Met drie in de zetel van Union: ‘Zo’n kleedkamer maken we nooit meer mee’

© KOEN BAUTERS
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Van de anonimiteit van Excelsior Virton naar de Belgische top bij Union. De story waar Anthony Moris, Loïc Lapoussin en Guillaume François een aantal jaar geleden aan meeschreven in de Gaume was het beginpunt van de Brusselse roman die moet uitmonden in een titel voor Union.

Misgelopen contractonderhandelingen en een gewaagde weddenschap dreven hen richting Excelsior Virton en leidden hen vervolgens naar Union, waar ze de perfecte belichaming zijn van de leuze ‘De Bruxelles la fierté’. Nochtans liet niets vermoeden dat Anthony Moris (31), Loïc Lapoussin (25) en Guillaume François (31) de hoofdrol van een voetbalsprookje zouden vertolken toen ze in de zomer van 2020 het noodlijdende Virton inruilden voor Union. De drie verhuisde naar het Joseph Marienstadion om hun carrière op het hoogste niveau echt te lanceren.

In het geval van Parisien Lapoussin wilde dat zeggen dat hij de kosmopolitische Franse hoofdstad moest verlaten voor godbetert Virton. ‘Ik was einde contract bij Red Star en op het laatst liet de trainer mij slechts sporadisch opdraven’, vertelt hij. ‘Het is een vaak gebruikte tactiek: als je niet wil bijtekenen, maken ze je het leven zuur. Toen Virton in de zomer contact opnam, liep ik er niet warm voor. Het was ‘maar’ België en bovendien tweede klasse. De weken gingen voorbij en de concrete aanbiedingen bleven uit. Toen dacht ik: het is misschien beter om ergens in tweede klasse te spelen dan te wachten op iets dat misschien nooit zal komen. Het was een verstandige keuze, want ik speelde toen mijn beste seizoen ooit.’

Moris en François waren het jaar daarvoor, in 2018, samen aangekomen bij Virton, toen nog in eerste amateur. François had met Beerschot net de promotiefinale tegen Cercle Brugge verloren en kon op het Kiel voor een jaar bijtekenen. Moris lag onder contract bij KV Mechelen dat net naar 1B was gezakt. ‘Virton had opgevangen dat ik op zoek was naar meer speelminuten en begin juni legden ze de eerste contacten’, aldus Moris. ‘Ik ben tijd beginnen te rekken omdat een transfer naar een club in eerste amateur niet in mijn carrièreplanning stond.’

Wie heeft wie moeten overtuigen om naar Virton te gaan?

Guillaume François: ‘Het was fiftyfifty. Virton bleef ons maar bellen en dat heeft ons geraakt. En er was het sentimentele aspect: Virton is namelijk dé vaandeldrager van de regio waar wij zijn opgegroeid. Als er een club is in de provincie Luxemburg die de Belgische top kan halen, dan is het Virton. We besloten een weddenschap aan te gaan: als een van ons twee tekende, dan moest de andere volgen.’

Anthony Moris: ‘Vanuit het niets belde Guillaume mij op om te zeggen dat ik in mijn auto moest stappen om ons contract te gaan tekenen bij Virton. Hij zei: ‘Ik heb hun aanbod aanvaard, je bent dus verplicht om mee te gaan.’ De rotzak! Onderweg naar Virton hebben we halt gehouden bij mijn ouders die een barbecue georganiseerd hadden. We hadden al een paar glazen rosé gedronken en we keken elkaar aan: wat doen we: gaan we of maken we rechtsomkeer? We hebben die dag beiden ons handtekening gezet bij Virton. ( richt zich tot Loïc) Het is écht zo gegaan.’

Loïc Lapoussin: 'In Frankrijk mogen ze wat mij betreft meer respect tonen voor de Belgische competitie. Ik word nu vaak door Franse spelers gecontacteerd die graag naar hier willen komen.'
Loïc Lapoussin: ‘In Frankrijk mogen ze wat mij betreft meer respect tonen voor de Belgische competitie. Ik word nu vaak door Franse spelers gecontacteerd die graag naar hier willen komen.’© BELGAIMAGE

François: ‘Het was de tweede keer dat ik bewust had gekozen om naar eerste amateur te zakken. Bij Beerschot was het goed uitgedraaid want ik werd er meteen kampioen, maar ik besefte wat de risico’s waren. De kans dat ik mij in die reeks zou begraven, was niet onbestaande. Wie zou er iemand van 28 jaar gaan oppikken op het derde echelon? Gelukkig wonnen we met Virton ook onmiddellijk de titel.’

