Mousa Dembélé: ‘Ik ben niet anders omdat mensen handtekeningen aan me vragen’

© BELGAIMAGE

Tottenham en Mousa Dembélé zijn bezig aan een sterk seizoen. In de zomer betrekt de club een gloednieuw stadion en de Rode Duivel is een van de spelers op wie de Spurs hopen te bouwen. ‘Ik heb me nooit een pure aanvaller gevoeld.’

Voor het interview met Mousa Dembélé (30) hebben we afgesproken bij het trainingscomplex van Tottenham Hotspur in Enfield, ten noorden van Londen. Het gesprek met de middenvelder vindt echter niet in het imposante trainingscentrum zelf plaats, maar bij hem in de auto op weg naar Hampstead. Het plan is om hem te vergezellen tijdens de route die hij elke dag van zijn werk naar huis aflegt.

Het blijkt de setting voor een goed gesprek. Dembélé vertelt openhartig over zijn carrière en leven tot nu toe. De Spursmiddenvelder, gekleed in een stoffen groene jas, manoeuvreert zich ondertussen soepel door het Engelse verkeer. Eenmaal in Hampstead is het wat drukker op de weg. De Londense buitenwijk heeft met zijn heuvelachtige straatjes iets pittoresks en het gebied blijkt populair bij de spelers van Spurs. In de rij voor een verkeerslicht drukt Dembélé op een gegeven moment even op zijn claxon om de aandacht van een voetganger verderop te krijgen. Die merkt het niet op. ‘Dat is Eric Dier, die woont hier ook.’ Dembélé vertelt dat hij het met veel jongens goed kan vinden bij de club. En dat hij, ondanks de uitschakeling in de Champions League en minieme kans op Premier Leaguesucces, toch nog hoopt op een prijs. ‘We zitten nog in de FA Cup en daar heb ik het gevoel dat we wel iets kunnen halen.’

In de voetbalwereld spreekt iedereen je aan alsof je hoger bent dan een normaal mens.

Mousa Dembélé

In België hoopt men ondertussen dat de Rode Duivels komende zomer ook een bijzondere prestatie in Rusland neerzetten. Dembélé: ‘Ik denk wel dat het geloof in de groep met de jaren gestegen is, ook omdat er structureel echt heel veel Belgen in Europese topcompetities spelen.’

Hoe is dat gevoel in de afgelopen jaren gegroeid? Wat is er anders binnen de ploeg dan tijdens de laatste twee eindtoernooien?

Mousa Dembélé: ‘Het heeft met mentaliteit te maken. Doordat veel jongens al heel lang in het buitenland voetballen hebben we nog meer een internationale mentaliteit gekregen. En dat is belangrijk, denk ik. Ook de jonge spelers beseffen nu dat we niet zomaar Belgen zijn die nooit iets in het voetbal hebben gepresteerd. Nee, veel van onze spelers spelen in het buitenland en doen het gewoon goed, sommigen zijn zelfs de beste speler in een van de sterkste competities van de wereld.’

Wat is de rol van assistent-manager Thierry Henry in het hele proces?

Dembélé: ‘Als hij iets zegt, dan wordt het serieus genomen. Hoe je het ook draait of keert, als iemand succes heeft gehad, dan respecteer je des te meer wat hij zegt. Hij brengt ook een winning mentality in het elftal, hij heeft immers zelf veel gewonnen. En dat is niet slecht voor het team, omdat we dan nog meer gaan geloven in eigen kunnen.’

Is dit de beste samenstelling van staf en spelers van de nationale ploeg sinds je bij de Rode Duivels zit?

Dembélé: ‘Ja. Roberto Martínez bijvoorbeeld heeft ook goeie internationale ervaring, weet je. En dat vindt iedereen tof. Maar kijk, we kunnen nog zoveel gaan praten, maar we hebben nog niets gewonnen… Dus over het algemeen denk ik: eerst winnen en dan praten.’

