Jordan Lukaku, het geheime wapen van Antwerp

© PHOTONEWS
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Voor de tweede keer in zijn carrière zet Jordan Lukaku (26) een stap achteruit. Bij Antwerp gaat hij op zoek naar herstel van zijn knie én een beter balgevoel. Wie weet mondt een en ander uit in een selectie voor het EK.

Hoe het zat met de fysieke conditie van Jordan, vroegen we zondagavond aan iemand van de technische staf van Antwerp. Het antwoord kwam snel: ‘Geen idee. Hij trainde nog niet. Covid!’

Anders dan Nana Ampomah, Cristian Benavente en Jérémy Gelin, die afgelopen zondag alle drie in Waregem speelminuten kregen van Ivan Leko, is het nog wachten op Jordan Lukaku, de man die Antwerp vanaf de linkerkant offensieve impulsen kan geven. De drie anderen lieten zich tegen Essevee alvast opmerken. Gelin door zijn rust aan de bal en zijn stevigheid in de duels, Ampomah door zijn snelheid en Benavente door zijn neus voor ruimte en goals. ‘Ons seizoen start nu’, gromde Leko achteraf, niet helemaal blij dat hij nu pas over al zijn wapens in de titelstrijd beschikt en al evenmin blij met de verwachtingen rond de betrokkenheid van Antwerp in de titelstrijd na het veroveren van de beker.

”We waren er toen nog niet klaar voor.’ Nu wel, zo lijkt, afgaande op de kwaliteiten van zijn kern. Al is de tevredenheid nog niet compleet. Leko: ‘Jammer dat we geen zes weken voorbereiding hebben om iedereen op niveau te brengen. Ampomah en Benavente zitten nog maar aan vijftig procent van wat ze kunnen.’

Jordan Lukaku benadert wellicht niet eens dat cijfer, al zegt dat niks. Leko: ‘Drie trainingen en we gooien ze erin.’ Zwemmen, en dan is het profiel van Jordan, met vier jaar calcio in de benen, eentje dat Leko aanspreekt. Het wedstrijdritme ligt immers hoog, om te beginnen morgen al met de Europese opdracht bij Ludogorets. En dan zondagmiddag de derby. Inzet: een plaats in het spoor van de top twee.

Knie

Jordan Lukaku is nu nog het geheime wapen. Stil heeft hij niet gezeten, de gewezen linksachter van KV Oostende en Anderlecht. Toen de Britse sportsite The Athletic hem afgelopen zomer opzocht, had hij er net een sessie met zijn persoonlijke begeleider in Brussel opzitten. Voetballen in Antwerpen betekent ook makkelijk langs kunnen gaan bij Lieven Maesschalck en diens move to cure aan het MAS, waar ze hem al anderhalf jaar behandelen voor een lastig knieletsel. Bilaterale tendinitis aan de patellapees, zette hij in augustus 2018 op zijn Instagram als uitleg voor zijn afwezigheid op het WK in Rusland en tijdens het zomerkamp van Lazio. Still a long way to go, though, heette het toen. De prognose zette hij er ook bij: ‘Hopelijk binnen een maand of twee terug fit.’

Het zou veel langer duren, blijkt uit zijn wedstrijdstatistieken. Op 4 november zagen de fans van Lazio hem terug, eind januari 2019 was het alweer voorbij. Een nieuwe lange revalidatie én corona vertraagde een en ander, maar bij de herstart van de serie A in juni leken de grootste problemen achter de rug. Op de topper tegen Juventus na gebruikte Simone Inzaghi Jordan in elke wedstrijd, op jacht naar een eventuele titel. Helaas zat daar geen partij tegen Inter meer tussen, zodat zijn droom om tegen zijn broer uit te komen, bewaard moest blijven tot dit seizoen, verklaarde hij aan de verslaggever van The Athletic in augustus. De overgang naar Antwerp zet dat on hold.

