Miguel Van Damme won strijd tegen leukemie: ‘Soms sloeg twijfel toe: zal ik hier nog doorkomen?’

© KOEN BAUTERS
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Miguel Van Damme, doelman van Cercle Brugge, getuigt over zijn strijd tegen leukemie. ‘De mooiste overwinning uit mijn carrière, want de Champions League zal ik wellicht niet meer winnen.’ Een monoloog die begint op 21 januari 2019, de dag dat hij volledig genezen werd verklaard.

Miguel Van Damme: ‘ Kyana, mijn vrouw, wilde die dag absoluut mee naar het ziekenhuis. Op de vorige maandelijkse controles was ze aan het werken, maar we wisten dat het een emotionele dag zou kunnen worden. We zijn ’s avonds met enkele vrienden nog naar ’t stad geweest. Een paar glaasjes gedronken, iets gaan eten. Geen speciale dingen. Ribbetjes, maar het smaakte wel. Een avondje nergens moeten op letten, ook eens plezant, maar al bij al hebben we het rustig gehouden. ’s Morgens training, hé. ( lacht)

Ik heb nog altijd het gevoel dat sommigen mij bekijken als iemand die ziek is geweest en tevreden is dat hij bij Cercle tot aan het einde van zijn carrière tweede keeper mag zijn. Dat klopt niet.

Miguel Van Damme

‘Leef ik nu anders dan voor mijn ziekte? Ja. Ik kan meer relativeren en we proberen vooral meer te genieten. Zaken die we vroeger minder deden of toch heel lang over twijfelden, zoals bijvoorbeeld ergens op weekend gaan, daar staan we nu minder lang bij stil. ‘Kom, we zijn weg.’ Je moet sparen voor later, ja, maar voor hetzelfde geld zat ik hier niet meer. Net voor ik ziek werd, zijn we nog last minute naar Mallorca geweest. Heel lang over getwijfeld, maar het was een van onze mooiste reizen. De volgende maanden, zeker toen het minder goed ging, hebben we dikwijls tegen elkaar gezegd: ‘Stel je voor dat we het niet hadden gedaan…’

‘Soms denk ik wel eens: had ik zonder die ziekte verder gestaan? Wellicht wel, hé, maar wat voor zin heeft het om daar bij stil te staan? Een sportcarrière plannen is sowieso moeilijk. Kijk naar mijn parcours. Heel atypisch. Tot mijn dertiende liep ik in de spits bij KSK Maldegem, drie jaar later stond ik in de eerste ploeg. Als keeper, in eerste provinciale. ( lacht) En drie seizoenen erna kon ik derde doelman, na Joris Delle en Jo Coppens, op Cercle worden. Negentien jaar en van vierde klasse naar eerste nationale… Totaal onverwacht, maar ik heb elk jaar een grote stap kunnen zetten en werd in mijn derde seizoen, na de degradatie van Cercle, eerste keeper. Goed seizoen gespeeld, belangstelling van andere clubs – ook uit eerste klasse – en ik zou het laatste jaar van mijn contract ingaan, waarna ik een vrije speler zou zijn. Sportief altijd interessant, maar dan kwam dat nieuws.’

Door de hel

‘Na mijn eerste seizoen als basisspeler ( 2015/16, nvdr) had ik in de zomer nog meer dan anders als een topsporter geleefd. Shotten met de vrienden, minstens drie keer per week lopen. Topfit. Op maandag kregen we loop- en sprongtesten, de dag erna stonden in het ziekenhuis nog enkele medische proeven – cardiogram, bloedonderzoek – op het programma. Niemand die zich zorgen maakte, tot ik ’s avonds een telefoontje kreeg. Er was iets met mijn bloed… We waren in Ikea, maar reden meteen naar huis om achter de computer te kruipen. Uitzoeken wat er aan de hand zou kúnnen zijn.

