Genkspits Iké Ugbo over de moeilijke weg naar de top: ‘Ik kan iedereen een psycholoog aanraden’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Van concurrentie is Iké Ugbo niet bang. Bij de jeugd van Chelsea had hij er voldoende. Maar de Engelse spits met een Nigeriaanse vader en een Franse moeder overleefde. Over de moeilijke weg naar de top, een open getuigenis. ‘Op een gegeven moment had ik een totale reset nodig.’

Met een brede glimlach gaat Iké Ugbo (23 jaar op 21 september) zitten. De training met KRC Genk zit erop en hij gloeit nog een beetje na. Van vreugde – de kop is eraf, hij heeft net zijn eerste goal voor zijn nieuwe club gemaakt – maar ook van de inspanning. Om wat fysieke achterstand weg te werken traint hij extra, als de groep naar binnen gaat. Veelal loopwerk. Het lichaam moet dat nog uitzweten, als hij aan tafel schuift. Voorzichtig vraagt hij even later of het raam van de loge waarin we zitten voor het gesprek open mag. Tegelijk trekt hij een trui uit. Op zijn armen zien we allerlei tatoeages. Wat betekenen die? Ugbo: ‘ Work in progress, op mijn achttiende ben ik ermee begonnen. Op mijn arm staan allerlei dingen waarin ik geloof. Zoals: ik ben de beste. Als je dat in je hoofd constant herhaalt, dringt dat op de duur door tot in je onderbewustzijn.’

Wie zeventien is en zijn eerste contract krijgt, denkt: yes, I made it.

Iké Ugbo

Ugbo is een geboren Londenaar, maar sleet een deel van zijn jeugd in… Canada. ‘Ja. Mijn vader was brandweerman en pendelde een tijd tussen Londen en Canada. Hij groeide op in Nigeria, maar belandde als jonge twintiger in Londen. Daar ontmoette hij mijn mama. Zij is van Nice, groeide daar op en week ook uit naar Engeland. ( lacht) Ik heb veel invloeden in mijn leven, zie je. Mijn mama is geen Afrikaanse, ik ben half en half.’

Je leerde ook voetballen in Canada, bij Brampton East en de Woodbridge Strikers 98. Op het internet vond ik een lovend commentaar van een vader die je bezig zag in het ploegje van zijn zoon. ‘Geen slechte voetballer, zijn snelheid was zijn sterkste punt.’

Iké Ugbo: ‘Klopt, al was het daar allemaal nog niet te serieus. Vooral spelen, herinner ik me. Ik leefde er van mijn tweede tot mijn achtste, in Brampton, in de buurt van Toronto. Ik herinner me niet zoveel van die periode, alleen dat het een leuke plek was. Vrij nieuwe stad ook.’

Waar ontdekte Chelsea je?

UGBO: ‘In de Sunday League ( amateurvoetbal, nvdr). Ik wist in die periode niet zoveel van wat de opleiding bij een academie van een topclub inhield. Pas als je daar terechtkomt en je gaat tornooien spelen, ook in het buitenland, snap je: wow, dit is echt wel top. Naar mijn gevoel is de opleiding van Chelsea de beste die je kan krijgen. Coaches, kwaliteit, de installaties, de begeleiding, … Alles. Mijn vrienden waren in het begin enthousiaster dan ik, eigenlijk. ( lacht) Zij hadden iets van: wow, Chelsea! Ik zat er middenin, had een tijd in Canada geleefd, ik wist eigenlijk niet hoe big alles was.’

Ballenjongen

Was Chelsea je favoriete Londense team?

UGBO: ‘Neen. Nu ik er weg ben, kan ik het luidop zeggen. Arsenal was mijn favoriete ploeg. En Thierry Henry mijn favoriete speler. Ik heb van Chelsea leren houden, toen ik er zat.’ ( glimlacht)

Wanneer werd het serieus?

