Obbi Oulare: ‘Na mijn beenbreuk dacht ik: ik trek ongeluk aan’

© BELGAIMAGE
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Een beer van een vent met een klein hartje. Zo kun je Obbi Oulare het best omschrijven. Van MacGyver, over de videocassettes van zijn vader Souleymane Oulare en Branko Strupar, tot zijn speciale relatie met Waregem: de pechvogel van Standard laat voor het eerst in zijn ziel kijken.

Op zijn identiteitskaart staat er Mamadou Obbi Oulare. Maar iedereen spreekt hem gewoon aan met zijn merkwaardige tweede voornaam, Obbi. ‘Mijn moeder was fan van de televisieserie MacGyver. Toen ze zwanger was van mij heeft ze uren naar die reeks zitten te kijken’, aldus Obbi Oulare. ‘Blijkbaar liep er een Obbi rond in de serie. Ze was er zo gek van dat ze mij die naam heeft gegeven. Van in het begin noemden mijn ouders mij Obbi en niet Mamadou.’

Oulare heeft een rotseizoen achter de rug. Het zoveelste. Hij speelde het equivalent van vier volledige matchen en scoorde daarin één doelpunt. Zijn campagne werd nog maar eens geteisterd door fysieke ongemakken. En toch had zijn ellendige seizoen een happy end kunnen krijgen met een deelname aan het EK voor Beloften. Hij was er dichtbij, en haalde zelfs de voorselectie van 26 spelers, maar hij viel op het allerlaatste moment af. ‘Mijn selectie was een geschenk uit de hemel. Ik stond net terug op het veld en ik werd al opgeroepen voor het EK. Het gaf kleur aan een seizoen dat voor de rest niet vrolijk was geweest. Standard heeft er alles aan gedaan om mij op tijd op te lappen – ook voor hen was het EK een doelstelling. Ik was mij er wel van bewust dat er een grote kloof gaapte tussen een preselectie en een basisplaats tijdens het tornooi. En mede door al mijn blessures heb ik weinig kunnen bijdragen aan de kwalificatiecampagne. In totaal heb ik hoogstens een helft gespeeld.’

Obbi Oulare in een van de spaarzame wedstrijden die hij afgelopen seizoen speelde voor Standard. 'Jammeren en snotteren, had mij niet vooruit geholpen.'
Obbi Oulare in een van de spaarzame wedstrijden die hij afgelopen seizoen speelde voor Standard. ‘Jammeren en snotteren, had mij niet vooruit geholpen.’© GETTY IMAGES

Je hebt in totaal zeven clubs doorkruist voor je profvoetballer werd bij Club Brugge. Was dat een bewuste keuze?

OBBI OULARE: ‘In de meeste gevallen wel. Ik zal je een voorbeeld geven: toen ik bij Anderlecht zat, kreeg ik de kans om naar het opleidingscentrum van Rijsel te gaan. Het was zo verleidelijk dat ik die aanbieding niet kon weigeren. Rijsel verlaten was de enige beslissing die ik niet zelf heb genomen. Ze wilden niet met mij verder en dat is héél hard aangekomen. Want van kleins af aan wilde ik voor LOSC voetballen. Plots moest ik weg en zat ik bij Wasquehal… En weet je wat het ergste was? Dat ik er werkelijk niets aan kon doen. Ik kon nooit aan honderd procent voetballen omdat mijn lichaam gewoon niet kon volgen. Ik kampte met groeistoornissen en daardoor had ik last aan mijn heupen. Ik ben te snel gegroeid in een keer. Het evenwicht was zoek tussen mijn beenderen en mijn spieren.’

FAMILIEMENS

Tussen jouw periode bij Wasquehal en Club Brugge heb je enkele maanden bij Standard gezeten. Waarom was jouw verblijf in Luik zo kort?