Jordan Lukaku in actie voor Lazio Roma
Jordan Lukaku in actie voor Lazio Roma© GETTY

Het zijn moeilijke maanden geweest, gaf hij toe in het interview. Wie geblesseerd is, spendeert elke dag veel tijd op de club. Meer uren dan andere spelers. Hij had het gevoel geïsoleerd te zijn, vertelde hij. Alleen. Geen contact met de ploegmaats, geen vriendschap, geen band met de anderen. Dat vooral miste hij.

Zijn vrije tijd gebruikte hij om te lezen. Veel mensen, aldus Lukaku in The Athletic, denken: ‘Kijk die voetballers, ze zitten de hele tijd op hun telefoon. Waar ze niet aan denken, is dat je dankzij de technologie ook boeken kan lezen op je scherm.’ Zo las hij onder meer de biografie van Zlatan. Verslavende literatuur, hij had het boek uit in twee dagen.

Hier en daar waren de passages ongetwijfeld behoorlijk herkenbaar. Net als de Zweed hadden de Lukaku’s, nu beiden welstellend (de Gazzetta dello Sport had het voor Jordan vorig seizoen in haar loonoverzicht over een jaarloon van 0,8 miljoen euro), het vroeger niet breed. Hun vader, Roger, was dan wel profvoetballer geweest, maar zat nooit bij een topclub en verdiende slechts een gemiddeld salaris. Bovendien maakte de man in zijn leven wat verkeerde keuzes, deed hij foute investeringen of liet hij, naar eigen zeggen, mensen van hem profiteren. Toen de beide broers opgroeiden, was dat in een sociale woonwijk, levend van het bestaansminimum. Adolphine, hun moeder, ging schoonmaken in huizen en cafés in Antwerpen en na hun training in Boom gingen de broers haar vaak helpen. Met wat ze verdienden in het voetbal, redden ze het gezin. In zulke omstandigheden werd ook Zlatan een spits die nu nog steeds scoort. Zaterdag nog twee keer, in de Milanese derby. In deze context is een terugkeer naar Antwerpen ook een beetje back home.

Jordan Lukaku wilde eigenlijk atleet worden. Naar het voorbeeld van zijn held: Maurice Greene.

Andere boeken die Jordan verslond waren die van The Secret Footballer en diens inkijk in de hallucinante praktijken van het voetbalmilieu. En wat hem ook trof, was de biografie van Marco van Basten. ‘Ik kan me niet inbeelden hoe hard dat moet zijn: aan de top staan en dan moeten stoppen.’ Gelukkig gaat het met Jordans knie weer perfect. Van (moeten) stoppen is nog lang geen sprake.

Beginfase

Even – Antwerp huurt hem voor een jaar – weg uit Italië, en een stap terug, is de weg die hij eind augustus 2013 ook nam. Toen Jordan Lukaku van Anderlecht naar KV Oostende overstapte, dachten de fans daar nog een aanvaller te hebben binnengehaald. Dat kwam omdat Lukaku zijn laatste matchen onder John van den Brom nog als linksbuiten had afgewerkt. Niets voor hem, zou hij twee seizoenen later, toen hij international werd als linksachter, toegeven. ‘Als back zag ik toen al meer carrièremogelijkheden.’ Voor een plaats hoger op het veld miste hij precisie en een korte dribbel. Met het veld voor hem, kon hij de tegenstander pijn doen met zijn spurts en loopvermogen.

Dat hij een stap achteruit moest zetten bij KVO, had te maken met het niet grijpen van de kansen die hij bij Anderlecht kreeg, gaf hij later toe, maar ook met zijn karakter. ‘Dat past niet in het voetbal.’ Samen met Youri Tielemans moest hij een van de vaandeldragers worden van het nieuwe RSC Anderlecht, maar te veel botsingen leidden tot een vertrek.