‘De dag erna, terwijl de ploegmaats voor het eerst op het oefenveld stonden, moest ik naar het ziekenhuis voor bijkomende testen en liet de dokter het woord leukemie vallen. Een zwart gat. Hij zei iets van ‘zes weken’ en ‘zes maanden’, maar het drong niet door. Alleen maar wenen, samen met de zus van mijn vriendin, en nóg meer onderzoeken om te kijken of er uitzaaiingen waren. Helemaal alleen in de wachtzaal, door het raam staren. Kanker, dat woord kon ik niet uitspreken. En toen ik terug op de kamer kwam, zat het daar vol: vriendin, ma, stiefvader, schoonmoeder, oma en Thibaut Van Acker, mijn beste vriend die na de uitleg van de dokter rechtstond en van de shock flauwviel.

Miguel Van Damme: 'Mijn contract loopt op het einde van het seizoen af en er is al even gepraat, maar op Cercle weten ze dat ik volgend seizoen wil spelen. Hier of ergens anders.'
Miguel Van Damme: ‘Mijn contract loopt op het einde van het seizoen af en er is al even gepraat, maar op Cercle weten ze dat ik volgend seizoen wil spelen. Hier of ergens anders.’© KOEN BAUTERS

‘De prognose was vrij goed, omdat de ziekte in een vroeg stadium was ontdekt, maar dan nog… Voetbal is altijd mijn leven geweest, maar de dag voor mijn eerste opname – zaterdag 25 juni – was dat het laatste van mijn zorgen. Ik ben op Cercle afscheid gaan nemen, wat emotioneel enorm zwaar was, ’s namiddags kwamen vrienden en familie mij moed inspreken. Toen heb ik voor de eerst de knop omgedraaid. Vechten!

‘De sport en het vooruitzicht om opnieuw op een voetbalveld te kunnen staan, hebben mij in de zwaarste periodes rechtgehouden, dat zeker. Ik wilde trainen, de bal voelen, tussen de spelers en de supporters zijn… Als ik me goed voelde, dan ging ik naar de thuismatchen, zonder al te veel in de kijker te willen lopen. Of ik liep eens langs in de kleedkamer. Ik probeerde zo weinig mogelijk te blijven hangen in wat gebeurd was, maar het gevoel was dubbel: waarom ik?

‘Leven van dag op dag. De ene dag heel goed zijn en met de hond wandelen, de dag erna uitgeteld in bed liggen en je rotslecht voelen. Er zijn momenten geweest dat ik vreesde dat het slecht zou aflopen. Ik ben heel positief aan de behandeling begonnen, maar een paar maanden later – rond november, december – zat ik heel diep. Écht ziek. Hoofdpijn, overgeven, amper kunnen eten, hoge bloeddruk… Die chemo was puur vergif. Ik geraakte amper de trap op, kon met moeite uit bed komen. Op zulke momenten sloeg de twijfel toe: zal ik hier nog doorkomen? Of fysiek en mentaal zó gebroken zijn, dat je je afvraagt of het nog de moeite is om te vechten.

‘Dat was ook voor Kyana, toen nog mijn vriendin, een zware periode. Ze was al opnieuw aan het werk en ik probeerde te helpen in het huishouden – koken en stofzuigen -, maar ze stond er meestal helemaal alleen voor. Zelfs de simpele dingen, zoals bijvoorbeeld aardappelen schillen, kon ik niet. Na twee patatten moeten stoppen, uit schrik dat ik zou flauwvallen.

‘Ik kan gemakkelijk drie kwartier lopen aan 13 of 14 kilometer per uur, maar toen ik na een kuur voor het eerst opnieuw ging lopen, moest ik na amper 10 minuten – aan 8 kilometer per uur – stoppen. Voor mijn ziekte liep ik aan dat tempo soms achterwaarts mee met mijn schoonzus, om haar een beetje te treiteren, toen kon ik zelfs niet meer babbelen. Helemaal óp. Heel confronterend, net zoals thuiskomen na de eerste chemokuur van vier weken dat was. Met de trap naar de slaapkamer en uitgeteld op bed vallen. Ik ben een paar dagen later naar Cercle geweest in de hoop om wat te trainen, maar toen ik tegen een bal trapte, zakte ik door mijn benen. Totaal geen kracht meer. Het was zinloos om tussen de chemokuren te trainen. Wat je opbouwde, was je door dat vergif meteen weer kwijt.

