Gilles Mbiye-Beya: ‘Bij Antwerp is er meer diversiteit dan bij andere clubs’

© BELGAIMAGE
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Hij was ooit het gezicht van Belgian Youth Against Racism, een spin-off van Black Lives Matter. Maar nu is Gilles Mbiye-Beya vooral aan het bouwen aan zijn carrière bij Antwerp en probeert hij gestaag op te klimmen in de hiërarchie van de voetbalanalisten.

Je kan Gilles Mbiye-Beya haast niet missen. Hij steekt ruimt 180 centimeter boven de grond uit en hij heeft de lichaamsbouw van eenlineman, het soort heerschap in het american football dat lijf-aan-lijfgevechten moet aangaan wanneer de quarterback aan de bal is.

Maar daar stopt de vergelijking. De 26-jarige Antwerpenaar blaast zijn toehoorders eerder omver met zijn flow aan woorden dan met zijn handen. En in zijn job als teammanager van de beloften van Antwerp moet hij vooral zijn brein gebruiken om de dagdagelijkse klusjes op te knappen.

Eigenlijk was het een kwestie van tijd voor hij bij het stamnummer één zou belanden. ‘De eerste wedstrijd die mij echt is bijgebleven was een oefenmatch tussen Ghana en Togo op de Bosuil (8 februari 2011, nvdr)’, zegt Mbiye-Beya. ‘Ik wilde die wedstrijd zien omdat er twee Afrikaanse ploegen speelden. En ik moet zeggen dat het een bijzondere ervaring was om zoveel zwarte mensen in een stadion te zien. Het was mijn eerste keer op de Bosuil en ik zal die wedstrijd nooit meer vergeten.’

Mbiye-Beya groeide op in het Kiel, op vijfhonderd meter van het Kiel Park en niet gek ver weg van het Olympisch Stadion van Beerschot. ‘In vergelijking met het begin van de jaren 2000 is het aangenamer wonen op het Kiel. Ik zou het geen getto of achterbuurt willen noemen, maar de wijk heeft lang te kampen gehad met een slechte reputatie. Ondanks alle inspanningen van de stad om de buurt op te waarderen zijn de problematieken – drugs, geweld, nachtlawaai – nog niet verdwenen. Toch heb ik er mij altijd op mijn gemak gevoeld.’

Het Olympisch Stadion maakt integraal deel uit van het Kiel, maar het grootste deel van de bevolking heeft een apathische houding ten opzichte van Beerschot. Hoe was jouw relatie met Beerschot?

MBIYE-BEYA:’Mijn club is AC Milan. Als tiener was ik geen uitgesproken supporter van een Belgische ploeg, maar in mijn buurt was ik wellicht een van de weinige die een band had met het voetbal in Antwerpen. Mijn oom was supporter van Beerschot en ik ging af en toe met hem mee naar het stadion. Ik hoorde spreekkoren tegenover donkere spelers die mij deden veronderstellen dat ik misschien niet welkom was in dat stadion. Voor mijn oom, de broer van mijn mama, was het niet evident om daarmee om te gaan. Via mijn moeder ben ik namelijk voor een kwart blank en mijn oom is volledig blank. Als er weer iets geroepen werd door een deel van het publiek zei hij gewoon: ‘Niet op letten, die mensen zijn dom. Ze weten niet beter.”

Intussen ben je al een vijftal jaar een volbloed Antwerpman. Hoe ben je erin gerold?

MBIYE-BEYA:’Ik studeerde bedrijfsmanagement, optie sportsmanagement, aan de Thomas More hogeschool. In het laatste semester van mijn studies moest ik een stage vinden van dertien weken en na een gesprek met Sascha Van de Sande, die nu teammanager is van de eerste ploeg, mocht ik bij Antwerp beginnen. Ik liep stage bij horeca en events en ik heb zelfs mee de offertes aangevraagd voor de vier schermen die in de Bosuil stonden opgesteld tijdens de kampioenswedstrijd in Roeselare. In de zomer heb ik twee maanden als student gewerkt op de afdeling finance & ticketing en een dag na het behalen van mijn diploma ben ik als materiaalman begonnen bij de beloften. Ik droomde er nochtans niet van om handenarbeid te verrichten, maar ik heb op geen enkel moment neergekeken op de job.’