In Sport/Voetbalmagazine ging hij daar in een interview begin 2016 op in. ‘Ik draai niet graag rond de pot. Ik ben heel direct. En zo mag je niet zijn in het voetbal. Als je echt jezelf wil zijn, blijf je met lege handen achter. Laten we zeggen dat ik daar in het verleden slecht mee omging, ik vergat dat ik nog een jonge speler was. Als je een belangrijke speler bent en de groep staat achter jou, kun je je veel permitteren. Maar als de groep zich tegen je keert, kan het snel afgelopen zijn. Bij Anderlecht was ik geen belangrijke speler en dus werkten dingen als te laat komen sommigen op de zenuwen.’

Gelukkig gaat het met Jordans knie weer perfect. Van (moeten) stoppen is nog lang geen sprake.

Ook toen al speelde een blessure hem parten. Hij begon in het seizoen 2011/12 aan de play-offs, maar liep het seizoen nadien, toen hij moest bevestigen, een stressfractuur op. Fysiek leed heeft Jordan Lukaku wel vaker achteruit geslagen.

Het was Frederik Vanderbiest die hem in Oostende met open armen ontving en kneedde tot een verdediger. Niet evident, want Lukaku, een fan van voetbal die al op zeer jonge leeftijd met zijn pa en zijn broer internationale wedstrijden tot het bot analyseerde, was vooral zot van offensieve linksachters. Thuis hadden ze videocassettes van het WK 1998 in Frankrijk en daar keken ze de hele tijd naar. Een van de vedetten van toen was Roberto Carlos en die inspireerde Jordan. Een andere van zijn jeugdhelden was Marcelo. Jordan, in februari 2016 in Sport/Voetbalmagazine: ‘Ik ben beginnen voetballen omdat ik graag aanviel en dribbelde. Mijn jeugdidolen waren geen verdedigers. Roberto Carlos stond ook niet bekend om zijn verdedigende werk, maar om zijn enorme schoten, zijn voorzetten, zijn spurts. Ik hou het meest van spelers die uitdagen met een dribbel, zoals Marcelo.’

Aan The Athletic legde hij afgelopen zomer uit dat hij eigenlijk… atleet wilde worden. Naar het voorbeeld van zijn held: Maurice Greene. Jordan was zes toen Greene goud pakte op de Olympische Spelen in Sydney. Maar het was moeder Adolphine die daar een stokje voor stak. Naar een atletiekclub wilde ze hem niet brengen. Als hij iets in sport wilde doen, moest dat in het voetbal zijn. Romelu, één jaar ouder, deed hem dat toen al voor, en Jordan moest maar volgen.

Vanderbiest, dezer dagen trainer van RWDM, kreeg met Lukaku in Oostende een ruwe diamant in handen: ‘Snel. Goeie voorzet, redelijk groot loopvermogen, dat was de voetballer die we bij ons kregen. Minpuntje misschien: soms wat nonchalant. Verdedigend was er toen nog werk aan. Jordan was zodanig gefocust op de aanval, dat hij wel een keer werd gepakt in de omschakeling. Door zijn snelheid compenseerde hij veel. Op hoger niveau wordt dat afgestraft, maar bij ons was dat toch minder. Achteraf bekeken vond ik het best een goeie keuze van hem om aan de kust te komen voetballen. Je ziet dat wel vaker bij jonge jongens die van Anderlecht komen: ze kunnen minder goed verdedigen. De minpunten liggen dan vaak in de omschakeling van balbezit naar balverlies. Dat was bij Jordan ook zo, maar ik moet zeggen dat hij daarin zeer snel grote stappen zette.’

Qua mentaliteit was hij allerminst een moeilijke jongen, integendeel.’

