‘Onze clubs zijn blind voor de Belgische Nagelsmannen en Tedesco’s’

© BELGAIMAGE
Yanko Beeckman Medewerker Sport/Voetbalmagazine

Waarom kiezen veel Belgische clubs nog steeds voor een ex-profvoetballer als coach?

De Duitsers Julian Nagelsmann (32) en Domenico Tedesco (34) hebben veel gemeen. Beiden zijn ze afgestudeerd aan de befaamde Hennes Weisweiler-trainersacademie en ze kregen allebei op erg jonge leeftijd hun kans op het hoogste niveau in Duitsland, de ene bij RB Leipzig en de andere bij Schalke 04. En vooral: beiden speelden ze nooit in hun leven ook maar één wedstrijd als profvoetballer.

De Belgische coaches die de laatste jaren in eigen land hun kans kregen of afdwongen zonder ooit op hoog niveau te hebben gespeeld, zijn op één hand te tellen. Francky Dury, Felice Mazzu en Yannick Ferrera blijven vooral uitzonderingen die de regel bevestigen: Belgische eersteklassers grijpen liefst van al terug naar (onbekende) buitenlanders of Belgische ex-profs.

Out of the box denken

Ondertussen timmeren heel wat gediplomeerde Belgische trainers zonder ervaring als profvoetballer in het buitenland verder aan hun carrière als coach. Tom Saintfiet (47) is een van hen. Hij heeft er al een halve voetbalwereldreis opzitten en is sinds 2018 bondscoach van het Gambia van Musa Barrow, Omar Colley en Bubacarr Sanneh.

‘Ik heb er op zich geen probleem mee dat ex-profs coach worden’, zegt Saintfiet. ‘Kijk naar Wouter Vrancken bij KV Mechelen. Hij is begonnen in de lagere reeksen en heeft het daar laten zien bij onder meer THES Sport. Pas daarna is hij naar Mechelen gegaan. Dat kan ik wel appreciëren. Al weet ik niet of hij die kans ook had gekregen als hij niet Wouter Vrancken was en geen honderden wedstrijden in eerste klasse had gespeeld. Het is altijd zo geweest dat de deuren veel makkelijker opengaan als je prof bent geweest.’

Yannick Ferrera (39), momenteel aan het werk bij Al-Fateh in Saoedi-Arabië, is het daarmee eens. ‘Wij moeten veel harder werken om in het circuit te geraken. Ik heb heel vaak moeten horen dat een andere kandidaat “het huis beter kende”. Als een club kan kiezen tussen twee coaches gaan ze altijd voor de ex-speler.’

Ferrera wist enkele jaren geleden toch een club te overtuigen. In 2012 kreeg hij na enkele jaren als jeugdcoach bij Anderlecht en als assistent van Michel Preud’homme op zijn 31e de kans om bij Charleroi zijn kunnen als hoofdcoach te bewijzen, op het hoogste niveau. ‘Ik moet Abbas Bayat daar heel dankbaar voor zijn. Als jonge coach heb je mensen nodig die out of the box durven denken. Welke andere voorzitter had het aangedurfd om mij een kans te geven?’

‘Ivan Leko die stopt met voetballen en meteen coach wordt bij OH Leuven, dat snap ik niet.’ Tom Saintfiet

Wie je kent en wat je kent

Als in België een trainer de laan wordt uitgestuurd, duiken op het lijstje met opvolgers heel vaak dezelfde namen op. ‘Ik ben in het verleden al meermaals op gesprek geweest bij Belgische eersteklassers’, vertelt Tom Saintfiet. ‘Vrijwel altijd krijg je dan hetzelfde te horen: “We vinden je profiel wel interessant, maar je hebt geen ervaring in België, je kent de competitie niet.” Ik heb heel hard het gevoel dat wie je kent in België nog belangrijker is dan wat je kent of kan. Ik krijg het anders ook niet uitgelegd waarom sommige onbekende buitenlanders wel aan een job geraken. Ik zou de Belgische competitie niet goed genoeg kennen, maar een Israëliër of een Spanjaard die amper met zijn spelers kan communiceren wel?’

‘Je gaat mij niet vertellen dat mannen als Fuat Çapa en Karel Fraeye niet goed genoeg zijn om pakweg Cercle Brugge of Waasland-Beveren te trainen’, zegt de Kempenaar.

‘Maar wat ik echt niet begrijp, zijn ploegen die coaches aanstellen die geen diploma hebben én geen enkele ervaring als trainer. Ivan Leko die stopt met voetballen en meteen coach wordt bij OH Leuven, dat snap ik niet. Die diploma’s zijn er, dus als we onszelf als sport serieus nemen, moeten we die ook respecteren. Veel clubs denken krediet te kopen bij sponsors en supporters door voor een grote of bekende naam te gaan. Als ze een onbekende Belg aanstellen en het gaat slecht, lopen ze het risico om zelf verantwoordelijk te worden gesteld.’

De bondscoach van Gambia benadrukt dat diploma’s ook niet zaligmakend zijn. ‘Net zoals je niet per definitie een goede trainer bent omdat je op hoog niveau hebt gevoetbald. Er zijn genoeg voorbeelden die bewijzen dat een goed paard nog geen goede jockey is. Kijk naar Diego Maradona en Marco van Basten. Twee geweldige voetballers, maar als trainer bakten ze er weinig van omdat ze hun talent niet zomaar kunnen overbrengen naar hun spelers. Er komt zo veel meer kijken bij de job: het analytische, het tactische, het menselijke, het wetenschappelijke.’