Werfcontainers

In 1B werd de kern van Virton versterkt met onder andere Loïc. Dachten jullie niet: weer zo’n Parijzenaar die het hier komt uitleggen?

Moris: ‘Ik ben in mijn carrière veel Parijzenaars tegengekomen en ik moet zeggen dat zijn integratie vlekkeloos is verlopen omdat we allemaal Frans spraken. Dat was zijn geluk. Wat mij zal bijblijven, is zijn eerste training op stage in Luxemburg. Er stond een trainingsmatch op het programma, maar de coach wist niet waar hij Loïc moest opstellen. Vooraan, achteraan, centraal op het middenveld, op de flank? ( lacht) De wedstrijd werd afgetrapt en Loïc haalde zijn typische dribbels boven die we intussen allemaal kennen. Ik weet nog dat ik dacht: oké, die jongen heeft iets. Loïc is polyvalent en hij past zich zo snel aan dat weinig trainers vandaag weten wat zijn beste positie is.’

Bij Virton is er veel op jullie afgekomen, met onder meer een geweigerde licentie. Wat onthouden jullie van die periode?

François: ‘Sommige mensen zullen zeggen: ze zijn naïef geweest om naar Virton te gaan. Maar zo zie ik het niet. Wij geloofden in de slaagkansen van het project dat ze ons hadden verkocht. De mensen die verantwoordelijk waren voor het financiële en het sportieve waren betrouwbaar. Door een samenloop van omstandigheden en covid is het anders uitgedraaid dan verhoopt.’

Wij waren al gerodeerd op de eerste speeldag, terwijl de andere teams nog in de opbouwfase zaten.’

Guillaume François

Moris: ‘De infrastructuur was een catastrofe. De terreinen lagen er afschuwelijk bij en we moesten ons omkleden in tot kleedkamers omgevormde werfcontainers. We kwamen aan op training en we wisten niet of onze kleren van de dag ervoor gewassen zouden zijn. Soms werd een training geannuleerd omdat we geen propere was hadden…

‘Al die zaken wegen wel op het gemoed. Dat hou je op mentaal vlak één, hoogstens twee jaar vol. De negatieve energie van in de week zetten we in het weekend om in positieve vibes. Aangezien de kortste verplaatsing Union was – en dan spreek ik toch over een busreis van twee uur – gingen we om de twee weken op afzondering. Dat creëert een band. In die periode ben ik gaan beseffen hoe belangrijk het menselijke aspect en de samenhang binnen een groep is. Ik ben blij dat ik het voetbal in eerste amateur heb ontdekt. Het was een leerrijke ervaring en het is een wereld die je als speler aan de Belgische top niet kan begrijpen als je er niet heb ingezeten.’

Loïc, heb je tijdens dat seizoen bij Virton nooit gedacht: in welk gekkenhuis ben ik terechtgekomen?

Loïc Lapoussin: ‘Met zelfbeklag kom je niet ver. Niemand heeft mij gedwongen om naar Virton te gaan, die beslissing heb ik zelf genomen. Virton is een van de beste keuzes geweest in mijn carrière, dankzij die passage zit ik nu bij Union. In Frankrijk mogen ze wat mij betreft meer respect tonen voor de Belgische competitie. Bij de spelers begint het door te dringen, want ik word vaak door Franse spelers gecontacteerd die graag naar hier willen komen.’

Virton was in het seizoen 2019/20 de beste ploeg van 1B. Over de twee speelronden pakten jullie de meeste punten en het voetbal was vaak spectaculair. Het was dus geen toeval dat Union vier spelers bij dat team is komen wegplukken?

Moris: ‘De twee spelers die ze er als eerste bij wilden, waren Loïc en ik. Daarna werden Edisson Jordanov en Guillaume gehaald, die Felice Mazzu nog kende van bij Charleroi. Felice was geïnteresseerd in andere spelers, maar hij kon uiteraard niet alle spelers naar hier halen.’

Lapoussin: ‘Met de club kwamen we overeen om een contract van een jaar af te sluiten met een optie op een bijkomend jaar. Ik was zelf vragende partij voor zo’n constructie en ik wilde op het veld tonen dat ik een langer contract verdiende.’

Anthony Moris: 'Vedetten zouden bij Union niet passen.'
Anthony Moris: ‘Vedetten zouden bij Union niet passen.’© BELGAIMAGE

VEDETTEVRIJE KLEEDKAMER

Spelers verwijzen vaak naar het charmante stadion en het roemrijke verleden van de club om hun keuze voor Union te rechtvaardigen. Maar stonden jullie daar echt bij stil op het moment dat het aanbod jullie richting uitkwam?