Mannenbastion

Je begon afgelopen zomer aan je derde seizoen als teammanager van de beloften. Op je 26e ben je een van de jongste voltijdse teammanagers van het land.

MBIYE-BEYA: ‘Ik ben de jongste binnen de staf van de beloften. En dat ik op mijn leeftijd al teammanager ben, toont aan dat er binnen de club veel vertrouwen was om mij de volgende stap te laten zetten. Ik kom sommige spelers tegen in het uitgaansleven – wat betekent dat we in dezelfde leefwereld zitten. Het zijn mijn broertjes. Mijn ‘petits‘. Ik ben hun eerste aanspreekpunt. Ik moet een paar keer per maand jongens uit hun bed bellen die zich overslapen hebben, ik moet buitenlanders uitleggen hoe de huisvuilophaling werkt en na mijn werkuren ben ik eens langs geweest bij een speler die niet wist hoe hij zijn televisie moest installeren. Ik vind het gek dat je jongvolwassenen moet leren hoe ze voor zichzelf moeten zorgen…

‘Voor de meeste spelers ben ik trouwens de eerste zwarte teammanager die ze tegenkomen. Ik kan mij inbeelden dat het vooral voor de zwarte jongens speciaal is. Er kwam ooit een speler zeggen dat een supporter iets racistisch had geroepen en ik was blij dat hij dat aan mij had gemeld. Had hij dat tegen een blanke teammanager ook gezegd? Ik weet het niet…’

Er wordt vaak meewarig gedaan over de jeugd van Antwerp omdat er niemand doorbreekt in de A-ploeg. Heb jij een positieve evolutie gezien sinds je aankomst op de Bosuil in 2017?

MBIYE-BEYA:’Er wordt geïnvesteerd in de jeugd. Bij de beloften hebben we zelfs een staf van tien mensen. Op termijn zullen al die investeringen hun vruchten afwerpen, maar het heeft zijn tijd nodig. Hoeveel clubs slagen erin om vijf jeugdspelers op het wedstrijdblad te zetten? Anderlecht, Standard, Club Brugge en Genk. That’s it.’

Hoe zie jezelf doorgroeien bij Antwerp?

MBIYE-BEYA:’Ik ben niet de man van de langetermijnplanning. Misschien doe ik binnen vijf jaar iets helemaal anders. Ik heb wel gemerkt dat er veel waarde gehecht wordt aan het woord loyaliteit. Voetbal is een van de weinige sectoren waar mensen van jou verwachten dat je heel je leven voor dezelfde club werkt.’

Jij bent wel het levende bewijs dat diversiteit op de werkvloer geen loos begrip is op Antwerp.

MBIYE-BEYA: ‘Op het einde van de dag moet je altijd de beste aannemen. Mensen puur selecteren op kleur of geslacht? Daar geloof ik niet in. Maar bij Antwerp is er sowieso meer diversiteit dan bij andere clubs. De directiesecretaresse is een vrouw, het hoofd finance ook. Bij marketing, legal en bij de jeugd krijgen vrouwen ook veel verantwoordelijkheden. En overal vind je mensen van buitenlandse origine. Toch blijft het voetbal een blank mannenbastion. Maar het zou niet eerlijk zijn om de schuld af te schuiven op de clubs, want het Belgische voetbal leeft niet zo bij de allochtone bevolking. Het publiek is ook bijna homogeen blank. De vraag is: hoe wil je die kwestie als club aanpakken? Elke club moet voor zichzelf uitmaken in hoeverre ze wil investeren in een divers toeschouwerspubliek.’

