Dubbelgesprek Van Damme-Hairemans (Antwerp): ‘Wij zijn een bende klootzakken’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Geoffry Hairemans en Jelle Van Damme over de terugkeer van Antwerp naar de Belgische top. ‘Materiaal voor de top zes. En daarmee zijn we zeker niet arrogant.’

De teerlingen zijn geworpen, de kernen samengesteld. 1 september is voorbij, het doek is gevallen over de transferperiode. Van de interlandbreak konden de zestien eersteklassers gebruikmaken om wat tactische verschuivingen door te voeren, en fysiek nog een laatste keer bij te spijkeren. Sinds vorig weekend dendert de trein weer verder, met wedstrijden die mekaar aan een hoog tempo opvolgen. Competitie, beker en voor sommigen Europees voetbal.

Van dat laatste dromen ze bij Antwerp, dat na een jaar vol verbouwingen rust heeft gevonden. De Bosuil is geen werf meer, en sportief klikt het allemaal in mekaar. Na zes speeldagen een plaats in de top zes en voorlopig nog zonder verlies. Een kern met meer kwaliteiten ook, en gestegen ambities bij iedereen: bestuur, spelers en fans. Dat beseffen ook Jelle Van Damme en Geoffry Hairemans, twee belangrijke pionnen in het elftal. Zij snappen dat de lat hoger is komen te liggen. ‘Tot dusver is de start oké met de plek waar we nu staan, ‘ zegt Jelle Van Damme, ‘wetende dat we al tegen Anderlecht en Club Brugge hebben gespeeld. We kunnen tevreden zijn, al wil dat niet zeggen dat we niet meer willen dan dit.’ Hij laat een stilte vallen. ‘Eigenlijk moeten wij vanaf nu elke week bevestigen wat we tot op heden hebben laten zien. Vorig seizoen waren er minder verwachtingen dan nu. De uitdaging is om week na week te bevestigen dat onze prestaties geen toeval zijn.’

Dubbelgesprek Van Damme-Hairemans (Antwerp): 'Wij zijn een bende klootzakken'
© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Dat is het toch niet?

Jelle Van Damme: ‘Neen. We werken hard, negentig minuten lang. Ook dankzij de trainer; hij verwacht die arbeid van ons, net als alle mensen hier op de club. En dat zit er ook bij iedereen in onze spelersgroep in.’

Ik denk dat haast alle zestien eersteklassers wel vinden dat ze hard werken.

Van Damme: ‘Klopt. Misschien is het wat kort door de bocht te stellen dat werken wordt beloond. Met werkkracht alleen kom je er niet. Nu komt het er op neer om…’

Geoffry Hairemans: ‘…een goeie mix te vinden.’

Van Damme: ‘Tussen voetbal en kracht, ons talent en fysiek spel. We willen er zoals altijd negentig minuten lang voor blijven gaan en onze kop ervoor leggen, maar nu ook dominanter spelen.’

Op dat vlak bleven wij vorig seizoen op onze honger zitten.

Van Damme: ‘Wij ook. Dat was een grote frustratie en dat willen we dit jaar absoluut veranderen.’

Hairemans: ‘De nieuwe jongens zijn allemaal voetballende types, zodat we thuis iets aanvallender moeten kunnen spelen. Lukt dat, dan denk ik dat we een mooi seizoen tegemoet kunnen gaan.’

Evolutie

Vergelijk eens met vorig seizoen.

Hairemans: ‘Er is op één jaar tijd ongelooflijk veel veranderd. Op alle vlakken. Van de ploeg die promoveerde, schieten er nog drie man over: Faris Haroun, William Owusu en ik. Infrastructureel…’

VanDamme: ‘…Een wereld van verschil. De eerste maanden hier heb ik het daar moeilijk mee gehad. Ik kwam van volledig the opposite qua kleedkamer, velden, faciliteiten en kleding. Ik was verwend.’

Ik herinner me dat er vorig seizoen zelfs onvoldoende truitjes en materiaal waren.

Hairemans: ‘Dat gebeurde op Antwerp wel vaker, de jaren voordien was dat altijd rampzalig. Op Antwerp komt alles altijd in orde, maar je wist vroeger nooit wanneer. Ook dat is volledig veranderd. De kleding is in orde, de accommodatie is nu top.’

Van Damme: ‘Vorig jaar was een ramp. Op Wommelgem konden, met alle respect, de koeien en schapen terecht. Maar nu hebben niet veel clubs in België wat wij hebben, dat moeten we beseffen. Daarmee kunnen wij ons meten met de top zes.’

Hairemans: ‘En als we naar hier kwamen, zat je in de seats met warmteblazers. Heel ongezond.’

