Jos Van Hout, ‘eremateriaalmeester’ van Beerschot: ‘Welke smoel zagen de fans hier altijd?

© koen bauters

Jos Van Hout, de iconische materiaalman van Beerschot, is op 89-jarige leeftijd overleden. Sport/Voetbalmagazine had in 2019 nog een interview met de levenslange supporter van de Ratten. ‘Die Beerschotsupporters zijn zo zot als een deur. Daar kan ik niks aan doen.’

Dit interview verscheen in Sport/Voetbalmagazine van 25 april 2019.

Weer miste Beerschot Wilrijk de promotie naar 1A op een haar na, weer leeft vriend en vijand mee met één treurend supportershart: dat van ex-materiaalman Jos Van Hout. Door operatie Propere Handen staat de deur naar 1A weliswaar nog op een kier, maar daar is Joske niet gerust in. ‘Dat blijft duren, hé. En ik vertrouw die bond niet.’

86 is Jos intussen. Al tachtig jaar supportert hij voor Beerschot. Zo’n twintig jaar was hij ‘materiaalmeester’ bij de club. ‘In dat gangske aan de kleedkamers heb ik jarenlang elke week een marathon gelopen. Ik heb mijnnikkel afgedraaid voor deze club. Gratis, hé. In 2013 heb ik hier gezegd: ‘Zoveel jaren hebben jullie een pree uitgespaard en nog gaan jullie failliet!”

Facteur spelen

Zijn plat Antwerps kruidt Jos gretig met kwinkslagen en grapjes. Dat zit er van jongs af in. ‘Als jonge gast acteerde ik. In de Arenberg. Dan speelde ik de facteur in Slisse & Cesar. En als ik mijn tekst kwijt was, kwam da oek wel kleir.Ik zen giejne gewoene gewest, zenne. ‘

Maar Jos heeft niet enkel een ludieke kant. Beerschot kan hem ook tot tranen toe bewegen. ‘ Ik zen ne weemoedige. Ik probeer dat weg te steken, maar ja, als ze blijven ziejveren. ‘ En blijven ziejveren heeft Beerschot gedaan. De voorbije zes seizoenen speelde de club vier keer kampioen. Ook stopt het Kiel maar niet met Jos respect te betuigen. De club verzon voor hem zelfs een speciale titel: ‘eremateriaalman’. In dienst is Jos immers niet meer; dat laat zijn leeftijd niet meer toe. Doorgaans tuft hij enkel nog bij thuismatchen van Beerschot Wilrijk met zijn VW Golf over de Antwerpse Ring. ‘Maar op een dag zal ik niet meer mogen rijden’, beseft hij. Daar kijkt Jos niet naar uit, want zelfs nu hij wel nog op eigen houtje op het Kiel geraakt, heeft hij het soms al lastig. ‘Ik voel mij niet meer nuttig. Tegenwoordig wandel ik hier gewoon nog wat rond en klap ik een beetje met de mensen – ik lijk wel een serveuse. ‘ Maar de supporters zijn blij dat Jos er nog elke thuismatch is en dat hij hen na iedere wedstrijd komt groeten. In 2011 kozen ze hem tot ‘Manneke van het Jaar’ en vorig jaar ontvouwden de fans een grote foto van hem en spandoeken met als opschrift: ‘Jos Van Hout, van staal, van diamant, maar vooral van goud’.

Vóór hij materiaalman werd, stond Jos zelf tussen de fans. Ook toen al viel hij op. Tijdens busritten naar uitwedstrijden voerde hij meer dan eens het hoogste woord. En in 1981 leerde heel België hem kennen toen hij op tv geïnterviewd werd naar aanleiding van de degradatie die Beerschot opgelegd kreeg na vermoedens van omkoping. Voor de camera declameerde Jos toen: ‘We komen terug. Los kampioen, niks on te doen! Recht nor de moan gon woij!

