‘Een trainer kan zoveel druk zetten dat je enkel nog speelt om hem te plezieren’

© iStock

Ruim 300 spelers stonden in juli in de startblokken van de Jupiler League. Elk met zijn eigen verwachtingen, dromen, ambities en verhalen. Een keer per maand geeft de Secret Footballer van Sport/Voetbalmagazine een inkijk in de coulissen van onze vaderlandse competitie.

‘Ik heb het interview van Per Mertesacker over het gejaagde leven van profvoetballers niet gelezen, maar ik kan er mij wel iets bij voorstellen. De druk komt van overal: van de media, het publiek en in veel gevallen van de trainer. Ik heb veel spelers gekend die bezwijken onder het gebrul van de coach.

‘Een van mijn ploegmaats was vorig seizoen min of meer basisspeler. De voorbije maanden kan hij nauwelijks iets goed doen voor de trainer. Het gaat zover dat hij aan zichzelf begint te twijfelen. Weet je: een trainer kan zoveel druk zetten dat je je eigen kwaliteiten verwaarloost en enkel nog speelt om hem te plezieren. Je voetbalt met de handrem op en je verliest je spontaniteit. Bij elke actie die je onderneemt, overloop je eerst al je opties. Als ik dat doe, dan wordt de bal misschien onderschept. Je speelt dus op safe.

‘Stel je voor dat het hele team zo redeneert. Dan zit je met een geprefabriceerd elftal. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Ik ben dus blij als ik niet aan de kant van de trainer moet spelen – dat geldt eigenlijk voor de meeste jongens. Zeker als je trainer een roeper is en hij je vanop een afstand probeert te bedienen alsof hij met de PlayStation aan het spelen is. Afgrijselijk, man.

‘Als je aan de ‘goede’ kant staat, is het gemakkelijk om voor te wenden dat je niets hoort. Na een inspanning kan je terug op krachten komen en met een beetje geluk kan je zelfs rustig terug wandelen. Speel je aan de zijde van de bank, dan zal je na balverlies meer de neiging hebben om terug te spurten. Zelfs als ben je helemaal knock-out.’

Ik ben niet de enige in mijn ploeg die het plezier in het voetbal is verloren.

What the fuck

‘Tijdens een match zie je meteen welke spelers er onderdoor kunnen gaan. Een van onze offensieve spelers is er zo een. Een opmerking van de coach is voldoende om hem uit balans te brengen. Hij begint dan zelfs te mokken als een klein kind. Of hij heeft zoveel schrik om iets verkeerd te doen met de bal dat hij zich achter zijn tegenstander verstopt. Doen alsof je van kortbij gedekt wordt, is de beste manier om niet aangespeeld te worden.

‘Een andere ploegmaat heeft zo weinig krediet dat hij bij de eerste slechte pass wordt afgekraakt door de coach. Het is een feit dat elke trainer een paar schietschijven heeft. Meestal zijn dat brave jongens die zich zomaar laten intimideren. De trainer blaft je een keer af en als je niet reageert, dan zal hij het blijven doen. Het is een manier om iemand te prikkelen of om te weten te komen of je ballen hebt.

‘Ik hoor bij de tweede categorie. De trainer weet dat hij mij niet onder de grond kan stoppen. Als ik niet akkoord ga met zijn kritiek dan laat ik hem dat weten. Maar ik overdrijf daar niet in. Ik heb geen zin om op zijn zwarte lijst te staan. Al is die behoorlijk lang dit seizoen. Ik merk dat er veel spelers zijn die reageren als de coach hen aanpakt op training. Je hoort zaken als: What the fuck, man. En het zijn zeker niet de meelopers van de ploeg die de coach van repliek dienen. Ik heb zelfs onze aanvoerder een paar keer horen vloeken tegen de trainer. Ik denk dat de coach stilaan aanvoelt dat hij de grip op de groep aan het verliezen is. Maar hij is héél leep en bespeelt het publiek. Het lijkt te lukken: de supporters kiezen vaak zijn kant. Ze zien zijn gebreken niet. Voor hen zijn de spelers het probleem.’