Yves Vanderhaeghe

Na Vanderbiest, die Lukaku ook wel eens naast de ploeg durfde zetten, kwam Yves Vanderhaeghe, nu KV Kortrijk. Vanderhaeghe: ‘Ik heb veel plezier gehad aan Jordan. In zijn eerste jaar bij KV Oostende was hij nog wel eens onregelmatig, maar het tweede jaar is hij volledig doorgegroeid, met een constante in zijn prestaties en constante dreiging naar voren. Het minste bleef het zuivere verdedigen, maar we schoven de linkerkant wat door. Van een 4-2-3-1 schakelden we toen over naar een 3-4-3 en dat lag hem enorm goed. Jordan is een bom van een speler. Ik weet nog dat zijn conditie in de beginfase wat beter kon worden gemaakt, en in de voorbereiding hebben we keihard gewerkt aan zijn uithouding. Daardoor is hij haast het hele seizoen blessurevrij gebleven. Maar zijn body – explosiviteit, kracht, snelheid – is fenomenaal.’

Met Jordan Lukaku, voorlopig nog out door het coronavirus, heeft Ivan Leko tactisch weer wat meer mogelijkheden.
Met Jordan Lukaku, voorlopig nog out door het coronavirus, heeft Ivan Leko tactisch weer wat meer mogelijkheden.© GETTY

Zijn directheid speelde hem in Oostende minder parten. Voorzitter of niet, met Marc Coucke durfde hij wel eens privé te twitteren. Vanderhaeghe: ‘Bij Anderlecht was hij nog heel jong. Ik heb later ook nog wel wat akkefietjes gezien, Jordan is qua woordenschat heel sterk en dat merkte je. Wat je ook bij hem zag: het wauwgevoel in het voetbal, het flatterende, dat is allemaal misschien iets te snel binnen gekomen. Misschien vergat hij daardoor in het begin nu en dan een keer keihard te werken voor wat hij wilde bereiken. Ik heb hem ook op de vingers moeten tikken omdat hij te laat kwam. Dat is jong zijn. Maar qua mentaliteit was hij allerminst een moeilijke jongen, integendeel. Jordan is echt een goeie kerel, daar zit niks van kwaad in. Absoluut geen klagen.’

Beide trainers zijn het er wel over eens: Ivan Leko is de geknipte coach voor hem. Vanderbiest: ‘Bij Ivan gaat hij zich aanvallend kunnen uitleven. Die drie achterin blijven meestal hoog en zijn eigenlijk drie verdedigers. De middenvelders lopen heel veel in aanvallend opzicht.’ Vanderhaeghe: ‘Het systeem van Leko gaat hij perfect kunnen invullen. Jordan heeft wat rugdekking nodig. Bij ons aan zee speelde hij graag… met de wind in de rug, laat ons het zo zeggen. Maar soms staat er ook eens tegenwind en moet je de boel sluiten. Dat realisme miste hij soms, het kan niet allemaal voetballend worden opgelost. Maar daar zullen ze in Italië wel hard aan hebben gewerkt.’

Dat deden ze ook, legde Lukaku uit in The Athletic. In het begin kon hij nog genieten van het verrassingseffect, niemand kende hem. Dat veranderde na zijn goeie prestatie in de halve finale van de Italiaanse beker, een stadsderby tegen AS Roma. Toen merkte hij dat de tegenstander hem op een andere manier begon op te vangen. Ze vingen hem op met dubbele dekking, om rechtstreekse duels tegen de flankverdediger van de tegenstander te vermijden.’ Het dwong Lazio tot bijsturen van Lukaku en hem tot het aanleren van de defensieve concepten in de Serie A. ‘We trainden vaak op verdedigen’, zei hij. ‘Hoe op één lijn te lopen, wanneer eruit te komen, wanneer te draaien. Ze leerden me veel.’

Daar hoopt Leko straks van te kunnen profiteren. Algemeen manager Sven Jaecques: ‘Jordan heeft een blessureverleden, maar je kan iemand binnenhalen die perfect blessurevrij is en de dag erna loopt hij misschien een spierscheur op.’ Antwerp mikte bij de keuze van haar versterkingen vooral op voetballers in hun prime leeftijd, die op verschillende posities kunnen spelen. Voetballers met wie je kan schuiven én van systeem kan veranderen. En in dat licht is Jordan Lukaku belangrijk. Hij kan op diverse posities uit de voeten. Met Lukaku heeft Leko er een getalenteerde optie bij in zijn tactische schema.

