Flashback naar 24 april in 2006: Mbark Boussoufa wint de Ebbenhouten schoen

© AFP

Omdat Afrikaanse voetballers in de referenda voor de Gouden Schoen over het hoofd werden gezien, riep de vzw ter bevordering van de Afrikaanse cultuur in 1992 de Ebbenhouten Schoen in het leven. Recordhouder qua aantal zeges is Mbark Boussoufa, die op 24 april 2006 zijn eerste van drie trofeeën in deze categorie won.

De feiten

De Nederlander Mbark Boussoufa is de vijftiende laureaat van de Ebbenhouten schoen, melden de kranten ’s anderendaags. We citeren: ‘De 21-jarige spelverdeler van AA Gent kreeg in het referendum dat de beste Afrikaanse voetballer of voetballer van Afrikaanse origine op de Belgische velden beloont, met 315 punten de voorkeur op de Ghanees Ibrahim Salou (Zulte Waregem/207), de Congolees Mohamed Tchité (Standard/172), de Nigeriaan Tosin Dosunmu (Germinal Beerschot/146) en de Amerikaan Oguchi Onyewu (Standard/122).’

Boussoufa volgt op de erelijst Vincent Kompany op. De verdediger van Anderlecht won de voorbije twee edities. In 2006 strandde hij op de zevende plaats. De Ebbenhouten Schoen wordt georganiseerd door een vzw ter bevordering van de Afrikaanse cultuur en RTL-TVi. Nationaal bondscoach René Vandereycken, de trainers van de drie hoogste afdelingen, de sportredacties van de Belgische pers (geschreven en audiovisueel) en de leden van een erejury, voorgezeten door Georges Heylens, mochten hun stem uitbrengen.

Making-of

Het is een zeer klein berichtje in de krant van 3 september 2004 dat de komst van Mbark Boussoufa aankondigt. Die dag lezen we het volgende: ‘De twintigjarige Nederlander Mbark Boussoufa tekende gisteren een overeenkomst bij de Buffalo’s. De kleine (1,67 m) maar wendbare spelmaker trainde een aantal dagen mee met de groep en speelde afgelopen maandag een goede tweede helft met de reserven tegen Anderlecht. Boussoufa genoot zes jaar van de jeugdopleiding bij Ajax en kwam de afgelopen twee seizoenen uit voor het Engelse Chelsea. Daar was hij einde contract en dus een vrije speler.’

Achter kleine berichtjes schuilen evenwel vaak ingewikkelde verhalen. Nadat hij bij de beloften van Ajax werd doorgestuurd – trainer Danny Blind zag het niet in de Amsterdammer – viel zijn eventuele doorbraak in Londen samen met de komst van Roman Abramovitsj. Toen die met de miljoenen zwaaide, stonden er plots zes nieuwe spelers op training. De jeugd mocht opkrassen en Boussoufa, die er zo’n 20.000 pond (ongeveer 30.000 euro) per jaar verdiende, liet zijn zaakwaarnemer uitkijken naar een ploeg in België of Nederland. Wat volgde was bochtenwerk en vreemde wendingen die zelfs Mathieu van der Poel zouden doen duizelen.

Een jonge Boussoufa bij Gent in 2005
Een jonge Boussoufa bij Gent in 2005© Belga Image

Bij Westerlo, dat op dat moment een samenwerkingsakkoord had met Chelsea, hadden ze Boussoufa al zien spelen. Maar Jan Ceulemans had met Boy-Boy Mosia al zo’n type, en pocketspits Tosin Dosunmu was er ook nog. De Caje wilde weleens wat anders.

Bij Lierse mocht Boussoufa testen met de invallers. Na één helft haalde Emilio Ferrera hem van het veld. Ferrera wilde de Nederlander wel huren, maar was vooral helemaal weg van de Kameroener Bernard Tchoutang, al raakte die uiteindelijk niet onder zijn contract bij Metaloerh Donetsk uit. Op de tribune van die invallersmatch noteerde iemand wel Boussoufa’s naam: Georges Leekens , toen nog trainer bij Moeskroen.

Enter STVV. Dat zei niet nee, maar had geen geld. Harm van Veldhoven, trainer van Cercle Brugge, werd gecontacteerd maar bleek niet geïnteresseerd. KRC Genk evenmin. Dan maar naar KV Oostende, dachten zijn managers. Voorzitter Eddy Vergeylen: ‘Die naam is hier genoemd ja, maar getest of meegetraind heeft hij niet. Bij ons wordt al eens gevraagd: hoe oud is hij en hoe groot is hij? Wel, hij is niet zo groot, hé.’