Bekendste Beerschotter

In 1999 haalde tv-zender Canvas die beelden van onder het stof tijdens een documentaire over 100 jaar Beerschot. Toen leerde weer een nieuwe generatie Jos appreciëren. Zo wordt de liefde voor de materiaalman al jaar en dag doorgegeven. Ook tijdens dit interview gebeurt het. Terwijl Jos dit blad te woord staat in een bureau van Beerschot Wilrijk, krijgt aan een tafeltje verderop persverantwoordelijke Sven Van den Abbeele bezoek van zijn vriendin en zijn zoontje. Prompt trekt Van den Abbeele zijn kroost op de schoot en wijst hij naar Jos: ‘Kijk jongen, dat is de bekendste Beerschotter ter wereld.’

De Beerschotfans eerden hun eremateriaalman vorig jaar met spandoeken en een foto. Jos Van Hout: 'Die supporters zijn zo zot als een deur. Daar kan ik niks aan doen.'
De Beerschotfans eerden hun eremateriaalman vorig jaar met spandoeken en een foto. Jos Van Hout: ‘Die supporters zijn zo zot als een deur. Daar kan ik niks aan doen.’© koen bauters

Jos is een kleurrijk, volks figuur, iemand die het altijd goed bedoelt maar het hart wel op de tong draagt. Hij is luid, geëngageerd, een zwanzer, maar hij kan ook scherp uit de hoek komen als iets hem niet aanstaat. Met al die eigenschappen lijkt hij een verpersoonlijking van de paarse ziel. Misschien verklaart dat wel zijn populariteit op het Kiel. Maar volgens Jos zelf is het veel simpeler: ‘Welke smoel zagen de fans hier altijd? Speelde de club kampioen, dan stond ik hier. Gingen we failliet, dan stond ik hier ook. Niemand anders voerde dan nog het woord. Maar ja, wat kon ik de pers vertellen over hoeveel geld er in de club gestoken was? Te weinig, zeker? Anders zouden ze niet failliet gegaan zijn.’

Omdat hij zo recht voor de raap en altijd aanwezig was, groeide Jos uit tot een dankbaar figuur voor de media. ‘Sommigen zeggen dat ik persgeil ben, maar dat is niet waar. Journalisten moeten ook hun werk kunnen doen.’ Dankzij die ingesteldheid kon de regionale zender ATV in mei 2013 een legendarisch interviewtje met Jos schieten toen het Beerschot van ex-voorzitter Patrick Vanoppen over de kop ging. ATV vond de materiaalman op de parking van het Kiel, waar hij zich opwond over de spelers. ‘Die vegen er eulle frakon’, foeterde Jos voor de camera. ‘Maar allemaal wel veel pretentie. Daar wordt ge mottig van.’ Waarna hij enkele hilarische danspasjes ten beste gaf waarmee hij de spelers met hun koptelefoons imiteerde. ‘Wat staan dansen en lullen, dat is al wat die mannen doen. Klungelaars zijn het geweest!’ Het filmpje ging viraal. Sindsdien wekt Jos tot ver buiten Antwerpen appreciatie. Als hij nu bij een thuismatch het vak met de bezoekende fans voorbij waggelt, krijgt hij zelfs van hen applaus. ‘Dat doet mij iets. Dan klap ik terug en buig ik eens.’

Eerst was Jos van plan om er na de ondergang van Vanoppen de brui aan te geven. Maar algauw trok het nieuwe Beerschot Wilrijk aan zijn mouw. ‘De voorzitter zei: ‘Jos, ge moet terugkomen, dan gaan we meer abonnementen verkopen. Ge moet niks doen, alleen alles wat in het oog houden.’ Met Sebastien Rodriguez, die al sinds 2007 met Jos had samengewerkt, was er immers al een materiaalman. Jos sprong weer op de kar.

‘Den boom in!’