Van Damme: ‘We zaten op een bouwwerf. Nu heb ik weer vertrouwen, maar alles bij elkaar heeft het langer geduurd dan ik dacht. Niet alleen qua faciliteiten, ook het voetbal en fysiek. In de VS speelden we heel anders, met veel minder tempo. Ook vanwege de weersomstandigheden, het was daar pokkewarm. Toen kwam ik hier… Belgisch voetbal is fysiek, meer tactisch, met veel pressen en druk zetten. Plus: ik kwam bij een trainer die voor fysiek trainen staat. Dat was zwaar in het begin, zeker wanneer je dat twee jaar niet of amper deed. Het Belgische weer en dan die faciliteiten zorgden ervoor dat ik mentaal de klik moest maken en tegen mezelf moest zeggen: dit is wat het is, accepteer het. Ik heb de overgang onderschat en dat was doorbijten, maar dat ligt me wel. Soms zeg ik of doe ik wel eens iets doms, maar mijn hart ligt op de tong en ik ben geen opgever. En zie ons nu hier zitten, in onze Diamond Bar…’

Geoffry, was het ook voor jou fysiek aanpassen aan eerste klasse?

Hairemans: ‘Vooral aan de coach. Ik heb veel meer volume gekweekt dan andere jaren. Vroeger speelde ik meer in balbezit en was ik fysiek wel in orde, maar ik verdedigde niet of liep niet achter mijn man, zoals ik nu doe.’

Van Damme: ‘Niemand van ons, Geof, daar moeten we eerlijk in zijn. Ik word 35, maar voel me goed en ben fit dankzij de trainingen. Ik ben veel fitter dan toen ik in Amerika speelde. Eigenlijk moeten we onze trainer daarvoor dankbaar zijn. Al heb je dat gevoel niet tijdens de trainingen. ( lacht) Dan zaag je en vloek je.’

Geoffry, heb jij dan niet het gevoel dat je veel tijd verloor?

Hairemans: ‘Wanneer je pas op je 26e op het niveau speelt waar je denkt thuis te horen, heb je sowieso tijd verloren. Heel veel tijd, besef ik. Verloren of verspild, want het was ook een beetje mijn eigen schuld en daarnaast moet je ook wat geluk hebben. Nederland was geen goeie periode, in Lierse had ik niet het geluk te kunnen blijven staan omdat de ploeg niet zo goed bezig was, en ik ging dan voetballen voor Heist of Turnhout. Ik was dan wel prof, maar zat niet waar ik dacht thuis te horen. Gelukkig kan ik het nu wél op dat niveau laten zien.’

Dubbelgesprek Van Damme-Hairemans (Antwerp): 'Wij zijn een bende klootzakken'
© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Top zes

Wat liep er vorig seizoen na Nieuwjaar fout dat jullie pas op de achtste match na de winterstop een eerste keer konden winnen?

Van Damme: ‘Misschien is er te veel geroteerd.’

Hairemans: ‘We kregen tegen Brugge een tik door in de laatste minuten nog een gelijkspel toe te staan. Daarna zijn er dingen veranderd en zijn er transfers gebeurd.’

Van Damme: ‘Er ontstond wat stress en we zijn te veel beginnen veranderen. Dat is mijn gevoel hé, geen kritiek. Plus: je komt ook dichter bij het einde, er ontstaat meer druk, iets wat deze spelersgroep niet gewoon was. Nu moeten we durven zeggen dat we voor de top zes gaan. Dat is niet arrogant, maar realistisch. En als je daar dan toch in zit, komt Europees voetbal halen dichtbij. We moeten nu geen zotte dingen roepen, maar er is kwaliteit. De kern én de bank. Die is een surplus: een van de belangrijkste dingen die de sterkte van een voetbalploeg bepalen. De bank vult niet op, maar aan. Dat trekt het niveau op: iedereen staat scherper want bij het minste foutje, een mindere wedstrijd, staat iemand anders klaar. We blijven gaan, zoals je onlangs zag op Anderlecht. Ik kan er echt van genieten wanneer ik ons bezig zie. Lopen, drukzetten, niet stoppen en dan toch nog dat punt pakken. Eigenlijk zijn wij op het veld een bende klootzakken, neen? ( lacht) Van andere voetballers hoor ik dat ook.’

