Hoe Club Brugge de crisis overwint

© BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

De crisis bij Club Brugge was er meer een van resultaten dan van manier van voetballen. Dit is het verhaal van de feiten achter de perceptie. Die tonen aan dat het gebrek aan efficiëntie misschien geen toeval is. En op de achtergrond speelt nog iets anders: de onrust van de coach, die graag zou weten waar hij aan toe is.

In Club Brugge-KRC Genk zat eigenlijk alles wat de voorbije maanden bij de thuisploeg goed én fout liep. Heel veel grinta, passie en energie. En dan kan Club van elk team winnen. In eigen land van Anderlecht (2-1), KAA Gent (0-4), Standard (3-1), Antwerp (5-1) en nu ook KRC Genk (3-1), nadat het uit ook al 1-1 werd. Europees waren er zeges tegen AS Monaco (0-4) en RB Salzburg (2-1).

Is, om een of andere reden, die passie of grinta niet of minder aanwezig – omdat spelers ‘anders’ zijn gefocust (op Europa bijvoorbeeld) – dan wilde het wel eens fout lopen. Op speeldag 11 thuis gelijk tegen Waasland-Beveren, 1-1 een paar dagen voor het bezoek van Monaco. Of uit bij Charleroi, een paar dagen na de 0-4 bij Tielemans en co (2-1-verlies op Mambour). Statistisch gezien waren dat twee ‘normale’ wedstrijden: tegen de Waaslanders werd 22 keer naar doel geschoten, waarvan 8 keer binnen de palen, en op Charleroi was dat respectievelijk 11 en 5, maar telkens ging slechts één bal binnen. En omgekeerd: bij die ene bal die de Waaslanders (via Vellios) binnen de palen kregen, was het prijs. Charleroi schoot dan weer wel zeven keer binnen de palen. Niet iedereen in Brugge was de voorbije maanden altijd even scherp, ergens menselijk, maar in het voetbal betaal je dat (soms) cash.

Leko heeft soms de indruk dat het avontuur voorbij is. En dat prikkelt hem, net als de kritiek op zijn keuzes.

Dan hoor of lees je: verslapping. Maar dat is perceptie. Een indruk. Hoe zit het met de data, de cijfers, dezer dagen ook steeds meer beschikbaar voor de Belgische competitie?

Wel, die zijn zeer interessant en geven een heel ander beeld. Die leren dat Club uitstekend startte in deze nieuwe competitie – uit zijn eerste tien wedstrijden puurde het 25 op 30. Dan begon het blok Europa, met het reizen, toenemende vermoeidheid, de eerste blessures ( Danjuma, Vlietinck), de eerste tactische wissels ( LeticaHorvath in doel), de terugkeer van wat geblesseerde spelers die amper een voorbereiding kregen en dus geen goeie basis hadden ( Nakamba, Mata). De resultaten werden wat grilliger: 15 op 33 in de competitie, maar Europees wel uitstekend, met drie gelijke spelen en een overwinning. Dat volstond om na de groepsfase van de Champions League te overwinteren in de Europa League.

Benoît Poulain klimt hoger dan Ally Samatta. De defensieve statistieken van Club tonen aan dat de laatste weken de zekerheid een beetje verdween.
Benoît Poulain klimt hoger dan Ally Samatta. De defensieve statistieken van Club tonen aan dat de laatste weken de zekerheid een beetje verdween.© BELGAIMAGE

Leden de prestaties onder de snellere opeenvolging van wedstrijden? Een beetje. Neem het offensieve: in de eerste tien competitiewedstrijden 161 schoten op doel (waarvan 68 binnen het kader), in de elf competitiewedstrijden daarna waren dat er nog 151, waarvan 61 binnen de palen). De dip viel in de thuismatch tegen Zulte Waregem, met amper twee ballen tussen de palen. De focus al op Dortmund uit, een paar dagen later?

In 2019 is er een derde blok, met inmiddels vijf competitieduels achter de rug. Duels waarin Club ‘maar’ 8 op 15 haalde. Qua gemiddelde aan punten dus de lijn doortrok van het tweede blok voor Nieuwjaar, al was de belasting minder.