GRAAG BETROKKEN IN HET SPEL

Bij Tottenham ben je aan een sterk seizoen bezig als controlerende middenvelder, maar nog niet eens zo lang geleden speelde je als aanvaller. Halfweg je tweede seizoen bij Fulham werd je omgeschoold tot verdedigende middenvelder. Hoe is die transformatie precies verlopen?

Dembélé: ‘Ik speelde mijn wedstrijden meestal op 10, maar op een gegeven moment begonnen we een ander systeem te spelen, en toen riep manager Martin Jol me bij hem. Hij vroeg me hoe ik tegenover een rol als verdedigende middenvelder zou staan. Hij dacht dat het een ideale positie voor mij was, omdat ik dan mijn verdedigende kwaliteiten kon tonen maar tegelijkertijd ook nog af en toe mijn aanvallende bijdragen kon leveren.’

Wat was je gevoel toen hij met dat idee kwam?

Dembélé: ‘Ik stond er meteen voor open. In feite was ik zelfs blij, want het was een positie waarover ik eerder al eens had nagedacht. Achteraf gezien heb ik me misschien nooit een pure aanvaller gevoeld. Ik denk dat ik het als spits bij AZ desalniettemin best goed deed, maar als ik mezelf vergeleek met de andere aanvallers, voelde ik dat zij een grotere drive hadden om te scoren. Ik was ook al blij als ik een assist gaf. Toen ik op het middenveld ging spelen, voelde het direct natuurlijk. It made more sense.’

Denk je ook dat je nu verder in je carrière bent dan als je aanvaller was gebleven?

Dembélé: ‘Ja, al denk ik ook dat ik een bepaald soort spits kan zijn met specifieke kwaliteiten. Maar als aanvaller had ik het gevoel dat ik moest wachten tot mensen mij gingen bedienen, zeg maar. En ik wilde meer betrokken zijn in het spel: ballen afpakken, dribbelen, passes geven en niet alleen maar wachten op die ene kans.’

Intussen krijg je lof van alle kanten. Je trainer Mauricio Pochettino schaarde je in dezelfde categorie als Ronaldinho en je teamgenoten noemen jou hun beste medespeler. Als je het omdraait, wie is dan tot nu toe jouw beste ploegmaat in je carrière geweest?

Dembélé: ‘Dat is altijd heel moeilijk te zeggen, want dat is vaak bepaalde posities onrecht aandoen. Een positie die minder in de schijnwerpers staat, kan minstens zo belangrijk zijn. Hier in Engeland kan ik bijvoorbeeld Harry Kane zeggen, een ongelooflijke speler, maar ik vind Jan Vertonghen ook gewoon heel belangrijk. Of Toby Alderweireld, Christian Eriksen, Dele Alli

‘Iemand die me wel te binnen schiet uit mijn eerdere jaren in Nederland is AZ-aanvaller Mounir El Hamdaoui. Ik vond die gewoon top op veel niveaus: hij was heel fit, had een heel goeie techniek, bewaarde rust voor het doel en hij was fysiek sterk. Echt een fantastische speler.’

Wat is de lastigste tegenstander die je hebt gehad?

Dembélé: ‘Ook hierbij is er niet één iemand die eruit springt. Voor veel spelers heb ik respect, maar geen ontzag. Toen we met AZ tegen Sevilla speelden, vond ik Dani Alves echt heel goed. Toen ik bij Fulham zat en we tegen Tottenham speelden, was ik onder de indruk van Luka Modric.’

Zijn er spelers met wie je vroeger samenspeelde van wie je dacht dat ze de top zouden halen, maar die het nooit gehaald hebben?

Dembélé: ‘Zo kan ik er veel opnoemen. Tom De Mul bijvoorbeeld, die jammer genoeg door blessures zijn carrière voortijdig moest beëindigen. Ik heb weinig spelers gekend met zo’n mooie stijl als hij. Maar je had ook spelers als Yama Sharifi, Laury Mokamba en Stanley Aborah. Met veel van hen heb ik nog steeds een heel goeie band. Yama en Tom zijn samen een managementbureau gestart en zij begeleiden mij nu ook. Omdat er zoveel gebeurt in de voetballerij is het voor mij heel belangrijk om zulke mensen te hebben die ik van thuis uit ken. Maar ik ben ook nog bij mijn andere zaakwaarnemer, Rodger Linse, iemand met wie ik ook een heel goede band heb. Zij doen mijn management als het ware met elkaar.’

