Kerim Mrabti (KV Mechelen): ‘Ik voel me meer Zweed dan Tunesiër, maar ik weet nog niet wat ik ga doen’

© belga

De Tunesisch-Zweedse flankaanvaller Kerim Mrbati overtuigde als nieuwkomer bij KV Mechelen de afgelopen maanden door zijn polyvalentie en grote ijver. Sport/Voetbalmagazine ging met hem spreken over zijn keuze voor een nationale ploeg.

In januari 2016 werd Kerim Mrabti (26) voor het eerst opgeroepen bij de Zweedse nationale ploeg. Maar op oefenkamp in Abu Dhabi sloeg het noodlot toe. Tijdens het eerste duel in Dubai scheurde de pocketvoetballer na amper twintig minuten de ligamenten van zijn knie, met een lange onbeschikbaarheid tot gevolg. Maar in plaats van het vooropgestelde jaar revalidatie speelde Mrabti alweer in september.

‘Het bewijs van de juiste mentaliteit’, weet hij. ‘Ik had een ploegmaat, Haris Radetinac, die wat ouder was en bij hetzelfde probleem aanvankelijk heel negatief dacht. Het opende mijn ogen. Ik benaderde dit probleem positief.

‘In de gym vertoeven is het ergste wat er bestaat voor een profsporter. Soms vertellen mensen me dat ik daarmee een jaar verloor, maar ik bekijk het anders. Ik ken nu nog beter mijn lichaam en kan mijn loopbaan – mits de juiste preventieve oefeningen – met een jaar extra verlengen. En ook Haris, die na een tweede blessure mijn positivisme overnam, is nu in topvorm. Hij werd zelfs een goede vriend.’

Camouflage

Mrabti werd nog niet opgeroepen voor officiële duels bij Zweden en kan dus ook nog uitkomen voor Tunesië. ‘Ik ben 50/50 in persoonlijkheid, maar over het algemeen meer Zweeds dan Tunesisch’, legt hij uit. ‘Bij de U21 noemde ze me op het EK ‘camouflage’, omdat ik me even goed mengde onder de Zweedse spelers als onder de jongens met een immigrantenachtergrond.

‘In 2018 kreeg ik plots midden mei een uitnodiging voor Tunesië, het WK ging een maand later van start. Ik sprak kort met de bondscoach, maar had nog nooit voor dat team gespeeld. Het moest allemaal te snel gaan en dat wilde ik niet. Spelen voor de nationale ploeg is geen prioriteit, maar is vooral een bonus voor mij. Daarom weet ik nog altijd niet wat ik ga doen. Als ze me oproepen voor Zweden, zal ik gaan. Het zou een grote eer zijn. Mijn vader zal niet boos zijn als ik voor mijn geboorteland kies.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content