De crisis was er een van punten, herhaalde Ivan Leko de voorbije weken geregeld. Dat blijkt ook uit de statistieken. In 5 wedstrijden werd 34 keer op doel geschoten. Conclusie: van crisis in het spel was dus nooit sprake. Het hele seizoen lang werden nationaal ongeveer dezelfde statistieken gehaald in de offensieve animatie. Wat opvalt na Nieuwjaar is zelfs een toegenomen aantal voorzetten vanaf de flanken. Dat was even minder in de maanden november en december (bij gebrek aan flankspelers), maar met de terugkeer van Diatta en Dennis steeg dat aantal weer.

Efficiëntie

Wie efficiënt is, heeft aan een paar schoten op doel voldoende om te scoren. Zie Waasland-Beveren op Jan Breydel, of zie Club Brugge uit bij Genk: slechts drie keer tussen de palen, maar wel weg met een punt. Of nog beter: Zulte Waregem, dat in Brugge vier keer tussen de palen mikte, en bij Club kwam winnen met 1-3. Maar als de spitsen niet zo efficiënt zijn – en dat zijn die van Brugge niet – is het wel belangrijk dat er véél naar de kooi wordt gemikt.

Dus, wat leveren al die schoten en voorzetten op qua efficiëntie? Qua doelpunten? Van speeldag 1 tot 10 scoorde Club 32 keer. Van speeldag 11 tot 21 20 keer. Van speeldag 22 tot nu, speeldag 26: 8 keer.

Daar wringt dus het schoentje. Met de animatie was niks mis, met de efficiëntie daarentegen alles. In de eerste tien wedstrijden belandden 68 ballen binnen het kader, en dat leverde 32 goals op. In de elf wedstrijden nadien waren 61 doelpogingen binnen de palen goed voor ‘maar’ 20 goals en de 34 doelpogingen na Nieuwjaar waren goed voor 8 goals. Kortom: Club heeft een probleem met efficiëntie, het moest gaandeweg steeds meer op doel schieten om wedstrijden te winnen. In 2018 volstonden gemiddeld 15 schoten op doel (binnen of buiten de palen) om te winnen. Dat gebeurde 9 keer en leverde 25 op 27 op. Na Nieuwjaar werd haast elke wedstrijd meer dan 16 keer op doel geschoten (alleen niet tegen KRC Genk, 11 doelpogingen), en was de puntenoogst slechts 8 op 15.

Hans Vanaken en Leandro Trossard bekampen elkaar. Het balbezit bij Club Brugge ligt na Nieuwjaar op een indrukwekkende 62,4 procent in de competitie.
Hans Vanaken en Leandro Trossard bekampen elkaar. Het balbezit bij Club Brugge ligt na Nieuwjaar op een indrukwekkende 62,4 procent in de competitie.© BELGAIMAGE

Crisis? Welke crisis? Ivan Leko heeft gelijk. Qua spelniveau was er géén crisis, ondanks een drukker programma en wat meer blessures dan vorig seizoen. De crisis was perceptie, vanwege de mindere efficiëntie in de afwerking.

En dan kom je bij types uit. Wesley speelde tegen Genk een beresterke wedstrijd, hij was de uitblinker, maar verprutste de paar kansen die hij kreeg. Idem met Openda, in het slot zijn vervanger. Nog jong, wellicht komt dat nog. Het overkwam hem eerder ook al Europees, én in de competitie.

Wat Club/Leko mist, is een Harbaoui, een Diaby, een Bacca, een Vossen, ook al een tijdje geblesseerd. Met hen in de ploeg was de perceptie van crisis er misschien nooit gekomen. Diaby maakte in de play-offs vorig seizoen 4 goals en scoorde om de 143 minuten. Vossen scoorde dit seizoen gemiddeld om de 88 minuten, voor hij uitviel. Vergelijk dan met Wesley: vorig seizoen 1 goal om de 252 minuten, nu al eentje om de 213 minuten, maar toch. Wie, na een aanpassing, wel de cijfers van Vossen benadert, is Siebe Schrijvers: tegen Genk goed voor een tiende treffer, en 1 goal om de 130 minuten.

Een gebrek aan efficiëntie of wat geluk, dat vind je ook terug in de defensieve statistieken. Ook daar verdween geleidelijk de zekerheid. Tijdens de 21 speeldagen voor Nieuwjaar slikte Club 235 schoten op doel (11,2 per wedstrijd). 67 daarvan belandden tussen de palen, 22 verdwenen in doel. Maken we daar gemiddelden van, dan was 1 schot op 10,7 goed voor een tegengoal (1 op de 3 binnen de palen).

