‘Het voetbal en de levensstijl: de Serie A heeft me verleid’

© BELGAIMAGE

Een nieuwe positie diep in de spits, bijna topschutter van Italië, een monsterbod uit China, een contractverlenging bij zijn geliefde Napoli en een nieuw statuut als absolute ster van de Serie A. Het voorbije jaar was een rollercoaster voor Dries Mertens. Voor het eerst blikt hij nu terug.

Dries Mertens (30) heeft er zijn beste seizoen ooit op zitten – 34 goals in 46 wedstrijden – en zag die bloedvorm beloond met een nieuw en verbeterd contract bij SSC Napoli, waar hij sinds 2013 voetbalt. Er trokken nochtans flink wat interessante topclubs aan zijn mouw: Inter, Chelsea en Barcelona werden genoemd. Toch was de conclusie: hij voelt zich verliefd én geliefd in Italië, in het zonnige en fanatieke calcio. Waarom dat dan achterlaten?

Het valt moeilijk hem ongelijk te geven. Bij een aangename avondtemperatuur van eind de twintig graden zitten we in het overvolle stadionnetje van vierdeklasser AC Trento. De indrukwekkende bergflanken van de Dolomieten vormen een majestueus decor. Er kunnen vierduizend mensen binnen in Stadio Briamesco, maar er zitten er minstens vijfduizend op elkaar gepakt. Kinderen klimmen tegen de dranghekken rond het voetbalveld aan. Tifosi ontsteken Bengaals vuur. Vlaggen met afbeeldingen van Maradona en MarekHamsik wapperen door de rook. In de tribunes wordt voortdurend en om het luidst gezongen, gediscussieerd en gevloekt. De organisatie is een chaos: het is niet duidelijk wie er voor wat verantwoordelijk is, maar iedereen lijkt wel belangrijk.

We schrijven eind juli en het betreft hier louter een oefenpartijtje tussen Napoli en Chievo. Maar dan niet zoals we dat in België kennen. Dit is Italië, waar voetbal religie is. Waar Napolisupporters van over heel het land samenstromen in Trentino, de noordelijke provincie waar de club van Dries Mertens elke zomer drie weken lang zijn tenten opslaat. ’s Winters een gewaardeerd skigebied, nu echter een bedevaartsoord voor Napolifans. Zelfs de trainingen in hun oefenkamp in Dimaro worden elke dag door minstens drieduizend fans en een twintigtal journalisten bijgewoond. Gepensioneerden, kinderen, vrouwen, alfamannetjes met veel te grote zonnebrillen: velen onder hen dragen trots een T-shirt met als opschrift ‘Dimaro 2017 – SSC Napoli’. Om te tonen: we waren erbij, daar in de bergen.

Het imponerende bergmassief rond Stadio Briamasco heeft ook iets symbolisch, want aan de voet van die reuzen flitsen drie kleine spitsen de Chievodefensie op een hoopje. Lorenzo Insigne, José Callejon en Dries Mertens heten de miniatuurspelers die de rijzige verdedigers tot onbeholpen, lompe waanzinnigen herleiden. Samen vormden ze vorig seizoen de gevaarlijkste aanvalslinie van de Serie A. Liefst 115 goals maakte Napoli in de competitie. Daarvan 28 op conto van Mertens, 18 voor Insigne en 14 voor Callejon. De zet van coach Maurizio Sarri om onze landgenoot vanaf oktober 2016 als diepe spits uit te spelen nadat ArekMilik geblesseerd was uitgevallen, bleek dé tactische vondst van het voorbije seizoen. Mertens is nu een diepe spits, geen kat die daar nog aan twijfelt. Sarri niet, Mertens evenmin.

Daags na de oefenmatch tegen Chievo (1-1) spreken we de Leuvenaar in het afgeschermde spelershotel in Dimaro. Even weg van de Napolifans die altijd en overal hun idolen claimen. ‘Ik word anders bekeken’, vertelt een gebronzeerde en vermoeide Mertens – de drie weken stage eisen hun tol. ‘De verwachtingen liggen hoger. Dat merk ik nu al. Na vorig seizoen heb ik wel wat krediet opgebouwd, maar ons programma zal druk genoeg zijn, Milik zal ook veel spelen.’

