‘Ik moet ver van huis zijn om goed te presteren’

© belgaimage

Na een ommetje in Duitsland bij Werder Bremen staat Sambou Yatabaré terug in België. De ex-Rouche vertelt honderduit over zijn terugkeer naar de Jupiler League, zijn affectie voor vuilbekkerij en de businessman in hem.

Sambou Yatabaré stapt met gebogen hoofd en lichtjes verveeld de persruimte binnen op de Bosuil. Door een lastminuteafspraak – hij moest een paar vrienden oppikken in Antwerpen-Centraal – daagt hij later op dan voorzien. ‘Sorry dat ik te laat ben!’ Wat volgt is een gesprek van een uur waarin Yatabaré eerst traag op gang komt en zich daarna op een zedige manier openstelt. En wat blijkt? De 29-jarige Malinese international heeft in het dagelijkse leven niets gemeen met de stalker die hij op een voetbalveld is. En zijn opvliegende karakter manifesteert zich enkel wanneer hij tussen de lijnen staat. In Bastia ging hij op training ooit zwaar op de vuist met ploegmaat Julian Palmieri en bij de nationale ploeg had hij vijf jaar geleden bonje met ex-bondscoach Patrice Carteron. Het kostte hem een paar selecties bij Les Aigles. Hij heeft een gouden hart, maar ook een grote mond. Yatabaré: ‘Ik zal het zo samenvatten: ik laat mijn hartelijkheid het liefst in de kleedkamer.’

Ik wilde ergens spelen waar de mensen mij niet echt kennen.

Sambou Yatabaré

Soms zoekt hij de grenzen van het toelaatbare op. De mascotte van Sporting Charleroi heeft zich ooit beklaagd over het gedrag van Yatabaré toen die met Standard op bezoek was in het Zwarte Land. Yatabaré haalt de schouders op. ‘Ik heb de mascotte een onschuldig tikje gegeven. Het was als grap bedoeld.’

Met Antwerp ben je aan jouw tweede seizoen bezig in België. Waarom ben je vorige zomer eigenlijk teruggekeerd?

SAMBOU YATABARE: ‘Ik zal eerlijk zijn: er was interesse van Metz en Angers, twee clubs uit de Ligue 1. Maar ik heb meteen aan mijn makelaar ( Moussa Sissoko, nvdr) gezegd dat ik geen trek had in Frankrijk. Antwerp interesseerde mij wel en we hebben alles via de telefoon geregeld. Knap van László Bölöni en Luciano D’Onofrio dat ze mij de tijd wilden geven om weer op niveau te komen. Er zat geen haast achter en dat is net wat ik nodig had. Ik had meer dan acht maanden niet gespeeld bij Werder Bremen en ik wilde heel gestaag terugkeren.’

Vergeleken met de Bundesliga is de Belgische competitie toch een stap achteruit?

YATABARE: ‘Daar ben ik het niet mee eens. Weet je wat mijn doel was toen ik ben beginnen te voetballen? Zoveel mogelijk matchen spelen. Natuurlijk geeft het een kick om in een grote competitie uit te komen. Ik heb het intussen klaargespeeld en het was vet, maar ik voetbal met evenveel plezier in België. Het voetbal dat hier wordt gespeeld, verticaal spel met veel gedraaf, gaat mij goed af. Het is echt iets voor mij.’

ZWARTE DIAMANT

Veel Franse spelers uit de Jupiler League hebben de ambitie om ooit in de Ligue 1 te spelen. Is het voor jou een afgesloten hoofdstuk?

YATABARE: ‘Ik wilde ergens spelen waar de mensen mij niet echt kennen. In Frankrijk kunnen de voetbalsupporters mij thuisbrengen en daardoor zouden de verwachtingen té hoog liggen. De clubs die mij wilden, vechten bovendien tegen de degradatie en dat betekent dat ik onmiddellijk speelkaar had moeten zijn. Bij Antwerp is er nauwelijks sprake van druk. De club is net gepromoveerd en iedereen moest zich nog bewijzen. Ik denk niet dat het bestuur en de fans uitzonderlijke zaken van mij verwachten.’