Lapoussin: ‘Ik had gehoord dat Union een mythische club was, maar meer wist ik er niet over. Nu ik er zelf speel, merk ik dat de gelijkenissen met mijn ex-ploeg Red Star treffend zijn. Het is prettiger voetballen voor een club waar een authentiek verhaal achter schuilgaat.’

Moris: ‘Ik wist waar Union voor stond en ik wilde de doelman zijn die Union na 48 jaar opnieuw naar eerste klasse zou leiden. Er is trouwens een link met mijn nationale ploeg. De voorzitter van de Luxemburgse voetbalbond, Paul Philipp, was tot voor dit seizoen de laatste doelpuntenmaker van Union in eerste klasse. Mooi toch?’

Op een handvol spelers na is Union een team dat samengesteld is uit jongens die nooit in eerste klasse hebben gevoetbald. Is dat de reden waarom deze groep zo veel honger heeft?

François: ‘In het begin van het seizoen las ik van alles over ons. ‘Union is een vogel voor de kat.’ ‘Het heeft te weinig ervaring.’ En zie waar we nu staan met een Teddy Teuma, een Deniz Undav en een Christian Burgess. Ze hadden die nul wedstrijden in eerste klasse op de teller staan en nu vormen ze de ruggengraat van het elftal. Ze spelen alsof ze de patrons zijn van eerste klasse. Ze stralen zoveel maturiteit uit dat het lijkt alsof ze al 150 duels op het hoogste niveau in de benen hebben.’

Elke speler van Union kan een gelijkaardig verhaal vertellen. We zaten in de stront en we hebben de mouwen moeten opstropen om eruit te geraken.’

Anthony Moris

Lapoussin: ‘In het voetbal kan het snel bergop of bergaf gaan. Veel spelers van Union hadden de intrinsieke kwaliteiten om in eerste klasse te spelen, maar je moet ook de kans krijgen om het te tonen.’

Dat geldt zeker voor jou, Loïc. Twee seizoenen geleden was je nog een anonieme speler bij Virton en nu ben je de sterspeler van Madagaskar.

Moris: ‘Madagaskar? Dat telt niet, man!’

Lapoussin: ‘Ik weet vanwaar ik kom. Er zijn mensen die het hard te verduren hebben gehad, maar ik heb ook veel shit meegemaakt. Ik heb zitten ploeteren om zo ver te geraken en dat helpt om de voetjes op de grond te houden.’

Moris: ‘Elke speler van Union kan een gelijkaardig verhaal vertellen. Wij hebben geen mooi, lineair traject afgelegd. We zaten in de stront en we hebben de mouwen moeten opstropen om eruit te geraken. Daarom appreciëren we meer dan andere spelers wat we nu hebben. We staan aan de top, maar we beseffen ook dat de val best pijnlijk kan zijn.’

Zegt het ook iets over het niveau van onze competitie dat jullie al maanden de competitie domineren? Of doen we daarmee afbreuk aan de prestaties van Union?

François: ‘Wij zijn met een voorsprong aan het seizoen begonnen omdat we al meer dan een jaar ondergedompeld waren in de filosofie van de trainer. Wij waren al gerodeerd op de eerste speeldag, terwijl de andere teams nog in de opbouwfase zaten. Ik zou dus niet zeggen dat er een nivellering naar beneden is, maar het is een feit dat topclubs niet altijd op de afspraak zijn. Een echte spelfilosofie ontwikkelen, met spelers die weliswaar minder hoog aangeschreven staan, is veel belangrijker dan een team opbouwen met vedetten die veel kosten en geen moer geven om de ploeggeest.’

Moris: ‘Vedetten zouden hier niet passen, vrees ik. Ik heb in eerste klasse onder andere de kleedkamers van KV Mechelen en Standard meegemaakt en zo’n kleedkamer als die van Union zal ik wellicht nooit meer meemaken. We zijn tolerant, we durven elkaar rechtuit de dingen te zeggen. ‘Luister, je hebt een fout begaan, maar we trekken er een streep onder.’

‘In andere kleedkamers lukt dat niet omdat het ego van bepaalde spelers de bovenhand neemt. Wij, de oudere spelers, gedragen ons niet als flikken. We zijn eerder grote broers die de jonkies op de gevaren wijzen die ze zullen tegenkomen in hun carrière. Wij verwachten niet van de jonge gasten dat ze onze schoenen kuisen, zoals dat wel het geval was voor mij toen ik voor het eerst in een professionele omgeving terechtkwam.’

Toen Virton in de zomer contact opnam, liep ik er niet warm voor. Het was ‘maar’ België en bovendien tweede klasse.’