Neem dan de vijf wedstrijden na Nieuwjaar. Club liet daar 35 schoten op doel toe (7 per wedstrijd, dat is solider dan voor Nieuwjaar). Zestien daarvan waren binnen de palen, zes verdwenen in doel. Conclusie: 1 bal op 5,8 resulteerde in een tegengoal (1 op 2,6 schoten tussen de palen). Dat ondanks een keeperswissel en sterke prestaties van Denswil en Mechele. Toch opvallend. Als je na Nieuwjaar naar het Brugse doel kan schieten, had je als tegenstander veel meer kans op succes dan voordien.

Under performance, zo moet je de laatste zeven weken van Club omschrijven. Club scoorde zelf minder dan het normaal mocht verwachten op basis van de eerdere statistieken, en incasseerde meer goals. Het verschil merkte je in de puntenoogst. Op basis van de statistieken van de te verwachten goals (gescoord én geïncasseerd) mocht Club van speeldag 19 tot 25 21 op 21 verwachten. Het werd 12 op 21.

Hoe probeerde Leko uit die crisis te komen? Door de spelers op training een goed gevoel te geven. Door veel te trainen op afwerken, makkelijke ballen, leuke oefenvormen. In de hoop dat ze hun efficiëntie zouden opkrikken. Met de animatie op het veld was immers niks mis, ook niet als je vergelijkt met vorig seizoen. Iets meer gelopen kilometers zelfs, maar nog steeds evenveel schoten op doel (gemiddeld 14 per wedstrijd nu, 15 vorig jaar). Op papier zelfs iets stabieler defensief (maar gemiddeld 3 schoten op doel tegen, tegenover 4 vorig seizoen). Het percentage balbezit is wel iets gezakt (52 ipv 54 procent gemiddeld). Dat heeft met de sterkere Europese tegenstanders te maken, want na Nieuwjaar ligt dat in de competitie op een indrukwekkende 62,4 procent. Alleen: een en ander omzetten in goals lukte minder. Vanwege de aard van het beestje.

Contract

De rest is perceptie. De trap van Vormer – die vorig seizoen bovengemiddeld presteerde en nu terug vrede moet leren nemen met een meer dienende rol – tegen een materiaalzak. Daags na zijn gecontesteerde wissel tegen Gent kwam hij zich in de kleedkamer bij zijn coach excuseren, maar toen was het kwaad al geschied. Idem dito met de reactie van Wesley, die kracht koppelt aan nonchalance in andere wedstrijden, en zich ook even nukkig toonde bij zijn wissel in de derby.

Géén perceptie is de onrust bij Leko en per uitbreiding bij heel zijn staf rond hun toekomst. Dat proef je op haast elke persconferentie, weliswaar wat tussen de lijnen. Leko kijkt met zeer veel overtuiging en trots terug op zijn Brugs parcours. Vorig seizoen kampioen, twee keer trainer van het jaar, twee Gouden Schoenen, Europees nu al vijf wedstrijden na mekaar ongeslagen en straks weer kandidaat-kampioen. De vorige play-offs waren slecht, maar deze keer zijn de voortekenen beter. In de competitie winnaar (of gelijk) in alle toppers, met uitzondering van het bezoek aan Sclessin, toen Dennis de verkeerde keuzes maakte en zijn kansen liet liggen.

Leko moet het offensief rooien met youngsters. Openda is 19, net als Diatta. Dennis is 21, Wesley, Danjuma en Schrijvers zijn 22. Dat kost soms efficiëntie, zeker omdat Rezaei (26) alle moeite heeft om zich aan het andere voetbal van Club aan te passen. Onder Mazzu kon de Iraniër counteren, nu is het domineren.

En toch staat op dit moment een verlengd verblijf van Leko in Brugge ter discussie. Meer nog: Leko heeft soms de indruk dat het avontuur voorbij is. En dat prikkelt hem, net als de kritiek op zijn keuzes.

Misschien is het tijd voor de Brugse top om duidelijkheid te scheppen. In deze of gene richting. Doorgaan of niet. Dan liggen de kaarten voor de hele staf op tafel. In afwachting is er donderdag Salzburg en zondag Anderlecht uit. Daar zit de traditie tegen. 9 september 1998, zo lang al won Club niet in Brussel. De kans voor een nieuw statement.

Misschien wordt het tijd voor het Brugse bestuur om duidelijkheid te scheppen rond Ivan Leko.
Misschien wordt het tijd voor het Brugse bestuur om duidelijkheid te scheppen rond Ivan Leko.© BELGAIMAGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content