Kompany: achtergronden bij zijn komst naar Anderlecht

© belgaimage
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Vincent Kompany is back in town en verwierf in één klap de controle over Anderlecht. Het verhaal van een goed getimede mediabuzz.

Donderdag 15 november 2018. Twee uur na de zege van de Rode Duivels tegen IJsland scheurt Vincent Kompany met zijn auto en in het gezelschap van Dedryck Boyata richting de Wetstraat. Hij heeft er afgesproken met enkele vrienden in de loungebar Garnet’s in het hartje van de Europese wijk. De eigenaar van de zaak is niemand minder dan zijn jeugdvriend Anthony Vanden Borre. Die avond vertrouwt hij zijn vrienden toe dat hij ‘de controle heeft’ over Anderlecht. De uitsmijter van Vince vertoont op dat moment veel hiaten.

In de geschiedenis van het Belgische voetbal heeft geen enkele speler ooit zoveel macht gekregen als Kompany.

Drie dagen eerder op 12 november had Kompany van de internationale break geprofiteerd om naar Neerpede af te zakken en Marc Coucke te ontmoeten. De nieuwe big boss van Anderlecht, die er een paar veelbewogen maanden heeft opzitten, vereeuwigt met een foto zijn ontmoeting met de captain van Manchester City en vuurt het kleinood vervolgens af op de sociale media. De boodschap ludiek: ‘Donderdag is het Koningsdag, maar vandaag ontvangen wij onze prins!’ Hein Vanhaezebrouck staat eveneens op de foto met de toekomstige speler-trainer van Sporting Kompany. Op dat moment groeit bij Coucke het idee om het godenkind terug te halen naar Anderlecht. Er moet nog een grote afstand overbrugd worden tussen de twee partijen, maar de clan rond Kompany heeft al maanden zijn intrek genomen op Anderlecht. Zijn eerste makelaar Jacques Lichtenstein staat namelijk aan de wieg van de overname van de club toen hij in oktober 2017 samen met zijn vennoot Peter Verplancke een cruciale meeting gearrangeerd heeft tussen Coucke en Michael Verschueren. Vier jaar vroeger hadden Coucke en Verschueren elkaar voor het eerst ontmoet in de loge van Kompany in het Etihad Stadium. En wie had de ontmoeting tussen de twee mannen geregeld? Niet toevallig het makelaarsduo Lichtenstein – Verplancke.

Lichamelijke manco’s

In november 2017 zien de perspectieven van Kompany bij City er heel wazig uit. Er is maar één certitude: Kompany heeft ondanks een opeenstapeling van blessures nog de ambitie om twee jaar op topniveau te voetballen. De komst van Aymeric Laporte in januari is een onheilspellend teken. De beleidsmakers uit de Verenigde Arabische Emiraten zien hun Belgische aanvoerder niet meer passen in de toekomstplannen van de club. Hij zit gevangen tussen de trouwe volgelingen van The Skyblues die een ware cultus hebben gecreëerd rond zijn personage en een bestuur dat naar zijn eigen aanvoelen niet het nodige respect betoont voor zijn oeuvre bij City. Zijn overeenkomst loopt af in juni 2019 en verder dan een contractverlenging van een jaar wil het bestuur niet gaan. Een gebrek aan erkenning dat Kompany maar moeilijk kan slikken aangezien hij gedurende elf jaar alles heeft gegeven voor de club.

Vinnie is een perfectionist als het aankomt op het beheersen van een carrière die gestoeld is op stabiliteit – hij kende slechts drie clubs in vijftien jaar – en hij neemt dus ruim op tijd de nodige voorzorgsmaatregelen. Verschillende buitenlandse clubs uit Italië en Duitsland, de absolute Europese topclubs buiten beschouwing gelaten, manifesteren zich. Maar Kompany is daar zeker geen eerste keuze omdat ze zich goed bewust zijn van de lichamelijke manco’s van de Rode Duivel.