Broederband

Toen Romelu Lukaku nog in Engeland voetbalde, was zijn pied-à-terre als hij in België was het appartement waar Jordan woonde. Het was daar ook dat de twee broers afscheid namen van elkaar in de zomer van 2013. Romelu, een paar jaar later in Sport/Voetbalmagazine, over dat vertrek: ‘Dáár stond ik: bij het raam, met mijn bagage, en mijn broer kwam binnen. Al heel ons leven waren wij samen geweest. Ik keek naar hem en hij keek naar mij en hij zei… nikske. Jordan hè! Die normaal geen seconde zwijgt. De dag ervoor had ik hem nog gevraagd: ‘Beseft ge wel dat ik vertrek?’ Hij had niet eens geantwoord. De rest van de dag zat hij op zijn kamer en kwam hij niet meer buiten. Abnormaal. Echt.

‘Het was ook totaal onverwacht. Het seizoen was al begonnen, ik ging ervan uit dat ik bij Anderlecht zou blijven en ik was daar ook helemaal op gefocust. Ik had voor het eerst in drie jaar een voorbereiding zonder ernstige blessure gehad, ik was supercontent dat mijn broerke in de ploeg zat, we hadden zelfs al een match samen gespeeld en hij had me een assist gegeven… De twee Lukaku’s samen bij Anderlecht: daar droomden we al járen van en nu kwam die droom uit. En dan, op donderdag, telefoon van Herman Van Holsbeeck: ‘De deal is rond.’ Ik sprong een gat in de lucht: ‘Chelsea! Champions League!’ Ik was zo enthousiast dat ik niet besefte wat ik moest achterlaten… Al na één week in Londen zag ik het niet meer zitten. Ik miste mijn familie zo hard dat ik dacht: ‘Ik keer gewoon terug naar huis.’ Echt, hè. Met het voetbal had dat niks te maken, gewoon met heimwee.’

Mét elkaar zouden ze in competitieverband dus niet voetballen. Tegen elkaar in Italië al evenmin. Het zat er vorig seizoen in, en hij was voorbereid, lachte Jordan afgelopen zomer nog. ‘Toen dat duel eraan kwam, werden de verdedigers voorbereid op de aanvallers van Inter. De coaches simuleerden de bewegingen van de spitsen van de tegenstander, en gaven ondertussen tips. ‘Als Romelu Lukaku de bal heeft, moet je zo en zo verdedigen. Ik dacht bij mezelf: man, ik ken die wel, wat jij zegt, klinkt best grappig.’ Uiteindelijk gaf Inzaghi zowel uit als thuis op linksmidden de voorkeur aan de Spanjaard Jony. Jordan bleef op de bank.

Het doel van Jordan bij Antwerp is: fit worden, en mikken op de nationale ploeg, waar hij als jongste maar mondigste van de twee, zijn broer altijd beschermde tegen de kritiek. In 2016 bediende hij hem in de interland tegen Portugal ook met een assist. Jordan viel er in voor Guillaume Gillet, Romelu zat op dat moment in een dip en had al een jaar niet voor de Rode Duivels gescoord. Jordan: ‘Ik zette voor en hij maakte de goal. De vijf tot tien seconden die daarop volgden. Daarvoor doe je het. Daarvoor zit je in de gym, duw je met gewichten, ga je lopen in het park, push je jezelf. Die vijf tot tien seconden vreugde zijn al die inspanningen waard.’

Voorlopig stonden beide broers vijf keer als Rode Duivel samen op het veld, in totaal 240 minuten. Tot dusver bleef het bij die ene assist in Portugal.

Jordan Lukaku, het geheime wapen van Antwerp
© PHOTONEWS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content