antwerp beter uit dan thuis, dit seizoen is het omgekeerd. Hoe verklaart hij dat? Arslanagic: ‘Dit is leuker voor de supporters, denk ik. Maar hoe je dat uitlegt? Het zijn statistieken die je zou kunnen analyseren, maar dan zet ik mezelf op de stoel van de coach en dat wil ik niet. Ik ben verdediger, geen coach.’

‘Ik zie alleen dat we de voorbije weken altijd de score openden, maar dat onze kracht van vorig seizoen, de nul houden, weg is. Daar hebben we het dit seizoen veel lastiger mee. Vorig jaar scoorden we, zagen we af, maar hielden we stand, of verdubbelden we de score. Nu scoren we ook, maar loopt er daarna wat fout. Waar of waarom weet ik zélf ook niet zo goed.’

Is het niet zo dat ze nog naar een nieuwe identiteit zoeken: het koppelen van de vechtersmentaliteit aan iets meer frivoliteit? Arslanagic: ‘Daar een mix van maken? Zou kunnen kloppen, ja. Als we die twee factoren kunnen koppelen en nog wat versterken, zullen we dit seizoen nog tot heel veel in staat zijn.”

Lees het volledige interview met Dino Arslanagic in onze Plus-zone of in Sport/Voetbalmagazine van 27 november.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content