Na veertien speeldagen is er geen enkele eersteklasser waar de Belgen nog vijftig procent van de speelminuten krijgen.
In de hoogste klasse bevinden de meeste Belgen die nog speeltijd krijgen zich in het noordwesten van het land. Meer bepaald in West-Vlaanderen, waar in de derby tussen Kortrijk en Zulte Waregem de meeste Belgische spelers geteld werden dit seizoen op een Belgisch eersteklasseveld.
Met 47,7 procent van de totale speeltijd voor Belgen is Kortrijk hofleverancier van ‘Eigen Volk Eerst’. Julien de Sart, Christophe Lepoint, Kristof D’haene, Thomas Kaminski en Hannes Van der Bruggen zorgen voor het merendeel van de 6569 minuten voor Belgische voetballers die Kortrijk zijn spelers bood. Daarna komt Zulte Waregem waar Thomas Buffel en co goed zijn voor 6218 minuten.
De nummers drie en vier komen uit het Waasland. Waasland-Beveren (6087) staat nog net op het podium, voor Lokeren (5738). Dat die vier clubs in de rangschikking kort voor afsluiten van de heenronde bij de laatste zes staan, pleit niet voor de Belgische zaak.
Gemiddeld krijgen Belgen bij de doorsnee eersteklasser tot nu 32,7 procent van de speeltijd. Boven dat gemiddelde zitten naast het voornoemd viertal nog Royal Excel Mouscron en KV Oostende, plus twee vertegenwoordigers van de G5. Anderlecht, waar vanaf het begin van het seizoen jonge eigen talenten kansen krijgen en waar er regelmatig basisplaatsen zijn voor Nany Dimata, Alexis Saelemaekers en Sebastiaan Bornauw, staat zo op de vijfde plaats met 41 procent speeltijd voor eigen talent, terwijl ook Club met 34,1 procent net hoger scoort dan het gemiddelde, goed voor een achtste plaats.
KAA Gent blijft met 30,7 procent net onder het gemiddelde, op de voet gevolgd door R. Antwerp FC, terwijl de andere vaandeldragers van het Belgisch voetbal zich in deze specifieke rangschikking bij de laatste vijf bevinden. Als nummer elf biedt Standard slechts 25 procent van de speeltijd aan Belgische voetballers, vooral Renaud Emond en Pedro Luis Cavanda (enige spelers die oproepbaar zijn voor onze nationale ploeg, wat niet het geval is voor Mehdi Carcela en Paul-José Mpoku die voor andere nationale elftallen kozen en daarom hier niet als Belgen beschouwd worden). Genk doet nog minder goed, met slechts 18,9 procent speeltijd voor Belgen, vooral Leandro Trossard en Bryan Heynen. Slechts twee eersteklassers brengen nog minder Belgische spelers op het veld.
Op de voorlaatste plaats prijkt Cercle met zijn omvangrijke Franse kolonie, het gevolg van het samenwerkingsakkoord met AS Monaco. Na de ploeg van Laurent Guyot rest er dan het team van Felice Mazzu, waar Belgen tot nu toe aan 19,9 procent ofte 2485 minuten komen. Hoewel Dorian Dessoleil, Gaëtan Hendrickx en Massimo Bruno regelmatig een basisplaats krijgen, blijven de Zebra’s een slechte leerling in het klasje. Goed Belgisch inkopen blijft een delicaat probleem, zeker wanneer straks het aantal verplicht op het wedstrijdblad in te schrijven Belgen nog belangrijker wordt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