Mousa Dembélé: 'Een carrièreplan? Nee, ik heb altijd alles op gevoel gedaan en mijn ouders hebben me ook altijd gesteund in de keuzes die ik maakte.'
Mousa Dembélé: ‘Een carrièreplan? Nee, ik heb altijd alles op gevoel gedaan en mijn ouders hebben me ook altijd gesteund in de keuzes die ik maakte.’© BELGAIMAGE

VOETEN OP DE GROND

Van de jongens die bij GBA speelden, gingen er sommigen naar Ajax. Zo maakten onder meer Thomas Vermaelen, Jan Vertonghen en Toby Alderweireld de overstap. Klopt het dat jij in het begin van je carrière ook de kans hebt gehad om naar Amsterdam te gaan?

Dembélé: ‘Ja, er zijn twee momenten geweest dat ik voor een stage werd uitgenodigd. De eerste keer zou ik voor ongeveer een week gaan, maar al na twee dagen raakte ik geblesseerd en moest ik terug naar België. Het jaar daarna werd ik opnieuw uitgenodigd en mocht ik blijven. Ik herinner me dat Danny Blind ( destijds hoofd jeugdopleidingen van Ajax, nvdr) toen met mijn moeder sprak en haar vertelde dat ik zou kunnen aansluiten bij de A2 ( U18, nvdr). Ze hadden ook Ryan Babel rondlopen en die zou naar de A1 ( U19, nvdr) gaan. Tegen mij zeiden ze: ‘We willen niet twee dezelfde spelers in één elftal, en we gaan voor Babel in de A1. ‘ Maar eigenlijk wilde ik sowieso bij GBA blijven, want daar zou ik in de eerste ploeg mogen spelen. Ik dacht: dan kan ik thuis blijven wonen en als ik het een beetje goed doe, kan ik altijd nog ergens anders naartoe gaan.’

Uiteindelijk ging je naar Willem II, terwijl je ook naar grotere clubs zoals Anderlecht had kunnen gaan. Waarom ging je toen wel naar een relatief kleine club in Nederland?

Dembélé: ‘Ik had verschillende opties. Ik had toen met Anderlechttrainer Frankie Vercauteren gesproken, maar er waren meerdere teams die belangstelling toonden. Ook in het buitenland, en dat was ook best wel interessant. Maar ik liet het een beetje open. Ik dacht nooit: ik moet zoals die speler zijn. Of: ik moet voor Real Madrid of Barcelona voetballen.

‘Ik vond Willem II een mooie club en zij speelden ook Europees voetbal, in de UEFA Cup. Vroeger keek ik vaak naar het Nederlandse voetbal op Studio Sport, en ik vond dat veel mooier ogen dat het Belgische voetbal. Ze waren ook verder in de infrastructuur. Dat trok mij gewoon veel meer aan. Het was een gemakkelijke keuze voor mij, want ik dacht dat ik daar meer van het voetbal zou kunnen genieten dan bij Anderlecht.’

Je hebt nooit echt een carrièreplan uitgestippeld?

Dembélé: ‘Nee, ik heb alles op gevoel gedaan en mijn ouders hebben me ook altijd gesteund in de keuzes die ik maakte. Dat is misschien wel mijn grootste geluk, dat mijn ouders mij nooit gepusht hebben in iets. Bij andere talentvolle jongens heb ik ook vaak gezien dat zij van thuis uit geen steun kregen. Of juist te veel steun, dat hen werd opgelegd wat ze moesten doen. Dat zorgde voor te veel druk. Mijn ouders lieten me altijd vrij. Ze zeiden: ‘Als je niet geniet, dan stop je gewoon.’