In welke mate heb je jezelf verbaasd op die nieuwe positie in de spits?

MERTENS: ‘Onder Sarri spelen wij zó offensief dat élke spits veel zou scoren. Ik ben wel altijd een speler geweest die meteen naar doel ging als hij de bal kreeg. Vroeger was dat veeleer om mijn tegenstander op te zoeken, terwijl ik nu centraal veel meer mogelijkheden krijg om te scoren. Ik amuseer me te pletter op die nieuwe positie. En ik moet er nog beter worden: in het begin had ik bijvoorbeeld de neiging iets te diep aan de eerste paal op te duiken, waardoor het moeilijker scoren was.’ (De populaire stadionspeaker van Napoli, Daniel ‘Decibel’ Bellini, komt dag zeggen. Een innige omhelzing volgt. ‘Topkerel’, merkt Mertens op. ‘We delen dezelfde vriendenkring en zien elkaar geregeld, bijvoorbeeld om te gaan bowlen.’)

Merk je ook buiten het veld dat je een nieuwe status bereikt hebt? Krijg je nóg meer gratis pizza’s aangeboden in Napels?

MERTENS: ‘Als ik scoor wel. (lacht) En ik heb een nieuw contract gekregen van de club, daaruit spreekt evenveel waardering.’

Het is iets beter?

MERTENS: ‘Iets beter, ja.’ (grijnst)

Waarom duurde het zolang?

MERTENS: ‘Omdat er kleine zaken, zoals afkoopclausules, afgesproken moesten worden.’

Hoorde daar ook een gesprek over je positie bij? Ik vermoed dat je nu wel diepe spits wil blijven?

MERTENS: ‘Goh, echt over gesproken is er niet, maar het zou dom zijn om mij nu op een andere positie uit te spelen.’

Bij andere topclubs was de kans misschien kleiner dat je als diepe spits aangeworven zou worden, speelde die overweging mee?

MERTENS: ‘Dat weet je nooit. Wat ik wel weet: bij de ene ploeg in de spits spelen is niet hetzelfde als bij de andere. Sommige trainers verlangen van hun spits dat die diep blijft staan, terwijl Sarri juist verwacht dat die afhaakt, participeert en andere spelers erover gaan. Zoals wij de laatste zes maanden speelden: dat was onwaarschijnlijk knap voetbal. We moeten alleen zien dat we nu zo snel mogelijk weer in dat ritme komen. Want het vereist veel loopvermogen. Je moet de statistieken er eens op nakijken: wat afgelegde kilometers betreft, staan wij altijd bovenaan. Dat moet je aankunnen.’

Waarom dweep je zo met Maurizio Sarri? Tot voor Napoli had hij nog nooit een grote club getraind en hij heeft nog nooit een prijs behaald.

MERTENS: ‘Hij is de beste trainer met wie ik ooit werkte. De manier waarop hij een wedstrijd voorbereidt, waarop hij zijn spelers telkens weer fris aan de aftrap krijgt… Alles! Ik hou ervan als een trainer zijn ploeg kordaat bij de hand neemt. Ik moet wel bekennen dat ik aanvankelijk dacht: wat voor ene is dat?! (lacht) Hij rookt veel, makkelijk drie pakjes per dag: in de bus, in de kleedkamer. Ik kon er bijna niet ademen.

‘Weet je hoe het voelt om onder Sarri te werken? Zoals je vroeger examens moest afleggen en je goed voorbereid was. Dan vertrek je zelfverzekerd naar school. Wel, zo speelden wij de voorbije zes maanden, met dát vertrouwen. Dat betekent echter niet dat we kampioen zullen worden, zoals sommigen al verwachten. Als ik zie wat de andere clubs kopen… AC Milan dat met LeonardoBonucci (van Juventus, nvdr) de beste verdediger van Italië in huis haalt bijvoorbeeld. Niet niets.’

