‘Op Anderlecht zou elke jeugdspeler een voorbeeld moeten nemen aan Tielemans’

© BELGAIMAGE - VIRGINIE LEFOUR
Thomas Bricmont

Drie seizoenen geleden voetbalde Sofiane Hanni nog anoniem in de Turkse tweede klasse. Intussen is de Franse Algerijn aanvoerder van titelhouder Anderlecht en maakt hij straks zijn debuut in de Champions League. Gesprek met de stijlrijke spelverdeler van paars-wit.

Een tafelspringer zal Sofiane Hanni nooit worden. Op sociale media zal je ook geen vakantiekiekjes vinden van een decadent uitstapje naar Ibiza, Los Angeles of Dubai. Zijn droomreis is een evenwichtige combinatie van zon, rust en cultuur. Tijdens een citytrip naar New York werd de nieuwsgierigheid van Soso geprikkeld door een paar stukken die in het Museum of Modern Art hangen. ‘Ik was vroeger een kunstleek. Mijn vrouw heeft echt moeten aandringen om mij in een museum te krijgen’, vertelt Hanni. ‘Nu kan ik bepaalde kunstvormen appreciëren. Vooral moderne kunst – daar ligt ook de voorkeur van mijn vrouw. Zij is er per toeval ingerold: via haar studies heeft ze een stage kunnen volgen in een kunstgalerij en de interesse was gewekt.’

Jaren geleden viel Hanni als een blok voor de intellectuele charmes van Naïma, een Nantaise. ‘Ze heeft begin deze maand haar licentie Letteren behaald en nu wil ze een master beginnen om universiteitsprofessor te kunnen worden. Ik had mijn leven niet kunnen delen met iemand die thuis zit te wachten tot ik van training kom. Ik wil een vrouw hebben die haar hersenen gebruikt. Al dat gedoe met die WAG’s… Het enerveert mij. Het stemt niet overeen met mijn waarden.’

Nu de inkt van zijn nieuwe contract is opgedroogd – Hanni verlengde tot 2022 en werd in een klap een van de bestbetaalde spelers van Anderlecht – staan er voor de 26-jarige Franse Algerijn nieuwe uitdagingen voor de deur.

Heb je met jouw contractverlenging een statement willen maken: ik wil bij Anderlecht iets opbouwen?

Waarom zou Weiler van iets afstappen waarmee hij succesvol is geweest?

SOFIANE HANNNI: ‘Ik wilde de mensen het signaal geven dat ik nog niet klaar ben bij Anderlecht. Straks mag ik voor het eerst van de Champions League proeven en ik hoop de titel te verlengen. En ik wilde tijdens de vakantie mijn hoofd niet breken over de vraag: blijven of vertrekken? De club heeft de eerste stap gezet en we zaten meteen op dezelfde golflengte.’

Heb je op mentaal vlak de stap van het kleine KV Mechelen naar Anderlecht verteerd?

HANNI: ‘Na een maand had ik door dat Anderlecht een aparte club is. Ze doen veel voor de spelers en ze zijn ons ook erkentelijk. Dat was even anders bij Kayseri Erciyesspor, de Turkse club waarmee ik de titel pakte in tweede klasse. Na de laatste competitiewedstrijd probeerde ik de voorzitter te bellen. Hij heeft nooit zijn telefoon opgenomen voor mij. Hij was zo te zien vergeten wie de club naar eerste klasse had gebracht! Een beetje harteloos, niet? Bij Anderlecht kunnen ze ook keihard zijn. Toen het minder liep, mocht ik het gaan uitleggen in het bureau van Herman Van Holsbeeck. Dat waren best pittige discussies. Na zo’n gesprek dacht ik maar een ding: ik ga het hem eens tonen…’

Weddenschap

Je bent sinds vorig seizoen aanvoerder van Anderlecht. Hoe ga je om met dat statuut?

HANNI: ‘In een kleedkamer heb je minstens drie spelers nodig die de zaken in handen nemen en ik ben er een van. Van nature ben ik een kalme persoon en de kapiteinsband heeft mijn persoonlijkheid niet veranderd. Het interesseert mij niet om te tonen dat ik de aanvoerder ben.’