UGBO: ‘Rond je zestiende, zeventiende, wanneer je de Youth Cup begint te spelen, meer volk in het stadion ziet en mensen je beginnen te volgen. Clubs informeren of je een uitleenbeurt ziet zitten. Dan denk je: hmm… Londen is op zich al een grote stad, met heel veel jongens die voor zo’n club willen voetballen. De strijd was enorm. Ik had voortdurend het gevoel nieuwe spelers te zien. Haast elke maand. Mensen komen testen, tekenen of niet tekenen en dan weer verdwijnen. Het is altijd overeind proberen blijven, erbij blijven. Altijd druk, altijd concurrentie. En als je dat allemaal overleeft, en je krijgt een contract, dan ga je denken aan een profbestaan.’

Iké Ugbo: 'De jongere Ugbo zou misschien wél voor Marseille hebben gekozen.'
Iké Ugbo: ‘De jongere Ugbo zou misschien wél voor Marseille hebben gekozen.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Zorgde dat voor stress, altijd beoordeeld worden, in elke wedstrijd?

UGBO: ‘ No. Op die leeftijd laat je dat niet echt toe. Zeker niet als je, zoals ik, altijd blijft scoren en ook altijd wint. De stress komt pas als je Chelsea verlaat, op uitleenbasis.’

Viel een en ander te combineren met school?

UGBO: ‘Ja. Omdat ik op de club naar school ging.’

Blijf je dan niet te veel in je voetbalbubbel?

UGBO: ‘Nu zou ik zeggen: ja. Toen vond ik het rustgevend, je focus bleef op het voetballen. Het hangt allemaal een beetje af van je persoonlijkheid. Sommige jongens hebben er behoefte aan om ook buiten het voetbal vrienden te maken. Een min of meer ‘normaal’ leven te hebben, naast het veld. In mijn geval was op de club les krijgen goed, omdat ik dan meer gefocust bleef op dat voetballen. We verbleven bij een familie, met een paar jongens in hetzelfde huis. Die familie zorgde voor ons.’

Je was ballenjongen tijdens Chelsea-Barcelona, in de Champions League.

UGBO: ( knikt) ‘Ook bij Chelsea-Arsenal, de match waarin Robin van Persie een hattrick maakte. Dat is tot vandaag mijn favoriete match, maar ook dat kon ik lang niet zeggen. ( lacht luidop) Je bent als ballenjongen zo dicht bij de actie, dat je dan wel droomt ook eens op dat veld te staan.’

Als wij eens dicht bij het veld zitten, schrikken we altijd van de intensiteit. Wie meestal hoog in de tribunes zit, merkt daar minder van.

UGBO: ‘Klopt. Ik heb dat soms bij matchen op televisie. Dan denk ik soms ook: waar is de intensiteit? Tot je er naast staat, bijvoorbeeld als ballenjongen, en mannen als Van Persie van dichtbij bezig ziet.’

Was je nerveus, als je een bal moest gooien naar pakweg Dani Alves?

UGBO: ‘Soms ben je dat inderdaad. De manager vraagt vooraf om de stand wat te volgen. Lig je voor, dan mag je het rustig aan doen, maar lig je achter, dan moet het snel. En dan ben je wel eens zo zenuwachtig dat er twee ballen tegelijk op het veld belanden.’

Auto

Wat verandert er in je leven eens je je eerste contract tekent en centen verdient?

UGBO: ‘Heel veel. Soms ook de mensen rond je. Tot dan is het nog een spelletje, maar dat is met een handtekening weg. Misschien voel je dat niet bewust, maar het is er wel. Mensen komen je dingen vragen. Je rol verandert ook binnen je familie, je begint zelf meer zorg te dragen, verantwoordelijkheid te voelen. Je begint er ook over na te denken, dat je het serieus moet aanpakken om op dat niveau te blijven. Om te kunnen blijven zorgen voor de mensen om je heen.’

Herinner je je nog wat je kocht met je eerste loon?

UGBO: ‘Een auto. Een Audi, op dat moment sponsor van de club.’

Had je al je rijbewijs?

UGBO: ‘Nee. Ik was met Engeland op het WK in die periode en kocht de wagen nog voor ik zeventien was. Toen ik terugkwam, verjaarde ik, en kon ik rijlessen volgen. Nu snap ik dat het allemaal wel heel jong was om dat al te doen, maar dan wil je dat gewoon.’