Geoffry Hairemans: 'De supporters vinden het leuk als je er een tackle in gooit, maar een keer een bal spelen achter het steunbeen, vinden ze nóg leuker.' - Jelle Van Damme: 'De grootste capaciteit van een trainer is people management. Je moet kunnen aanvoelen wat er leeft in de groep, en die elke week kunnen motiveren.'
Geoffry Hairemans: ‘De supporters vinden het leuk als je er een tackle in gooit, maar een keer een bal spelen achter het steunbeen, vinden ze nóg leuker.’ – Jelle Van Damme: ‘De grootste capaciteit van een trainer is people management. Je moet kunnen aanvoelen wat er leeft in de groep, en die elke week kunnen motiveren.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Het is niet altijd even mooi om te zien…

Van Damme: ‘Je moet dat loskoppelen van het mooie, we kunnen echt wel voetballen… Ik bedoel wat we als groep brengen. Het mes tussen de tanden!’

Vergelijkbaar met je jaren bij Standard?

Van Damme: ‘Ja. Dit is Standard 2.0. Je kan daarmee lachen, maar je ziet veel dingen vanuit Luik terug. Dezelfde kleuren, een spelerskern waarin een hoop een Standardverleden hebben. Oké, Standard was groter en had nog meer volk, maar hier heb je de ruwheid van de mensen wanneer je het veld op komt. Ik kan dat moeilijk uitleggen. Het geluid… Dat geroezemoes, die echtheid, de passie en die rauwheid… Het is anders dan in Luik. Ruwer.’

Hairemans: ‘Ook in tweede klasse was er veel volk, maar het gevoel is niet te vergelijken. We speelden dan ook tegen Tubize of Roeselare, niet tegen Club Brugge of Anderlecht.’

Aanvallen

Is Antwerp opnieuw een topploeg?

Van Damme: ‘In wording. Sowieso. Ploegen moeten de week voordien denken: fuck, we moeten naar Antwerp. Vorig seizoen creëerden we dat gevoel ook, maar daarna sloeg dat om. Ploegen kregen het gevoel dat ze op Antwerp meer kans maakten dan in hun eigen stadion tegen ons.’

Hoe bereik je die aansluiting bij de topploegen?

Hairemans: ‘Aanvallender spelen. Misschien bij het aantrekken van spelers meer kiezen voor voetballende types.’

Van Damme: ‘Het heeft ook te maken met een plan, een visie. Als groep ook zelf willen domineren thuis en dat ook durven. Dat leeft ook in de groep.’

Voel je dat ook bij de supporters?

Hairemans: ‘Jawel. Ze waren vorig seizoen tevreden met de vechtlust en de manier waarop we wedstrijden wonnen, maar je voelt nu bij een gelijkspel al dat er sneller kritiek komt op de manier waarop we voetballen. Dit jaar zullen ze veel kritischer zijn wanneer we op dezelfde manier blijven voetballen.’

Van Damme: ‘Wat ook mag!’

Hairemans: ‘Moet! Wij willen tonen dat we kunnen shotten, dat we dominant kunnen zijn en een ploeg kunnen wegspelen. Ik denk dat dat voor de supporters nog leuker is. Ze vinden het leuk als je er een tackle in gooit, maar een keer een bal spelen achter het steunbeen, vinden ze nóg leuker.’

Kunnen jullie daarover praten met de trainer? Hoe is jullie contact?

Hairemans: ‘ Bölöni is geen trainer die constant in contact staat met zijn spelers. Af en toe komt hij langs en maakt een grapje.’

Van Damme: ‘Maar hij is niet het type dat een klapke komt doen. Moet dat? Ik weet het niet. Iedereen is anders, de ene is wat socialer, de ander zakelijker.’

Is er communicatie over aanpak, of luisteren jullie naar het plan en voeren dat uit?

Van Damme: ‘Wat hij in zijn hoofd heeft, komt er en dat moet je accepteren en respecteren. De ene keer is dat makkelijker dan een andere keer.’

Hairemans: ‘Hij kan je soms wel laten geloven dat je mee hebt beslist. Hij komt dan eens langs om over iets te babbelen, maar hij weet zelf goed genoeg hoe hij het wil aanpakken.’

Van Damme: ‘Vorig seizoen toen het slecht ging, kwam hij wat meer naar ons toe.’

Hairemans: ‘Maar zelfs toen zeiden wij niet hoe we moesten spelen. Misschien hadden we toen het lef niet, dat kan ook.’

Van Damme: ‘Ik heb met andere trainers meegemaakt dat we inspraak hadden. Dat mag ook, vind ik. We trekken allemaal aan hetzelfde koord. Je kan als coach een systeem in je kop hebben, maar als de spelersgroep voelt dat het niet marcheert, moet je kunnen zeggen: ‘Trainer, sorry, maar wij voelen dat niet zo.’ Dan moet je daar als trainer voor open kunnen staan.’

Je bedoelt: dat is geen zwaktebod.