Een kapitein moet toch een zekere autoriteit uitstralen. Je zou een speld moeten horen vallen wanneer hij de kleedkamer binnenkomt.

HANNI: ‘Ik wil niet dat er een bepaalde spanning hangt of dat mensen zich ongemakkelijk voelen in mijn buurt. Mijn gezag heb ik op een natuurlijke manier afgedwongen. Als ik mijn mond opendoe, dan zwijgt iedereen. Ik eis niets, deze groep is bereid om te luisteren. Van iemand die constant zit te preken, zullen de spelers na een tijdje zeggen: ‘Hij is weer bezig.’ Iemand die weinig spreekt en plots het woord neemt, zal wel iets belangrijks te zeggen hebben.’

Het viel T3 Nicolás Frutos op dat je grinta te over hebt. Op zijn Argentijns.

HANNI: ‘Ik heb een vuistregel: je doet iets voluit of je doet het niet. Ik voetbal héél graag, maar ik doe het niet voor de fun alleen. Ik wil prijzen winnen, persoonlijke doelen realiseren… Op training kan ik mij kwaad maken als een jonge gast een duel verliest omdat hij niet agressief genoeg naar de bal is gegaan. Je moet geen monster zijn om een duel te winnen. Het beste voorbeeld is N’Golo Kanté: een klein ventje, maar je krijgt hem niet van de bal. Het zit deels ook in het kopje. Ik was vroeger een nonchalante voetballer, zo’n nummer tien die al eens zijn voetje wegtrok, maar Turkije heeft mij veranderd. Nu zou ik het vernederend vinden om na een duel tegen de vlakte te gaan.’

Sofiane Hanni
Sofiane Hanni© BELGAIMAGE – VIRGINIE LEFOUR

Ontbreekt die ingesteldheid bij de huidige generatie?

HANNI: ‘Een voetbalcarrière is iets van korte duur. Je moet dus pakken wat je kan pakken. Youri Tielemans heeft dat vroeg begrepen – hij heeft de mentaliteit van een superkampioen. Op Anderlecht zou elke jeugdspeler een voorbeeld moeten nemen aan Tielemans. Tachtig procent van de jongeren weet niet waar ze naartoe willen. Ze laten zich meedrijven. Ik weet wat ze denken: ik ben jong, ik ben profspeler, ik zie wel wat er komt. Bij Nantes werden ons een paar basisprincipes onderwezen: als eerste in de kleedkamer aanwezig zijn, als eerste op het veld staan, het materiaal dragen en onberispelijk zijn in de omgang.’

Wanneer heb jij de knop omgedraaid?

HANNI: ‘In mijn eerste jaren bij Nantes was ik nog een speelvogel. Ik stapte het veld op met de bedoeling minstens een paar nummertjes op te voeren. We hadden het veel te gemakkelijk – een 8-0-zege was geen uitzondering. Voor de match sloten we weddenschappen af met elkaar. Om het meest bruggetjes uitvoeren. Als je maat het had geflikt, dan vloekte je: merde, ik moet er eentje ophalen. (lacht) De trainers waren niet op de hoogte van onze afspraken, maar ze hadden het snel door. Met de tijd hebben ze mij op Nantes doen inzien dat elk doelpunt – ook een puntertje – hetzelfde oplevert.’

Meer erkenning

Heb je het gevoel dat René Weiler dit seizoen een ander, spectaculairder voetbal wil spelen?

HANNI: ‘Mocht ik trainer zijn, dan weet ik niet of ik iets zou veranderen. Is dat wel het risico waard? Waarom zou je van iets afstappen waarmee je succesvol bent geweest? Het voetbal is veranderd, zegt de coach, en hij staaft dat elk weekend met een concreet voorbeeld. Hij legt ons dan uit hoe een ploeg die slechts dertig procent balbezit had de match heeft kunnen winnen.’

Met deze kern moet Anderlecht toch in staat zijn de tegenstander te domineren.