De indruk leeft dat de Serie A bezig is aan een remonte.

MERTENS: ‘Dat is ook zo. Kijk naar Juventus, dat weer eens de finale van de Champions League bereikte. Het enige probleem zijn de verouderde stadions. In andere landen, zoals de Premier League, wordt het voetbal gewoon veel mooier verpakt en dus beter verkocht. Dat leidt op zijn beurt tot meer inkomsten, enzoverder.’

Waarom steekt Juventus er in Italië zo bovenuit als iedereen tactisch toch zo sterk is?

MERTENS: ‘Visie. In die ploeg denkt iedereen hetzelfde. En ze kopen daarenboven steevast de beste spelers in Italië op. Vorig jaar Higuaín, Pjanic, nu Bernardeschi. Ze hebben gewoon meer kwaliteit dan de rest.’

Maar dit seizoen volgt de wissel van de wacht?

MERTENS: ‘We hebben een jaartje meer ervaring onder deze trainer, dat zal lonen.’

Terugkeren naar België

MERTENS: ‘Dat was echt hallucinant. Iedereen heeft er altijd commentaar op als een speler voor het geld kiest, maar als zó’n hoog bedrag daadwerkelijk voor je neus staat, ga je sowieso toch twijfelen, hoor. Iedereen.’

En daar zeg je dan neen tegen.

MERTENS: ‘Ik heb met een aantal mensen gebeld, ze lieten mij de keuze, maar de meesten raadden het mij af.’

Waarom?

MERTENS: ‘Omdat ze zien hoeveel plezier ik nu uit het spelletje haal en omdat ze schrik hebben dat ik dat in China niet zou vinden. Een terechte bedenking wellicht.’

Had je niet graag eens geproefd van de Premier League of de Primera División?

MERTENS: ‘De Serie A heeft me verleid. Het voetbal en de levensstijl passen bij mij. Telkens als ik naar België terugkeer, merk ik dat ik het steeds moeilijker krijg om aan het klimaat te wennen. Ik ben onlangs dertig geworden, een leeftijd waarop je toch eens stilstaat bij de toekomst. Zal ik na mijn voetbalcarrière permanent terugkeren naar België? Ik ben al van mijn achttiende weg van huis. Mijn broer heeft twee kindjes ondertussen, die ik veel te weinig zie. Natuurlijk mis ik mijn familie, mijn roots… de frietjes. Maar die zon en het leven aan zee, dat zou ik óók missen.

Heeft Italië jou veranderd?

MERTENS: ‘Ja. Maar Nederland ook. Ik wil me aanpassen aan het land waar ik ben. Uit respect voor de plaatselijke cultuur. In Nederland sprak ik al snel met een Nederlands accent. In Italië leerde ik meteen Italiaans. En ook de manier waarop de mensen hier in het leven staan, nam ik voor een stuk over. Genieten van je eten is daar een belangrijk onderdeel van. Vroeger was dat voor mij iets dat moest – een stuk vlees, patatten en klaar – en keek ik uit naar het moment erna, dat je met vrienden kon afspreken. Terwijl ik nu uren op restaurant kan zitten, een voorgerechtje, een koffietje… Om vervolgens tevreden naar huis te keren.’

Het gesticuleren en discussiëren heb je ook al onder de knie.

MERTENS:Bwah, dat tikje arrogantie zit er al in sinds mijn Nederlandse periode. Zij zijn daar zelfs iets te hard in, vind ik. Ik heb wel leren beslissen, weten wat ik wil en wat niet. Belgen zijn soms te braaf. (denkt na) Hoewel, dat nederige heeft ook wel iets moois. Laat ons zeggen dat een mix van de Italiaanse en Belgische mentaliteit het beste zou zijn.’

Een laatbloeier

Het was een cruciaal seizoen: nieuwe positie, een bloedvorm, een topaanbod uit China, dertig geworden ook. Wat deed dat met jou?

