Michel Bruyninckx

‘Het is erg verontrustend wat we kinderen in het voetbal aandoen’

Michel Bruyninckx Voetbaltrainer, grondlegger van de Michel Bruyninckx Methode.

Michel Bruyninckx, pionier in breincentraal leren, richt het woord tot de voetbalwereld. ‘Is het nog langer verantwoord om wetenschappelijk onderbouwde knowhow met zo’n positieve impact op het leven van kinderen links te laten liggen?’

De cijfers in Sport/Voetbalmagazine onlangs waren duidelijk: het rendement van de jeugdopleiding in ons land is ontzettend laag. Ook de cijfers van het Zwitserse CIES Football Observatory wijzen het jaar na jaar uit: de Jupiler Pro League is een van de nationale competities in Europa met het kleinste percentage speeltijd voor zelfopgeleide spelers.

Maar het alarm gaat intussen overal af.

In Duitsland zijn er 9 procent minder jeugdvoetballers dan 10 jaar geleden . Er waren in 2019 zelfs 3450 jeugdteams minder ingeschreven dan in 2018. Recordkampioen Bayern München maakte onlangs bekend dat het in zijn academie de U9 en de U10 gaat opdoeken om bij zulke jonge kinderen de druk weg te nemen en ze meer creatieve vrijheid te geven.

In Engeland waarschuwt ex-international Gary Lineker al langer voor de gevolgen van de negatieve sfeer in het jeugdvoetbal, onder meer omdat kinderen die te hard gepusht worden hun liefde voor de sport dreigen te verliezen. Debbie Sayers, doctor in de rechten, voert er zelfs een campagne voor de bescherming van de rechten van het kind in de sport. Geschokt door de kritische en soms beledigende manier waarop kinderen in het voetbal door volwassenen behandeld worden, schreef ze de voetbalbond en de politiek aan. Ze stelt vast wat steeds meer mensen zien: het is een schande wat we kinderen in het voetbal aandoen. Het is erg verontrustend. Toen Manchester City vorig jaar overwoog om met een U5-eliteopleiding te beginnen, werd het bedolven onder kritiek van pedagogen, psychologen en psychiaters. Het is een strijd die ikzelf al 20 jaar voer.

In Frankrijk haalde de eersteklasser FC Lorient al zijn jeugdteams tot U15 uit competitie. Ze kwamen er tot het inzicht dat het één grote illusie is om op die leeftijd al kinderen te selecteren en prestaties te laten leveren met het oog op een carrière als profvoetballer.

In de Verenigde Staten zijn er van de 3,5 miljoen jeugdbasketters slechts 54 die de NBA halen. Bovendien blijken de uiteindelijke groten vaak spelers te zijn die in de overgang van high school naar college werden weggestuurd wegens niet goed genoeg voor het topniveau.

Dat geeft allemaal aan dat er in de jeugdopleiding iets fundamenteel fout is.

Voortschrijdend inzicht

Het is hoog tijd om de manier waarop we kinderen aansturen anders aan te pakken en daar de ouders bij te betrekken. Want het is altijd de context die bepaalt hoe iemand zich ontwikkelt. Er is nood aan andere structuren, aan andere inhouden en zeker ook aan een veel groter taalbewustzijn. Psychologisch onderzoek wijst uit dat zo’n tachtig procent van de uitspraken tijdens communicatiemomenten negatief zijn. Dat is erg schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen.

Het kind moet centraal staan. Maar omdat we het verkeerd aanpakken, misvormen we het al van in het begin. Zie onder meer het NASA-onderzoek waaruit blijkt dat 98 procent van de kinderen van 5 jaar geniaal niveau haalt in creatief, innovatief, probleemoplossend denken. Bij kinderen van 10 jaar is dat maar 30 procent meer, bij kinderen van 15 jaar nog slechts 12 procent en bij volwassenen amper 2 procent! Daarvan val je toch van je stoel?!

De grootste reden waarom de creatieve kracht van het brein tijdens het opgroeien zo afneemt, blijkt te zijn dat volwassenen constant oordelen over kinderen, hen bekritiseren en hen afkeuren.