Bij AA Gent mocht Boussoufa in augustus 2004 wél testen. Georges Leekens was daar intussen aan de slag en die herinnerde zich de wedstrijd op Lierse. Zijn goede indruk van toen werd bevestigd in een wedstrijd met de invallers tegen Anderlecht. Mbark speelde een paar stevige tegenstanders op een hoopje, onder wie Yves Vanderhaeghe.

De volgende dag trainde hij mee met de groep. Na een halfuur had Leekens genoeg gezien: techniek, goeie traptechniek, links en rechts, tactisch inzicht. Een nieuwkomer met een verleden bij Chelsea en Ajax, dat vroeg om een reactie bij de coach. Leekens tegenover de verslaggever over zijn nieuwste aanwinst: ‘Technisch misschien geen kraan (sic), maar één brok levendige vechtlust.’

Karaktertje

Op 11 september 2004 mag Boussoufa debuteren tegen STVV. De fysieke tests vallen zeer goed mee, het hollen op de linkerflank heeft hem een stevig uithoudingsvermogen bezorgd. Het debuut is behoorlijk, een paar geslaagde acties. Zijn eerste Belgische doelpunt maakt hij eind september in Moeskroen. De eerste assist komt er half oktober in Lier.

Acties, dribbels, de fans van Gent hebben – eindelijk – weer iets om naar uit te kijken. Patrick Lips , toen pr-man, in Sport/Voetbalmagazine in 2006: ‘Toen Boussoufa hier aankwam, lachte men ons uit. ‘Wat hebt ge nu gekocht, een speler van 1m50?’ Ik hoor ze nog zeggen: ‘Hij heeft wel bij Ajax gespeeld, maar ze hebben hem daar niet gehouden, zo goed zal hij ook wel niet zijn.’ Typisch Gents, dat soort cynisme. De laatste vier jaar was Frédéric Herpoel Speler van het Jaar. Met alle respect voor Fred: het is niet normaal dat je keeper vier jaar na elkaar de beste man op het veld is. Nu komen de mensen voor Boussoufa, Davy De Beule , Nordin Jbari,…’

Wonen doet Bous in Melle, een fel contrast met de drukte van Amsterdam en Londen. ‘Maar dat geeft niet, het centrum van Gent ligt op 10 minuten’, zegt hij. Het verschil is ook: zijn vader is er vaak. In Londen zat hij dikwijls alleen, wat resulteerde in torenhoge telefoonrekeningen.

In de eerste interviews komen de verhalen uit Chelsea geregeld boven. Hoe Gianfranco Zola hem tips gaf over hoe je het best een vrije trap nam. Over die keer toen hij met Eidur Gudjohnsen botste. Net als Zidane komt Boussoufa van de straat en soms moet je mensen laten weten dat er niet met je te sollen valt. En dus weigert de zeventienjarige bij Chelsea zijn plaats op de massagetafel aan Gudjohnsen af te staan, wanneer die ze zomaar opeist. ‘Had hij het beleefd gevraagd,’ zegt Boussoufa, ‘ik was direct opgestaan.’

Mbark Boussoufa in 2006
Mbark Boussoufa in 2006© Belga Image

Een jaar later beloont de club Boussoufa voor zijn evolutie met een nieuw, verbeterd contract. Leekens vijlt de speler bij. Iets minder tierlantijntjes en iets meer de momenten kiezen, is zijn raad. Het lijken logische leerprocessen voor een prille twintiger die graag over voetbal praat.

Met Wouter Vrancken bespreekt hij voor de wedstrijd vaak wat ze ’s anderendaags gaan doen. Vrancken in Sport/Voetbalmagazine in 2006 bij zijn transfer naar RC Genk: ‘Mbark vond bijvoorbeeld dat ik soms te ver van hem af speelde en meer moest aansluiten, terwijl ik hem soms vroeg om meer centraal zijn positie te houden. Zulke dingen. Hij bewoog veel, dus kon ik gemakkelijk mijn bal kwijt en Mbark is iemand van wie je de bal ook terugkrijgt. Sommige technische spelers eisen vaak de bal op, maar dan duurt het minstens tien minuten voor je die terugziet. Op dat gebied is Mbark vooral in zijn tweede jaar een echte ploegspeler geworden. Hij leerde de bal op het juiste moment voor doel te brengen. In zijn eerste seizoen wilde hij soms te veel met de bal draaien. Tot Leekens hem daarop wees.’

