Noé: ‘Ik denk dat Beerschot-Wilrijk nog even op dit elan kan doorgaan’

© BELGAIMAGE

Marc Noé, de laatste trainer van ‘het echte Beerschot’, overleefde op het Kiel twee faillissementen. Hij viert als assistent bij Beerschot-Wilrijk de tweede promotie op rij, nu naar de derde klasse.

Al twintig jaar is hij hondstrouw actief op het Kiel, Marc Noé. In Sport/Voetbalmagazine doet hij deze week zijn relaas. Zijn enthousiasme over de huidige gang van zaken bij zijn geliefkoosde club is groot:

“Dat het zou lopen zoals het nu loopt, kon niemand voorzien. Het is echt waanzin, alleen al door de supporters. En ik denk dat we nog even op dit elan kunnen doorgaan, ook op sportief vlak. Peter Claessens, een maat van mij, is nu assistent bij Cappellen, de leider in de derde klasse B. Hij zegt tegen mij dat zij dit seizoen al tien matchen speelden tegen juniorploegen. Visé, Turnhout, Verviers, La Louvière, dat zijn allemaal clubs met problemen, teams met twee of drie oudere spelers en voor de rest jonge gasten die eigenlijk niet het niveau hebben voor de derde klasse.”

Theater

“Telkens we met Beerschot-Wilrijk thuis spelen, denk ik: hopelijk mogen we dit nog jaren meemaken”, gaat Noé verder. “Beerschot is een theatervoorstelling waar alles inzit; iets om te lachen en een stuk verdriet. Je hebt hier alle ingrediënten voor een goed soepke. Het is niet kleur- of smaakloos. Er is altijd wel iets. Daarom staan we ook de hele tijd in de gazet.”

“Dat maakt het tegelijk moeilijk om de club te runnen. De supporters in Antwerpen willen altijd ook alleen maar het beste. Krijgen ze dat niet, dan zijn ze cynisch en hard. En dan blijven ze weg. Maar op zo’n moment moet het bestuur rustig blijven, een visie hebben en niet vervallen in het emotiemanagement dat hier eerder al is gevoerd. Ik hoop dat er nu mensen aan het bewind zijn die weten wat er nodig is om het goed te laten gaan met deze club, en die ook goed weten wat alles weer naar de kloten kan helpen.”

600 jeugdspelers

Na het failliet van 2013 streek de Beerschotaanhang neer bij eersteprovincialer KFCO Wilrijk. De supporters dromen ervan om met het nieuwe Beerschot-Wilrijk terug te keren naar het hoogste niveau. “Ik ben blij dat we op deze manier terugvechten en niet via de overname van een stamnummer”, zegt de assistent-trainer.

“Ik denk dat veel mensen dat graag willen: het op een eerlijke manier afdwingen, het verhaal van stap voor stap. Want het loopt fantastisch, maar er is ook nog wat werk. Met de jeugd moeten we bijvoorbeeld nog stappen zetten. Dat is normaal, omdat het met de eerste ploeg zo snel gaat. Toen Beerschot en Wilrijk samensmolten waren er 390 jeugdspelers van Wilrijk. Nu hebben we er 541. Volgend seizoen gaan we naar 600 jeugdspelers. Dus moeten we zoeken naar extra locaties om te trainen en naar een manier om met twee snelheden te werken, zodat de betere spelers meer kunnen trainen.”

Lees het volledige verhaal woensdag in Sport/Voetbalmagazine

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content