Voor de 87-voudige international is het ondenkbaar dat hij naar het achterplan moet verdwijnen. Dat was al het geval in de zomer van 2006 wanneer Olympique Lyon zich meldt om de nieuwste Belgische sensatie aan te trekken. L’OL is op dat moment een grote speler in Europa, maar Kompany weigert het Franse voorstel omdat hij beseft dat hij niet als een prioriteit wordt beschouwd. Dat is hij wel voor Hamburg, dat van de 20-jarige verdediger de bestbetaalde speler van de club maakt. Dertien jaar later is het karakter van Kompany geenszins veranderd.

Beckham vs. Coucke

Op een gegeven moment denkt Kompany er ernstig over na om een oversteek van de Atlantische oceaan te wagen richting MLS. New York City, deel van de City Football Group, is een optie, maar die verdwijnt snel van de radar. De nieuwe franchise Inter Miami CF, met David Beckham als voorzitter, spreekt meer tot de verbeelding. Miami heeft grote namen nodig om zijn selectie te stofferen en Vince The Prince staat helemaal bovenaan de wishlist. Twee weken geleden polste het management van de club uit Florida nog eens bij de verdediger van City, maar toen was de planning met Anderlecht al helemaal opgemaakt.

Vincent Kompany bij een eerdere passage in het Astridpark: zeer geliefd bij de supporters.
Vincent Kompany bij een eerdere passage in het Astridpark: zeer geliefd bij de supporters.© belgaimage

Op Sclessin, waar de match tegen Standard gestaakt moet worden door het baldadige gedrag van de Brusselse aanhang, zit Anderlecht sportief en mentaal compleet in de put. Het uitgelaten applaus van enkele maanden toen Coucke de club had gekocht, is verstomd en vanuit zijn vakantieoord in Vietnam verneemt de West-Vlaamse zakenman dat hij wordt uitgespuwd door een deel van de supporters. Vier dagen na de guerrilla in Luik wordt Fred Rutten bedankt en gaat Anderlecht op zoek naar een nieuwe trainer. Er spookt maar een ding door het hoofd van Coucke: hoe kan hij de grootste speler van Anderlecht van de afgelopen dertig jaar terughalen? Hij houdt van een beetje blingbling. Bij KV Oostende kwam dat tot uiting met de aanwervingen van Yassine El Ghanassy, Silvio Proto en Nicolas Lombaerts, transfers die geen onvervalst succes bleken te zijn. Het ego van Coucke krijgt een boost wanneer hij aan het hoofd komt te staan van Anderlecht. Hij steelt de show, moeit zich net als bij KVO met het transferbeleid en contacteert zelf spelers. In de winter probeerde hij zonder veel succes eigenhandig Lazar Markovic naar het Vanden Stockstadion te loodsen. Door de dramatische situatie van de club is de mediagenieke Coucke gaan beseffen dat hij eventjes van het scherm moest verdwijnen.

All or nothing

Eind april komt het jawoord van Kompany bij Coucke aan als een ware opluchting. ‘Drie weken geleden heeft Vincent beslist om niet bij Manchester City te blijven en niet het avontuur aan te gaan in de VS of in China. Op dat moment waren alle elementen aanwezig om de deal te doen slagen’, zegt Michael Verschueren. Enkele dagen voor de titelmatch tegen Brighton had Kompany aan een van zijn vrienden aangekondigd dat hij naar Anderlecht zou terugkeren als speler-trainer, maar het geheim mocht absoluut niet uitlekken. Zelfs afgelopen zaterdag, na de gewonnen FA Cupfinale tegen Watford, had Kompany tijdens een feestje georganiseerd in het Hilton van Manchester met alle spelers en hun entourage met geen woord gerept over zijn plannen om City in te ruilen voor Anderlecht. In zijn speech sprak hij nog in de wij-vorm. ‘Ik heb nog één wens voor deze club: het winnen van de Champions League.’