‘Was het moeilijk om in een lagere versnelling te leven? Ja. Het was zelfs geen versnelling. Ik had het gevoel dat ik in neutraal of in achteruit stond. Een koffietje in ’t stad drinken of iets gaan eten, dat was in sommige periodes onmogelijk. Ik herinner me een familiefeest, waar ik mij van vermoeidheid op een stoel moest zetten. En die drukte… Neen. Het kan goed zijn om onder de mensen te komen, maar toen voelde ik mij een zielenpoot. En altijd weer, ook al was het goedbedoeld, dezelfde vraag: ‘Hoe gaat het me je?’

‘Op sommige dagen werd ik wakker en zag ik plukjes haar op mijn hoofdkussen liggen. Ik kon het gewoon uittrekken, al ben ik mijn haar nooit helemaal verloren. Jammer, want mijn vrienden hadden beloofd om hun hoofd in dat geval helemaal kaal te scheren. ( lacht) Dunne baard, bijna geen wenkbrauwen, opgezwollen door de medicatie en toediening van vocht: 92 kilogram in plaats van 80. Telkens weer een confrontatie met de ziekte. Na mijn eerste kuur vroegen vrienden me mee naar het strand, maar daar had ik geen zin in. Dik, een katheter in de borstkas… Moeilijk om te aanvaarden.’

Uit het dal kruipen

‘Drie maanden na de diagnose was de leukemie uit mijn lichaam, maar de behandelingen liepen verder. Eind maart 2017, na de laatste zware chemokuur, ben ik rustig beginnen op te bouwen. En heb ik mijn vriendin, op de dag van haar verjaardag, ten huwelijk gevraagd. Beetje bij beetje verdween de onzekerheid. De mooiste overwinning uit mijn carrière, want de Champions League zal ik wellicht niet meer winnen.

‘Ik was einde contract in juni, maar het bestuur van Cercle had beloofd dat ik een nieuw contract zou kunnen tekenen. Het bleef langer aanslepen dan verwacht, maar dat had alles met de overname van AS Monaco te maken. En plots, ergens in juni, zei mijn manager dat er nog een club geïnteresseerd was. Uit 1B of lager, dacht ik. ‘Neen. Club Brugge!’ Wablief? Na zo’n jaar?

Michel Preud’homme had me aan het werk gezien tijdens een bekermatch tegen Club en was fan. Mijn stijl van keepen was, volgens hem, vergelijkbaar met die van Mathew Ryan. Ik was totaal niet fit, maar ik heb er toch medische testen afgelegd. Ook omdat ik wilde zien hoe ver ik op dat moment stond. Niet ver dus… ( lacht) Korte bewegingen, springen, lopen… Compleet afgemat. Ik heb even getwijfeld en weet echt niet of ik naar de buren zou overgestapt zijn, want kort daarna kwam het voorstel van Cercle. Hier blijven, was vanzelfsprekend. Ik heb hier de kans gekregen om prof te worden en om mij op het hoogste niveau te tonen.

‘In juli, iets meer dan een jaar na de diagnose, kreeg ik op oefenkamp mijn eerste echte keepertraining. Eindelijk opnieuw ballen kunnen pakken, wéér een mijlpaal… Ik deed minder oefeningen dan de andere keepers, maar ik recupereerde vrij goed en had het gevoel dat ik fysiek progressie maakte. Ook mijn eerste match met de beloften, eind augustus, was een moment om te koesteren. Nog niet top, maar wel op het niveau dat ik een match kon spelen. Veel vrienden en familie, meer supporters dan gewoonlijk voor een beloftematch. De jongens van de beloften kenden me en wisten wat ik had doorgemaakt, na de match pakten ze me één voor één nog eens vast. Een heel goed gevoel. Ik kon me niet voorstellen dat ik op mijn 23e nog blij zou kunnen zijn om op maandagavond een matchke met de beloften te spelen.

