Luikse roulette: hoe Michel Preud’homme aan een nieuwe ploeg bouwt

© belgaimage
Thomas Bricmont

Een jaar na de komst van Michel Preud’homme aan het roer van de Luikse club blijft de grote schoonmaak bezig. Is dat een goede of een slechte zaak?

Alles loopt zoals voorzien. Of toch bijna. Want als de komst van Michel Preud’homme een jaar geleden wat stabiliteit moest brengen bij een club die daar doorheen de jaren allerminst om bekend heeft gestaan, dan is er wat dat betreft nog veel werk aan de winkel. Op Sclessin is er de voorbije weken heel wat gebeurd in de nasleep van een seizoenseinde dat uiteindelijk een bevredigende derde plaats heeft opgeleverd en de schijn heeft kunnen ophouden. Maar zowel in de kleedkamer als in de kantoren van het bestuur waren de spanningen voelbaar. En dat ondanks het optimisme in het begin van het seizoen van de nieuwe algemeen directeur Alexandre Grosjean: ‘Het is het eerste seizoen dat alle neuzen in dezelfde richting wijzen.’ Uiteraard duurde dat weer niet lang. Al tijdens de zomertransferperiode ontstonden de eerste interne wrijvingen en de maand januari draaide uit op een echte breuk binnen het bestuur.

Sinds het vertrek van Olivier Renard is het voorzitter Bruno Venanzi, soms bijgestaan door zijn rechterhand Alexandre Grosjean, die alle gesprekken voert met makelaars.

Symbolen van slecht functioneren

Terwijl de transferperiode nog volop op gang moet komen bij de meeste topclubs, heeft Standard al een voorsprong genomen. Aan inkomende zijde: Selim Amallah en Mërgim Vojvoda, de optie op Obbi Oulare die gelicht werd en waarschijnlijk ook Zinho Vanheusden. Dat is dan nog in afwachting van Aleksandar Boljevic en Amir Rrahmani. Het bestuur heeft dus niet stilgezeten.

Razvan Marin en Moussa Djenepo hebben de club verlaten, enkele maanden nadat met Christian Luyindama al een belangrijke pion vertrok. Drie uitgaande transfers die de financiën – die daar nood aan hadden – wel goed doen, ook al is het sportieve verlies aanzienlijk. Los van die transfercarrousel heeft Standard (weinig verrassend) ook een einde gemaakt aan de samenwerking met zijn directeur rekrutering Olivier Renard. Verrassender evenwel is het ontslag van de ‘T1 bis’ en de aarzelende communicatie over zijn vertrek: ‘ Emilio Ferrera heeft gevraagd om zich uitsluitend te kunnen toeleggen op de ontwikkeling van zijn eigen opleidingscentrum, dat in Aalst ligt en dat nauw verbonden is met de Académie van Standard.’ Maar drie dagen later wordt in de pers de naam van de Belgische Spanjaard genoemd aan het hoofd van Dudelange en Virton. Om hem te vervangen waagt de Luikse directie een gok met Mbaye Leye, die nog maar net zijn voetbalschoenen aan de wilgen heeft gehangen.

Het ontslag van Olivier Renard, die snel een nieuwe betrekking vond bij Antwerp, en van Emilio Ferrera zijn het gevolg van de spanningen binnen de scouting en de kleedkamer. Aan de ene kant werd Olivier Renard de laatste maanden niet meer geraadpleegd, een gevolg van de toenemende macht van Mogi Bayat. Aan de andere kant was Emilio Ferrera nooit erg geliefd bij de spelerskern, en dat is nog een eufemisme. Het vertrek van Renard zat niet in de pijplijn – maar was uiteindelijk onvermijdelijk geworden gezien de toenemende wrijving de laatste maanden – dat van Ferrera wel. Voorzitter Bruno Venanzi had daar enkele maanden geleden al met zijn medewerkers over gesproken. Nadien werd zijn functie herzien door Preud’homme, die wel Ferrera’s macht aan het hoofd van de Académie bevestigde, waar Pierre Locht, nochtans de directeur van het opleidingscentrum, maar moest zien dat hij niet ontmoedigd geraakte.

Gewaagde gok

Dat vorig jaar de coach terugkeerde die Standard in 2008 na een droogte van 25 jaar weer kampioen had gemaakt, wekte veel enthousiasme op. Ook al kwam die terugkeer er na winst van de beker van België en een enorme remonte in de play-offs, afgesloten op een uitstekende tweede plaats. Ergens was dat een vergiftigd geschenk voor Preud’homme, die zijn akkoord al had gegeven aan Bruno Venanzi op een moment dat de club met Ricardo Sá Pinto maar wat aanmodderde in de competitie. ‘Toen we wisten dat Michel zou terugkeren naar Standard, waren we nog maar in maart en waren de play-offs nog niet begonnen. De situatie was toen helemaal anders’, stipt analist Marc Degryse aan. ‘En ik denk dat hij niet blij was met de manier waarop de play-offs verliepen, want hoe moest hij een gelijkaardige ploeg gaan vormen en tegelijk de werkwijze helemaal veranderen?’