De krachttoer met Kompany heeft wel gevolgen voor Coucke: hij zal de schijnwerpers moeten verlaten en in de schaduw moeten toekijken. Binnen enkele maanden zal blijken of hij daartoe in staat is. Maar de timing van het nieuws kon op geen beter moment vallen. Anderlecht, dat volgend seizoen voor het eerst in 56 jaar verstoken zal zijn van Europees voetbal, beleefde zondag wellicht de somberste dag uit zijn bestaan. Kompany daalt dus neer als een soort messias bij een club die in verval is geraakt. Maar de 33-jarige verdediger weet waar hij aan begint: hij werd enkele maanden geleden al op de hoogte gebrachte van het haperende beleid bij RSCA. Het bestuur heeft zich voorgenomen om het Ajaxmodel te kopiëren, maar vandaag lopen alle vergelijkingen tussen de twee clubs mank. De rekrutering van Pär Zetterberg en Frank Arnesen was een soort pr-stunt was om de gemoederen te bedaren, maar het effect ebde snel weg door de mislukte wintermercato en de slechte resultaten sinds de winterstop. Enkel de talentenfabriek van Neerpede gaf de voorbije maanden voldoening.

De transfer van Kompany is niets minder dan een revolutie. In de geschiedenis van het Belgische voetbal heeft geen enkele speler ooit zoveel macht gekregen als Kompany. Veel analisten vragen zich af waarom de club niet de normale procedure heeft gevolgd: Kompany puur als speler inlijven om hem daarna een bestuursfunctie te geven. In de entourage van de Brusselse publiekslieveling valt te horen waarom hij de loper van Neerpede en het Vanden Stockstadion kreeg. ‘Het was all or nothing‘, klinkt het.

Zwakke plek

‘Jullie mogen één ding weten: Frank Arnesen blijft verantwoordelijk voor de scouting’, liet Verschueren junior zondag uitschijnen in een paar interviews. ‘Uiteraard zal de briefing van Vincent doorslaggevend zijn. Hij heeft trouwens al een paar profielen goedgekeurd die al enkele maanden door de scoutingcel gevolgd worden. Hij zal de vrijheid krijgen en we zullen hem het budget geven dat hij nodig acht om de ploeg terug op te bouwen.’

Maar hoe zit het met de rol van Zetterberg en Arnesen? Hoe ziet de hybride functie van speler-trainer er daadwerkelijk uit? Verschueren: ‘Vincent zal de tactiek bepalen en de ploeg opstellen.’

Kompany is hoopvol dat hij in zijn opzet zal slagen. ‘ Pep Guardiola heeft mij de liefde voor het spelletje teruggegeven’, vertelde hij in de afscheidsbrief die op Facebook gepubliceerd werd. ‘Ik heb alles geobserveerd, bestudeerd en geanalyseerd. Man City speelt het voetbal dat ik ook wil spelen. Het is ook het soort voetbal dat ik wil doceren.’

De filosofie van Kompany verrast niemand. Enkele maanden geleden lichtte boezemvriend Floribert Ngalula, trainer van eersteprovincialer BX Brussels, al een tipje van de sluier. ‘Vincent heeft een zwak voor jeugdopleiding. Hij zou uren kunnen praten over tactiek en hoe je jonge spelers moet opleiden. Hij ziet het voetbal niet als een business. Anderlecht is zijn zwakke plek. Mochten City en Anderlecht ooit in de finale van de Champions League staan, dan zou hij een voorkeur hebben voor Anderlecht.’

Toen het boek Vincent Kompany, van ket tot kapitein in 2014 uitkwam deed Herman Van Holsbeeck een opvallende bekentenis. ‘Kompany is van onschatbare waarde. Hij zou voor Anderlecht een echte meerwaarde zijn. Of hij de opvolger van Roger Vanden Stock zou kunnen zijn? Ik denk het wel. Bij Bayern is het toch ook gelukt met Franz Beckenbauer. ‘

De officiële titel van voorzitter draagt Kompany nog niet, maar hij is ontegensprekelijk de nieuwe patron van het paars-witte huishouden. Een alternatief was er niet. Het was te nemen of te laten.