Wat heeft het Belgisch voetbal dat Frankrijk niet heeft?

YATABARE: ‘Je bedoelt eerder: wat heb ik niet graag aan Frankrijk? ( lacht) Na een training of een match wil ik over andere zaken praten dan voetbal. In Frankrijk draait mijn hele leven om voetbal omdat mijn entourage enkel daarmee bezig is. Als ik voltijds in Frankrijk ben, slaag ik er niet in om het voetbal helemaal uit te schakelen. Iets wat mij wel gelukt is tijdens mijn eerste periode in België en toen ik in Duitsland en Griekenland woonde. Ik kom zelfs tot de vaststelling dat ik ver van huis moet zijn om goed te presteren. De beste momenten in mijn carrière heb ik in het buitenland beleefd.’

Ben je dan niet gehecht aan je geboorteland?

YATABARE: ‘Ik heb gewoon een andere omgeving nodig om open te bloeien. Een andere plek dan waar ik ben opgegroeid. Ik heb lang in Frankrijk gevoetbald. Ik weet hoe Fransen denken, hoe ze redeneren, wat ze willen. En ik ben niet iemand die graag routine ondergaat. Ik hou ervan om nieuwe dingen te ontdekken. Ik voel mij op het best wanneer ik niet op vertrouwd terrein ben.’

Jouw thuis is Beauvais, een stad niet zo heel ver van Parijs waar je een shishabar uitbaat.

YATABARE: ‘Een vijftal jaar terug was het onder jongeren echt de mode om in een shishabar te chillen. Het nieuwe is er al vanaf. Anderhalf jaar geleden heb ik het concept van de zaak veranderd. ( grijnst) Het is nu een restaurant waar je dezelfde sfeer kunt terugvinden als in een pub. Een beetje gek, hé? Ik beheer de zaak samen met mijn broer Hussein. Het is te zeggen: hij doet bijna alles.’

Is dat wel verenigbaar: een profvoetballer en een shishabar?

YATABARE: ‘Uiteindelijk was het vooral een plek om samen te komen met vrienden en voetbalwedstrijden te bekijken. We organiseerden in het weekend ook feestjes. Stel je daarbij geen wilde braspartijen voor – om twee uur moesten de laatste klanten buiten zijn. De naam van de zaak? De Zwarte Diamant. Je moet er geen speciale betekenis achter zoeken. We hebben het zo genoemd omdat zo’n zwarte diamant zeldzaam is.’

SCHADUWSPITS

Toen je bij Antwerp aankwam, waren er zoveel geblesseerden dat je moest depanneren als rechtsachter. Niet voor het eerst, zo blijkt.

YATABARE: ‘Ik maakte ongeveer hetzelfde mee toen ik in Caen arriveerde ( in 2007, nvdr). Ik had zogezegd het profiel om ook achterin te spelen. De trainer stelde mij in het eerste voorbereidingsduel meteen centraal achteraan op. De match was nog maar net op gang gefloten toen ik gevraagd werd om een rij op te schuiven naar het middenveld. Tijdens de rust kwam de trainer naast mij staan en was het weer prijs. ‘Ga maar iets hoger spelen, je bent mijn nieuwe spelverdeler.’ Ik ben de match geëindigd als spits… Toen ik mijn eerste profcontract ondertekende, was ik dus een aanvaller. Drie jaar aan een stuk heb ik op verschillende posities gespeeld.’

Sambou Yatabaré bij Standard: 'De contractverlenging kwam er maar niet, dus kon ik beter vertrekken.'
Sambou Yatabaré bij Standard: ‘De contractverlenging kwam er maar niet, dus kon ik beter vertrekken.’© belgaimage

Op Sclessin werd je gewaardeerd om je harde speelstijl. Je kunt bikkelhard zijn in de duels.

