Niels Verborgh

‘Minderjarige voetballers bevinden zich in een kluwen van makelaars’

Niels Verborgh Sportrechtadvocaat bij Atfield (powered by Altius en Tiberghien).

De regels worden omzeild en sommige makelaars gebruiken agressieve technieken om minderjarige spelers aan zich te binden, stelt sportrechtadvocaat Niels Verborgh vast. Een update.

Voetbalmakelaars richten, onder andere door de toegenomen concurrentie, steeds vaker hun pijlen op minderjarige spelers. Om minderjarigen te beschermen tegen makelaars werden in 2019 enkele wijzigingen doorgevoerd aan het Vlaams Decreet betreffende private arbeidsbemiddeling. Zo mogen makelaars geen spelers jonger dan 15 jaar benaderen met het oog op private arbeidsbemiddeling en kunnen tussenpersonen geen vergoeding krijgen voor arbeidsbemiddeling voor minderjarigen. Toch volstaan die wijzigingen niet om een optimale bescherming te bieden aan minderjarigen. In de praktijk worden de regels omzeild en hanteren sommige makelaars agressieve technieken om minderjarigen aan zich te binden.

1. Steeds meer makelaars richten zich op steeds jongere spelers

De afgelopen jaren was er een explosieve groei van het aantal voetbalmakelaars merkbaar. Sommigen zien in het afschaffen van de FIFA-makelaarslicentie een rechtstreekse oorzaak, maar dit lijkt slechts één van de oorzaken aangezien ook vóór de afschaffing makelaars zonder licentie tal van transfers afhandelden. De moeilijkheidsgraad van het examen om een FIFA-licentie te bekomen was beperkt en had slechts als een minimale filterfunctie. Daarnaast doken met regelmaat van de klok verhalen op van makelaars die hun FIFA-licentie bekwamen in exotische landen met nog minder strenge vereisten. Anderen schrijven de toename van het aantal makelaars dan weer toe aan de aantrekkingskracht van het beroep, gelet op het hoog “goudzoeker”-gehalte.

Momenteel zijn er 676 makelaars geregistreerd bij de KBVB, waarvan 352 over een geldige registratie beschikken voor het seizoen 2019-2020. Bij de Vlaamse overheid zijn momenteel 110 sportmakelaars geregistreerd. Het groeiend aantal makelaars zorgt voor toenemende en steeds agressievere concurrentie onder de voetbalmakelaars.

Dit laat zich ook merken bij minderjarigen: gelet op de verzadigde markt in het profvoetbal, richten steeds meer makelaars hun pijlen op steeds jongere kinderen. De doorsnee jeugdwedstrijd van Belgische topclubs wordt bijgewoond door een leger voetbalmakelaars en scouts in dienst van makelaars. Tussenpersonen bij wedstrijden van U13 en zelfs U11 of jonger zijn geen uitzondering. Allen hopen ze om een talent als eerste te spotten of om contacten te leggen met ouders.

2. Het verbod voor makelaars om spelers jonger dan 15 jaar “te benaderen”

In Vlaanderen mogen makelaars sinds juli 2019 geen kinderen jonger dan 15 jaar direct of indirect benaderen met het oog op het afsluiten van een overeenkomst voor het verrichten van diensten van private arbeidsbemiddeling. Deze regel is het gevolg van wijzigingen die in de nasleep van het “Propere Handen”-schandaal zijn aangebracht aan het Vlaams Decreet van 10 december 2010 betreffende de private arbeidsbemiddeling. De leeftijd van 15 jaar stemt overeen met de minimumleeftijd om in België een contract als profvoetballer te tekenen. In 2018 verlaagde de wetgever die minimumleeftijd van 16 jaar naar 15 jaar. Nochtans verbiedt artikel B1009 van het Bondsreglement van de KBVB vijftienjarige jongens om uit te komen in het eerste elftal. In België kunnen jeugdspelers dus – via hun wettelijke vertegenwoordiger(s) – een arbeidsovereenkomst met een club en een vertegenwoordigingsovereenkomst met een makelaar tekenen nog voor ze wedstrijden kunnen spelen voor het eerste elftal.

