Terwijl KV Mechelen de finale van play-off 2 afwerkt, staat Fi Vanhoof (74) voor zijn laatste week als sportief directeur. Sport/Voetbalmagazine sprak met hem over vijftig jaar verbondenheid met geel-rood. Enkele passages.
Mijmerend over de glorieperiode in de jaren tachtig, toen Aad de Mos trainer was van KV Mechelen, zegt Fi Vanhoof, zijn toenmalige assistent: “Het was de periode waarin de spelers vaak naar discotheek Martinique gingen. De tijd ook dat ze hier vaak in het spelershome stonden te dansen. Dan werd bijvoorbeeld Kleine Jodeljongen gedraaid, een Hollandse smartlap waarmee Erwin Koeman was komen aandraven – die had altijd en overal zijn materiaal bij om platen te spelen. En dan stond De Mos mee te dansen op de toog, met een goochelhoed op zijn hoofd.”
“Maar ’s anderendaags, op de training, stond hij weer boven de groep. Vaak kwamen de spelers dan recht van de Martinique naar de training (lacht). Maar op het veld was dat niet te merken. Tegen die gasten moest je nooit zeggen dat ze serieus moesten trainen. En wie het niet deed, kreeg de groep zelf tegen zich. Met echte toppers heb je meestal weinig problemen.”
Niet mee met Maes
Ondanks die jarenlange trouw, stond Vanhoof ook enkele malen dicht bij een overgang naar een andere club. Naar Anderlecht bijvoorbeeld. Vanhoof: “Toen Aad De Mos naar daar ging, vroeg hij mij om mee te gaan. Maar ik dacht: elke dag naar Brussel, pfff.”
De enige andere eersteklasser waar Vanhoof zijn tenten opsloeg was Lokeren. Enkele jaren geleden zat hij daar bijna opnieuw. “Dat kwam even ter sprake”, aldus de afscheid nemende sportief directeur, “maar niet via Lambrecht. Maes zelf polste even of ik daar goesting voor had. Maar ik voelde mij hier thuis. En ik werd ook al een dag ouder.
“Misschien is het trouwens deels mijn schuld dat Maes naar Lokeren is gegaan. Op een keer was ik met Lambrecht aan het praten en zei ik: ‘Maes, dát is een goeie trainer.’ Dat had ik misschien beter niet gedaan (grijnst). Maar met Aleksandar Jankovic hebben we nu weer een trainer die spelers beter maakt.”
(Kristof De Ryck)
Lees het volledige interview woensdag in Sport/Voetbalmagazine.