Worden jongeren – en je hoeft niet te vertellen hoeveel je toen verdiende – voldoende voorbereid op die stap?

UGBO: ‘Neen. Ik was het in elk geval niet. Je ziet jongens fouten maken en het geld dat ze verdienen voortdurend direct uitgeven, en anderen gaan er goed mee om. Het duurt even voor je beseft: hé, hier gaan ook verantwoordelijkheden mee gepaard. Wie zeventien is, denkt daar niet aan. Dan heb je iets van: yes, I made it. Sommigen krijgen dan harde lessen.’

Een jongen onder volwassenen

Rond die periode ging je van de jeugd van Chelsea op uitleenbasis naar Barnsley, MK Dons en Scunthorpe United. Respectievelijk naar de Championship en League One. Van Londen naar Sheffield.

UGBO: ‘Nooit zo’n kou gehad in mijn leven als in Sheffield. Verschrikkelijk. Wie er opgroeit, kan het wel aan, maar ik vond het echt een schok. Achteraf bekeken was het een goeie ervaring, maar toen kende ik er eenzame dagen. Ik was nog zo jong en moest nog veel leren, en dat wilde ik op een nog hoger niveau dan dat ik bezig was. Ik was daar totaal niet klaar voor, denk ik.’

Van een dominante jeugdploeg die alles won kwam je in een degradatiestrijd.

UGBO: ‘Ergens denk je: ik ben voorbereid. Maar het zelf meemaken is toch anders. Mijn vertrouwen was groot, ik scoorde veel bij Chelsea, maar de gedachte dat dat vertrouwen me daar wel zou helpen, was totaal verkeerd. Met Chelsea deed ik soms mee in de League Cup, tegen A-teams uit lagere reeksen, en dat ging vaak goed, maar één bekerwedstrijd is totaal anders dan om de drie dagen competitie. Dat besef je pas als je er middenin zit.

‘Je zou kunnen zeggen: geef me wat tijd, een paar maanden, en ik pas me wel aan, maar een manager in de Championship heeft geen tijd. Die moet elke week drie punten pakken. Ik leerde daar het belang van afmaken. Be clinical. Een kans per wedstrijd, soms misschien slechts een halve kans. Bij de jeugd lukte me dat wel, maar tegen mannen… Daarom beslisten we dat ik er in januari beter weer kon vertrekken.’

Je leefde voor het eerst alleen, was het ook dat?

UGBO: ‘Ook. Voor jezelf koken.’ ( lacht)

Wat was je eerste maal dat jezelf maakte?

UGBO: ‘Instant noedels. Nu zou ik dat zelfs niet meer eten, maar toen was het makkelijk. Heet water en hop… ( lacht). Ik was veel te jong, achteraf bekeken, voor dat soort stappen.’

Was het een teleurstelling, als de manager komt zeggen: jongen, je wordt beter uitgeleend?

UGBO: ‘ Antonio Conte was de manager, ik trainde een paar keer met de A-ploeg, maar ik voelde dat het moment daar was om progressie te maken. Uitlenen is in Engeland een normale zaak als je achttien bent. Je wordt sneller volwassen. Alleen kwam ik telkens in hetzelfde verhaal terecht: bij een ploeg die vocht tegen de degradatie. Waar geduld geen issue was en scoren moest. Mijn vertrouwen was daardoor wankel, want ik scoorde te weinig. Anderzijds, door die drie ervaringen werd ik wel een man. Als ik foto’s van toen zie ( slaat de handen voor de ogen): ik was nog een kind. Fysiek niet klaar voor mannenvoetbal.’

Je mindset is zeer belangrijk. Die maakt het verschil en daar moest ik op focussen.

Iké Ugbo

Camp zonder boots

Koos jij de clubs, of deed Chelsea dat? Hoe gaat zoiets eigenlijk?

UGBO: ‘ Michael Emenalo was in die tijd sportief verantwoordelijke en hij speelde mij een lijstje door met clubs waaruit ik kon kiezen. Ploegen die belangstelling toonden. Ik had een goed seizoen, er waren veel opties. Mijn zaakwaarnemer had ook zijn inbreng en ik praat zeer veel met mijn pa. En zo kom je tot beslissingen. Mijn vader wilde overigens dat ik naar het buitenland zou gaan.’