Gilles Mbiye-Beya: 'Bij Antwerp is er meer diversiteit dan bij andere clubs'
© BELGAIMAGE

Franse krachttermen

Naast je activiteiten bij Antwerp ben je ook bekend als een frontman van de podcasts van Koolcast Sport. Je viel zo hard op dat je nu samen met Jonas Decleer en Marc Degryse een vast panellid bent in HLN Sportcast Champions League.

MBIYE-BEYA:’Ik wist dat ze ons bij de VRT en DPG Media (het bedrijf boven Het Laatste Nieuws, De Morgen, VTM, nvdr) volgden, maar ik had niet gedacht dat we zo snel uitnodigingen zouden krijgen. Brian Soares, mijn collega van Koolcast, mocht bij MIDMID op bezoek gaan en ik mag het na elke Champions Leaguewedstrijd van Club Brugge gaan uitleggen in HLN Sportcast. Ik had niet het gevoel dat ik al klaar was om dit te doen en daarom wil ik mezelf nog geen analist noemen. Maar de reacties over mijn optredens zijn overwegend positief. Het is te zeggen: ik lees enkel de positieve commentaren die mijn moeder mij stuurt. Het kan goed zijn dat ik veel shit over mij heen krijg.’ (lacht)

Je wordt bij HLN Sportcast opgevoerd als een alleskijker van het internationale voetbal. Met welke ogen kijk je nu naar de Champions League wetende welke mechanismen er schuil gaan achter die competitie?

MBIYE-BEYA: ‘Als kind keek ik met veel verwondering naar de Champions League, maar er is de laatste twintig jaarzoveel romantiek uit het voetbal verdwenen dat ik mijn naïviteit opzij heb gezet. Na het laatste fluitsignaal draait het voornamelijk om geld. Neem nu de overname van Newcastle. Vroeger zou ik het spannend gevonden hebben dat Newcastle veel geld zou kunnen spenderen op de transfermarkt, nu stel ik mij daar tal van vragen bij.’

Wat is je precieze rol in HLN Sportcast?

MBIYE-BEYA:’Ik benmijn plaats nog aan het zoeken. Het tactische aspect wordt volledig gecoverd door Marc en ik probeer nu en dan een leuke insteek te hebben tijdens het gesprek. Ik voel hoe dan ook het respect van Jonas en Marc. Ze hebben mij niet gehaald om de diversiteitscijfers op te krikken, maar omdat ze het boeiend vinden om met mij over voetbal te praten. Maar ik zit nog in een leerproces. Na Club Brugge-Manchester City kon Marc iets zinnigs zeggen over alle spelers. Ik heb mij gefocust op Phil Foden en JoãoCancelo en dat was al meer dan genoeg voor mij. Ik pik sowieso zaken op van Marc die ik kan toepassen voor mijn eigen podcasts.’

Denk je dat de podcasts van Koolcast Sport gesmaakt worden omdat ze een groter straatgehalte hebben dan de mainstream sportcasts.

MBIYE-BEYA:’Iemand schreef laatst in de commentaarsectie dat wij de straat naar het scherm hadden gebracht. Ik dacht: man, er is niets street aan mij. Ik heb een master gehaald in sportmanagement, ik heb nooit op straat rondgehangen, ik heb nooit drugs verkocht en ik heb geen strafblad. Ons taalgebruik is niet conform aan het algemeen Nederlands – daar zijn we ons van bewust – en we kwakken er Franse krachttermen bij. En ja, wij kijken op een andere manier naar voetbal. Laatst gingen we met elkaar in debat over Eden Hazard en Angel Di María en dat mondde uit in een vurige discussie waarbij we teenslippers naar elkaar gooiden. We spelen geen rolletje, zo zijn wij ook als de camera’s niet aanstaan. Bij HLN zal ik niet vloeken of wild doen, want Jonas en Marc zullen mij die energie niet teruggeven en dan zou mijn gedrag vreemd overkomen. Er zijn verschillende versies van mezelf die ik op verschillende tijdstippen moet laten zien.’

