Hoe Club Brugge op alle niveaus steeds professioneler wordt

© Belga Image
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Veel volk op de tribunes, resultaten op het veld, verrassende transfers en een toegenomen professionalisering: wat zijn de fabrieksgeheimen van Club Brugge?

We schrijven 5 mei 2014. In de wedstrijd Club-Anderlecht verwerkt Thomas Meunier, onder druk gezet door Frank Acheampong, een voorzet van Massimo Bruno in eigen doel (0-1). Paars-wit neemt drie onverhoopte punten mee uit Brugge en dribbelt een week later, na de verrassende zege van Club op Sclessin, zelfs naar de eerste plaats. Hoewel enkele weken ervoor niemand een cent had durven te verwedden op de titelkansen van de in slechte vorm verkerende Brusselaars, wordt Anderlecht op 18 mei 2014 niettemin tot kampioen gekroond, voor de derde keer op rij. Een kaakslag voor de concurrenten Club Brugge en Standard. Een jaar later, op 21 mei 2015, is het vooral Club dat een stevige uppercut krijgt. Die avond wordt AA Gent voor het eerst in zijn bestaan landskampioen.

Naar de match komen is een feest geworden, een goeie mix tussen traditie, de familie, en ambiance, de vrienden.

Vincent Mannaert

Gent wordt dan voorgesteld als de nieuwe place to be van het Belgisch voetbal: een gloednieuw stadion, een familiale sfeer en spektakelvoetbal onder de leiding van een mirakelcoach, Hein Vanhaezebrouck. Vandaag lijkt dat allemaal lang geleden. Op 11 mei 2016 speelde Club Brugge kampioen na een lange droogte van elf jaar. Ondertussen staat het weer op kop en laat de concurrentie het flink afweten. Anderlecht verkeert in een periode van onzekerheid en hoopt onder de nieuwe baas Marc Coucke een nieuw elan te vinden. Gent kent al twee jaar een terugval en heeft het tijdperk- Vanhaezebrouck afgesloten. Bij Standard is het helemaal een slagveld na twee seizoenen play-off 2 en een derde in het verschiet.

De doortocht van José Izquierdo leverde Club Brugge een pak contacten in Colombia op.
De doortocht van José Izquierdo leverde Club Brugge een pak contacten in Colombia op.© BELGAIMAGE

De Bruggelingen daarentegen zijn één en al glimlach. Lange tijd verklaarden de ‘specialisten’ de goeie Brugse resultaten door de factor Michel Preud’homme. Na zijn vertrek zouden de moeilijkheden wel beginnen. Het aanstellen van de vrij onervaren Ivan Leko als opvolger van tovenaar MPH deed diezelfde specialisten grinniken. Het Europese debacle tegen AEK in de zomer bevestigde hen in hun oordeel. Vandaag zijn er evenwel velen die hun kar gekeerd hebben. De resultaten van de voorbije seizoenen zijn er dus toch niet gekomen door het werk van één man of het falen van de concurrentie. Veeleer door een structuur die de meest professionele, of toch de efficiëntste van het land schijnt te zijn.

Hoe heeft Club het hoofd opgericht na die magere jaren met veel instabiliteit? Sport/Voetbalmagazine nestelde zich in de slipstream van het Brugse succes.

Nauwgezette keuzes

Op 8 juni 2017 wordt Leko voorgesteld als nieuwe trainer van Club, waar hij een contract van twee jaar heeft getekend. Een verrassing voor velen, maar een weloverwogen besluit van het Brugse bestuur. Zoals dat in grote ondernemingen gebeurt, werd het werk van Leko herhaaldelijk gescreend en werd er meermaals met hem gepraat. De Kroaat werd lang ondervraagd over sportieve maar ook privézaken (zijn ex-assistent bij STVV, Patrick Van Kets zou in die testen niet slagen, in tegenstelling tot Edward Still). ‘Niets is zo belangrijk als een nieuwe trainer kiezen, want hij wordt de verantwoordelijke voor het sportieve luik, de corebusiness van de onderneming dus’, zegt zijn CEO Vincent Mannaert, die in 2011 als algemeen manager naar Club kwam.