Miguel Van Damme won strijd tegen leukemie: 'Soms sloeg twijfel toe: zal ik hier nog doorkomen?'

‘Mijn eerste wedstrijd met de eerste ploeg ( 20 september 2017, nvdr) voor de beker tegen Genk was ook een mooi moment. Dat was voor mij de bevestiging dat ook José Riga vond dat ik fit genoeg was. En dan een heel seizoen op de bank, ja, met uitzondering van de laatste competitiematch tegen Westerlo toen we al zeker waren van de finalematchen tegen Beerschot Wilrijk. Ik was tweede keeper en was daar op dat moment – na zo’n lange afwezigheid – tevreden mee. Ik wist dat ik vooral moest opbouwen en zag ook dat Paul ( Nardi, nvdr) een sterk seizoen speelde.

‘Een dubbel gevoel, dat wel. Beseffen dat je zonder de ziekte wellicht een belangrijkere rol in de promotie en de titel had kunnen spelen, maar tegelijkertijd als teamspeler ook blij zijn. Uiteindelijk heb ik elke dag met die mannen op het oefenveld gestaan, hé. Maar nu, na nog een seizoen op de bank, kriebelt het. Ik wil opnieuw eerste keeper zijn.

‘Alle twijfels zijn weg, toch bij mij. Ik ben topfit, al heb ik nog altijd het gevoel dat sommigen mij bekijken als iemand die ziek is geweest en tevreden is dat hij bij Cercle tot aan het einde van zijn carrière tweede keeper mag zijn. Dat klopt niet. Mijn contract loopt op het einde van het seizoen af en er is al even gepraat, maar op Cercle weten ze dat ik volgend seizoen wil spelen. Hier of ergens anders. Ook in die zin ben ik veranderd. Vroeger was ik voorzichtiger en had ik nooit durven te zeggen dat ik absoluut wil spelen. Na wat ik heb meegemaakt, ben ik zelfbewuster en klaar om te tonen dat de Miguel van drie seizoenen geleden terug is. Zonder die ziekte was ik nu wellicht ergens titularis, dat besef ik ook, maar op mijn 25e heb ik ook nog minstens tien jaar te goed.

‘Voetbal is nog altijd mijn passie, maar ik merk dat familie en vrienden sinds mijn ziekte op nummer één staan. De steun die ik van hen heb gekregen, zal ik nooit meer vergeten. Voor mijn eerste maand chemo moest ik meteen in quarantaine, in een klein isolatiekamertje van vier meter op vier meter, en om het risico op infecties te beperken mochten er slechts drie bezoekers tegelijk in de kamer. Maar overdag was ik zelden alleen. Wat praten, PlayStation spelen of naar de matchen van het EK kijken. Zo had ik nog een beetje afleiding én het gevoel dat ik er niet alleen voor stond, maar ik heb daar ook veel patiënten gezien die amper of geen bezoek kregen. Heel triest. Niemand zou zo’n strijd alleen moeten aangaan.’

Verhalen van lotgenoten

Miguel Van Damme: ‘Helemaal in het begin van mijn behandeling had ik een goed gesprek met Vladan Kujovic, de doelman van Club die vertelde hoe hij tegen zijn ziekte – nierkanker – had gevochten. Ik wist niet wat me te wachten stond, hij vertelde me hoe hij met de ziekte is omgegaan en wat de impact op zijn familie was. Heel nuttig. Ik heb zelf ook al een supporter en een jongetje uit de jeugd van Cercle in het ziekenhuis bezocht. Samen een beetje spelen op de PlayStation, een paar tips geven om met de ziekte en behandelingen om te gaan…

‘Ik heb gemerkt dat ik in die periode de verhalen van andere voetballers met kanker heb gelezen. Éric Abidal van Barcelona, Yeray Álvarez van Athletic Bilbao of Stilijan Petrov, die nog bij Aston Villa speelde toen er leukemie werd vastgesteld. Hij heeft een groot fonds opgericht, na mijn carrière zou ik graag iets kleinschaligs doen, al heb ik wel al deelgenomen aan acties van Kom op tegen Kanker.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content