‘Vandaag de dag zit er zo’n grote business achter voetbal. Mensen denken van: onze zoon gaat ons rijk maken. Dat is niet gezond voor jonge spelers. Bij mij lag de focus altijd op plezier en doen wat je leuk vindt, dat was het belangrijkste. Of je nu veel geld verdient of niet, dat boeit mijn familie niet. En dat is een heel fijn gevoel.’

Hoe begeleidde je familie je verder tijdens je carrière?

Dembélé: ‘Toen ik begon door te breken en het financieel beter kreeg, zorgden ze er thuis voor dat ik met beide voeten op de grond bleef. Zulke dingen zijn belangrijk, want in de voetbalwereld zet iedereen je op een podium en spreekt iedereen je aan alsof je hoger bent dan de normale mens. Daar kan je heel snel in meegaan en denken: o ja, misschien ben ik wel heel speciaal.

‘Ik ben blij dat mijn familie en vrienden me altijd het gevoel hebben blijven geven dat ik ook maar een mens ben zoals iedereen. Dat is ook het islamitische perspectief dat ik van mijn vader meekreeg: je bent niet groter dan een ander. Veel van mijn vrienden komen ook uit een zelfde soort opvoeding. Ik doe dan wel iets wat ik heel leuk vind en daar appreciëren mensen me ook voor. Maar ik moet niet denken dat ik anders ben omdat mensen handtekeningen aan me vragen.’

VRIENDEN MAKEN

Welke rol speelt het geloof in je leven? En hoe heeft je dat gevormd als mens?

Dembélé: ‘Ik ben gelovig opgevoed. Mijn moeders kant is katholiek, waarbij vooral m’n oma heel praktiserend was. Mijn moeder neigt echter meer naar het boeddhisme: ze mediteert veel. Ze gaat ook wel eens naar retreats om te mediteren. En m’n vader is moslim. Dus ik heb qua geloof wel een heel multiculturele opvoeding gehad. Daardoor heb ik sowieso veel respect voor verschillende culturen en geloven. Zelf ben ik vooral als moslim opgevoed. Ik bid elke dag vijf keer en probeer de regels van de koran te volgen. Maar uiteindelijk zijn er ook zoveel gelijkenissen tussen de verschillende religies. Ook in de geschriften zie je veel overeenkomsten, zelfs in de namen van de profeten. Zo is Musa in de bijbel Mozes en Jezus in de koran Isa. In de kern dragen religies ook op om alle geloven te respecteren.’

Is jouw religieuze inslag ook nog verweven met andere invloeden, misschien een meer filosofisch gedachtegoed van je moeder? Welke invloed heeft zij op je gehad?

Dembélé: ‘De raad die ze me geeft is vaak gefocust op het positieve. Als ik vroeger bijvoorbeeld ging voetballen en ik had een keer niet goed gespeeld, dan ging ik soms de schuld bij anderen zoeken. Dan had ik het bijvoorbeeld over de trainer. Mijn moeder hield me dan altijd meteen een spiegel voor, waarbij ze zei dat ik niet zoveel gewicht aan externe omstandigheden moest toeschrijven. Ik zag om me heen dat mensen vaak anderen de schuld gaven van hun eigen problemen, en in zo’n houding ga je dan automatisch mee. Voor dat soort dingen is mijn moeder waakzaam. Ik ben heel blij met die inzichten. Want op een gegeven moment merk je wel dat bepaalde negatieve denkwijzen nadelig voor je zijn.’

Arthur Renard

Vaak zeggen mensen: vriendschap bestaat niet in het voetbal. Dat vind ik echt onzin.

Mousa Dembélé

Los van je eigen familie en vrienden van thuis, zijn er veel teamgenoten met wie je in Londen bevriend bent?