De Franstalige Thomas Meunier was erg populair bij de supporters.
De Franstalige Thomas Meunier was erg populair bij de supporters.© BELGAIMAGE

‘In het verleden hebben we die keuze vaak te snel gemaakt’, gaat Mannaert verder. ‘Voortaan proberen we zo nauwgezet mogelijk te werk te gaan. Ik heb in totaal wel twaalf uur met Ivan gepraat voor ik hem aannam. We hebben ons geïnformeerd over hem en referenties gevraagd. Het voordeel was ook dat hij de club en de identiteit ervan goed kent. Een aanpassingsperiode had hij niet nodig. Na de Europese ontgoocheling kreeg hij twee opties: er stilletjes vandoor gaan of nog harder werken en terugvechten. Dat laatste heeft hij gedaan. Dat creëerde een flow. In die flow zitten we nog altijd en ik hoop dat ze blijft duren tot het eind van het seizoen.’

Moderne onderneming

Maar Vincent Mannaert is geen dromer. Na de vele mislukkingen tussen 2011 en 2015 weet hij beter dan wie ook dat de bal niet altijd goed rolt. ‘In het voetbal is het resultaat altijd onzeker. Een exacte formule bestaat niet. Hoe kun je een doelpunt incalculeren dat volgt uit een afgeweken bal? Niet. Maar je moet trachten een context te scheppen die de kans op mislukken tot een minimum reduceert. Daarvoor heb je in alle geledingen van de club professionalisme nodig. Wij lijken op grote ondernemingen wat betreft B2C ( business-to-consumer, merchandising, ticketing etc…, nvdr) en B2B ( business-to-business met partners, digitalisering, marketing, communicatie…, nvdr). Sinds zes, zeven jaar is de tendens zo dat het merk niet alleen leeft tijdens de veertig wedstrijden per jaar, maar 365 dagen per jaar, 24 uur op 24, vooral door de ontwikkeling van de sociale media. Club rekent op een reëel stadion van 30.000, in de toekomst misschien 40.000 plaatsen. Maar er is ook het virtuele stadion, zoals ik dat noem, een fan community van 600.000 sympathisanten. Digitalisering is dus steeds belangrijker geworden. De inkomsten van wedstrijden in grote competities, tv-rechten buiten beschouwing gelaten, zijn niet meer het belangrijkst. Om niet beperkt te zijn in een nieuw stadion moeten we het virtuele stadion meer gewicht geven’, aldus Mannaert.

De bekendmaking vorige vrijdag van Bob Madou als senior marketing partner bevestigt die tendens alleen maar. De ex-verantwoordelijke voor strategie en communicatie bij de Belgische voetbalbond zal de opdracht krijgen om het merk Club Brugge nog verder uit te werken.

Een jongere Club

In 2017 kwam Club Brugge aan kop van de Belgische clubs die het vaakst gegoogeld werden, voor Standard en AA Gent. Anderlecht staat verrassend genoeg niet in de top tien.

Vijf jaar eerder trekken de Bruggelingen op aanraden van Steven Van Belleghem (die nu seminaries organiseert in Silicon Valley) Kirsten Willem aan als Conversation Manager. Zijn rol is een communicatieplatform creëren voor de fans. ‘Ik weet nog dat ik kritiek kreeg op deze ’transfer’, die niet van sportieve aard was’, glimlacht Mannaert. Maar de resultaten van zijn inbreng laten niet op zich wachten. Een frisse wind waait door Brugge en daar zijn de sponsors niet ongevoelig voor. ‘Toen ik bij Club kwam, begon het publiek wat te verouderen. De bijdragen aan de sociale netwerken hebben jongeren aangetrokken.’ De verjonging op de tribunes is geslaagd. Op enkele jaren tijd is de gemiddelde leeftijd van 45 naar 35 jaar gegaan. ‘De ouderen zijn gebleven en de jongeren zijn erbij gekomen’, gaat Mannaert voort. ‘Naar de match komen is een feest geworden, een goeie mix tussen traditie, de familie, en ambiance, de vrienden. Een wedstrijd is hier een klein festival. Die familiale sfeer is mogelijk dankzij de goeie relatie met het Blue Army en de supportersfederatie.’

Die familiale sfeer wordt vaak omgezet in een enorm lawaai, dat veel druk zet op de scheidsrechters. Een zakenman, een kmo-baas of een CEO kan transformeren in een echte ultra. Een soms wat overdreven passie, waar Preud’homme ook voor iets tussenzit. Hij bracht dat mee uit zijn tijd bij Standard. ‘Michel heeft ons passie gebracht’, zegt Mannaert. ‘Er was echt een emotionele band tussen de spelers, de staf en het publiek. Voor Michel was elke wedstrijd een oorlog. Hij had het moeilijk met momenten van stilte.’

De steeds talrijkere (echte en virtuele) supporters en de resultaten hebben voor een positieve flow gezorgd in de verschillende activiteitsdomeinen.