MERTENS: ‘Ik heb toch even gedacht: waar sta ik nu in mijn leven? Ik kwam tot de conclusie dat ik me nog heel jong voel. 25, geen 30. Vooral fysiek dan. Sommige jongens van eind in de twintig zie ik al ’s ochtends op de hometrainer kruipen om hun spieren los te fietsen, dat hoeft bij mij niet. Ik kan zo het veld op. Er zitten nog enkele goede jaren in.’

Heeft die fysieke paraatheid te maken met het feit dat je zo laat doorbrak als profvoetballer, denk je?

MERTENS: ‘Ik ben gewoon een laatbloeier. Op mijn zestiende had ik nog het lichaam van een twaalfjarige. Maar in de voetbalwereld is het niet makkelijk om een laatbloeier te zijn: als dertiger is het bijvoorbeeld veel moeilijker om nog een goed contract te versieren. Gelukkig hebben ze bij Napoli gekeken naar mijn uitstekende conditie.’

Kortom, je gaat zoals Totti door tot je veertigste?

‘Neen, tot mijn 35e zal goed genoeg zijn. Ik wil nog zo veel andere dingen doen.’

Zoals?

MERTENS: ‘Reizen. Australië, Zuid-Afrika, Colombia. Ik wil de wereld zien. Nu reis ik veel met de club, maar je ziet nooit iets van een stad. Je komt je hotel niet uit. Mensen zien enkel het mooie leven van een voetballer. Zolang je slechts één wedstrijd per week speelt, kan je je inderdaad veel permitteren. Zoals bij Utrecht destijds. Dan kan je nog eens een uitstapje doen of zo. Bij Napoli spelen we echter van nu tot januari sowieso twee matchen per week. Dat betekent veel van huis, vliegtuig in en uit. Constant op afzondering. Want je speelt niet meer in België of Nederland, waar je alles met de bus doet en ’s avonds thuis bent.

‘Oké, wij hebben drie weken vakantie na het seizoen en dan vergapen mensen zich aan de vakantiefoto’s op Instagram en fantaseren ze er van alles bij. Maar tijdens het seizoen is ons leven best pittig, hoor. Gelukkig speel ik op een niveau waarbij ik weet dat ik na mijn carrière nog weinig financiële zorgen zal hebben. Dan ga ik sowieso eerst een paar jaartjes niets doen en van het leven genieten.’

Hoe kijk je terug op je parcours tot nu toe?

MERTENS: ‘Zeer tevreden. Een mooi parcours, beginnend bij Eendracht Aalst in derde klasse, op slechte velden, waar ik als broekventje rondliep met een shirt dat tot mijn knieën kwam. Ik heb daar veel uit geleerd. Ik heb ook tijden beleefd dat ik voor peanuts speelde, daardoor geniet ik er nu net zoveel van. Die waarden zaten ook in mijn opvoeding, ik weet wat geld betekent.’

Je hebt net je beste seizoen achter de rug terwijl het – als we de gespecialiseerde media mogen geloven – privé wat troebeler was. Is dat niet paradoxaal?

MERTENS: ‘Goede vraag. Maar ik ga daar niet op antwoorden, omdat ik geen zin heb om er weer een item in de media van te maken. Ik ben gelukkig, dat is het enige wat ik wil zeggen.’

Rammel van Spanje

Bij Napels speelt Sarri je nu als diepe spits uit. Ook bij de nationale ploeg experimenteerde Roberto Martínez vorig jaar tegen Nederland met jou op die positie. Dat viel tegen.

MERTENS: ‘Daar is het anders. Bij Napoli spelen we alles over de grond, met heel veel beweging tussen de drie aanvallers. Bij de Rode Duivels voel ik me misschien toch beter in die twee posities achter de spits.’

Zou je er in de spits wíllen spelen?

MERTENS: ‘Door Sarri heb ik ingezien dat het eigenlijk niet veel uitmaakt waar of wie, als iedereen maar perfect weet wat hij moet doen. Bij Napoli zijn we vooraan gemiddeld niet eens 1m70 en toch speelden we vorig seizoen iedereen weg. Ik word er echt mottig van als mensen nog zagen over het gebrek aan lengte voorin.