HANNI:’In theorie wel, ja. Ik hoor altijd hetzelfde: Anderlecht moet champagnevoetbal serveren. Na drie jaar in België heb ik daar nooit iets van gemerkt… Ik wil niets liever dan een match winnen die we van begin tot einde gedomineerd hebben. Ik ben gevormd bij Nantes, bekend om zijn jeu à la nantaise. Frivool voetbal. Wij hadden altijd balbezit en we legden vooral positieve meters af. Maar het moeilijkste in voetbal is de intrinsieke kwaliteiten van de spelers om te zetten op het veld. Slagen wij daar dit seizoen in, dan vermoed ik dat we heel vroeg een optie zullen nemen op de titel. Laat mij jou een vraag stellen: is het zo verkeerd om je aan te passen aan je tegenstander? Zo zit het moderne voetbal in elkaar.’

Ik heb de indruk Weiler te horen speechen.

HANNI: (lacht) ‘Echt? Ik ben het eens met de trainer: het belangrijkste is winnen. Weiler heeft ons ingeprent dat je slimmer moet zijn dan de tegenstander en zijn zwakheden moet uitbuiten. Hij staat er ook op dat we in een match niet altijd hetzelfde doen.’

In het voetbal van Weiler is er verrassend genoeg plaats voor een ouderwetse nummer 10 als jij.

HANNI: ‘Jarenlang werden spelverdelers van mijn slag geëlimineerd. Het begon al tijdens mijn periode bij de jeugd van Nantes: de trainers speelden met twee verdedigende middenvelders, twee hoge flanken en twee spitsen. Stilaan wordt mijn positie in ere hersteld. Dankzij spelers als Isco, die bij Real Madrid het seizoen beëindigde op de tien, en Mkhitaryan kan je zelfs spreken van een revival.’

Sofiane Hanni: 'Is het zo verkeerd om je aan te passen aan je tegenstander? Zo zit het moderne voetbal in elkaar.'
Sofiane Hanni: ‘Is het zo verkeerd om je aan te passen aan je tegenstander? Zo zit het moderne voetbal in elkaar.’© BELGAIMAGE – VIRGINIE LEFOUR

Is Anderlecht niet te afhankelijk geworden van jouw acties?

HANNI: ‘Helemaal niet. Voor een club als Anderlecht zou dat verontrustend zijn. De coach laat mij wel verstaan dat ik belangrijk ben voor het elftal. Ik merk ook dat de ploeg draait als ik goed in de match zit.’

En net jij werd in de play-offmatch thuis tegen Gent hard aangepakt door het publiek. Heeft dat gefluit jou gekwetst?

HANNI: ‘Eerlijk? Nee. (gaat even rechtop zitten) Ik was zelfs niet verrast: als het niet loopt, viseren ze een speler waar ze veel van verwachten. Tegen Gent – een van mijn slechtste matchen van het seizoen – was ik niet in mijn normale doen. Ik heb vier passen na elkaar gemist die ik normaal met mijn ogen dicht trap. Toen ik het gefluit hoorde, voelde ik binnenin iets opborrelen. Verdiende ik niet meer erkenning? Ik zou de rekening wel vereffenen met een goal of een assist. Een paar dagen later tegen Oostende heb ik de supporters niet meer gehoord… Van zulke voorvallen word je beter, maar het mag niet elk weekend gebeuren.’

Wat tegen Gent opviel, is dat je bleef proberen. Een andere speler had zich wellicht verstopt.

HANNI: ‘Ik begrijp dat de meeste spelers in zulke omstandigheden op safe gaan spelen. Ik vind dat een ongelukkige reflex… Ik ga liever nog eens drie keer de mist in dan een risicoloze pass te geven waar niemand iets aan heeft.’

Droomhuis

Je liet je tijdens een televisie-interview ontvallen dat het leven van een voetballer niet altijd idyllisch is. Je kan toch niet ontkennen dat jullie geprivilegieerd zijn.

HANNI: ‘We zijn inderdaad bofkonten. Maar veel buitenstaanders zijn ervan overtuigd dat we een luilekkerleven leiden. Een paar uurtjes per dag tegen een bal trappen en de miljoenen stromen binnen. Dat komt vaak terug. Mensen zien wat er in het stadion gebeurt, maar ze hebben geen idee van wat wij achter de schermen moeten doen. Ze zien het niet met hun eigen ogen en ze kunnen het dus moeilijk vatten. (zucht) Ik heb het al opgegeven: het heeft weinig zin om de mening van mensen proberen om te keren.’