Bart Verhaeghe moderniseerde het voorbije halve decennium de commerciële inkomsten van de club. Om de veertien dagen ruim 25.000 zotten van blauw-zwart, en in de wandelgangen 300 West-Vlaamse CEO’s die elkaar bij naam en toenaam kennen en allemaal fan zijn: daar was ook veel ruimte voor progressie. Inkomsten uit ticketing, sponsoring, catering en B2B werden onder het bewind van de voorzitter en onder impuls van een dag en nacht werkende CEO nagenoeg verdubbeld.

Uit de jaarrekeningen van de voorbije jaren blijkt duidelijk die progressie. In 2014 bedroeg de omzet van Club 27,7 miljoen euro. In 2015 was dat 37,1 miljoen euro, in 2016 41,8 miljoen en de laatste jaarcijfers spreken van een omzet van 51,33 miljoen euro. Let wel, omzet is geen winst, de nettowinst die na een aantal jaar investeren exponentieel steeg tussen 2014 en 2016, is nu wat afgekalfd door (geplande) investeringen in kern en infrastructuur.

Een echte scoutingcel

Een maand of twee geleden liep een spelersmakelaar langs op Club Brugge. Niet om er een voetballer voor te stellen, maar om na te gaan of een project op de lange termijn niet mogelijk was. Hij had een afspraak om negen uur ’s morgens en ontdekte dat iedereen in het lokaaltje waar hij werd ontvangen, al achter de pc zat. Voetbal kijken, databases afschuimen. Dat ging zo iedere dag, van ’s morgens vroeg tot een stuk in de nacht.

‘Transfers doen, dat is het moeilijkste aan deze job’, geeft Mannaert toe. ‘Dus zijn het scoutingwerk en de stabiliteit van de scoutingcel primordiaal.’ In die cel zitten onder anderen Peter Verbeke, Kenneth Brylle, Peter Van Wambeke en Raymond Mommens, die allemaal kort na de aanstelling van Mannaert kwamen.

Anno 2018 heeft Club Brugge ook een scouting database manager, Joachim Vercaigne, ex-KV Kortrijk. Specialist wyscout. Uit die enorme database aan beelden scout Club een eerste keer zijn spelers. Niet alleen hij, ook Peter Verbeke, Kenneth Brylle, Peter Van Wambeke of Raymond Mommens. Ze gaan allemaal ’s middags en ’s avonds nog steeds naar wedstrijden, maar zoeken ook via beelden actief naar versterking. Die namen vinden ze zelf op basis van statistieken en vergelijkingen tussen spelers, of ze krijgen tips aangereikt van buitenaf. De succesvolle doortocht van Carlos Bacca en José Izquierdo leverde Club een pak contacten op in Colombia. Net als de doortocht van Jordi Figueras en Víctor Vázquez connecties opleverden in Spanje, een markt waar teammanager Dévy Rigaux intensief netwerkt.

We moeten risico’s beperken, door beslissingen te nemen die niet op emotie gebaseerd zijn.

Roel Vaeyens

Een garantie voor succes is dat niet altijd, zo kon Nicolás Castillo zich in Brugge niet echt doorzetten, evenmin als de Colombiaan GermanMera – op uitleenbasis krijgt hij bij YR KV Mechelen een nieuwe kans. Ook de doorbraak van Helibelton Palacios werd onder Ivan Leko afgeremd na het ontbolsteren van Dion Cools, maar Club heeft in de Spaanstalige voetbalwereld wel een naam. En grote, dure blunders lijken ze bij de scouting de laatste jaren niet meer te slaan.

Brandon Mechele vertegenwoordigt met succes het opleidingscentrum van Club, maar het is nog wachten op een echte vaandeldrager.
Brandon Mechele vertegenwoordigt met succes het opleidingscentrum van Club, maar het is nog wachten op een echte vaandeldrager.© BELGAIMAGE

De voorbije jaren is de club erg verzuidamerikaanst. Een verrassende keuze, die niet erg overeenkomt met de cultuur van de club, die eerder Engels of Scandinavisch is.

‘Volgens onze analyse vind je in Zuid- Amerika de meeste talenten per vierkante kilometer’, gaat Mannaert voort. ‘We merken ook dat Zuid-Amerikaanse spelers zich sneller aanpassen dan bijvoorbeeld jonge Afrikanen. Onze blik richt zich naar landen als Colombia, Paraguay, Uruguay, Costa Rica, waar er veel talent zit dat minder duur is dan in Argentinië of Brazilië, waar de Europese topclubs de markt innemen.’

