Maxime D’Arpino (KV Oostende): Dit lijkt het juiste moment voor de volgende stap’

© Belga Image
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Wanneer je Maxime D’Arpino ziet spelen, vraag je je af hoe het komt dat hij op zijn 24e ‘maar’ het shirt van KV Oostende draagt. De beste manier om dat te weten te komen is het hem te vragen.

Er zijn veel redenen waarom KV Oostende zo’n goed seizoen heeft gespeeld en Maxime D’Arpino is er daar zeker een van. Hij kwam uit de Franse Ligue 2, waar hij tegen degradatie voetbalde. Daar viel hij eerst op tussen de data die KVO verzamelde en vervolgens veroverde hij het hart van Gauthier Ganaye. De Fransman installeerde zich vóór de verdediging van Alexander Blessin om het ritme van het supersonische voetbal te bepalen. Hij kijkt altijd om zich heen en in de diepte, om net wat voorsprong te verkrijgen op wie rond hem loopt. Het is het handelsmerk van hen die voetbal aanvoelen. Eigenlijk is hij te getalenteerd om op zijn 24e in onze Pro League te spelen, het is een vorm van sportieve onrechtvaardigheid. Gelukkig voor hem, maar jammer voor Oostende, zal de opgang van D’Arpino hier allicht niet eindigen. Voor hij zich gaat buigen over zijn volgende bestemming, antwoordt hij eerst nog op onze vragen, want we wilden wel eens weten waarom hij niet vroeger doorgebroken is.

Het opleidingscentrum van Lyon is erg gereputeerd. Jij hebt het van binnenuit gekend. Kun jij uitleggen wat het betekent om tot de school van Lyon te behoren?

Maxime D’Arpino: ‘Met Lyon speelden we heel wat toernooien, een beetje overal in Frankrijk en Europa. Voor we afreisden, zeiden ze ons altijd: een toernooi buiten de top vier is mislukt. Met mijn generatie zijn we nooit buiten de top vier geëindigd. In die club word je echt geprogrammeerd om prof te worden.’

Herinner je je nog de eerste keer dat je bij de profkern kwam?

D’Arpino: ‘Ik speelde met de B-ploeg van Lyon in vierde klasse toen Alain Olio me kwam vertellen dat ik de dag erop met de profs zou trainen. Ik was dubbel content, want dat betekende ook dat ik niet naar school moest. ( lacht) Ik kwam anderhalf uur te vroeg aan, misschien wel twee uur. Maar er zat een veiligheidscode op de deur. Ik klopte, maar niemand antwoordde. Ik heb dus buiten moeten wachten tot er iemand aankwam. Nadien draai je gewoon mee, programma in de zaal voor de training, dan het veld op…’

En testen de profs je dan?

D’Arpino: ‘De eerste passes die ik kreeg waren raketten. ( lacht) Of smerige ballen met effect op. Ze jennen je en het is aan jou om je te tonen. Ik weet nog dat ik een heel goeie training afwerkte. Nadien mocht ik zes maanden met hen meetrainen en in het weekend speelde ik met de reserven. Daar mocht ik geen fouten maken. Als je bij de profs zit en je daalt af, dan moet je het goede voorbeeld geven. Ik heb één keer erg slecht gespeeld en gedurende een week moest ik weer met de reserven trainen. Daar leer je uit.’

Maxime D'Arpino: 'Ik ben opgeleid bij Lyon, met meesterschap over de bal, met balbezit.'
Maxime D’Arpino: ‘Ik ben opgeleid bij Lyon, met meesterschap over de bal, met balbezit.’© PHOTONEWS

Verteerde je direct het ritme en de kwaliteit van de groep?

D’Arpino: ‘Qua techniek was ik niet verrast, want ik ben nogal op mijn gemak aan de bal. Het is vooral de intensiteit, het ritme en de impact van de duels die aanvankelijk indruk maken. Je moet dat dagelijks meemaken om het je uiteindelijk eigen te maken. Het jaar nadien deden we de voorbereiding in Zwitserland en mocht ik mee met de profs. We hadden een goeie week die we afsloten met een vriendenmatch tegen Sion. De match begon en ik voelde dat ik de benen niet had. Ik vroeg me af hoe dat ging aflopen en uiteindelijk speelde ik wel mijn wedstrijd. Ik speelde ook de Emirates Cup, met een goeie match tegen Villarreal, en toen kreeg ik te horen dat ik bij de profs zou blijven.’

Destijds stond daar nochtans die ruit van Hubert Fournier met op de 6 ene …

D’Arpino: ( onderbreekt) ‘ Maxime Gonalons. Niet echt mijn profiel. We speelden met nogal atletische middenvelders, ik was eerder frêle maar ik kreeg een individueel trainingsprogramma om dat te compenseren. De staf was tevreden over mij en ik kon een profcontract tekenen, maar het seizoen begon slecht, de coach werd ontslagen en opeens rekende men niet meer op mij.’

Terwijl de nieuwe coach Bruno Génésio was, de voormalige assistent.

D’Arpino: ‘Als assistent gaf hij me raad op training en voelde ik dat hij achter mij stond. Maar zodra hij hoofdcoach werd, was dat allemaal gedaan. Ze kochten op het einde van de transferperiode drie middenvelders. Ik daalde in de hiërarchie en moest weer met de amateurs in vierde klasse gaan voetballen. Ik speelde twee matchen en dan zeiden ze me dat ik niet meer mocht spelen omdat de jongeren een kans moesten krijgen. Ik begreep er niks van…’

In Frankrijk zitten ze met te veel vastgeroeste ideeën.’

Maxime D’Arpino

En je kreeg ook geen uitleg?