Van Damme: ‘Integendeel! Training geven kan iedereen, er zijn voldoende apps of literatuur om je in te lezen. De grootste capaciteit van een trainer is peoplemanagement. Je moet kunnen aanvoelen wat er leeft in de groep, en die elke week kunnen motiveren. Maar je mag als trainer ook zeggen: ‘Dit wil ik en doe wat ik je vraag.’ Er zijn verschillende wegen naar succes.’

Concurrentie

Jelle, je nieuwe rol is wat meer centraal.

Van Damme: ‘Dat is ook de manier waarop ik in de VS voetbalde, en daar heb ik twee goeie jaren gehad. De laatste wedstrijden gingen ook goed op die positie. Actief coachen hoort daar bij, dat wordt van mij verwacht en dat komt vanzelf wanneer ik me goed voel.’

Hairemans: ‘ Yatabaré heeft dat ook een beetje in zich, maar verder hebben we geen grote praters, denk ik.’

Voel jij dat er met Govea en Refaelov meer rechtstreekse concurrentie is?

Hairemans: ‘Vooral Rafa is een concurrent, denk ik; Govea speelt liever wat hoger. Vorig seizoen had ik dat bijna niet, behalve na Nieuwjaar heel even met Pitroipa. Met Refaelov weet ik hij er zal staan wanneer ik wat minder ben.’

Word je beter van concurrentie? Je zou ook minder risico in je spel kunnen leggen om vooral niks verkeerd te doen.

Van Damme: ‘Wanneer er eerlijk wordt beoordeeld, kun je daar beter van worden. Dan komt het er op aan op de training te tonen dat je de beste bent.’

Hairemans: ‘Maar het kan, zoals je zegt, ook verlammen, in het kopje gaan zitten en voor een tegeneffect zorgen.’

Hoe ben je er vorig jaar mee omgegaan, toen Pitroipa even de voorkeur kreeg?

Hairemans: ‘Goed, denk ik. Ik ging eruit, het ging op het veld een stuk minder, en ik heb me opnieuw in de ploeg geknokt. Leuk was het niet, want ik vond dat ik goed bezig was. Als je slecht bent, is er een reden, maar nu… Je hebt de longen uit je lijf gelopen, goeie resultaten gehaald en dan vanuit het niets wordt de keuze gemaakt om iemand anders te brengen. Dan denk je wel eens: waarvoor doe ik het?’

Van Damme: ‘Je begint te zoeken, maar als je niks vindt…’

Hairemans: ‘Dan is het balen. Efkes. Ons voordeel is: wij zijn hier al wat langer en hebben al iets neergezet. Nieuwkomers moeten het eerst nog laten zien. Het is niet omdat je een naam hebt, dat je ook hier de pannen van het dak speelt. Als de beste mag spelen, hoeven nieuwkomers je niet altijd bang te maken.’

Van Damme: ‘Ik zit hier écht graag. Ik ben bezig aan mijn laatste contractjaar, binnen een paar maanden zal wel duidelijk zijn wat de intenties van de club zijn. Het lijkt me normaal dat we per jaar bekijken hoe de situatie is, maar als ze binnen een paar maanden zouden vragen of ik een jaar wil bijtekenen, doe ik dat. Ik voel me hier thuis.’

Hairemans: ‘Ik ook. Ik heb net drie jaar bijgetekend, ik ben hier nog niet weg. Nu hier eindelijk alles in orde is, zou dat ook jammer zijn. ( lacht)

Wachten op Dieu?

Hoe ver staat Dieumerci Mbokani, die vorige zondag voor het eerst in de wedstrijdkern zat?

jelle Van Damme: ‘Ik denk dat hij fysiek nog wat marge heeft, maar dat is normaal. Vorige week hebben we een zware week gehad, en die heeft hij volledig mee gedaan. Tegen Vitesse speelde hij 90 minuten, ook dat was goed voor hem. Afhankelijk van wedstrijd tot wedstrijd gaan we hem langzaam kunnen brengen.’

Is het wachten op hem om meer goals te maken?

Geoffry Hairemans: ‘Scorend vermogen is er wel, maar we voetballen misschien nog iets te ver van de goal. Als je zestig, zeventig meter moet overbruggen om een kans te creëren, kost dat veel energie.’

Van Damme: ‘Dieu is een hele goeie voetballer van wie je ziet dat hij de ballen in de box makkelijk binnen trapt. Ik hoop dat hij vlot gaat scoren, maar we gaan onszelf niet afhankelijk maken van één spits. Geof heeft gelijk: er is kwaliteit voldoende en scorend vermogen in de hele ploeg. Het komt erop aan dat evenwicht te vinden en iets dominanter te gaan spelen, iets minder ver van het doel van de tegenstander.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content