Cannabisverslaving

‘Volgens mij is voetbal een mindgame. Het zit allemaal tussen de oren. Het meest schrijnende verhaal zag ik een vijftal jaar geleden voor mijn ogen passeren. Ik maakte van dichtbij de val mee van een jeugdspeler die ooit als een groot talent werd beschouwd. Hij geraakte bevriend met de aanvoerder die ruim tien jaar ouder was dan hij – we noemden hen ‘vader en zoon’. Op het veld was onze captain een sleutelspeler, maar hij gedroeg zich ook als een echt crapuul. Het type dat naar het kruis van spelers grijpt, op de tenen gaat staan en iedereen uitdaagt.

‘Je hebt spelers van wie je na de carrière het aantal doelpunten telt. Bij mijn ex-aanvoerder zal je zijn loopbaan kunnen afmeten aan het aantal rode kaarten die hij spelers heeft aangesmeerd. Als ploegmaat ben je blij om zo iemand in het team te hebben. Maar hij had een slechte invloed op de jeugdspeler in kwestie en sleurde hem de dieperik in. Alcohol en dat soort dingen. Die jonge ket was bijzonder broos. Hij had geen motivatie, geen doel en nul komma nul ambitie. Hij zat er vaak versuft bij. We begonnen ons zelfs af te vragen of hij niet verslaafd was aan cannabis. Op het einde was hij een regelrechte klucht geworden. Nu speelt hij ergens in de amateurreeksen. Het zou mij niet verbazen mocht hij binnen twee jaar helemaal kappen met voetbal.

‘Zo’n instorting zal mij niet overkomen. Op mentaal vlak scoor ik beter dan de gemiddelde voetballer. En dat combineer ik met een soort je-m’en-foutisme. Daardoor heb ik geen last van stress. Ook niet toen ik tegen Club Brugge mijn eerste wedstrijd in eerste klasse moest spelen.

‘Veel spelers zouden zenuwachtig worden, ik liep rond met een gelukzalig gevoel. Ik herinner mij ook een match tegen Gent. Ik had last van krampen aan de hamstrings, maar ik wilde de match uitspelen. Op een bepaald moment deed ik alsof ik mijn veters aan het vastbinden was, maar ik begon toen stiekem te stretchen. Vraag mij niet waarom, maar ik blijf in alle omstandigheden rustig.’

Degout

‘Maar de laatste tijd ben ik niet meer vooruit te branden. Vijf dagen op zeven moet ik mezelf uit bed sleuren – ik heb de indruk dat ik gewichten voortsleep aan mijn enkels. Ik zit met mijn hoofd bij mijn volgende vrije dag, ik denk aan de vakantie die ik ga boeken. Als ik op de club aankom, hoop ik dat de tijd voorbij zal vliegen. Hebben we een afspraak om 10 uur dan ben ik daar om 10 uur. Geen seconde vroeger. Trainen, douchen en naar huis. Zo ziet mijn dag eruit.

‘Het is mij al overkomen dat ik tijdens een training rondkijk en me dan afvraag: wat doe ik hier in godsnaam? Vooral als het vriest. Bij de minste tik die je krijgt moet je gewoon maken dat je een blessure kan veinzen om vroegtijdig te mogen stoppen. ( lacht)

Ik ben niet de enige in mijn ploeg die het plezier in het voetbal is verloren. Een van de kaders van de ploeg die aan het einde van zijn carrière zit, zei een paar weken geleden iets dat mij bij is gebleven. “Hoe meer het einde nadert, hoe meer het mij tegensteekt.” Hij heeft een degout gekregen van het voetbal en twijfelt om er nog een jaar bij te doen. Je ziet: het leven van een voetballer is niet elke dag fun.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content