In het voetbal is het niet anders. Vanaf heel jonge leeftijd gaan we van kinderen al zeggen: ‘Jij bent een toptalent en jij bent dat niet.’ Hoeveel laatrijpe en/of laat op het jaar geboren kinderen spelen er in onze eltitejeugdploegen? Weinig of geen. Is het potentieel van laatrijpe en/of laat op het jaar geboren kinderen dan kleiner? Natuurlijk niet. Het grote probleem in het jeugdvoetbal is dat opleiding er van kindsbeen af als een prestatiemodel bekeken wordt. Dat is een verschrikkelijke fout. Kinderen worden veel te vroeg onder druk gezet.

‘Het is erg verontrustend wat we kinderen in het voetbal aandoen’

Coaches denken vanuit hun prestatiemodel dat kinderen mentaal en cognitief alle inhouden en richtlijnen die ze hen geven 100 procent kunnen verwerken en opslaan in de hersenen. Maar het deel van de hersenen dat ervoor zorgt dat mensen goede beslissingen nemen, is pas omstreeks de leeftijd van 25 jaar volgroeid! Kinderen hebben het recht om fouten te maken. Het is pas dan dat ze echt leren.

Over de hele wereld bevestigt onderzoek dat het nergens op slaat om van bij het begin bevestiging te zoeken via resultaten. We moeten stoppen met iedereen altijd eerst te belasten. Alvorens iets in gang te zetten, moeten we eerst naar de mens kijken. Want de grote kracht zit niet in het prestatiemodel maar in de manier waarop coaches met die jonge mensen verbonden zijn en hen gidsen.

Waarom is Messi Messi kunnen worden? Omdat hij als heel klein mannetje duizenden uren met de bal bezig is geweest, omdat hij daar de ruimte en de tijd voor kreeg en daarbij positief aangemoedigd werd door zijn familie. Ronaldo op Madeira: hetzelfde verhaal. De papa van Kylian Mbappé zei ooit: ‘Er lopen in Parijs 50 Mbappés rond, maar we vernietigen ze allemaal.’

Eerst ontwikkelen, dan presteren

Ontwikkeling gaat in de eerste plaats om gezond leren bewegen. Dat is van fundamenteel belang om je hersenen te organiseren en daar is een veilige omgeving voor nodig. Want als een kind emotioneel blokkeert, kan het zijn potentieel niet meer aanspreken.

Onderzoek aan de prestigieuze Harvard University wijst uit dat als een kind te veel negatieve opmerkingen krijgt, het zwak gewapend is om later het prestatiemodel in te gaan. En: dat als je kinderen die te weinig positieve aanmoedigingen kregen positiever gaat benaderen, het verschil met kinderen die wel voldoende positieve aanmoedigingen kregen kleiner wordt. Ik werkte zelf al vaak met zogenaamde verloren gevallen, spelers die elders waren weggestuurd wegens niet goed genoeg, en behaalde daar verbluffende resultaten mee. Dries Mertens is er één van.

Het gaat erom dat je voor het kind een goed mentaal kader creëert waarin je het veel uitdagingen en ervaringen biedt, zelfs in verschillende sporten. Dat je het kind positief stimuleert om te bewegen en actief te zijn. Dat je het prikkelt om initiatief te nemen en zelf oplossingen te zoeken. Dat je het daarvoor de tijd en de ruimte geeft en het aanmoedigt. Dat is de basis voor een veel betere latere ontwikkeling.

'De papa van Kylian Mbappé zei ooit: 4Er lopen in Parijs nog 50 Mbappés rond, maar we vernietigen ze allemaal
‘De papa van Kylian Mbappé zei ooit: 4Er lopen in Parijs nog 50 Mbappés rond, maar we vernietigen ze allemaal”.’© Belga Image

Want: hoe leert een kind lopen?

Het doet daar 11 à 12 maanden over, het zet dagelijks duizenden stappen en het valt tientallen keren. Dat doet het helemaal zelf. In zijn boek Te Voet concludeert hoogleraar experimenteel hersenonderzoek Shane O’Mara dat het onmogelijk is om een kind te leren lopen met behulp van mondelinge instructies: het werkt niet om het te zeggen dat het moet vallen om te leren hoe het niet moet vallen. Het hoeft geen betoog dat het evenmin zou werken, mocht het telkens het valt afkeurende commentaar krijgen.

