Stilaan zet Claude Makélélé Eupen naar zijn hand. Na een dramatische start pakte hij zes op zes. Met dank aan enkele nieuwkomers.
Met zes op zes en slechts één tegengoal in de laatste twee matchen heeft Eupen zijn mislukte competitiestart (nul op twaalf) gecorrigeerd. In de laatste transferweek sijpelden bijna dagelijks nieuwe spelers binnen.
Soms betrof het voetballers die eerst aarzelden en later toezegden. Af en toe hielp de naam en de uitstraling van de trainer om twijfelaars over de streep te trekken, zoals in het geval van de 18-jarige PSG-spits Samuel Essende (afgelopen weekend geblesseerd), een grote, technisch bekwame en toch snelle aanvaller van wie veel verwacht wordt.
Op de valreep haalde Eupen met Mamadou Fall (ex-White Star Brussels en ex-Charleroi) de pijlsnelle spits die het erbij wilde voor het geval het in de omschakeling wil spelen. ‘Met Fall erbij was er uit de vier à vijf tegenprikken die we tegen Standard kregen veel meer mogelijk geweest’, zegt algemeen Christoph Henkel daarover.
Ook achterin is Eupen versterkt. De jonge Rocky Bushiri verdedigde tegen Standard centraal naast Siebe Blondelle scherp. De 18-jarige Brusselaar van Congolese afkomst zag voor zichzelf geen perspectief meer bij KV Oostende: ‘Zelfs Nicolas Lombaerts zit daar op de bank.’
Ook de Aspiretalenten Eric Ocansey en Amani Lazare dartelden tegen de Rouches, bevrijd van de druk die ze zichzelf de afgelopen weken oplegden om toch nog getransfereerd te worden.
Henkel raakte de weken toen Eupen geen punten pakte niet in paniek. Hij zag hoe Claude Makélélé de ploeg week na week tactisch beter maakte. Hij is ook blij dat Hendrik Van Crombrugge uiteindelijk bleef, al stond die dicht bij een transfer naar Sassuolo. ‘Hendrik keept weer op niveau, en zal volgend jaar nog meer waard zijn.’
Zweven doet Henkel niet, hooguit durft hij opgelucht adem te halen nu zijn club niet meer op achtervolgen is aangewezen. ‘Maar we weten dat we opnieuw tot de laatste dag voor het behoud zullen moeten knokken.’
