Het zijn degenen die daar goed mee omgaan die later zullen doorbreken, zegt bondstrainer Bob Browaeys.
Momenteel leeft er in ons land een (kleine) hype rond de nationale -17 ploeg die zich plaatste voor het EK. Sport/Voetbalmagazine sprak met bondstrainer Bob Browaeys.
Vorige week plaatsten de U17 zich voor het EK in Slowakije in mei, met dank aan een uitzonderlijke lichting met Musonda Jr, Pereira, Bakkali en Schrijvers.
Bondscoach Bob Browaeys legt uit hoe België kan concurreren met voetbalreuzen als Spanje, Frankrijk en Duitsland: “Wij hebben een veel kleinere talentenpool dan Spanje. Daarom is het heel belangrijk dat we geen enkel spelertje verloren laten gaan. Vanaf de U14 starten we met een doorgedreven talentdetectie.”
Schaduwelftal
Bij die talentenjacht wordt steeds nadrukkelijker rekening gehouden met de fysieke ontwikkeling van spelertjes. Daarop inspelend worden de groepen ingedeeld volgens maturiteit. Zo is er naast de U17 ook een schaduwelftal dat zich in alle rust klaarstoomt.
Browaeys: “We merkten dat jongens die ook verschrikkelijk goed konden voetballen geen kansen kregen omdat ze fysiek trager rijpten. Daarom hebben we hen ondergebracht in ons Future Team. Dat elftal krijgt twee jaar de tijd om zich te ontwikkelen en sluit dan weer aan bij de U19.”
De allerbesten van hun generatie
Niet alle clubs zijn gelukkig dat ze hun meest beloftevolle spelers vaak moeten afstaan aan de nationale jeugdelftallen. “Vraag eens aan de spelers waar ze het meeste bijleren”, countert Browaeys. “Hier komen ze de allerbesten van hun generatie tegen.”
“Anderzijds heb ik er ook geen probleem mee als een speler van Anderlecht in de NextGen Series meer kan bijleren dan op een vriendschappelijk toernooi bij ons. Bond en clubs moeten daarin goed samenwerken. Het gaat niet om ons, maar om de ontwikkeling van de speler.”
Positieve media-aandacht
Ondertussen groeit de hype rond deze lichting, met dank ook aan de veelbesproken transfer van Charly Musonda Jr. naar Chelsea.
“Die media-aandacht ervaar ik als positief, omdat ze er later toch mee geconfronteerd zullen worden”, zegt Browaeys. “Het zijn degenen die ook daar goed mee omgaan die later zullen doorbreken. Liever ze er nu aan laten wennen dan dat ze op hun 18e de hemel worden in geprezen, met alle gevolgen van dien.” (JD)