Bruno Venanzi lijkt een blind vertrouwen te hebben in Mogi Bayat.
Bruno Venanzi lijkt een blind vertrouwen te hebben in Mogi Bayat.© belgaimage

Er lag nochtans een berg werk te wachten in de ogen van de imposante nieuwe staf die neerstreek op de Académie met nieuwe methodes die de spelers uit hun comfortzone moesten halen. Er werd niets aan het toeval overgelaten. De urine werd regelmatig gecontroleerd en de spelers moesten bijna dagelijks op de weegschaal. Een gps, die hun snelheid en loopafstand berekende, en een cardio voor de intensiteit, volgden de spelers bij elke training.

Emilio Ferrera deed het op zijn manier. Hij verdeelde het trainingsveld in vakken. Het terrein stond bezaaid met kegeltjes – ‘Het leek wel een landingsbaan’, lachte een speler. Mandekking gebeurde zelden en bijna nooit schoten de spelers op doel. Het spelplezier ebde bijna helemaal weg en de sfeer stak schril af tegen die van de laatste weken in het voorbije seizoen, toen iedereen, mede dankzij de resultaten, in een goed humeur verkeerde. Behalve de soms drastische methodes was het ook het karakter, en vooral het toontje dat Ferrera aansloeg, dat problemen gaf. De profkern van Standard, met daarin heel wat ego’s, verschilt nogal van de beloftekern van Anderlecht. Ferrera is er evenwel de man niet naar om het geweer van schouder te veranderen, hij blijft koppig zijn zin doen.

Preud’homme is daar niet door verrast, hij weet perfect wie hij meegebracht heeft naar Standard. Hij weet ook dat de Belgisch-Spaanse coach zich geregeld cynisch tegenover hem uitlaat, iets wat dateert van de tijd dat Ferrera op Neerpede werkte. Ferrera verweet Preud’homme dat die zijn recepten toepaste in Brugge, nadat ze samengewerkt hadden in Saudi-Arabië, zonder hem daar ooit het verdiende krediet voor te geven. Het is van weinig belang, Preud’homme heeft een sterke persoonlijkheid nodig en tevens een coach die een groot deel van de dagelijkse trainingen voor zijn rekening kan nemen. ‘Het is de eerste keer dat hij zoveel petjes draagt, maar uiteindelijk verandert het niet zoveel aan wat hij voordien al deed’, vertelt Ferrera. Door die vele petjes neemt Preud’homme nochtans graag wat meer afstand – zoals in zijn laatste seizoen bij Club Brugge, waar Philippe Clement veldtrainer was – wil hij gewoon de ploeg opstellen en zich na de weekendmatch enkele dagen terugtrekken in Bordeaux. De slechte resultaten in het begin van het seizoen dwingen hem om dat programma te herzien en meer contact te houden met de spelers.

Achter de schermen gebeurt er wat er in Brugge is voorgevallen, waar sportief directeur Arnar Gretarsson enkele maanden na de komst van Preud’homme werd ontslagen. MPH houdt grote schoonmaak rond zich en stuurt de minder gehoorzame elementen weg, zoals Olivier Renard, wiens sportieve invloed tijdens de wintertransferperiode bijna helemaal was verdwenen.

Venanzi, sportief directeur

Preud’hommes makelaar, Mogi Bayat, manoeuvreert zodanig dat hij binnen de Luikse club evenveel invloed verwerft als destijds bij Anderlecht onder Herman Van Holsbeeck. Die machtsgreep neemt enkele maanden in beslag. Eerst is er Obbi Oulare, eind augustus, nadien Nicolas Raskin, in januari, en enkele jongeren van de Académie die onder contract gelegd worden. De recente transfers van Selim Amallah en Mërgim Vojvoda dragen zijn stempel (net als de vermoedelijke komst van Amir Rrahmani), die als makelaar allebei Adrian Aliaj hebben (ex-speler van Standard en La Louvière). Aliajs vennoot is niemand minder dan Yuri Selak, die zijn kantoren in het Groothertogdom Luxemburg deelt met de Frans-Iranese makelaar – kantoren die tijdens de operatie Propere Handen trouwens werden doorzocht, zo meldt Sudpresse.

De komst van Benjamin Nicaise op het departement rekrutering en van Mbaye Leye als T2 – hun beider carrière-einde werd begeleid door Bayat – hebben de invloed van de Franse Iraniër alleen maar versterkt. ‘We mogen zelfs niet meer in ons eigen huis binnen’, merkte een mannetje van Bayat enkele maanden geleden op, toen hij voor een gesloten Académie stond. Het gaat inderdaad meer en meer die richting uit.

Met die twee beginnelingen in hun job – Nicaise op de rekrutering en Leye als coach – doet het bestuur van Standard op zijn minst een gewaagde gok. De ex-aanvaller zou als coach beter moeten communiceren dan zijn voorganger op de post van T2, maar de Franse oud-middenvelder, die momenteel een cursus Engels volgt, zal zeer snel een netwerk moeten uitbouwen wil hij niet uitsluitend de lijnen volgen die zijn ex-makelaar uitzet.