Degryse vond het bullshit dat Pep Guardiola zogezegd informatie had ingewonnen over Club Brugge bij Vincent Kompany. Jij sloot je daar bij aan. Heb je achteraf geen spijt van zo’n uitspraak?

MBIYE-BEYA🙁schudt het hoofd)’Ik probeer een soort van filter te hanteren zonder mezelf te verliezen. Als ik vind dat Guardiola acteert, dan zeg ik dat. Ik geloof dus nooit dat hij twintig minuten met Kompany heeft gebeld over Club Brugge. Hij heeft Kompany een pluim willen geven. Als Marc kan zeggen dat de woorden van Guardiola bullshit zijn, dan mag ik dat ook zeggen…’

Ben jij van mening dat je in een podcast alles mag zeggen?

MBIYE-BEYA: ‘Ik wil niet gecensureerd worden. Ik weet dat ik bepaalde moppen kan maken op Koolcast en niet bij HLN omdat het publiek anders is samengesteld. Maar ik ga uit van het principe dat je met alles mag lachen. Op het juiste moment en met de juiste mensen.’

Was de tijd rijp in Vlaanderen om een zwarte voetbalanalist op het scherm te introduceren?

MBIYE-BEYA: ‘Goh. Natuurlijk is er plaats voor een zwarte voetbalanalist. Net zoals er plaats is voor zwarte trainers, zwarte voetballers, zwarte supporters, enzovoort. Het is altijd interessant om mensen met een andere achtergrond op een scherm te zien en andere inzichten te horen. Iedereen – allochtonen, vrouwen, holebi’s – mag zijn plaats opeisen in het medialandschap. En als mensen ons niet willen zien, dan moeten ze maar niet op onze podcast klikken.’

Alain Eliasy

Belgian Youth Against Racism

Is er een talentvolle voetballer aan jou verloren gegaan?

MBIYE-BEYA: ‘Ik heb ooit aan een paasstage van Beerschot en een voetbalkamp van Antwerp deelgenomen. Maar daarnaast ben ik niet verder geraakt dan de gewestelijke reeksen bij Boechout en Ostan in de KVV (Koninklijke Vlaamse voetbalbond, nvdr). Ik heb nooit de ambitie gehad om profvoetballer te worden en op mijn achttiende ben ik gestopt omdat het duidelijk was dat ik via mijn diploma veel meer geld zou verdienen dan met voetbal.’

Hoe vaak heb je in je jeugd te maken gehad met racistisch taalgebruik rond een voetbalveld?

MBIYE-BEYA:’Trainers, ouders, tegenstanders: ze hebben allemaal wel eens iets geroepen tegen mij. Zelfs van mijn eigen ploeggenoten kreeg ik rare opmerkingen. Bij Ostan moest ik eens op linksback spelen om de blessure van een maat op te vangen. Mijn tegenstander was de enige zwarte in zijn ploeg en ik was de enige in mijn ploeg. Mijn teamgenoten waren heel de tijd aan het roepen: dek uw vriend, dek uw vriend! Terwijl ik die jongen nog nooit van mijn leven had gezien. We konden er allebei om lachen. En het is een vorm van microagressie die ik altijd heb kunnen plaatsen. Het is een verloren zaak om daar tegenin te gaan.’

Was dat niet het soort racisme dat je bestreed met Belgian Youth Against Racism?

MBIYE-BEYA: Ik heb mijn engagement bij Belgian Youth Against Racism een jaar geleden afgebouwd. Enerzijds had ik er geen tijd meer voor en anderzijds was het emotioneel te vermoeiend geworden om het te blijven doen. De intenties van de organisatie waren goed, maar ik ben tot de conclusie gekomen dat ik op politiek vlak niets zou kunnen veranderen aan het structurele racisme in België.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content