‘Ik weet wel: voor bondscoaches is het een zeer ondankbare taak. Je hebt de spelers maar eens om de zoveel maanden bij je, en dan ontbreekt soms de ene, soms de andere… Zo kan je heel moeilijk je stempel drukken. Ik zou het als trainer niet willen doen.’

Deze generatie Rode Duivels speelt al lang samen. We mogen toch aannemen dat er ondertussen voldoende automatismen zijn?

MERTENS: ‘Zo eenvoudig ligt het niet. Soms wil je iets uitproberen en dan blijkt plots een cruciale pion voor dat systeem onbeschikbaar, zoals Thomas Meunier onlangs. En zo zoek je constant naar de juiste formule. Terwijl er andere ploegen zijn die dan wel al de goede formule gevonden hebben. (denkt na) Weet je, ik denk dat het te maken heeft met het ontbreken van een echte voetbalschool in België. Waarom heeft Nederland zo goed gepresteerd op het vorige WK, ondanks hun mindere kwaliteit? Omdat al die jongens in een bepaalde filosofie zijn gevormd: 4-3-3, buitenspelers, met lef voetballen.

‘Of neem Italië: elke voetballer hier is opgevoed met catenaccio. Goed gepositioneerd staan wordt er hier vanaf de jeugd ingepompt. Waar staat het Belgische voetbal echter voor? Ik zie het niet. Ik kwam uit de Anderlechtschool, de beste opleiding ooit, maar dan speelde je in de nationale selectie met jongens van een andere club en… Dat wrong toch altijd een beetje.’

Moet je dan jonge gastjes al vanaf hun twaalfde met tactiek volproppen?

MERTENS: ‘Ja. Met enkel inzet haal je nooit een EK- of WK-finale. Je moet in de jeugd wel verschillende systemen meegeven. Tactiek maakt op het hoogste niveau het verschil. Ik weet, in België is het niet makkelijk omdat de beste talenten meestal vroeg worden weggehaald. Dus als je vraagt waarom we met onze nationale ploeg niet verder raken op een toernooi, dan heeft het volgens mij voor een stuk ook daarmee te maken. Als de ene geleerd heeft om in een bepaalde situatie naar voren te lopen en de andere naar achteren, dan ontstaan er te grote ruimtes op een veld en ben je op topniveau gezien. Daarom zeg ik: een toernooi winnen wordt héél moeilijk. Al hoop ik het van harte natuurlijk.’

Kan Martínez iets toevoegen?

MERTENS: ‘Hij heeft wel een visie, gaf van bij zijn eerste trainingen aan wanneer hij druk wilde zien op de tegenstander en dat soort dingen. Daar hou ik wel van. Maar hij kan er zo weinig op trainen. Niet vanzelfsprekend.’

Ben je al bezig met het WK in Rusland, dat volgend jaar het hoogtepunt moet worden van deze generatie?

MERTENS: ‘Totáál niet. Als je nu al met dat WK bezig bent, kun je het komende seizoen op je buik schrijven. Dat werkt niet. Onze generatie beseft wel dat Rusland een laatste kans wordt. De verwachtingen mogen groot zijn, maar je moet ook realistisch blijven. Waar ik mij zorgen om maak, is de oefenmatch vorige zomer tegen Spanje. Daar zijn we echt weggespeeld. Oké, het was de eerste wedstrijd onder Martínez, met een nieuw systeem, maar ik zat toen vanaf de zijlijn met grote ogen toe te kijken naar het niveau van Spanje. We kregen een pak rammel. Dat plaatste alles toch even in perspectief.’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS IN DIMARO – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Het zou dom zijn om mij nu niet meer als spits uit te spelen.’ – Dries Mertens

‘De spits die beweert dat hij niet met zijn statistieken bezig is, liegt.’ – Dries Mertens

‘Waar staat het Belgische voetbal voor? Ik zie het niet.’ – Dries Mertens

‘Een toernooi winnen met de Rode Duivels wordt héél moeilijk. Al hoop ik het van harte.’ – Dries Mertens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content