Ook in deze fase kunnen te ambitieuze ouders al onbewust problemen creëren. Namelijk als ze hun kind omwille van de opvatting ‘mijn kind moet het beste kind zijn en dit tonen aan de omgeving’ overdreven gaan aanmoedigen om zo snel mogelijk rechtop te lopen. Het overslaan of inkorten van de kruipfase kan rond de leeftijd van 8 jaar leerstoornissen veroorzaken. Nog voor een kind kan lopen, loert het prestatiemodel al om de hoek.

De mens is een wezen dat hulpeloos ter wereld komt. Bij de geboorte kunnen we niet rechtstaan. Zintuigelijk zijn we nog niet voldoende gewapend om onze omgeving te controleren. Er is tijd nodig om het lichaam te activeren en spieren aan het werk te krijgen. Vanuit ons DNA krijgen we voortdurend prikkels naar de spieren, bewegingsreflexen, waardoor de spieren zich beginnen te ontwikkelen. Geleidelijk aan gaan de zintuigen meer oppikken vanuit de omgeving en door die info leren we onszelf waar te nemen en ons lichaam klaar te stomen om deel uit te maken van die omgeving en er gebruik van te maken. We ontwikkelen ons dus door de context. Door zelfstandig te bewegen programmeren en herprogrammeren we ons brein. Vandaag weten we ook dat onze hersenen plastisch zijn en zich levenslang kunnen blijven herstructureren.

Goed georganiseerde hersenhardware

Wat blijkt? Heel veel kinderen houden in hun brein resten over van die bewegingsreflexen en kunnen daardoor hun hersenactiviteit niet volledig benutten. Ook andere bewegingsstoornissen, zoals een gebrek aan evenwicht en stabiliteit, spelen hierbij een rol. Om het in computertaal uit te drukken: als de hardware niet optimaal georganiseerd is, kan je ook de software niet optimaal gebruiken.

Die hardware wordt aangestuurd door een klok in de hersenen, een soort van interne metronoom, en die kan je ontregelen door een kind een programma aan te bieden waar het nog niet klaar voor is. Werkt een kind zijn breinklok slecht, dan gaat het enorm impulsief reageren, motorisch en/of cognitief. Zo zijn er veel die door een gebrek aan controle hun potentieel vernietigen. Dat gedrag wordt ontwikkeld in een omgeving waarin het kind onderdrukt of negatief behandeld wordt en onmiddellijk prestatiegericht begeleid wordt.

‘De sleutel om kinderen optimaal te kunnen ontwikkelen, is dus: bewegen en leren samen laten gaan in een optimale mentaal-emotionele context.’

De sleutel om kinderen optimaal te kunnen ontwikkelen, is dus: bewegen en leren samen laten gaan in een optimale mentaal-emotionele context. In die omstandigheden kunnen die belemmerende restreflexen en andere bewegingsproblemen er met specifieke bewegingen ook weer uitgehaald worden. Binnen de zes à acht weken worden er dan in de hersenen nieuwe netwerken aangelegd.

In de Michel Bruyninckx Methode (MBM) maken we daarvoor gebruik van een hulpmiddel: een bal, in verschillende formaten, aan een touw die werkt als een metronoom om de hersenklok aan te sturen. Als je er ritmisch mee zwaait, komen stukken ruimte binnen een bepaalde interval beschikbaar en dat is net wat de hersenen vragen. Alles wat je leert, motorisch en cognitief, draait om timing. Breintiming. Dat zagen we onlangs nog in Brain Man op Canvas.

Met zo’n metronoombal of M-bal kan je je timing verbeteren en je technische uitvoering variëren en versnellen. Waar het om gaat, is synchronisatie: het afstemmen van de timing in de interne wereld op de timing in de externe wereld. Het is in de Verenigde Staten ontdekt en het wordt er ook met succes toegepast bij kinderen met leer- en gedragsproblemen: als het ‘interactive metronome system’ wordt afgesteld en de breinklok beter begint te werken, wordt alles beter. Dan kan je je motorisch handelen en het nemen van goede beslissingen opvallend versnellen.

Timing is fundamenteel in MBM, niet alleen tijdens de M-baloefeningen: het is de sleutel voor de volledige ontwikkeling van een kind of een speler. Thierry Henry verklaarde ooit dat hij nooit een slimmere speler zag dan Dries Mertens. Dries werkte via mij jarenlang aan zijn timing.