Het duurt nog wel zijn tijd voor het allemaal rendeert. Als AA Gent half november verliest bij Charleroi en in de stand in de verkeerde kolom valt, mort het volk, komt Leekens onder druk en geeft Herpoel zijn ploegmaats een veeg uit de pan. ‘Boussoufa? Even slecht als de rest.’ In interviews begin december geeft de Amsterdammer het zelf ook aan: ‘Ik kan het niet alleen. Als de ploeg niet draait, draai ik ook niet. Ik kan een beslissende actie maken, maar iedereen moet mee willen.’

Het verwijt is ook: niet goed genoeg in de toppers. Achter zijn leeftijd, 21, wil hij zich niet verschuilen: ‘De mensen mogen veel van me verwachten. In Nederland leer je al heel jong verantwoordelijkheid te dragen en om te gaan met druk. Daar moet je tegen kunnen.’

De kentering is dan al lang ingezet. Tot hij half april geblesseerd uitvalt, is Boussoufa dé vedette van het kampioenschap. Meer dan Sergio Conçeicão, de vedette van Standard, meer dan Vincent Kompany, die in de zomer van 2006 Anderlecht zal verlaten voor HSV.

Boussoufa ontploft, verdeelt, scoort, stuwt het spel naar voren en maakt van Gent dé ploeg van de terugronde. Haast elke wedstrijd is hij goed voor een assist en/of een doelpunt, respectievelijk 16 en 9. En passant maakt hij ook komaf met de redenering dat hij het tegen topploegen niet kan. Begin april bezegelt hij het lot van… Jan Ceulemans, trainer van Club. In wat hij zelf ‘niet eens zijn beste wedstrijd voor Gent’ noemt, maakt hij drie goals en draait hij het duo Birger Maertens-Jason Vandelannoite dol. Voor het eerst in zes jaar kan Gent thuis nog eens winnen (4-1) van Club. ‘De prins van AA Gent’, jubelt de stadionomroeper. Boussoufa na de match: ‘Ik ben helemaal geen prins. Ik ben gewoon Mbark Boussoufa, een voetballer.’

En daarna

Een transfer, of wat dacht u. Drie dagen na zijn glansprestatie tegen Club Brugge versterkt Roger Vanden Stock de geruchten over een transfer naar Anderlecht door openlijk zijn liefde voor de pocketspits uit te spreken. Ivan De Witte is op dat moment in alle staten: ‘Ik heb al gebeld naar Herman Van Holsbeeck om te zeggen dat daar niets van in huis komt. Anderlecht krijgt Boussoufa niet. Anderlecht moet nu maar de gevolgen dragen voor de onfaire manier waarop ze het spel gespeeld hebben. Tijdens een onderling gesprek repte Roger Vanden Stock met geen woord over de interesse, terwijl hij ’s anderendaags zijn voorliefde voor Boussoufa uitschreeuwt op een persconferentie. Zo werkt het niet.’

Helaas, zo werkte het (toen toch nog) wél. Uiteindelijk verzoenen Anderlecht en Gent zich na een etentje tijdens het pinksterweekend en gaat Boussoufa in de zomer van 2006 voor een recordbedrag van 4 miljoen euro naar Brussel, samen met Lucas Biglia. De ene moet Walter Baseggio opvolgen, de ander Pär Zetterberg. Het nummer van de Zweed weigert Boussoufa wel. ‘Eerst vond ik het een eer, maar nadien dacht ik: nee, toch maar niet. Hij heeft al zo veel bewezen voor Anderlecht.’

Boussoufa vertrok niet veel later naar Anderlecht
Boussoufa vertrok niet veel later naar Anderlecht© Belga Image

Ivan De Witte slikt zijn dure eed node in. Hij vreest dat Bous, inmiddels ook Marokkaans international, de wet van ’78 zal gebruiken en tegen een kleine schadevergoeding zal vertrekken, en anderzijds is er de bouw van wat toen nog het nieuwe Arteveldestadion moest worden die maar niet van de grond komt. Spelers kunnen moeilijk beloftes worden gedaan. Bovendien kan met het transfergeld de schuld verder worden gedelgd en staat op de achtergrond al een vervanger klaar. Ene Bryan Ruiz González.

Bousoufa begint in Anderlecht aan een mooie carrière die hem ook internationaal roem oplevert. Minpuntje: zijn terugkeer naar Gent in 2016, een beslissing die De Witte doordrukte. Hij zal maar een handvol wedstrijden spelen en op 8 mei, als Club Brugge met 1-4 komt winnen en José Izquierdo de held van de avond is, is Boussoufa gewoon toeschouwer. Bij het betreden van het stadion herkent de steward hem niet en hij onderwerpt hem aan een veiligheidscontrole. Zoals elke fan wordt Boussoufa afgetast. Dat zijn terugkeer zo anoniem zou eindigen, had wellicht niemand verwacht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content