Vincent Kompany met zijn vrouw Carla Higgs.
Vincent Kompany met zijn vrouw Carla Higgs.© belgaimage

Vincent Kompany en Brussel: een love story

‘Het had niet veel gescheeld of ik was echt op het verkeerde pad terechtgekomen’, vertelde Vincent Kompany in een interview dat afgelopen weekend in The Guardian verscheen . ‘Had ik drugs willen verkopen, dan moest ik enkel de trappen van mijn appartementsblok naar beneden lopen. Rondhangen met een gang was de beste manier om indruk te maken op de meisjes. Ik kende die bendeleden allemaal want we voetbalden vaak samen.’

Het Brussel van Kompany’s tienerjaren was allesbehalve een lieflijke plek, maar hij liet de voorbije jaren geen gelegenheid onbenut om zijn liefde voor zijn stad van de daken te schreeuwen. Zijn wortels liggen in de hoofdstad en het was maar een kwestie van tijd voor hij er zijn comeback zou maken. Meer dan tien jaar lang was Manchester dé uitvalsbasis van Kompany en zijn vrouw Carla. Hun drie kinderen Sienna, Kai en Caleb zijn er geboren, ze hebben er hun gezinsleven opgebouwd en ze runnen er Tackle4MCR, een foundation die met de medewerking van de burgemeester van Groot-Manchester ruim een miljoen pond, omgerekend 1,15 miljoen euro, voor de daklozen in Manchester heeft opgehaald.

Het zag er dus niet naar uit dat Vinny al die zaken zou achterlaten om naar België terug te keren. Het was vooral zaak om Carla, een rasechte Mancunian, te overtuigen dat ze hun gezinsleven en professionele activiteiten ook in Brussel zouden kunnen runnen. Een paar maanden geleden waren mensen uit de intieme kring van Kompany ervan overtuigd dat ze in Noord-Engeland zouden blijven. ‘Zijn vrouw Carla ziet zich niet in België wonen. Opnieuw in Brussel wonen is dus niet aan de orde’, vertelde een vriend van Kompany destijds. ‘Vincent is verknocht aan Engeland, zijn kinderen gaan er naar school, etc.’

Maar zijn band met Brussel is steviger dan wat zijn vrienden voor mogelijk hielden. Zijn sportbar Good Kompany aan de Grote Markt was een flop, maar het weerhield hem er niet van om tijd en geld te blijven investeren in Brussel. Via het Brusselse agentschap Actiris, de tegenhanger van de Vlaamse VDAB en het Waalse Forem, stimuleert hij werkzoekenden om Nederlands te leren en zijn sociaal voetbalproject BX Brussels begint vlotjes te draaien. ‘Hij maakt niet officieel deel uit van het organigram’, zegt boezemvriend en trainer van de eerste ploeg Floribert Ngalula. ‘Hij is ‘slechts’ de broer van onze voorzitster Christel Kompany. Al lachend heb ik hem gezegd: bij BX heb je niets te zeggen. Maar de club ligt hem na aan het hart. Hij financiert de structuur en hij heeft de ambitie om de club naar de nationale reeksen te brengen.’

Als Kompany in Brussel iets wil betekenen dan moet hij op termijn in de politieke arena stappen en net als zijn vader, die gedurende drie jaar de burgemeesterssjerp van Ganshoren mag dragen, op de payroll gaan staan van een Brusselse partij. Ngalula: ‘Hij heeft alles in zich om een groot politicus te worden. Hij vindt altijd de juiste woorden en het perfecte discours om de mensen te raken. Maar hij houdt niet echt van de politieke wereld. Hij was apetrots toen zijn vader de eed aflegde als burgemeester, maar het is niet in die sector dat hij carrière wil maken.’

Beste Vincent,

Er zijn van die momenten die je niet gauw vergeet. Bijvoorbeeld die kille ochtend in november in 2007, toen je nog in Hamburg voetbalde. Terwijl de sneeuwvlokken neerdwarrelden, wachtten tijdens de ochtendtraining nog twee Belgen op jou. Twee jongens uit Geraardsbergen die 600 kilometer hadden afgelegd om jou even gedag te zeggen. ‘Kom morgen maar, na de training’, zei je tegen hen, en aan die afspraak hield je je ook. Bart en Geralph waren in de wolken.