Zoals Mason Mount deed, met Vitesse.

UGBO: ‘Ja. Zoals ik later deed, met Roda JC, en vorig seizoen Cercle. Mijn pa zag me ook in Nederland. Maar in mijn hoofd was Engeland de enige optie: Championship of Premier League. Dat leek logisch als route. Voor velen toen, al is dat nu aan het veranderen. Jonge Engelse voetballers kijken vandaag meer naar het Europese vasteland. Na Scunthorpe voelde ik nood aan een totale reset. Weg uit mijn vast gedachtepatroon, de klassieke ideeën. Ik ben toen ook van spelersmakelaar veranderd. Mijn hoofd moest leeg.’

Je ging in die periode te rade bij een psycholoog.

UGBO: ( knikt) ‘ Jamie Edwards. Joe Hart zat er ook bij. Hij nam ons mee op een camp, weg van Londen, weg van alles. Geen echt voetbalkamp, zonder schoenen dus. Een psychologisch camp, ergens in een hotel. Met een aantal jongens probeerden we mentaal klaar te zijn voor het nieuwe seizoen. Er was nog een andere jongen van Manchester City ook. Gareth Bale en Luke Shaw gingen ook bij Jamie, maar die waren er dat weekend niet bij. Iedereen vertelde over wat hij had meegemaakt. Ik probeerde de ervaringen weg van Chelsea te vergeten en terug te keren naar waar ik goed in was: scoren. Ik prentte me in: het team waar ik nu naar toe ga, daar ga ik scoren.’

Begon je te twijfelen aan je kwaliteiten?

UGBO: ‘Op sommige momenten tijdens die uitleenbeurten wel. Had ik het gevoel: ik kan niet meer scoren. Je weet, diep vanbinnen, dat je die kwaliteiten wél hebt, maar het lukt gewoon niet meer. In die periodes had ik heel veel aan Jamie. Je mindset is zeer belangrijk. Iedereen bleef zeggen dat ik talent had, maar het is de mindset die het verschil maakt. Daar moest ik op focussen. Ik kan iedereen een psycholoog aanraden, zeker topsporters. Je doet alles om je lichaam klaar te maken, maar het hoofd wordt soms vergeten. Jamie spreek ik nog steeds wekelijks.’

Je groeide op met Mason Mount, Tammy Abraham, Dominic Solanke en Reece James. Maakte hun progressie het ook lastig voor jou?

UGBO: ‘Neen. Je bent blij voor die jongens. We zaten samen op school, je trainde samen, je ging naar wedstrijden, elke dag was je samen. Dan kan je niet jaloers zijn op hun succes. Elk volgt uiteindelijk zijn eigen pad. Je bent blij voor mekaar, want we zijn ook opgegroeid met een heleboel jongens die het niet hebben gemaakt en uit beeld zijn verdwenen.’

Kevin De Bruyne was ook een reject van Chelsea, net als Romelu Lukaku. Een carrière maakt rare sprongen.

UGBO: ‘Klopt. Dat zie ik nu ook in, veel beter dan een paar jaar terug. Mijn pad loopt via het vasteland, eerder dan via de lagere afdelingen in Engeland.’

Genks project

België ligt je. Hoe komt dat?

UGBO: ‘Het hoofd, denk ik. Ik ben volledig gefocust op de goal. Vorig seizoen ging het al zeer goed bij Cercle. Ik had amper aanpassing nodig.’

Zestien goals voor Cercle in de competitie, maar amper tegen de topploegen. Bij Genk lukte dat meteen tegen Anderlecht. Zit het verschil hem in meer in de rechthoek komen dankzij een sterker team achter je?

UGBO: ‘Ik denk dat ook. Vorig seizoen sloten de topploegen ons vaak goed op, zodat ik er vrij alleen voor stond. Opnieuw een degradatiedebat ook. Op het einde had ik nood aan gesprekken met Jamie, meer dan eerder op het seizoen. Ik scoorde wel, maar vaak verloren we toch nog. Gelukkig konden we het op het einde keren en heb ik het team mee helpen redden.’