OULARE: ‘Op training viel het mee. Op school vlotte het ook min of meer. Maar op internaat vond ik mijn draai niet. Ik kon er niet aarden. Ik ben een familiemens en ik was te zeer aan mijn ouders gehecht om op mijn 16e van hen te worden gescheiden. Ik kwam op maandagmorgen aan op internaat en ik bleef er tot vrijdagavond omdat we zaterdag match hadden. Soms keerde ik slechts voor enkele uren naar huis. Het voorstel van Club Brugge kwam op het perfecte moment: ik mocht weer thuis wonen.’

Vorige zomer werd je verrassend genoeg voor een seizoen uitgeleend aan Standard. Terwijl je vaak geblesseerd bent en de laatste jaren weinig speelt en zelden scoort…

OULARE: ‘Ik kon zo’n opportuniteit niet laten liggen. Ik had het mij helemaal anders voorgesteld, maar ik kreeg uiteindelijk toch een contract voor vier seizoenen. Dat betekent dat ik het waarschijnlijk goed heb gedaan.’

Je was aan het revalideren toen je bij Standard aankwam. Op het moment dat je je in de ploeg aan het werken was, viel je opnieuw geblesseerd uit. Hoe heb jij dat ervaren?

OULARE: ‘Ik dacht vooral: ik trek het ongeluk aan. Ik had net mijn comeback gevierd tegen Sint-Truiden met een doelpunt. En het was ook al lang geleden dat ik de volledige negentig minuten had volgemaakt. Vijf dagen later mag ik in de Europa League invallen in Turkije. En nu ben ik vertrokken. Dacht ik. Vijf minuten na mijn invalbeurt breek ik mijn scheenbeen. Dat is brute pech.’

Wat was het eerste dat bij jou opkwam?

OULARE: ‘Iets van: ik moet weer van nul beginnen. Ik zal niet zeggen dat het went, maar ik weet dat zoiets kan gebeuren. Jammeren en snotteren, had mij niet vooruit geholpen.’

Je fragiele lichaam heeft jou de voorbije jaren parten gespeeld.

OULARE: ‘De afgelopen 2,5 jaar waren niet gemakkelijk… Maar we zijn tot de conclusie gekomen dat mijn heup de kiem is van al mijn problemen. Toen we dat doorhadden, wisten we dat een operatie noodzakelijk was geworden. Maar ik bleef de datum telkens uitstellen. Ik schermde met het excuus dat ik er niet klaar voor was. Nu ik geopereerd ben, gaat het veel beter. Ik denk dat ik eindelijk verlost ben van alle ellende.’

Komen heupproblemen niet vooral voor bij ouderen?

OULARE: ‘Ik ben het bewijs dat jongeren er ook last van kunnen hebben… Onderzoeken hebben aangetoond dat de kwaal zich rond mijn rechterheup situeerde. Alle blessures – mijn spierscheur, de issues met de enkel, mijn rug – deden zich ook aan de rechterkant van mijn lichaam voor. Ik weet niet hoe de dokters het gedaan hebben, maar ze zijn er wel in geslaagd om mijn lichaam weer in balans te krijgen.’

Een ander kwestie is je gewicht. Moet je nog altijd het gevecht aangaan met de weegschaal?

OULARE: Mijn gewicht schommelt nu rond de 103 à 104 kilogram en met mijn vetpercentage gaat het de goede kant uit. Voor iemand van 1,96 meter is het niet erg om zoveel te wegen. Maar ik weet dat ik elke dag moet letten op wat ik eet. Van zodra ik een aantal wedstrijd in de benen zal hebben, zal ik vanzelf afslanken.’

POSITIEF AVONTUUR

Je vertrok vier jaar geleden naar Watford. Was je lichamelijk en mentaal klaar voor die stap?

OULARE: ‘Ik had bij Club Brugge kunnen blijven, maar achteraf is het natuurlijk gemakkelijk praten. Het is eenvoudiger om de juiste beslissing te nemen als je in je carrière iets gelijkaardigs bent tegengekomen. Met wat ik nu weet, zou ik misschien bij Club gebleven zijn. Op voetbalgebied was ik zeker klaar voor Watford, maar ik moest de andere zaken in mijn leven nog ordenen. Mijn persoonlijke beslommeringen maakten dat alles heel complex werd.’