Hij herinnert zich ook nog de eerste dagen in eerste provinciale, aan het Universiteitsplein van Wilrijk. ‘Daar stonk het als de pest. Er was een bad met koud water waar de spelers in sprongen wanneer ze uit de douche kwamen. Maar dat water werd nooit vervangen. Die kuip was groot, je kon die niet zomaar omduwen. Ik zei: ‘Dan moeten we ze met emmers leegscheppen, hé. ‘ Al gauw stak Jos ook zelf weer de handen uit de mouwen.

‘De spelers hadden bij de opstart van Beerschot Wilrijk maar één truitje, ‘ weet Jos ook nog, ‘want er was geen geld. Dus moesten ze met een nat shirt beginnen aan de tweede helft. Toen zei ik tegen het bestuur: ‘Dat kan toch niet? Als we ons zelfs geen truitjes kunnen permitteren, leggen we de boeken beter direct weer neer.’ Even later had elke speler meerdere shirts. Naar Jos werd geluisterd, zelfs door de fans. Soms werd de materiaalman tijdens een tumultueuze match de vuurlinie in gestuurd om de opgehitste Beerschotmeute te kalmeren, wat hem doorgaans lukte.

Ook van de spelers kreeg de materiaalman dingen gedaan die anderen niet gedaan kregen. Jos: ‘Sommigen zeggen tegen voetballers: ‘Wil je je kousen hier niet binnenstebuiten leggen, maar ze terug goed trekken?’ Zo’n aanpak werkt niet. Ik zei altijd: ‘Zeg, man, ik sta hier alleen. Als ik op mijn eentje al die kousen moet recht trekken, dan gaat dat niet, hé. ‘ En dan trok ik zo’n gezicht waardoor ze dachten: och arme, ik zal dat gauw doen. Als zo’n speler dat de volgende keer weer niet deed, zei ik het niet meer zo flauw: ‘Zijt gij iets vergeten, jong?’ En als hij het den derde keer wéér niet deed, pakte ik in en riep ik: ‘ Als golle ni méér respect hebt voor mij, kunde allemoal den boom in!‘ Dan was ik meestal weer enkele weken op mijn gemak.’

In zijn contacten met de spelers was Jos zich ook bewust van de valkuilen. ‘Ik was hun biechtvader. Maar als zo’n gast zich afvroeg waarom hij niet speelde, zei ik nooit: ‘Gij verdient het om daar te staan.’ Want dan zou ik een andere speler benadeeld hebben. Ik zei tegen zo’n bankzitter: ‘Trainen, jongen, op den duur móéten ze u pakken.’ Zo komt het dat Jos nog altijd knuffels krijgt van zowat alle spelers die ooit op het Kiel de revue passeerden. Soms lijkt het alsof iederéén hem graag ziet. ‘Mijn vader had dat ook. Dat was ne goddelijke. Maar die dronk. Als kind al wist ik: dat doe ik nooit.’

Jos Van Hout: 'Mijn vrouw zegt: 'Als ik u naar de bakker stuur, komt ge met het verkeerde thuis. Maar als het over Beerschot gaat, weet ge alles nog.''
Jos Van Hout: ‘Mijn vrouw zegt: ‘Als ik u naar de bakker stuur, komt ge met het verkeerde thuis. Maar als het over Beerschot gaat, weet ge alles nog.”© koen bauters

Gelegenheden om aan een fles champagne te lurken waren er de voorbije seizoenen nochtans bij de vleet. ‘De laatste jaren waren de schoonste’, knikt Jos. Al was er eind 2017 wel een donker intermezzo toen Jos plots héél ziek werd. Gans het Kiel slaakte een zucht van opluchting toen Beerschot TV begin 2018 een filmpje verspreidde waaruit bleek dat de materiaalman weer aan de beterhand was. In dat filmpje sprak hij over Beerschotlegende Rik Coppens, die in 2015 overleed: ‘Rik riep: ‘ Joske, we hebben hierboven een materiaalmeester nodig.’ Maar ik heb gezegd: ik ga nog wat wachten.’