De bepaling dat makelaars kinderen jonger dan 15 jaar niet mogen benaderen “met het oog op het afsluiten van een overeenkomst voor het verrichten van diensten van private arbeidsbemiddeling”, belet niet dat makelaars jeugdspelers en hun ouders benaderen voor andere zaken dan het verrichten van diensten van private arbeidsbemiddeling. Onder de huidige regelgeving kan een makelaar bijvoorbeeld wel een 13-jarige speler of diens ouders benaderen om “sportieve bijstand” te bieden. De bepaling viseert bovendien niet de situatie waarbij ouders of kinderen zelf een sportmakelaar benaderen. De arbeidsinspectie draagt de bewijslast om aan te tonen dat het effectief de makelaar was die de speler benaderde. In de praktijk blijkt dit een moeilijke bewijslast, zeker wat betreft makelaars die bijvoorbeeld op wedstrijden ouders benaderen van spelers die nog geen 15 jaar zijn. Een andere beproefde manier van sommige makelaars om informeel contact te leggen met kinderen of hun ouders is door die spelers of hun ouders te contacteren via sociale mediaplatformen zoals Instagram, Twitter en Facebook. Het louter bevriend zijn op sociale media of de aanwezigheid op wedstrijden vormt geen probleem onder het decreet. Ouders wiens 14-jarig kind wordt benaderd door een makelaar, kunnen wel klacht indienen bij de afdeling Toezicht en Handhaving van het Departement Werk en Sociale Economie.

De FA, de Engelse voetbalbond, hanteert ter zake een strenger beleid. In het Verenigd Koninkrijk mag een tussenpersoon geen speler benaderen voor 1 januari van het jaar waarin de speler zijn 16de verjaardag viert. De FA hanteert in haar reglement over tussenpersonen een brede interpretatie voor de term “benaderen”. Dit omvat onder meer het verbod om spelers direct of indirect te benaderen via sms of sociale media. De Pro League heeft deze bepaling niet overgenomen in haar nieuw reglement over tussenpersonen dat binnenkort inwerking zal treden.

Om minderjarigen te beschermen tegen makelaars hebben diverse nationale voetbalbonden een leeftijdsgrens opgelegd. Onder die leeftijdsgrens mogen makelaars geen vertegenwoordigingsovereenkomst aangaan met spelers. In onder meer Zweden, Denemarken, Tsjechië en Polen ligt de leeftijdsgrens op 15 jaar en in Engeland op 16 jaar. In Nederland voorziet het “Reglement Intermediairs” van de KNVB dat een makelaar zich moet onthouden van activiteiten en werkzaamheden voor zover het spelers jonger dan 15 jaar en 6 maanden betreft. De Pro League heeft in haar nieuw reglement over tussenpersonen geen gelijkaardige leeftijdsbeperking ingevoerd. België kent dus geen leeftijdsgrens en makelaars kunnen een vertegenwoordigingsovereenkomst afsluiten met (de ouders van) spelers jonger dan 15 jaar.

3. Technieken van sommige makelaars om minderjarigen “vast te leggen”

Makelaars hanteren steeds agressievere methodes om minderjarige talenten te strikken. Naast de contacten via sociale media en het benaderen van spelers en ouders op wedstrijden, schakelen makelaars soms oudere spelers en zelfs clubvertegenwoordigers in om jonge spelers te beïnvloeden. In sommige gevallen is de beïnvloeding subtiel, in andere gevallen is dit minder het geval. Zo ontstond in België recent ophef omtrent meerdere profspelers die zelf makelaarsactiviteiten zouden ontplooien en hierbij onrechtstreeks jonge spelers zouden vertegenwoordigen. Sommige makelaars schakelen spelers van de A-kern in om binnen de club jeugdspelers te benaderen om voor die desbetreffende makelaar te tekenen, vaak in ruil voor bijvoorbeeld een vergoeding of een korting op de diensten van de makelaar. De Pro League verbiedt in haar nieuw reglement over tussenpersonen weliswaar dat spelers makelaar mogen zijn, maar in de praktijk worden constructies opgezet om dit verbod te omzeilen.

Sommige clubs schuiven ten opzichte van jeugdspelers en ouders vaak een “huismakelaar” naar voor waarbij wordt gepretendeerd dat die makelaar de spelers optimaal zou beschermen en dat de club er “zelden problemen mee kent”. Dit zijn vaak echter makelaars die niet het onderste uit de kan willen halen voor de speler en eerder in dienst werken van de club. Ouders hebben soms schrik om het clubadvies te negeren en zien zich als gevolg geconfronteerd met een situatie waarin de belangen van hun kind niet optimaal worden verdedigd. Vaak mondt dit uit in een minder goed contract voor de jeugdspeler. Ouders zijn ofwel onwetend, ofwel sussen ze zich met de gedachte dat het felbegeerde profcontract ten minste binnen is. Een ander probleem binnen het profvoetbal is het bestaan van nauwe banden tussen een makelaar en de clubtrainer(s) of medewerkers.