Je hebt ooit gezegd dat je international geworden zou zijn mocht je destijds in Brugge gebleven zijn. Denk je er nog steeds zo over?

OULARE: ‘Wie weet wat er gebeurd zou zijn, mocht ik een andere weg gekozen hebben. Maar misschien zou ik de nationale ploeg ook gehaald hebben als ik bij Watford wél had gespeeld. Bon, ik zie ook het positieve in van mijn avontuur. Ik heb veel geleerd in Engeland. Daar ben ik een echte man geworden. Je gaat er mentaal pas op vooruit als je een aantal hindernissen tegenkomt. En wanneer de moeilijkheidsgraad heel hoog ligt, leer je nog meer…’

Watford leende jou achtereenvolgens uit aan Zulte Waregem, Willem II, Antwerp en Standard. Voel je je bevrijd nu de band met Watford helemaal is doorgeknipt?

OULARE: ‘Absoluut. Een voetballer zit liever bij een club waar hij deel uitmaakt van een project op lange termijn. Vandaag heb ik een contract van vier jaar bij Standard en die situatie ligt mij beter. Ik moet niet meer denken: ik heb x-aantal maanden om mij te tonen en daarna moet ik sowieso terug naar Watford. Er komt ongetwijfeld veel druk bij kijken wanneer je ergens op huurbasis speelt.’

Hoe moet je met die druk omspringen?

OULARE: ‘Je moet er mee leren omgaan. Anders wordt het heel lastig. Je weet dat de druk bij Standard veel groter is dan bij Zulte Waregem. Maar ik wist mij er altijd raad mee. Het is niet iets dat mij afschrikt of van binnenin aanvreet.’

‘Ik heb de beelden van Strupar en mijn vader vaak herbekeken’

Je bent in Waregem geboren. Had jouw uitleenbeurt aan Zulte Waregem een symbolische waarde?

OBBI OULARE: ( knikt) ‘Ik had een drietal opties en voor Zulte Waregem uitkomen beschouwde ik als een roeping. Ik wilde de weg naar boven inzetten in de stad waar ik geboren ben.’

Je was pas enkele maanden oud toen je vader van Waregem naar Genk overstapte. In Limburg is hij helemaal ontploft. Welke herinneringen hou je over aan die drie jaar bij Genk?

OULARE: ‘Ik ging samen met mijn zus en moeder naar elke thuismatch kijken, maar ik heb er weinig van overgehouden. Ik heb nog videocassettes liggen van die tijd, toen hij een duo vormde met Branko Strupar. Ik heb die beelden vaak herbekeken.’

Zijn jullie hem gevolgd toen hij in Turkije, Spanje en Engeland is gaan voetballen?

OULARE: ‘In Spanje zijn we mee verhuisd naar Las Palmas. In Turkije gingen we een keer om de twee weken op bezoek en in Engeland pendelden we ook op en af.’

Woont je vader nog altijd in België?

OULARE: ‘Ja, maar hij gaat regelmatig naar Guinee voor zijn werk en om de familie op te zoeken. Hij managet ook een organisatie die de sport in Guinee moet promoten in Europa. In die rol geeft hij soms namen van Guineese voetballers door aan Belgische clubs.’

Je relatie met je vader is niet altijd gemakkelijk geweest. Is dat intussen opgelost?

OULARE: ‘Ja, het is uitgepraat…’

Bij Club Brugge zijn er een paar momenten geweest dat je je nukkig gedroeg op het veld. In welke mate was dat gelinkt aan de situatie met je vader?

OULARE: ‘Ik zou het geen nukkigheid noemen. Ik zat alleen in mijn bubbel en ik liet niemand binnen. Alles werd mij te veel: het voetbal, de familie, de vrienden… Voor mijn eigen bestwil heb ik toen beslist om mij een tijdje te isoleren van iedereen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content