Je hebt de gave om indruk te maken op mensen. Toen je bij de nationale ploeg kwam, was het ineens afgelopen met kliekjes tussen Franstaligen en Nederlandstaligen. Toen in 2006 in volle communautaire crisis een krant de denkoefening maakte wie van de Rode Duivels in welk team zouden spelen, indien het land ooit gesplitst zou worden, stond jij in beide teams: het Waalse én het Vlaamse. Logisch: je ging naar school in het Nederlands, en dat is ook de taal waarin je aangaf foutloos te kunnen schrijven. Vreemd keken ploegmaats en technische staf op toen je bij de nationale ploeg kwam aanzeulen met een boek van Jef Geeraerts dat je van je moeder gekregen had. Je had het niet mee om er mee uit te pakken, maar je las het ook.

In Hamburg gaf je na een maand al interviews in het Duits. Je talenkennis, besefte je, vergrootte je wereld. ‘In het Nederlands kan je met 20 miljoen mensen praten, met Frans erbij met 100 miljoen. Neem je daar nog Engels bij, komen er honderden miljoenen bij, met Duits nog tientallen miljoenen. Ik versta ook Spaans en Italiaans.’ Het klonk, uit de mond van de 23-jarige die je toen was, erg volwassen.

Je had het in Hamburg heel erg naar je zin, werd er bewonderd, maar toen ze je niet rechtvaardig behandelden, was je weg. Je wilde in 2008 zo graag naar de Olympische Spelen met België, met je vrienden, maar de voorzitter van Hamburg eiste dat de Olympiërs uit de kleine voetballanden terug in Duitsland zouden staan wanneer de trainingen begonnen. ‘Mocht Duitsland hebben meegedaan en LukasPodolski was moeten terugkeren, dan had de pers de club aangevallen, en niet de speler’, merkte je fijntjes op. Je had het meningsverschil met je voorzitter op één dag kunnen oplossen, zei je. ‘Op voorwaarde dat ik alles wat ik in mijn opvoeding heb meegekregen naast me neer zou leggen, dat ik niet voor mijn mening zou uitkomen.’ Dus koos je voor de confrontatie én aanvaardde je de gevolgen: een breuk, zonder garanties dat je er goed zou uitkomen.

In 2009, na een interview in het trainingscentrum van Manchester City, waar je je ook meteen op je gemak voelde, bestelde de verantwoordelijke van je sponsor Nike een taxi om naar het trainingscentrum van aartsrivaal United te rijden, waar de Nike Premier Cup doorging. Toen je gevraagd werd om mee te gaan, verbleekte je even. ‘Kan ik dat wel doen?’, vroeg je je luidop af.

Weet je nog hoe je bij de vijand onthaald werd? Je kreeg er handshakes en schouderklopjes van Unitedsuppoosten en je deelde handtekeningen uit aan jeugdspelertjes van United die stiekem zegden dat ze fan waren van City. Achter jouw rug zei een steward van United tegen supporters van de thuisclub die hun ogen niet konden geloven dat een topspeler van de andere kant daar live rondliep: ‘ That’s Kompany, he’s a great Player!

Daar al merkte je dat je iemand geworden was die zijn club ver oversteeg. Dat is weinigen gegeven, Vincent.

Vandaag heb je ervoor gekozen om terug naar huis te komen. Als je op zoek was naar nog een uitdaging, dan heb je er één die kan tellen. Maar ook naast het veld heb je een keuze gemaakt die impact zal hebben. Want impact hebben, is wat je altijd graag wou, samen met prijzen winnen. Dat waren de twee voornemens die je voor jezelf gemaakt had toen je naar het buitenland trok, en die je ook hebt waargemaakt. Ook dat tekent je. Als je een weg uitstippelt, volg je die tot je je doel bereikt hebt. Naar het aloude motto: ik wil, ik kan, dus ik zal. Impact heb je, over de landsgrenzen heen, en je prijzenkast leert iedere Belg dat je ook uit een klein land de top kan bereiken, als je talent combineert met hard werken.