Brugse knowhow

Veel werk gebeurt vanuit het Brugse laboratorium en niet ter plaatse. ‘Het is door een gedetailleerd en structureel werk op lange termijn dat je een rijkdom voor de club creëert. Onze knowhow in Zuid-Amerika behoort niet toe aan één makelaar of tussenpersoon, maar aan Club. Ik heb altijd aan mijn scouts gezegd dat ik er geen probleem mee heb als een speler tekent bij Gent, Anderlecht, Brugge of Standard. Maar wat ik niet graag heb, is dat ik een speler niet zou kennen die van Zuid-Amerika, Polen of Tsjechië komt, domeinen waar wij aanwezig zijn.’

‘We zijn ons er zeer goed van bewust dat er in het voetbal een belangrijke emotionele factor zit’, zegt Roel Vaeyens, sportief coördinator bij Club en de rechterhand van Mannaert. ‘Maar onze rol is de risico’s te beperken, door beslissingen te nemen die niet op emotie gebaseerd zijn.’ Vaeyens is goed bekend met de professionalisering van de club. Hij is een van de hoekstenen van dit nieuwe Club en werkt flink aan de synergie tussen de verschillende departementen. Op zijn 39e probeert deze ex-docent van de Universiteit Gent (sport- en bewegingswetenschappen) dit redelijk conservatieve milieu om te gooien. Het voetbal à papa zoals onder Antoine Vanhove is voorbij. ‘Onze beslissingen moeten zo objectief mogelijk zijn. Rekrutering gebeurt op basis van meerdere analyses. Dat is een heel werk. Eerst worden de cijfergegevens bekeken, dan wordt de speler gescreend en nadien is er het werk van de videoconsulting. Pas nadat we een speler verschillende keren bekeken hebben en iedereen van zijn kwaliteiten overtuigd is, sturen we een scout naar een wedstrijd. Als dat rapport ook positief is, dan doen we nog fysieke en ook psychologische testen vooraleer de speler een contract krijgt.’ Een empirisch, quasi wetenschappelijk werk, dat steeds gebeurt met de bedoeling risico’s te verkleinen. ‘We kunnen ook geen afgewerkte producten kopen. We moeten mikken op spelers met een progressiemarge. En we willen spelers met een winnaarsmentaliteit, harde werkers’, besluit Vaeyens.

Spelersmakelaars staan uiteraard niet buitenspel. Dat is trouwens onmogelijk in de voetbalbusiness. Waar veel clubs met ‘huismakelaars’ werken, zet Club de deuren open voor bijna iedereen. Zelfs Mogi Bayat, lange tijd persona non grata in Brugge, dook in de zomer van 2015 weer op bij de lucratieve transfer van Obbi Oulare naar Watford. De strijdbijl was begraven. ‘Mogi belde me op om te zeggen dat hij een mandaat had voor Oulare. Op dat moment hebben we het terug goedgemaakt. Niemand van ons had zin om terecht te komen in een Italiaanse gangster-B-film…’ Deze winter kon dankzij het netwerk van Bayat de jonge Senegalees Krépin Diatta aangetrokken worden, ook al zaten Manchester United, Marseille en Rennes eveneens op vinkentouw. Het succes van Carlos Bacca, Thomas Meunier, Ivan Perisic of José Izquierdo heeft Club blijkbaar concurrentieel gemaakt.

Club Brugge zoekt harde werkers met een winnaarsmentaliteit op het veld, maar af en toe mag er al eens gelachen worden.
Club Brugge zoekt harde werkers met een winnaarsmentaliteit op het veld, maar af en toe mag er al eens gelachen worden.© BELGAIMAGE

Franstalige Club

In de eigen achtertuin ziet Club Brugge de concurrentie evenwel groter en talrijker worden. AA Gent is Club onder de Vlaamse duiven komen schieten en Antwerp groeit zienderogen dankzij het duo GheysensD’Onofrio.

Mannaert: ‘Gent heeft twee jaar geleden een uitstekend parcours gereden en de harten van de Gentenaars veroverd, net zoals Charleroi nu de harten van de Carolo’s verovert. Enkele jaren geleden palmde Genk de provincie Limburg in. Maar Anderlecht, Standard en Brugge zijn de enige clubs waarvoor er supportersbussen vertrekken in Virton en aan de kust. Het zijn ook de enige nationale merken op het vlak van B2C en B2B.’

