‘Genk en Pozuelo: alleen maar verliezers’

Door de zaak Pozuelo belandde Genk in een dip waar het zichzelf niet meteen verwachtte en waar het moeilijk uit geraken is, zegt Geert Foutré.

Eigenlijk had dit het moment van KRC Genk moeten worden. Een periode van twee weken waarin de Limburgers hun voornaamste titelconcurrenten, Standard, Club en in mindere mate Antwerp, één na een mentale tik hadden kunnen geven, en ze op een nog moeilijk te overbruggen achterstand zetten. Eén ook waarin het Europees een mooi resultaat had kunnen neerzetten, met een achtste finale tot gevolg. Eén tegen Alejandro Pozuelo’s favoriete tegenstander dan nog wel.

Nog maar eens zien of hij maandag eventueel juichend België had verlaten, wetend dat zijn ploegmaats een week later naar zijn geboortestad afzakken om er tegen de enige club te spelen waarvoor hij zichzelf nooit in La Liga zag uitkomen: Betis Sevilla’s’ aartsrivaal FC Sevilla.

Het heeft niet mogen zijn.

Twee keer verloor Genk, tot anderhalve week geleden dé ploeg in vorm in de Belgische competitie, en één van de betere ploegen in Europa, kansloos, in een week waarin het op geen enkel moment over Genk, maar alleen maar over Pozuelo werd gepraat. Of Genk in normale omstandigheden zonder het hele transferitis-virus wél overeind was gebleven in beide wedstrijden, is niet zeker. Slavia Praag is gewoon een heel goeie ploeg, die techniek paart aan grinta en duelkracht van de eerste minuut tot het resultaat na vier goals vast stond, en Club heeft genoeg inhoud en mentaliteit om met de rug tegen de muur van zich af te bijten.

Twee keer kreeg Genk zijn voetbalmotor niet aan de praat, en kwam uit de machine van voorheen die, eenmaal op gang kwam, niet meer af te stoppen viel, alleen maar gepruttel. Dat zat er niet aan te komen. Twee weken geleden nog gaven de Limburgers Standard, toch een titelkandidaat, negentig minuten lang voetballes, en domineerde het de Luikenaars ook fysiek. Van alle kanten kwam toen het gevaar.

Genk en Pozuelo: alleen maar verliezers

Meteen na die match verdween de focus van het veld naar één man, dé vedette en sterkhouder van Genk, maar niet om zijn sterke prestaties, maar om de verkeerde redenen.

Het afgelopen jaar heeft trainer Philippe Clement een team gesmeed waar spelers veel voor mekaar over hebben, en die ook graag allemaal wilden blijven omdat ze het gevoel hadden dat ze samen best een prijs konden pakken.

De afgelopen weken is uit die stevige muur één steen verdwenen, en meteen dreigt het stevige bouwsel in te zakken. In een poging om de geit en de kool te sparen en een situatie te creëren die voor iedereen op termijn een win-win uitkomst moest bieden, koos Genk voor een dubbele aanpak. Slaan én zalven, wetende dat het zonder Pozuelo een stuk moeilijker is om een prijs te halen.

Dat bleek ook de voorbije weken, al volstond het niet om de Spanjaard even terug op het veld te brengen om die barsten in het geheel weg te werken. Er is iets gebroken bij Genk, en het gevoel van ‘wie doet ons wat’ en ‘wij zegevieren op het eind’, is weg.

Dat mag Pozuelo zichzelf aanrekenen, in een move waarvoor hij ook in het Belgische makelaarswereldje weinig begrip kreeg. Een afspraak is een afspraak, en daar moet je je ook aan houden, klinkt het daar.

Dat zijn wél mensen voor wie Genk een club is waarmee men wel eens zaken doet. Het geldt niet voor buitenlandse makelaars voor wie dit gewoon een case is waarbij een speler door van club a naar club b te verhuizen gevoelig meer kan verdienen, en zijn entourage laat delen in de winst. Meedenken met Belgische clubs en hun sportief verhaal mag je van buitenlandse makelaars, die ons land gewoon als een transitcentrum voor voetballers beschouwen, niet verwachten.

Het is de prijs die het Belgisch profvoetbal betaalt om zo’n doorgeefland te willen (misschien: moeten) zijn, een land dat zijn plaats moet kennen in de internationale voetbalhiërarchie. Het is niet omdat de Rode Duivels België op de voetbalkaart hebben gezet, dat de Belgische competitie nu plots een stuk hoger gewaardeerd wordt.

Het maakt het ook moeilijk om met jong buitenlands talent een ploeg te maken in dit land, die ook kan gaan oogsten, na een paar samengespeeld te hebben. Dat weten ze bij Genk, en deze case heeft ze, als ze het al niet beseften, nog eens met de neus op de feiten gedrukt.

De komende maanden komen er nog zo’n gevallen aan. Eenmaal Sander Berge fit is, zal ook voor hem de interesse groot zijn (dat was ze vorige zomer al). En Leandro Trossard kondigde vorige zomer al aan dat dit in principe zijn laatste seizoen in België wordt. Om nog maar te zwijgen van Roeslan Malinovskyi die ook niet van plan is zich definitief in Limburg te vestigen.

Het plaatst de fans voor een moeilijk dilemma: genieten van zo veel verzameld talent, of zich ergeren aan het feit dat de meesten Pozuelo-gewijs met een lucratieve transfer naar een buitenlandse competitie in het hoofd zitten. Dat was hen gegund, na het halen van een prijs. Dat had een langere Europese campagne kunnen zijn, of een titel.

Dat laatste kan nog. Maar dan heeft Genk voor het evenwicht en de kracht op het middenveld dringend Sander Berge nodig, die met zijn uitstekend positiespel, met zijn fysieke kracht en zijn speldoorzicht de ideale verbindingsman is tussen aanval en verdediging. Maar het ziet er niet meteen uit dat de Noor de komende weken al fit op het veld zal staan.

Je kan in een collectieve sport nu eenmaal omwille van eigenbelang niet het algemeen belang met de voeten treden.

Het maakt dat Philippe Clement zijn plannen, als hij die al had, kan opbergen, en tot Berge weer fit is alleen van week naar week kan toeleven, hopend dat zijn andere sterkhouders opstaan en dat de focus terug op het vooropgestelde doel belandt. Dat zal niet eenvoudig zijn.

Als Genk zondag thuis ook nog van Antwerp verliest, ligt de strijd om het kampioenschap weer helemaal open. In dat geval zijn er in deze zaak in Genk alleen maar verliezers. Met de transfersom voor Pozuelo vangt Genk het verlies niet op dat het lijdt wanneer het via de titel deelname aan de lucratieve Champions League misloopt. En Pozuelo zelf zal in Toronto niet als de grote man worden binnengehaald, die de club naar sterke prestaties in de MLS competitie én een eventuele nieuwe finale in de Champions League van de Concacaf voert.

In de eerste ronde verloor de Canadese club namelijk totaal onverwacht met enorme 4-0 cijfers van een bescheiden club uit Panama. Om zich te plaatsen heeft het dinsdag een heus mirakel nodig. Lukt dat niet, dan verlaat Pozuelo een club vol gemor voor een nieuwe club waar het gemor al even luid zal klinken en waar men hem niet met hosanna-gezang zal begroeten.

Je kan in een collectieve sport nu eenmaal omwille van eigenbelang niet het algemeen belang met de voeten treden.

Wie dat doet, verdient misschien tijdelijk wat meer geld, maar blijft gegarandeerd zonder prijzen en palmares achter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content