Voor je thuisstad Brussel, een project in volle ontwikkeling, ben je een godsgeschenk. Ook al kan het project nog alle kanten uit: goede, maar ook slechte. Een Nieuwe Belg, een soort waarvan sommigen luidop zeggen dat die niet bestaat. Eén die ervoor gekozen heeft (want dat is het, een keuze) zich niet op te sluiten in één gemeenschap, één wijk, één getto, in een sfeer van verbittering of frustratie maar die met zijn talenkennis, gemengde afkomst, gezonde nieuwsgierigheid én doorzettingsvermogen toont dat je de verschillen kan overstijgen, én door iedereen gerespecteerd kunt worden. Eén die de talloze jonge Brusselaars van buitenlandse afkomst een spiegel kan voorhouden hoe het ook kan. Niet dat je alles cadeau hebt gekregen. Je vertelde hoe je op je veertiende, toen je slecht in je vel zat omdat in je leefwereld van alles verkeerd liep, van school bent gestuurd en bij de nationale jeugdploegen disciplinair werd geschorst. Op de vraag hoe je uit die impasse geraakte, vertelde je: ‘Door al die negatieve dingen op een positieve manier te bekijken, en door hard te werken, drie keer zo hard te trainen en van school te veranderen.’

‘Ik kom uit een buurt waar de mensen altijd pech hebben’, vertelde je. ‘Ik wilde niets aan het toeval overlaten. Als ik het moeilijk had, sprak ik met één van mijn ouders of met een leraar. Dat waren de schouderklopjes die ik nodig had om weer gemotiveerd te geraken.’

Om die problemen aan te pakken, richtte je een paar jaar geleden zelf een voetbalclub op. Het is tegenwoordig stil rond BX Brussels, maar het is op zich een nobel project. Laten we wel wezen: je hoefde dat niet te doen, je had met je geld evengoed een mooie boot kunnen kopen, of je geld beleggen in offshorebedrijven.

Misschien kan je met je terugkeer ook een ander probleem in Brussel helpen oplossen. De verscheidenheid die je al in de samenstelling van de jeugdploegen van Anderlecht ziet, waar heel Brussel en bij uitbreiding heel België in vertegenwoordigd is, zie je nog niet op de tribunes. Meer dan één miljoen inwoners heeft je stad, met een aanzienlijk deel dat voetbalgek is, maar in het weekend zakken amper een paar duizend Brusselaars af naar het voetbal, Anderlecht inbegrepen. Die nieuwe Brusselaars wordt verweten dat ze enkel geïnteresseerd zijn in de competities in hun landen van afkomst én de Europese topclubs, maar je kan het ook omdraaien. Anderlecht heeft nooit een deftige poging gedaan om zijn deuren open te zetten voor de mensen die in de buurt van het stadion wonen. Het zit toch al vol, met begoede fans uit heel het land die al decennia komen, dus was er geen plaats om mensen te lokken met goedkope tickets of familietribunes, zoals pakweg KAA Gent of KRC Genk in het verleden wél deden. Omdat ze nog lege plaatsen in hun stadion hadden, maar ook om bewust een nieuwe supportersgeneratie aan te trekken.

Voetbal kan tussen mensen van verschillende afkomst een band smeden, heb je met de Rode Duivels gemerkt en bewezen. Niemand kan die ploeg bekijken en denken: daar hoor ik niet bij.

Daar heb jij mee voor gezorgd, Vincent. Dit land heeft dringend nood aan mensen die bruggen bouwen in plaats van ze opblazen. De makkelijkste keuze heb je niet gemaakt, maar als je even wil uitblazen, ben je altijd welkom in Frituur De Hoek in Onkerzele, van Bart die je destijds in Hamburg opwachtte.

Je hoeft niet eens te reserveren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content