Saintfiet heeft naast zijn trainerslicentie ook diploma’s als fysiektrainer en sportpsycholoog. ‘Ik heb helemaal geen ambitie om daar echt iets mee te doen, hoor. Maar als coach leid je een hele staf en ik vind dat je moet weten waarover je spreekt als je met die mensen praat. Ik denk dat dat een belangrijk verschil is met coaches die profvoetballer zijn geweest: wij weten dat we veel harder gaan moeten werken en nadenken om op het hoogste niveau te geraken.’

Yannick Ferrera: 'Het zit veel minder in onze cultuur om jonge coaches een kans te geven.'
Yannick Ferrera: ‘Het zit veel minder in onze cultuur om jonge coaches een kans te geven.’© Belga Image

Screening

Saintfiet en Ferrera verbazen zich ook over hoe licht veel Belgische ploegen over de aanwerving van een nieuwe coach gaan. ‘In België zijn de bestuurders van veel ploegen al overtuigd als iemand zegt: ‘Die moet je pakken, da’s een goeie.’ Ik ken clubs in het buitenland waar je een hele batterij aan proeven en tests moet afleggen voor je aan een job geraakt, in België staan we op dat vlak een pak minder ver’, vindt Ferrera.

Saintfiet werkte in 2006 ook als technisch directeur voor FC Emmen in de eerste divisie in Nederland. ‘Wij deden toen al een psychologische screening van coaches die we wilden aanstellen. Dat is toch logisch?’

‘Als ze in het bedrijfsleven op zoek zijn naar iemand voor zo’n sleutelpositie lichten ze die persoon volledig door, maar in de voetballerij lijkt dat nog maar amper te gebeuren. Daar zeggen ze: “Oh, kijk, die heeft daar nog gespeeld. Die heeft zelfs nog in een Paniniboek gestaan.”‘

Ferrera noemt Portugal als voorbeeld. Op het westelijke deel van het Iberisch schiereiland kregen de laatste jaren heel wat jonge coaches hun kans. Denk maar aan Leonardo Jardim, Vitor Pereira en Pedro Caixinha. ‘Of André Villas-Boas. Die werkte al heel wat jaren in de staf van José Mourinho voor hij een job als hoofdcoach kreeg bij Academica Coimbra. Toen hij het daar had laten zien, kreeg hij zijn kans bij Porto.’

‘Ik had bij Charleroi een min of meer gelijkaardige prestatie geleverd naar Belgische normen, maar er was echt nog geen topclub die aan mij dacht. Ik maakte dus eerst nog een tussenstop bij Sint-Truiden. Het zit veel minder in onze cultuur om jonge coaches een kans te geven’, zegt Ferrera.

Nonkel Emilio en José Mourinho

De Spaanse Belg ziet overigens nog een verschil tussen België en Portugal: de omgang van de media met (jonge) coaches. ‘Op je 31e trainer worden, kun je vergelijken met op je 15e je debuut maken als profvoetballer. Jonge speler maken fouten en die worden hen door de media vaak vergeven. Ik ben helemaal geen Calimero, maar ik had vaak het gevoel dat ik niet gesteund werd en geen fouten mocht maken.’

‘Dat er zo veel Portugese coaches succesvol zijn in het buitenland heeft er ook mee te maken dat ze hun eigen mensen daar meer promoten. Maar bon, ik mag niet klagen, ik heb mijn kans gekregen. Ik hoop dat ik ook andere clubs kan inspireren om in de toekomst jonge coaches aan te stellen.’

Ferrera had in zijn familie het perfecte voorbeeld. Nonkel Emilio kreeg rond de eeuwwisseling, ook zonder enige ervaring als profvoetballer, zijn kans bij KSK Beveren. ‘Dat heeft mij zeker geïnspireerd. Ik geloofde rond die periode nog dat ik profspeler zou worden, maar toen dat niet leek te gaan lukken, dacht ik: hey, waarom zou ik geen trainer kunnen worden? Mijn nonkel en José Mournho, zij waren mijn voorbeelden.’

Tom Saintfiet noemt Ferrera een Mourinho op Belgisch niveau. ‘Jongens als Felice Mazzu en hij hebben laten zien dat je wel degelijk iets kunt presteren zonder ooit op hoog niveau te hebben gevoetbald. En geloof mij, er lopen in België ook Nagelsmannen en Tedesco’s rond. De clubs willen ze alleen nog niet zien.’

Saintfiet ziet in 1B de ideale gelegenheid om opkomende Belgische coaches een kans te geven. ‘Veel mensen klagen momenteel over de manier waarop de ploegen in onze tweede klasse gerund worden, maar volgens mij zou dat perfect een reeks met zestien ploegen kunnen zijn. We moeten het dan wel zoals in Nederland aanpakken. Daarmee wil ik zeggen: normale lonen betalen en kansen geven aan talent van eigen bodem, spelers én trainers.’

Tom Saintfiet: 'Jongens als Felice Mazzu en Yannick Ferrera hebben laten zien dat je wel degelijk iets kunt presteren zonder ooit op hoog niveau te hebben gevoetbald.'
Tom Saintfiet: ‘Jongens als Felice Mazzu en Yannick Ferrera hebben laten zien dat je wel degelijk iets kunt presteren zonder ooit op hoog niveau te hebben gevoetbald.’© Belga Image

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content