Dembélé: ‘Ja, ik trek veel op met Jan ( Vertonghen, nvdr). Onze vrouwen zijn ook heel goed bevriend en vaak gaan we bij hen of zij bij ons eten. Toen ik in 2006 naar AZ ging, speelde Jan voor Ajax. Ik ging toen in IJburg ( een wijk in het oosten van Amsterdam, nvdr) wonen en Jan had daar ook een appartement. We woonden over elkaar. Dat heeft maar een paar maanden geduurd, want toen ging Jan al verhuizen, maar in die paar maanden gingen we vaak bij elkaar langs. Ik kan oprecht zeggen dat hij een heel goeie vriend van mij is geworden.’

Mousa Dembélé deelt handtekeningen uit. 'Van mijn vader kreeg ik het islamitische perspectief mee: je bent niet groter dan een ander.'
Mousa Dembélé deelt handtekeningen uit. ‘Van mijn vader kreeg ik het islamitische perspectief mee: je bent niet groter dan een ander.’© BELGAIMAGE

Heb je überhaupt veel vriendschappen in het voetbal?

Dembélé: ‘Ja, zo voelt het wel. Vaak zeggen mensen: vriendschap bestaat niet in het voetbal. Dat vind ik echt onzin. Want ik heb bij AZ vrienden gemaakt, bij Fulham en bij Tottenham. Alleen heb ik wel een beetje de slechte gewoonte dat ik moeilijk te bereiken ben. Ik ben niet echt een gsm-persoon. Maar zodra ik vrienden en mensen van vroeger zie, is het altijd meteen vertrouwd. Ik geef maar een voorbeeld: Kew Jaliens of Gill Swerts uit mijn AZ-periode. Als Jaliens morgen naar Londen komt, dan weet ik dat we tot in de nacht gesprekken kunnen hebben. Die verbinding is er met veel jongens, ook al heb je misschien niet elke dag contact met hen.’

ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN

Veel bekende managers van nu speelden vroeger in een enigszins gelijke verdedigende centrale rol als jij. Hoe denk jij over een toekomst als trainer?

Dembélé: ( maakt van zijn rechterduim en wijsvinger een rondje) ‘Nul kans, zoals ik het nu zie. Ik denk dat je mij niet snel in het voetbal terug gaat vinden. Ik durf het niet honderd procent zeker te zeggen, maar toen ik achttien was zei ik al dat ik na mijn carrière nooit in de voetballerij verder zou gaan. En nu zeg ik nog altijd hetzelfde. Niet op tv, niet als trainer of in een andere rol. Maar je weet nooit, misschien verander ik binnen drie, vier jaar van gedachte.’

Laatst verscheen er een bericht over het hotel dat jij en je zus binnenkort in Antwerpen willen openen, waarbij er bij de renovatie zeer waardevolle archeologische vondsten zouden zijn gedaan.

Dembélé: ‘Dat verhaal klopt niet helemaal. We hebben inderdaad een oud pand in Antwerpen gekocht waar we een boetiekhotel in willen starten. Dat is een heel gerespecteerd pand in het centrum van de stad. Investeren in verschillende dingen, zoals in zo’n hotel, dat vind ik heel tof. Toen we het pand gingen verbouwen werden er inderdaad archeologische vondsten gedaan, maar die hadden verder geen financiële waarde. Het zou leuk zijn om een deel tentoon te stellen in het hotel. Maar het is dus niet zo dat het een schat is met een grote geldwaarde. I wish, haha.’

Moussa of Mousa Dembélé?

Nog altijd bestaat er onduidelijkheid over de precieze schrijfwijze van zijn voornaam: is het nu Moussa of Mousa Dembélé? Aanvankelijk leek het dat eerste te zijn, maar gaandeweg werd zijn naam steeds vaker met enkel één s geschreven, vooral in Engeland. In België blijft men echter toch vaak vasthouden aan de Moussa. Wat is het nu eigenlijk? ‘Het is met één s. Vroeger schreef ik het met twee, maar op een gegeven moment moest ik mijn paspoort verlengen en toen hebben ze een fout gemaakt. Toen stond er één s en ik heb het daarna altijd zo gelaten. Dus zo werd het Mousa.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content