Jos knapte op, al voelt hij nog altijd een verschil met vroeger. ‘Gij denkt nu: die kan nog goed klappen. Maar vroeger was ik een echte ratelslang. Tegenwoordig moet ik al wat langer nadenken wanneer ik iets vertel. Al ziet mijn vrouw dat anders. Die zegt: ‘Als ik u naar de bakker stuur, komt ge met het verkeerde thuis. Maar als het over Beerschot gaat, weet ge alles nog.”

Middelvinger naar Bayat

De promotiefinale van dit seizoen volgde Jos op tv. Vorig jaar was hij meegegaan naar die in Brugge, maar toen Cercle daar in extremis aan het langste eind trok, gaven de taferelen bij groen-zwart Jos een nieuwe tik. ‘Ik kon het altijd goed vinden met de mensen van Cercle. Maar hoe die toen uit de bol gingen, dat doe je niet. Onze spelers lagen op de grond en Cerclefans klopten met vlaggenstokjes op hen. Toen ik vrienden van vroeger dat zag doen, was ik diep ontgoocheld. Als je op het nippertje een titel pakt, moet je beseffen dat de tegenpartij diep zit. Ik zou op zo’n moment de tegenspelers zelfs troosten. Ik ben altijd heel sportief geweest.’ Op één keer na dan, al waren er toen wel verzachtende omstandigheden. In 2010 kreeg Jos het in de slotfase van een match tegen Charleroi aan de stok met Pierre-Yves Hendrickx en Mogi Bayat, op dat moment respectievelijk secretaris en manager bij de Zebra’s. Nadat Charleroi al veel tijd had gewonnen, probeerden aan de spelerstunnel ook Hendrickx en Bayat de wedstrijd nog wat te vertragen met vervelend gedrag, in de hoop zo een 0-0 over de streep te trekken. Jos diende het duo druk gesticulerend van antwoord. Vlak daarna scoorde Adnan Custovic voor Germinal Beerschot. Toen toonde Jos een middelvinger aan Bayat. Maar daags nadien zei de materiaalman ootmoedig op ATV: ‘Dat had ik niet mogen doen.’

In de catacomben van het Kiel, vlak bij zijn voormalig ballenkot, prijkt aan de muur een kader vol foto’s van Jos, met in het midden een beeld van dat ene akkefietje. De collage hing eerst bij hem thuis, maar een tijdje geleden bracht hij ze terug naar de club. Intussen schonk hij ook quasi al zijn andere paars-witte spullen weg. ‘Als ik mijn oogskes sluit, heb ik die niet meer nodig. In mijn kist zou ik wel graag mijn trainingspak van Beerschot dragen. En ze organiseerden hier al enkele keren een wake op het veld ( voor Rik Coppens, voor speler Tim Nicot en voor algemeen directeur Marc Steenackers, nvdr), dat wil ik ook wel. Maar eerst zou ik Beerschot graag nog eens in 1A zien. Dat wil ik absoluut nog meemaken vooraleer definitief te gaan slapen.’

‘Jos leerde mij van mensen te houden’

Sebastien Rodriguez werkte als materiaalman tien jaar samen met Jos Van Hout, ‘eremateriaalmeester’ op het Kiel. ‘Het eerste wat Jos mij zei, was: ‘Ge zit hier in een speciaal clubke. Beerschot heeft alles, behalve geduld. En één ding moet ge goed onthouden: de supporters zijn heilig. Zij houden de club recht. En elk van die supporters wil ons altijd met een smile zien.”

Werkelijk álles heeft hij van Jos geleerd, zegt de Seba. ‘Hij leerde mij zelfs hoe van mensen te houden. Af en toe heb je sterren tussen de spelers. ‘Soms doen die degoutant, ‘ zei Jos, ‘maar dan nog moet je hen graag zien. Want als je moeite voor hen doet, gaan die presteren. Als je op voorhand al met hen in discussie gaat, kan dat op het veld sporen nalaten.’ Jos zei: ‘Hou van mensen, ook al heb je ze niet graag.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content