Je hebt het over de vele opofferingen die voetballers moeten maken.

HANNI: ‘Kijk naar mijn situatie: op mijn 20e ben ik naar Turkijke verhuisd en ik zag mijn familie drie jaar lang slechts om de drie maanden. Veel Afrikaanse spelers die ik in Turkije ben tegengekomen, waren zonder vrouw en kinderen naar Europa gekomen. Dat zijn zaken die mensen over het hoofd zien.’

Je bent in Turkije op slag volwassen geworden. Het moest een fameuze klets geweest zijn om het comfort van Nantes te verlaten voor Turkije?

HANNI: ‘Ik stond plots met mijn beide benen in de echte wereld. Ik kon mij geen auto veroorloven – in Turkije is een wagen peperduur. Ik verplaatste mij dus met een elektrische scooter om naar de training bij Kayseri Erciyesspor te gaan. Kayseri, een stad pal in het centrum van het land, is Parijs, Brussel of Nantes niet, maar als moslim was het daar aangenaam toeven. Ik had een Kroatische ploegmaat die op hetzelfde moment is aangekomen als mij en na drie maanden vertrokken is. Hij kon er niet overweg met de mentaliteit.’

Als we aan het Turkse voetbal denken, dan komen woorden als matchvervalsing, supportersgeweld en wanbetalingen naar boven.

HANNI: ‘Van corruptie en andere zaken heb ik niets gemerkt. Maar ik weet dat Turkse clubs het niet zo nauw nemen met hun financiële verplichtingen. Ik heb collega’s gekend die na een telefoontje met hun advocaat triomfantelijk kwamen vertellen dat de club waar ze drie seizoenen geleden hadden gespeeld hen hun achterstallige salaris zou uitkeren… Ik heb ongelooflijk veel geluk gehad dat mijn twee Turkse clubs mij tot de laatste cent hebben uitbetaald. Bij Ankaraspor had ik een regeling getroffen met de sportief directeur: hij mocht mij elk trimester net voor mijn afreis naar Frankrijk ineens het equivalent van drie maanden loon storten. Ik had geen geld nodig. Ik kon overleven met de matchpremies die ik elke week incasseerde.’

Kwam je niet in de verleiding om veel geld uit te geven?

HANNI: ‘Mijn eerste zorg was geld opzijzetten en op zoek gaan naar goede investeringen. Bij Nantes verdiende ik op mijn veertiende al zo’n 600 euro in de maand. Mijn vader gaf mij 160 euro en de rest zette hij op een geblokkeerde rekening. Ik was misnoegd want ik zag hoe mijn ploegmaats hun geld verbrasten bij het shoppen. Op mijn zeventiende mocht ik alleen gaan wonen en ik was blij dat ik met mijn spaargeld, een goeie 12.000 euro, het appartement kon bemeubelen. Ik ben mijn vader dankbaar dat hij mij op jonge leeftijd de waarde van het geld bijbracht.’

Nu kan jij iets terugdoen voor je ouders. Heb je er nooit aan gedacht om hen hun droomhuis te kopen?

HANNI: ‘Ze wonen al in hun droomhuis, hoor. Ze hebben heel hun leven gewerkt en gespaard om hun flatje in te ruilen voor een alleenstaande woning. Ik heb hen geholpen om de lening af te sluiten, maar ze willen liever in een vertrouwde omgeving blijven wonen. Mijn vader en moeder zijn geen alleenstaand geval: ik ken veel voetballers die hun ouders niet uit hun oorspronkelijke woonst kunnen jagen. Zelfs al verblijven ze in een armtierig woningcomplex.’

Vallen je ouders niet te overhalen met een huis in een zwierige buurt in Parijs?

HANNI: ‘Met het geld dat ik nu verdien, kan ik geen huis in het chique 15e of 16e arrondissement van Parijs kopen. (lacht) Vergeet het maar. Mijn ouders zouden zich er bovendien nooit op hun gemak voelen tussen al die welgestelde Parijzenaars. Het is hun milieu niet.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content