Loïc Lapoussin

Lapoussin: ‘Ik heb die praktijken nooit gekend in Frankrijk. Maar mocht een oudere speler vandaag aan mij vragen om zijn schoenen te poetsen, dan zou ik het doen. Respect voor de hiërarchie is de basis van alles.’

François: ‘Onderschat ook het goede management van de coach niet. Hij verantwoordt elke sportieve keuze en hij maakt er een erezaak van om het groepsgebeuren zo aangenaam mogelijk te maken. Hij respecteert ons en wij geven hem dat respect terug. Al is het uiteraard veel gemakkelijker om een groep te smeden als je wint.’

LUXEMBURGS PASPOORT

Loïc is op een leeftijd gekomen dat hij rijp is voor een transfer naar een topcompetitie. Maar zitten jullie, Anthony en Guillaume, aan jullie plafond?

François: ‘Op mijn 31e en rekening houdend met mijn gezinssituatie, droom ik niet meer van het buitenland. Ik heb na Charleroi, toen ik een jaar of 25 was, ooit bij Rotherham United in de Championship en bij het Schotse Hibernian getest. Maar die twee tests zijn niet uitgemond in een contract. Intussen is het buitenland geen prioriteit meer voor mij. Als ik mij nog enkele jaren kan handhaven in eerste klasse, zal ik al heel tevreden zijn.’

Door de ziekte van je vrouw Aisling D’Hooghe, die aan multiple sclerose lijdt, word jij dagelijks met de neus op de feiten gedrukt. Helpt dat om het belang van het voetbal in de juiste context te plaatsen?

François: ‘Mijn vrouw beschouwt zichzelf niet als een wandelende zieke. Ze is doelvrouw van de nationale hockeyploeg, schepen in Waterloo én mama. Eigenlijk voelt ze zich geprivilegieerd omdat ze ondanks haar aandoening kan doen wat ze wil.

‘Maar het klopt dat je met de jaren een nederlaag leert relativeren en een situatie accepteert die vroeger een kortsluiting had veroorzaakt in je hoofd. Als 31-jarige ga je op een andere manier om met een rol als bankzitter. Een jonge voetballer die zich in de voetbalwereld opsluit, weet niet hoeveel geluk hij heeft dat hij dit vak mag uitoefenen.’

Lapoussin: ‘Mij moet je niet meer overtuigen dat er in het leven belangrijkere zaken zijn dan voetbal. Ik heb in Madagaskar met mijn eigen ogen gezien wat miserie en echte armoede is. Ik was er mij al van bewust dat we het in Europa goed hebben, maar het is soms goed om er nog eens aan herinnerd te worden. Wij hebben weinig redenen tot klagen.’

Moris: ‘Ik probeer aan mijn kinderen duidelijk te maken dat papa niet de man is van op televisie. Ik leg hen uit dat de media-aandacht iets is dat in scène wordt gezet, maar niet overeenkomt met de realiteit, en dat ze mij op een dag niet meer zullen zien op het kleine scherm.’

Guillaume François en Anthony Moris kennen elkaar al heel lang en dat heeft Loïc Lapoussin geweten.
Guillaume François en Anthony Moris kennen elkaar al heel lang en dat heeft Loïc Lapoussin geweten.© KOEN BAUTERS

Pizza, bier & PlayStation

Eind augustus 2020 ondergingen jullie met Felice Mazzu jullie vuurdoop met Union op het veld van het ambitieuze Deinze dat zwaar had ingekocht. Na 55 minuten en bij een 0-1-voorsprong moeten jullie met tien verder en toch wordt het nog 0-2. Werden daar de fundamenten gelegd van het huidige succes?

Lapoussin: ‘Ik zou niet zeggen dat het in Deinze allemaal is begonnen, want we hadden op dat moment nog niet het juiste evenwicht gevonden in de ploeg. De mayonaise moest nog pakken. Een ploeg vormen met een nieuwe trainer en nieuwe spelers vergt nu eenmaal tijd.’

François: ‘Volgens mij was de eerste wedstrijd tegen RWDM hét keerpunt. We hadden toen een fameuze klets gekregen in de derby en maandag had Mazzu een soort crisisvergadering belegd voor de spelersgroep. Zijn boodschap kwam aan. ‘Jongens, ik heb tegen RWDM geen groep gezien op het veld. Zo gaat het niet lukken.’ De titel was een must. Punt. En hij heeft ons doen inzien dat de groepsgeest van cruciaal belang zou zijn om de titel te winnen.’