Een fenomeen dat meer en meer opduikt zijn voetbalscholen die (soms zelf kwalitatief hoogstaande) training en sportieve begeleiding aanbieden voor jeugdvoetballers, maar waarbij het onderliggende doel is om op termijn de spelers te gaan begeleiden als makelaar. In intakegesprekken met ouders blijft het makelaarsdoel onuitgesproken, maar in de wandelgangen van het voetbal en onder jeugdtrainers weerklinken de ware intenties en ambities van sommige voetbalscholen. Ook dit kadert in het klassiek doel van de makelaar om een unieke vertrouwensband op te bouwen met spelers en ouders, met als doel om die band later te valoriseren.

Makelaars proberen vaak ook jongeren te verleiden met een sponsorcontract bij een kledijsponsor. Grote sportmerken werken echter met eigen scouts om talent op te sporen en zouden in veel gevallen de speler ook zonder tussenkomst van een makelaar een kledijcontract aanbieden. Soms weet een makelaar dat een bepaald merk een speler volgt, en stelt hij dan het standaard sponsorcontract dat “hij bij de kledijsponsor kon regelen” voor als een unieke prestatie. Vaak heeft de makelaar weinig onderhandelingsmarge bij dergelijke contracten waardoor hij veelal slechts een beperkte toegevoegde waarde kan leveren.

Makelaars profileren zich in hun gesprekken met ouders vaak als “anders dan alle andere makelaars” en bevestigen hierdoor mee het beeld dat, ook binnen de beroepsgroep, leeft over de activiteiten van voetbalmakelaars. Sommige binnen- en buitenlandse makelaars stellen hun kwalificaties of beroepstitels bewust verkeerd voor, wat tot strafsancties kan leiden. Er zijn daarnaast zelfs gevallen bekend waarbij makelaars ouders betalen opdat een talent een vertegenwoordigingsovereenkomst bij hen zou tekenen. Eenmaal ouders en kinderen een vertegenwoordigingsovereenkomst onder de neus krijgen geduwd, zien zij zich overigens vaak geconfronteerd met een wurgcontract met (illegale) clausules waarin de makelaar bijvoorbeeld ten onrechte exclusiviteit of een vergoeding voor arbeidsbemiddeling bij minderjarigen bedingt.

4. Verbod om een vergoeding te krijgen voor arbeidsbemiddeling voor minderjarigen

Het Vlaams Decreet betreffende private arbeidsbemiddeling bevat een verbod voor een sportmakelaar om een vergoeding te vragen voor het verrichten van diensten van private arbeidsbemiddeling voor een minderjarige sportbeoefenaar. De Pro League haar nieuwe reglement inzake tussenpersonen bevat, net zoals het momenteel toepasselijk reglement van de KBVB, een gelijkaardige bepaling. Dit hoeft niet te verbazen, aangezien FIFA dit in de “FIFA Regulations on Working with Intermediairies” oplegt aan voetbalfederaties. Makelaars die toch een vergoeding ontvangen voor private arbeidsbemiddeling van minderjarigen, riskeren onder meer een gevangenisstraf van 8 dagen tot een jaar en een geldboete van 125 tot 1250 EUR. In Frankrijk voorziet men via artikel L222-5 van de Code du Sport in een gelijkaardig verbod en worden inbreuken eveneens strafrechtelijk gesanctioneerd.

Het feit dat makelaars gratis werken voor minderjarigen, impliceert uiteraard niet dat men aan liefdadigheid doet. Het doel blijft in veel gevallen grof geld gewin waardoor makelaars tijd en middelen investeren in jonge spelers zonder dat ze er een onmiddellijk return voor krijgen. In de praktijk zijn er toch makelaars die vergoedingen vragen (en krijgen) voor arbeidsbemiddeling voor minderjarigen. In zo’n scenario werkt men veelal met fictieve scoutings- of begeleidingsovereenkomsten om toch een vergoeding te kunnen krijgen van de club. Als de club zo’n vergoeding betaalt, is dit meestal ten koste van de minderjarige speler omdat clubs in de regel een globaal budget voorzien voor een bepaalde speler. Alles wat naar de makelaar gaat, wordt in mindering gebracht van het globaal budget zodat er minder over blijft voor de speler. Hoe groter de makelaar zijn deel van de taart, hoe minder er voor de speler overblijft.