YATABARE: ‘Dat wordt gezegd. Maar heb ik ooit iemand geblesseerd? Ik hou niet zo van etiketten. Mocht ik kunnen wat mijn idool Zinédine Zidane deed, dan zou ik het doen. Maar ik heb nu eenmaal een aanleg voor lopen. Daarom sta ik geen minuut stil tijdens een match.’

Je was bij Standard het gezicht van een ploeg die de tegenstander schrik aanjoeg. Je korte passage is veel supporters bijgebleven.

YATABARE: ‘Nochtans was het begin zwaar. Ik kwam aan het einde van de zomermercato aan bij Standard en de ploeg stond laatste. Terwijl we verondersteld waren om de eerste plaatsen te bekleden. De supporters waren ontevreden, de spelers leken aangeslagen… Met een geweldige teamspirit zijn we toch snel punten beginnen te sprokkelen. Mijn geluk was ook dat ik ongeveer op hetzelfde moment ben aangekomen als Yannick Ferrera. Bij een nieuwe trainer begint iedereen van nul.’

Waarom ben je na amper zes maanden vertrokken?

YATABARE: ‘Ik was geen eigendom van Standard en ik wilde niet terugkeren naar Olympiacos. Begin januari werd ik op de hoogte gebracht dat Werder Bremen mij wilde. Samen met mijn makelaars hebben we ons voorgenomen om gedurende een maand het voorstel van Werder Bremen in beraad te nemen en het af te wegen tegen een eventueel voorstel van Standard. Ik ging er toen van uit dat Standard op zijn beurt een bod zou overmaken aan Olympiacos om mij te houden. Maar het is er nooit van gekomen…’

Dacht je toen: Standard moet mij niet hebben?

YATABARE: ‘Zo kun je het inderdaad omschrijven. Ik was er erg van aangedaan. Alles verliep naar wens bij Standard – het was enkel wachten op een seintje van het bestuur om een langdurig contract te tekenen. Het kwam maar niet. Dan kon ik beter bij een club voetballen die mij echt wilde. Soit, het is achter de rug. Het is verleden tijd. Ik ben niet kwaad op de club, maar het was frustrerend. Ik was liever bij Standard gebleven dan naar Werder Bremen te gaan. Als je zoiets meemaakt, besef je dat je geen volledige controle hebt over je eigen carrière.’

Merk je een verschil tussen Antwerp en Standard, twee historische clubs die op veel vlakken raakpunten hebben?

YATABARE: ‘Mijn persoonlijk aanvoelen is anders. Standard huurde mij zonder optie, Antwerp heeft wel een clausule opgenomen om mij definitief vast te leggen. Daarom wil ik vechten om deel te blijven uitmaken van dit project. Bij Standard dacht ik: oké, ik moet op een zeer korte periode een paar doelstellingen realiseren. Nu durf ik vooruit te blikken en plannen te maken op langere termijn.’

STRAATVOETBALLER

Als je je matchen op televisie herbekijkt, zie dan de speler die je hoopte te zijn toen je klein was?

YATABARE: ( aarzelend) ‘Niet echt. Ik heb altijd opgekeken naar jongens als Claude Makelele, Patrick Vieira, Mesut Özil… Voor zover ik weet, droomt elke kleine jongen ervan om spelers te dribbelen en een goal te maken. Ik ook. Ik wil ballen met de zool meenemen, van ver trappen en dat soort dingen. Ik ben een straatvoetballer en op het middenveld kan ik min of meer de trucs kopiëren die ik vroeger op straat uithaalde.’

Je werd op straat ontdekt en je bent ook een adept van trash talk. Klopt het dat je tijdens een clásico enkele aardige hebt gezegd tegen Steven Defour?