D’Arpino: ‘Ik heb nooit de kans gekregen om eens met Génésio te praten, te begrijpen waarom ik van de ene dag op de andere weg moest. Ik zat dus bij de reserven en op een dag werd ik weer opgeroepen om met de profs te trainen. Ik werkte een heel goeie training af en veel basisspelers vroegen me wat er gebeurd was, waarom ik verdwenen was… Ik kon hen geen antwoord geven. De dag erop, baf, weer naar de reserven… Een emotionele rollercoaster.’

Als je ziet dat Caqueret nu doorbreekt, met een gelijkaardig profiel als jij, denk je dan dat je carrière bij Lyon er anders had uitgezien als je vier jaar later geboren was?

D’Arpino: ‘Veel mensen in mijn omgeving hebben me dat al gezegd. Als ik zie dat Maxime Caqueret doorbreekt, dan geeft me dat hoop dat er wat verandert, want het was voor hem ook niet zo simpel. In mijn laatste jaar in Lyon trainde hij mee met ons, ook al was hij vier jaar jonger, en hij zei dat hij ongerust was, dat hij niet begreep waarom ik niet bij de profs zat. Hij vreesde dat hem hetzelfde zou overkomen. Ik hield mezelf voor dat ik zo dicht bij mijn doel niet mocht opgeven.’

En dank kom je bij Orléans terecht, in de Ligue 2.

D’Arpino: ‘De eerste vier wedstrijden was ik titularis en dan zei de coach me dat ik een match mocht rusten, in de Ligabeker. We wonnen die en ik bleef zeven matchen op de bank. De coach zei me dat de anciens moesten spelen. Dat heb ik al te vaak gehoord: vóór de verdediging heb je een gast nodig van 1m85 of iemand met veel ervaring. Dat is vaak lastig om te horen.’

Wat verweet de trainer je?

D’Arpino: ‘Hij zei me dat ik de bal nooit mocht verliezen, oké ja, maar hij zei me daarnaast ook dat ik niet genoeg ballen recupereerde. Hij zei me vlakaf: ‘Zodra je meer ballen recupereert, speel je.’ Ik ben opgeleid bij Lyon, met meesterschap over de bal, met balbezit… Als je dan zoiets zegt, dan doet dat me pijn… ( lacht) Maar op een gegeven moment, wanneer je niet speelt, neem je je voor om te doen wat de coach vraagt. Op training heb ik geleerd er wat feller in te vliegen. Soms ging ik het kopduel aan, terwijl dat eigenlijk iets voor de verdedigers was, gewoon om te tonen dat ik daar was. Na een match tegen Le Havre zei hij me dat het precies dat was wat hij wilde zien en dat ik niet meer uit de ploeg zou gaan als ik zo voort deed. Ik heb zes maanden hard gewerkt en nadien ben ik inderdaad niet meer uit de ploeg gegaan.’

Om je te overtuigen om bij Oostende te tekenen zei Gauthier Ganaye je dat je de recordhouder collectieve recuperaties was na het inzetten van je pressing.

D’Arpino: ‘Toen hij me dat zei, vroeg ik me af waarover hij het had. Enkele weken eerder hadden een paar clubs van de Ligue 1 naar mijn makelaar gebeld om te zeggen dat ze twijfelden, omdat ik niet genoeg ballen recupereerde. Er zijn twee verschillende discoursen, maar hij toonde me de statistieken en ik stond inderdaad op kop; niet een andere speler die groter of steviger is. Dat overtuigde me om naar het buitenland te vertrekken. In Frankrijk zitten ze met te veel vastgeroeste ideeën en velen zijn niet bereid om die in vraag te stellen.’

Ook hier kwam je niet terecht in een ploeg die graag de bal heeft. Ben je daar aan gewend?

D’Arpino: ‘In het begin spraken we aan tafel veel over het project, met de Franstaligen. We hadden een pandoering gekregen tegen Union in de voorbereiding en waren wat ongerust. Maar net voor het begin van de competitie hebben we Cercle ingepakt met onze pressing en dat was voor ons het bewijs dat de coach gelijk had en dat het gewoon een kwestie van tijd was.’

Raak je zoveel ballen als je zou willen?

D’Arpino: ‘Er zijn best wat wedstrijden geweest dit seizoen die we wonnen en waarna ik toch baalde achteraf. De coach vroeg me dan wat er scheelde. Ik stond op het middenveld en ik raakte amper een bal. Hij zei dat ik me dat niet moest aantrekken, dat ik ballen gerecupereerd had, maar ik wil niet alleen maar dat, ik wil ook voetballen. Op een bepaald moment keek ik naar de statistieken en zag ik dat ik van elke verdediger twee ballen per match kreeg. Ik dacht: dat is schandalig! ( lacht) De coach zei dat het een lastige periode was voor de ploeg en dat dat wel zou terugkomen. Ik had sowieso geen keuze. Ik zag meer ballen over mijn hoofd vliegen dan ik er in mijn voeten kreeg.’

Je hebt alleszins genoeg ballen geraakt om van overal aanbiedingen te krijgen. Is het nu de bedoeling om de CEO gelijk te geven? Die zei, toen je hier tekende, dat je je contract van vier jaar hier niet zou uitdoen.

D’Arpino: ‘Het was de bedoeling om me na één of twee seizoen door te verkopen, naargelang de aanbiedingen. Ik ben geen 20 jaar meer, ik denk dat dit het juiste moment is om een nieuwe stap te zetten, maar dat hangt niet alleen van mij af. Bovendien, als ik vertrek, zal dat zijn voor een echt project, zoals dit hier.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content