Een andere manier van wetsontduiking die wordt gehanteerd, is het toekennen van een kunstmatig opgetrokken vergoeding voor prestaties die door de makelaar werden verricht bij andere transacties. Bijvoorbeeld: de minderjarige speler X tekent een contract bij club Y door toedoen van een makelaar. Diezelfde makelaar treedt bij dezelfde club ook op in het kader van de arbeidsbemiddeling voor speler Z. De makelaar mag niet vergoed worden voor zijn diensten voor speler X, maar de club gaat de makelaar een kunstmatig opgetrokken vergoeding geven voor de transactie van speler Z, waarbij een deel ook dient om de arbeidsbemiddeling voor speler X onrechtstreeks te vergoeden. Bij dergelijke constructies is de transparantie naar de speler toe gebrekkig omdat clubs en makelaars weten dat men in het illegale opereert.

Doordat de arbeidsbemiddeling kosteloos moet verstrekt worden, proberen steeds meer makelaars de andere diensten die zij vertrekken te factureren als zijnde “advies” of trachten zij hun return op ander gebied te halen. In sommige gevallen wordt contractueel voorzien dat prestaties gratis zijn, maar wel worden gefactureerd als de speler zijn overeenkomst met de makelaar zou verbreken. Er zijn makelaars die via sociale media intensief communiceren over de sportieve activiteiten van “hun” minderjarige spelers, zodat het publiek zou weten dat zij optreden voor die minderjarige. Deze promotie gebeurt veelal uit eigen belang en men hoopt er onder meer andere spelers mee te kunnen strikken.

5. Wat doet een sportmakelaar voor minderjarige spelers?

De vraag stelt zich ook op welke wijze voetbalmakelaars in België voor minderjarigen een meerwaarde kunnen betekenen. In sommige gevallen zetten ouders zelf de stap naar een makelaar. De ouders van de absolute toptalenten worden namelijk druk gesolliciteerd en men zoekt dan dikwijls heil bij een makelaar om hen bij te staan en te gidsen doorheen het voetbalmilieu.

Sommige makelaars trachten jeugdspelers op sportief gebied te begeleiden, al stelt zich de vraag welke diensten een makelaar nog kan aanbieden bovenop de opleiding die de club aanbiedt. Een sportieve begeleidingsovereenkomst mag echter niet worden aangewend om het Vlaams decreet private arbeidsbemiddeling te omzeilen. De core business en het verdienmodel van de klassieke makelaar blijft immers arbeidsbemiddeling.

Naast sportieve begeleiding trachten sommige makelaars spelers in contact te brengen met externe dienstverleners zoals sportdiëtisten en personal coaches. Spelers en ouders kunnen deze laatsten uiteraard ook contacteren zonder makelaar en dit eventueel in samenspraak met de club.

Wat betreft private arbeidsbemiddeling is het zo dat diverse makelaars niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen en dus geen private arbeidsbemiddeling mogen uitvoeren. Meer dan 200 makelaars die als tussenpersoon geregistreerd zijn bij de Belgische voetbalbond, zijn niet als sportmakelaar geregistreerd bij de Vlaamse administratie en mogen gelet op de registratieverplichting van het Vlaams decreet betreffende private arbeidsbemiddeling dus geen private arbeidsbemiddeling uitvoeren in Vlaanderen. Ook in Brussel en Wallonië is er een registratieverplichting voor sportmakelaars die door diverse bij de KBVB-geregistreerde makelaars wordt miskend. Er zijn dus veel makelaars juridisch gezien niet gerechtigd om arbeidsbemiddeling uit te voeren.

De makelaars die wel over een registratie beschikken, moeten – zoals hierboven uiteengezet – de private arbeidsbemiddeling voor minderjarigen kosteloos verstrekken. Een recent onderzoek, gefinancierd door de Europese Commissie, stelt dat het weinig realistisch is om te verwachten dat dergelijk gratis werk door bekwame makelaars wordt geleverd. Gratis diensten brengen in de regel brengen risico’s met zich mee en zijn geen garantie voor goede service en kwaliteit. Voert de makelaar zijn gratis diensten grondig uit? Informeert de makelaar de speler wel over alle aanbiedingen? Haalt de makelaar bij contractonderhandelingen wel het onderste uit de kan voor de speler, wetende dat hij ook met de club onderhandelt voor transfers waar hij wel kan op verdienen?

In een gemeenschappelijk onderzoeksproject van Europese topuniversiteiten wordt geconcludeerd dat het regelgevend kader inzake voetbalmakelaars niet garandeert dat makelaars voldoende professioneel en deskundig zijn. Ouders zijn dus best kritisch voor de activiteiten van arbeidsbemiddeling die de makelaar uitoefent voor een minderjarige.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content