Sinds het vertrek van Olivier Renard is het trouwens voorzitter Bruno Venanzi, soms bijgestaan door zijn rechterhand Alexandre Grosjean, die alle gesprekken voert met makelaars. Een vreemde situatie als je weet dat het Michel Preud’homme is die de titel van sportief directeur voert. Op zijn 60e lijkt de voormalige coach van Club Brugge niet meer in staat om meerdere wegen tegelijk te bewandelen. Hij heeft het dus aan zijn voorzitter overgelaten om de aanbiedingen te beoordelen. Ook in de transferperiode van januari was MPH veeleer afwezig bij de onderhandelingen.

MPH onder druk

Binnen de club rekent men ook op Bayat om ‘goed te vérkopen’, zoals een bestuurslid van de club het uitdrukt. Bruno Venanzi lijkt trouwens een blind vertrouwen te hebben in de Franse Iraniër, die op de hoogte gesteld wordt van alle contracten en van alle aanbiedingen die op tafel belanden. Die situatie irriteert natuurlijk heel wat andere makelaars, die verbaasd zijn over zulke gunsten.

Donderdag herneemt het leven op de academie. De derde plaats en de daarbij horende rechtstreeks kwalificatie voor de Europa League zouden Standard een rustig begin van de voorbereiding moeten bezorgen, zodat de nieuwelingen kunnen geïntegreerd worden. Maar de druk op de schouders van Preud’homme zal een stuk groter zijn dan dit seizoen. In zijn Brugse periode had hij het geluk dat hij op een goed blaadje stond bij enkele zwaargewichten onder de Vlaamse journalisten. De kritiek van afgelopen seizoen heeft hem geërgerd en misschien ook wel wat verbaasd. Dit seizoen weet hij dat hij zich niet meer kan verschuilen achter een mislukte transferperiode of de zwakte van de kern om mindere prestaties te verklaren.

Wat met de transferperiode?

Het minste wat men kan zeggen, is dat er heel wat activiteit gaande is in de coulissen van Sclessin, waar de supporters van Standard misschien wel een heel nieuwe ploeg te zien zullen krijgen. En ook al zitten er bij de recente transfers geen ronkende namen, ze zouden wel voor een nieuwe mentaliteit moeten zorgen, een nagel waar Michel Preud’homme voortdurend op klopt. ‘Soms is het beter om spelers te coachen die bereid zijn om je te volgen, die ervan overtuigd zijn dat ze aan jouw zijde beter zullen worden, ook al zijn ze intrinsiek wat minder goed. Michel wil alleen spelers die bereid zijn zichzelf te overtreffen en met vijf of tien procent vooruit te gaan. Afgelopen seizoen heeft de mayonaise tussen de trainer en de groep niet gepakt’, aldus Marc Degryse.

Standard zoekt nog een pak nieuwe spelers om zijn kern te versterken, te meer daar de exodus nog lang niet ten einde is. De verkoop van Razvan Marin en Moussa Djenepo heeft de kas gespijsd, maar Standard is niet geneigd om het geld over de balk te gooien, zoals het dossier Theo Bongonda bewijst. De club is daarentegen nog altijd geïnteresseerd in de Uruguayaanse spits van KV Kortrijk, Felipe Avenatti (die al een jaar wordt gevolgd), al zou ook die te duur kunnen uitvallen (er is sprake van 6 à 7 miljoen euro). De transfer van de Montenegrijnse international Aleksandar Boljevic voor ongeveer 2,5 miljoen euro is een uitgave die beter past binnen de normen van de club. Standard is ook nog op zoek naar een verdedigende middenvelder, zelfs wanneer Uche Agbo terugkeert van een uitleenbeurt aan Rayo Vallecano.

De Luikse club lijkt daarentegen wel bereid om een financiële inspanning te doen om Omar El Kaddouri aan te trekken. De directie heeft de Brusselse middenvelder, die in augustus 29 wordt, een contract van drie jaar aangeboden voor een miljoen euro netto per jaar. En Standard heeft ook zijn best gedaan voor Zinho Vanheusden – zo lijkt het toch. Er wordt gewag gemaakt van een transfer van om en bij de 17 miljoen euro voor de verdediger van de nationale Beloften, maar dat bedrag moet vooral Inter, dat bedreigd wordt door de Financial Fair Play, toelaten om zijn rekeningen aan te zuiveren. Het zou gaan om een constructie waarbij Inter verplicht wordt om de speler binnen de twee jaar terug te kopen voor een gelijkaardig bedrag.

Wat de vertrekkers betreft, daar zou Luis Pedro Cavanda de volgende moeten zijn. En daarna Guillermo Ochoa. Mehdi Carcela, van zijn kant, lijkt niet gehaast te zijn om te vertrekken, wat zou kunnen leiden tot een nieuw zomerfeuilleton tussen de speler en het bestuur van Standard. Voor Paul-José Mpoku, die met de Democratische Republiek Congo naar de Afrika Cup vertrokken is, dreigt een gelijkaardig scenario.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content