YATABARE: ‘Ik spreek het alvast niet tegen… ( lacht) In de wijk waar ik ben opgegroeid, organiseerden we veel matchen tussen verschillende generaties en het kon er best heftig aan toegaan. Soms werd er meer gescholden dan gevoetbald. Dat zit nog in mij. Je kunt mijn beste vriend zijn, maar als ik jou in een match verbaal moet aanpakken, zal ik het zeker doen. Als ik mijn rechtstreekse tegenstander op die manier uit de match kan houden dan heb ik gewonnen. Het is part of the game. Een aanvaller die zich in de rechthoek laat vallen, een strafschop versiert en de elfmeter binnen trapt, heeft het ook goed gedaan.’

'Ik moet ver van huis zijn om goed te presteren'
© belgaimage

Bumperkleven & wapengekletter

Sinds 28 juni 2017 wordt je naam in verband gebracht met een eigenaardige zaak. Wat is er juist gebeurd?

SAMBOU YATABARE: ‘Ik moest samen met mijn vrouw en dochter het vliegtuig nemen naar Nice. Bij het binnenrijden van de luchthaven sneed ik per ongeluk iemand de weg af. De man in kwestie kwam plots naast mij rijden, maakte grote gebaren en begon tegen mijn bumper te kleven. Voor mij was de kous af, maar hij gaf niet af. Aan de ingang van de parkeergarage heb ik de motor dan maar stilgelegd omdat ik merkte dat hij mij nog altijd achternazat. Voor ik het goed besefte, richtte hij een wapen op mij.’

Had je een idee van wat er aan het gebeuren was?

YATABARE: ‘Echt niet. Ik was met stomheid geslagen en ik begon te panikeren. Ik was in shock omdat ik recht in de loop van een wapen keek. Mijn dochter zat op de achterbank en naast mij barstte mijn vrouw in tranen uit. Ze sprak de man aan: ‘Wat bezielt jou? Leg dat wapen weg.’ Ze probeerde hem duidelijk te maken dat we per ongeluk zijn baanvak waren opgereden. Hij is daarop zijn wapen gaan wegleggen en mijn vrouw en ik zijn uitgestapt. ( blaast) In een ooghoek zag ik die gozer op mij afstappen en in een reflex gaf ik hem een vuistslag. Hij zakte ogenblikkelijk tegen de grond. Een geluk voor mij dat enkele getuigen, waaronder een luchthavenmedewerker, de hele scene hebben gezien. Wist ik veel dat mijn belager een politieman in burger was.’

Hij heeft op geen enkel moment zijn identiteit kenbaar gemaakt?

YATABARE: ‘Neen. Uiteindelijk hebben we toch het vliegtuig genomen. Ik was er echter niet gerust op en de dag erna ben ik teruggekeerd naar Parijs. Op aanraden van mijn naasten heb ik een klacht ingediend. Je mag toch niet zomaar een wapen trekken op straat? Twee dagen later werd ik thuis door de politie in de boeien geslagen en moest ik in de cel in.’

De politieman die jou aanviel werd gedurende 21 dagen arbeidsongeschikt verklaard. Jij werd in totaal 48 uur vastgehouden. Hoe heb je die twee dagen in de cel beleefd?

YATABARE: ‘Je wordt ondervraagd en dan moet je wachten. En dat kan héél lang duren. In het begin ging ik sereen om met de situatie. Ik dacht dat de bewakingscamera’s mij snel van alle blaam zouden zuiveren. Er was echter een probleem: er hingen twee camera’s, maar er was er één die niet werkte. De enige bruikbare beelden zijn die van mij terwijl ik de parkeergarage inrij… Nogmaals: gelukkig was er die getuige.’

Dat voorval had jouw imago kunnen bezoedelen.

YATABARE: ‘Ik had vooral schrik dat de zaak enorme proporties zou nemen. Het beeld dat de media van mij zouden ophangen, was op zich niet belangrijk. Mij was het maar om één ding te doen: ik moest mijn gezin beschermen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content