Die concurrentie lijkt alleszins geen gevolgen te hebben voor de toeschouwersaantallen in Brugge, die voortdurend stijgen en gezien de afmetingen van het stadion aan hun plafond zitten. ‘In het noorden worden we steeds populairder, maar we merken ook een toegenomen sympathie in Wallonië. In Vlaanderen heb je Gent, Antwerpen, Zulte Waregem, Kortrijk en Mechelen die zich ontwikkelen, die ook aan hun pr werken in de lokale scholen. Dat maakt het voor ons nog interessanter om de banden aan te halen met onze Franstalige fans. Club Brugge is een Belgische club, geen Vlaamse. Preud’homme, Meunier, François Sterchele of Jonathan Blondel waren erg populair bij onze supporters. Van de wenskaartjes die ik rond Nieuwjaar kreeg, kwamen de meeste uit Wallonië. Bij Club staat iedereen achter de slogan No Sweat, No Glory.’

Dat zweet en dat werk beginnen vruchten af te werpen.

Wanneer een groot blauw-zwart talent?

Club Brugge wacht nog altijd op een vaandelvrager voor zijn opleidingscentrum. Oké, Bjorn Engels of momenteel Brandon Mechele dragen met succes het label ‘blauw-zwart’, maar zij hebben niet de weerklank van een Axel Witsel bij Standard of een Youri Tielemans bij Anderlecht.

Vincent Mannaert: ‘Ons netwerk is niet zo dicht als dat van Luik, Brussel of Antwerpen. Daardoor moeten we samenwerken met een Brusselse academie of met City Pirates in Antwerpen. We hebben ook een oogje op Charleroi en Luik. Die ’talentenoorlog’ vraagt een stevige organisatie.’

Club Brugge heeft de reputatie om in te zetten op fysiek sterke jongeren. ‘Je moet een bepaalde identiteit ontwikkelen’, geeft Mannaert toe. ‘Het atletische potentieel en het mentale aspect zijn erg belangrijk. Die twee factoren verklaren de evolutie van Brandon Mechele bijvoorbeeld. Bij Anderlecht zou hij op zijn 13e of 14e afgebroken zijn in zijn groei.’

De academie is een belangrijk strijdwapen geworden voor het Brugse bestuur. ‘Het grote doel van de voorzitter is kampioen spelen met eigen jeugd’, zegt Roel Vaeyens. ‘We gaan op individuele basis aan de slag met onze jongeren. We nemen een foto van de speler op moment x. Vertrekkende van die analyse werken we gedurende enkele weken aan specifieke zaken. Nadien nemen we een nieuwe foto om zijn evolutie te analyseren.’

Het jeugdbudget is in enkele jaren tijd bijna verdubbeld. Het nieuwe trainingscentrum in Westkapelle, dat dit jaar klaar zou moeten zijn, zal Club nog aantrekkelijker maken. Mannaert: ‘In dat centrum willen we onze jongeren naast Clasie, Vormer, enzovoort laten leven. Ze eten daar bijvoorbeeld allemaal samen. Ik ben ervan overtuigd dat we daardoor Belgische en zelfs internationale talenten zullen kunnen aantrekken.’

Vincent Mannaert: 'Ons stadion is lelijk en oud, maar het is van ons!'
Vincent Mannaert: ‘Ons stadion is lelijk en oud, maar het is van ons!’© BELGAIMAGE

Het stadion: het grote knelpunt

Het is een feuilleton dat al veel te lang duurt. In 2006 sprak Club al over de bouw van een nieuw stadion in Loppem. Twaalf jaar later ligt dat niet helemaal stil, maar veel scheelt het niet. In september 2017 keurde de Vlaamse regering een wijziging van het regionale bestemmingsplan goed, waardoor de bouw van een nieuw stadion op de Blankenbergse Steenweg mogelijk wordt. ‘Ik weet uit ervaring dat er in verkiezingsjaren niet veel beweegt’, geeft Vincent Mannaert toe. ‘Maar de nieuwe legislatuur zal beslissend zijn, want de nieuwe burgemeester zal degene zijn die het stadion van Club zal inhuldigen.’

Club Brugge wordt momenteel in zijn ambities geremd door een verouderd stadion, waarvan het geraamte al dateert van 1975. ‘We hebben 9 miljoen euro geïnvesteerd in de verbouwing, maar dat zie je niet aan de buitenkant’, lacht Mannaert. ‘Ons stadion heeft nochtans een groot voordeel, zeg ik altijd: het is lelijk en het is oud, maar het is van ons! En er heerst een Engelse sfeer, de supporters zitten kort tegen het veld. Daarentegen weet ik ook dat we in een stadion van 40.000 plaatsen 30.000 abonnees zouden hebben en gemiddeld 35.000 toeschouwers.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content