Verhoogt de druk op de spits in een degradatiestrijd?

UGBO: ‘Dat gevoel had ik, ja. Dat spelers steeds vaker naar mij gingen kijken en op mij rekenden. Je moet dus je niveau omhoog tillen.’

Was er tijdens de winterstop geen sprake van Monaco?

UGBO: ‘Ik heb dat een paar keer gehoord, maar dat was niet iets wat ik op dat moment in mijn carrière wilde. Ik wilde het seizoen afmaken met Cercle, mijn eerste volledige in een hoogste afdeling.’

Monaco ligt wel dicht bij Nice. Heb je daar nog familie wonen?

UGBO: ‘Mijn tantes. Mijn oma ook. Zij zouden zeer blij zijn geweest, maar deze zomer was er geen sprake meer van. Ik wilde mijn transfer snel afhandelen, maar door omstandigheden lukte dat niet. Dus ging ik met Chelsea op trainingskamp. Tuchel? Heel direct, to the point. Op het einde ging het wat meer over tactiek, de eerste sessies stonden in het teken van fysiek klaar geraken.’

Trainde je met Lukaku?

UGBO: ‘Neen. Toen ik vertrok, kwam hij erbij.’

Jij maakte plaats voor hem!

UGBO: ( lacht luidop) ‘ No, no. Maar ik zie hem wel graag bezig. Ik denk dat hij het goed gaat doen dit seizoen.’

Lukaku past meer in de lijn van Drogba. Heb jij meer kracht nodig?

UGBO: ‘Dat denk ik niet. Niet tot op dat niveau. Ik ben goed zoals ik nu ben: snel en stevig. Romelu is het prototype van de nummer 9 van Chelsea, ik neig meer naar de stijl Thierry Henry. Sterk, ja, maar slank, snel en wendbaar.’

Waarom werd het KRC Genk en bijvoorbeeld niet Marseille?

UGBO: ‘Zeer zeker om de spelers die ze hier in het verleden hebben ontwikkeld. Als je ziet waar die nu allemaal staan. Als je jong bent, besteed je daar geen aandacht aan, anders was ik veel vroeger gekomen. Op het einde van vorig seizoen sprak ik met de club en ze hadden een duidelijk plan met mij. Er was belangstelling van andere teams, maar ik voelde dat ik hier zou kunnen krijgen wat ik op dit moment in mijn carrière nodig heb. Mij ging het om het plan. Ik ben nog niet in mijn goeie jaren om nu al een Champions League te winnen, of een voorname rol elders. Dit is een volgende stap omhoog. Vroeger keek ik naar reeksen, als ik een team uitkoos. Nu denk ik er anders over. Ik moet slimmer zijn in de keuzes van mijn teams. De jongere Ugbo zou misschien wél voor Marseille hebben gekozen: topclub, Zuid-Frankrijk, dicht bij de familie, voetballen tegen Messi,… Maar de Ugbo van vandaag denkt dat dat misschien een foute keuze zou zijn geweest. Niet wat ik nu op dit moment nodig heb. Ik wilde ook Europees spelen en ken het voetbal hier. Na Cercle leek dat de goeie stap.’

Ook al is het kampen in de spits tegen iemand als Paul Onuachu.

UGBO: ‘Overal zijn er goeie spitsen. Meer dan één. Ik zou het vreemd vinden mocht ik hier de enige aanvaller zijn. Bij Chelsea was ik ook wel een en ander gewend, hoor.’

Genkspits Iké Ugbo over de moeilijke weg naar de top: 'Ik kan iedereen een psycholoog aanraden'
© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Keuze voor Nigeria

Iké Ugbo speelde voor de Engelse U17 en U20, maar in het shirt van de A-ploeg van de Three Lions zal u hem nooit zien. ‘Ik kies voor Nigeria. Op dit moment zijn we de papieren in orde aan het maken. De wereldbeker die eraan komt, speelt hierin zijn rol. Ik denk dat ik meer kansen maak bij Nigeria dan bij Engeland. Ik ben ook opgegroeid met beelden van de nationale ploeg en volgde altijd hun spitsen, zeker de jongens die naar Engeland kwamen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content