Is het niet meer dan tijd om de wetenschap over de werking van het brein te integreren en op een andere manier naar leren en bewegen te kijken? De Nederlandse neuropsycholoog Jelle Jolles was daar in een recent interview heel duidelijk over: ‘Ik pleit er al jaren voor dat in de leraarsopleiding een vak wordt opgenomen waarin uitgelegd wordt hoe het brein van kinderen en tieners werkt en wat het verschil is tussen tienerjongens en tienermeisjes’. Dat zou ook voor de trainersopleiding moeten gelden.

Een voetballer is een mens, geen robot

We moeten het niet in programma’s zoeken maar in de mens. In het voetbal leggen we een kind al op prille leeftijd druk op om te beantwoorden aan een bepaalde norm zonder te weten wie het is en welke prikkel het nodig heeft om te kunnen evolueren. Beantwoordt het niet aan de verwachte prestatie, dan vliegt het eruit. Daar moeten we echt dringend mee stoppen, want zo maken we veel kapot.

‘We moeten het niet in programma’s zoeken maar in de mens.’

Eigenlijk moeten we dat prestatiegericht begeleiden stilleggen tot aan 15 à 16 jaar. Geef jeugdspelers tot na hun puberteit de tijd die nodig is om zich optimaal te ontwikkelen. Speel toernooitjes in het weekend. Geef ze de ruimte om zichzelf te ontdekken, zichzelf aan te sturen en autonoom te leren. Dan zullen ze meer in zichzelf geloven en beter presteren in het voetbal en op school. Zo kan je de toekomst van kinderen via de sport enorm versterken. Zou het toeval zijn dat 80 procent van de olympische medaillewinnaars voor de leeftijd van 16 jaar niet specifiek één sport beoefende?

Zet kinderen in een neurodidactisch model waarin ze niet tegen elkaar uitgespeeld worden maar waarin ze samen leren en elkaar voortdurend aanmoedigen. Organiseer oefenvormen waarin het maturiteitsverschil, fysiek en/of cognitief, grotendeels wordt geneutraliseerd, zodat er meer kans is op succesbeleving. In een één-tegen-één-wedstrijdje een grote tegen een kleine uitspelen, zonder kans op succes voor die kleine, is waanzin. Als de vaardigheid van het kind te sterk afwijkt van wat er verwacht wordt, zal het mentaal-emotioneel blokkeren. Is er dan ook nog een trainer die zegt dat het niet goed is wat het doet, dan is dat voor dat kind een catastrofe.

‘Een kind dat zich goed voelt, zal zich beter ontwikkelen.’

Naast het fysiek vermogen en het denkvermogen, is ook de emotie belangrijk. Emotie is de aan-uitknop van het leervermogen. Een kind dat zich goed voelt, zal zich beter ontwikkelen. Het zal zo meer zelfvertrouwen en eigenwaarde opbouwen. Maar in het voetbal wordt het belang van welzijn vaak over het hoofd gezien.

Intelligentie en goed gedrag ontwikkelen

Laten we intelligente voetballers ontwikkelen. Laten we ze verbanden leren zien, patronen leren herkennen en zo hun anticipatievermogen en handelingssnelheid verbeteren. Kinderen tactische systemen aanleren, is voorbijgestreefd. Voetbal is onvoorspelbaar en zo moeten we het benaderen. De kunst is je voortdurend te kunnen aanpassen aan een steeds veranderende situatie. Daarvoor moeten we de mogelijkheden van het brein optimaal benutten en spelers in een opleiding voortdurend in opgaven plaatsen waarin ze moeten nadenken.

Het brein is een patronenmachine: het zoekt altijd naar patronen. Breincentraal trainen zorgt ervoor dat je je kortetermijngeheugen enorm uitbreidt en daardoor meer van de situatie kunt opnemen en dus betere beslissingen kunt nemen. Daarvoor moeten we de principes van breincentraal leren in de opleiding integreren.

‘Kinderen tactische systemen aanleren, is voorbijgestreefd.’

Wat willen we? Willen we dat onze kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen? Ja, toch?! Wel, dan moeten we dringend tot inzicht komen hoe we dat het best doen én ons daaraan aanpassen. Dat is mijn passie en mijn levensdoel. Daar investeer ik al mijn hele leven in, in het onderwijs en in de sport.

