Joric Vandendriessche: ‘Een kind van acht of negen jaar al een talent noemen, daar moeten we mee stoppen’

© BELGAIMAGE
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

De Krant van West-Vlaanderen praatte met Joric Vandendriessche over de gebrekkige doorstroming van de jeugd. De sportief coördinator van SV Zulte Waregem legt uit wat er belangrijk is om een volwaardige profvoetballer te worden.

Joric Vandendriessche (36) studeerde lichamelijke opvoeding aan de UGent. Hij doctoreerde er in talentidentificatie en is sinds vier jaar sportief coördinator van SV Zulte Waregem.

In de Krant van West-Vlaanderen gaat hij dieper in op welk soort spelersprofiel hij bij Essevee opleidt.

Vandendriessche: “De Jupiler Pro League is een fysiek-tactische competitie waar defending the box heel belangrijk is. Daar leiden wij voor op. Fysiek moet je oké zijn, qua volume én qua explosiviteit.’

‘En onze hoofdcoach heeft graag lengte. Ben je iets kleiner, dan moet je excelleren in een andere kwaliteit. Een grote fout die we in België maken, is dat we bij een kind van acht of negen jaar al over talent spreken. Daar moeten we mee stoppen! Talent komt pas in de eindfase aan de oppervlakte.’

‘Een Ewoud Pletinckx die op vrijdag een examen rechten aflegt en de dag erna bij zijn debuut in het eerste elftal overeind blijft tegen Mbokani, dán komt talent aan de oppervlakte.’

‘Charles Vanhoutte (jonge aanvoerder van Cercle, nvdr) was in de derde graad van de topsportschool een gemiddelde voetballer. Die jongen is er gekomen door persoonlijkheid en mentaliteit. Dat is de cruciale eigenschap.’

Brandon Mechele was bij de U16 van Club een ‘meeloper’, zowat de enige die geen jeugdinternational was, maar is uiteindelijk de enige van die lichting die doorbrak in het eerste elftal.

Vandendriessche: ‘Bij onze U16 zitten veel spelers die er bij de U12 ook al waren, máár: tachtig procent van hen zat toen in het B-ploegje! Profvoetballer worden, vraagt heel veel opoffering en de keuze die wij maken, is: wie is er bereid dit te doen en wie heeft er de fysieke en mentale belastbaarheid om dat traject aan te kunnen?’

‘Duizend keer de bal hoog houden of fantastische dingen doen op training zijn niet de bepalende factoren om het op lange termijn als prof te kunnen maken. Je kunt op je zestiende een gemiddelde jeugdspeler zijn en drie jaar later een volwaardige profvoetballer zijn.’

Lees het volledige artikel in de Krant van West-Vlaanderen.

Partner Content