Moris: ‘We hebben toen het initiatief genomen om een teambuilding te organiseren in ons trainingscentrum en de staf was meteen voor het idee gewonnen. Bier, poker, pingpong, PlayStation, pizza en noem maar op. Het was een avond waar we nog lang over nagepraat hebben. Je denkt ook: ik heb met die gast een toffe avond beleefd en ik ben dus bereid om voor hem een extra inspanning te doen.’

Was de teambuilding ook de kans om jongens te leren kennen met wie jullie niet speciaal close waren?

François: ‘Ik probeer met iedereen een praatje te slaan. En ik herinner me dat ik mijn beste Engels heb bovengehaald om diepgaande gesprekken te voeren met Jonas Bager, Casper Nielsen, Christian Burgess en Aron Sigurdarson. We zijn toen als groep echt naar elkaar toegegroeid.’

Moris: ‘Weet je wat het probleem is in de voetbalwereld? Je velt een oordeel over je ploegmaat, maar je leert de man achter de voetballer nauwelijks kennen. Als je hem begrijpt, is het makkelijker om hem te verdragen. In dat opzicht heeft het bestuur van Union goed werk geleverd: het trekt mannen aan die hun kwaliteiten ten dienste stellen van het collectief. Door schorsingen en blessures zijn we tegen Lommel, de match na de nederlaag bij RWDM, naar een 3-5-2 overgeschakeld. We stonden 1-2 achter bij de rust, maar we wonnen uiteindelijk met 4-2…’

Lapoussin: ‘Vanaf die match tegen Lommel ploeg zijn we als een pletwals door de competitie gegaan.’

In zekere zin hebben jullie vorig seizoen de carrière van Mazzu in een bepaalde richting geduwd. Want zijn contract van een jaar zou enkel verlengd worden bij het winnen van de titel.

François: ‘Hij zou ons dus moeten bedanken dat we zijn carrière een positieve boost hebben gegeven? ( grijnst) Ik denk dat Felice in de eerste plaats blij was om bij Union een boeiende uitdaging aan te gaan. Van bovenaf voelde hij wellicht druk en dat heeft geleid tot die meeting na de nederlaag tegen RWDM. Maar ik denk niet dat de voetbalwereld hem bij het grofvuil gezet zou hebben, mocht het niet gelukt zijn bij Union. In België is het elk seizoen een stoelendans onder de trainers en Felice zou sowieso aan een nieuwe job zijn geraakt.’

‘Ik beschouw weinig voetballers als echte maten’

Anthony en Guillaume, jullie spelen al vier seizoenen na elkaar samen. Hoe sterk is jullie band intussen?

François: ‘In de voetballerij is het een komen en gaan van ploegmaats en dat maakt het moeilijk om vrienden te maken. Thomas Meunier, die ook afkomstig is uit Luxemburg, en Anto zijn een van de weinige voetballers die ik als echte maten beschouw. Door onze gemeenschappelijke interesse is het zelfs niet onmogelijk dat Anthony en ik na onze carrière samen iets oprichten. Eigenlijk kennen we elkaar al van vroeger. Ik ben afkomstig van Champlon, een dorpje in het hartje van de Ardennen, en hij groeide op in Habay in de Gaume. De twee gemeentes liggen op een uur rijden van elkaar en we hebben wel eens tegen elkaar gevoetbald. Als 10-jarigen zaten we zelfs samen in de provinciale selectie van Luxemburg. Ik ben lang blijven hangen bij mijn dorpsploeg, terwijl hij op jonge leeftijd naar Standard is vertrokken. Zo was het toch?’

Moris: ‘Standard klopte elk jaar aan bij Guillaume, maar zijn ouders zagen het niet zitten om een aantal keren per week over en weer te pendelen tussen Champlon en Luik. Het jaar dat hij toch naar Standard wilde komen, hebben ze hem bij wijze van spreken geweigerd. Hij heeft dan maar voor Mouscron gekozen.’

François: ‘We zijn elkaar een beetje uit het oog verloren, maar we vonden elkaar terug bij de U19 en U21 van België. Ik besefte al snel dat een internationale carrière bij de Rode Duivels niet voor mij was weggelegd en Anthony opteerde uiteindelijk voor de nationale ploeg van Luxemburg. Ik zou hetzelfde gedaan hebben, mocht een van mijn voorouders Luxemburgs bloed gehad hebben. In tegenstelling tot Anthony’s vader ben ik niet gaan grasduinen in de familiestamboom. Ik heb mijn ouders uitgevraagd, maar er waren geen aanknopingspunten. De zus van mijn vader woont in Luxemburg en is getrouwd met iemand van daar. Dat was niet genoeg om mij aan een Luxemburgs paspoort te helpen.’ ( lacht)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content