Als onze hersenen beter getuned zijn, als we elkaar beter begrijpen, als we mensen niet altijd meer tegen elkaar uitspelen en als het vertrouwen toeneemt, dan kunnen we als volwassene onwaarschijnlijk veel dingen ten goede veranderen in het leven van een kind.

In probleemscholen in Wallonië en Brussel is zelfs al gebleken dat met de neurodidactische methode die ik ontwikkelde op korte termijn niet alleen leer- en gedragsproblemen 10 tot 20 procent verbeteren, maar dat ook problemen tussen verschillende culturen opgelost geraken. Het verheugt mij dat dit intussen wereldwijd ingang begint te vinden.

Verantwoordelijkheid opnemen

José Mourinho gaf mij destijds de gelegenheid om met mijn methode een volledige week het eerste elftal van Real Madrid te trainen. Zinédine Zidane nodigde mij uit voor een gesprek van drie uur en FC Barcelona bood mij de kans om MBM te presenteren in La Masia.

Chris Van Puyvelde zal de Michel Bruyninckx Methode integreren in zijn Red Print met inhoudelijke richtlijnen voor de ontwikkeling van het Chinese voetbal. De Zwitserse voetbalbond maakte er kennis mee via FC Lugano en de onderwijsverantwoordelijken van Ticino, het Italiaanse deel van Zwitserland, gaven mij de kans om de knowhow voor te stellen tijdens een bijscholing voor leerkrachten. De nationale televisiezender wijdde er zelfs een reportage aan. Vanaf juli zullen ook in Duitsland projecten opgestart worden en door de Duitse voetbalbond opgevolgd worden.

In de Verenigde Staten zijn er al MBM-academies in New York en in Virginia: de eerste wordt geleid door Karim Saidi Mazarou, de tweede door Nick Arzani. In Mexico maakt Delfino Martinez, president van de Asociación Cognitiva y Deportiva A.C., enthousiast gebruik van de methodiek. In Australië is Zlatko Arambasic, ex-speler van onder meer KV Mechelen, een pleitbezorger; en in Nieuw Zeeland is Callum Christopher als leraar en coach in de Roskill Grammar School een fervente aanhanger.

In Nederland kreeg het project Jeugdvoetbal Stad Apeldoorn, de omgeving waar Dries Mertens zich doorontwikkelde, de KNVB-award ‘Meer dan voetbal’ voor de vernieuwende voetbalopleiding waarvan MBM een onderdeel is.

'De Waalse minister van Sport wil na de MBM-projecten in Flémalle en Ensival het onderwijs hervormen op basis van de natuurlijke leermechanismen van het brein.'
‘De Waalse minister van Sport wil na de MBM-projecten in Flémalle en Ensival het onderwijs hervormen op basis van de natuurlijke leermechanismen van het brein.’© Belga Image

Wat België betreft, werkte de faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen van de KU Leuven met mij samen voor een masterthesis ‘executieve functies’ in de lagere school Heikant-Rotselaar en bij de U8 van KRC Genk. Die samenwerking leverde zeer interessante resultaten op en zal nog uitgebreid worden.

De Waalse minister van Sport wil na de MBM-projecten in Flémalle en Ensival het onderwijs hervormen op basis van de natuurlijke leermechanismen van het brein. De inhoud van het vak lichamelijke opvoeding zal worden opgewaardeerd: bewegingsleer zal worden aangewend om de hersenen beter te ontwikkelen en te optimaliseren.

Maar in het Belgisch voetbal blijft het moeilijk. Ik begrijp dat, want het vergt een andere manier van denken dan we gewoon zijn. En zijn we van aard niet een beetje behoudsgezind? Maar iedereen die verantwoordelijkheid draagt in de ontwikkeling van kinderen moet zijn verantwoordelijkheid opnemen: is het nog langer verantwoord om wetenschappelijk onderbouwde knowhow met zo’n positieve impact op het leven van kinderen links te laten liggen? Wat zijn daarvan de gevolgen voor de jeugdspeler die kans wil maken in het eerste elftal, voor het economisch rendement van deze speler voor de club én voor de jarenlange investeringen in de opleiding van ‘homegrown’ spelers?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content