‘Op iemand trappen die op de grond ligt, zo is de voetbalwereld’

© BELGAIMAGE

Christian Kabasele, zaterdag met Watford in de FA Cupfinale tegen Manchester City, is een persoonlijkheid op en naast het veld. ‘Racisme in de maatschappij? Het probleem is Donald Trump.’

Op de dag dat we Christian Kabasele spreken heerst er nog een serene rust bij Watford. We zitten in een vertrek voor de kantine van het trainingscomplex, dat pal naast het hoofdkwartier van Arsenal in London Colney ligt. De 28-jarige verdediger heeft net getraind en neemt plaats op een van de rode zetels in de ruimte die iets weg heeft van een hotellobby. Af en toe lopen er mensen in en uit, maar het is er gemoedelijk, niet de sfeer die je verwacht bij een club die op het punt staat de finale van de FA Cup te spelen.

Daarvoor plaatste Watford zich vorige maand voor de tweede keer in zijn 138-jarige geschiedenis. In 1984 ging de eindstrijd verloren tegen Everton, nu hopen The Hornets dat tegen Manchester City de eerste grote prijs in de clubhistorie kan worden binnengehaald. De club van erevoorzitter Elton John kent sowieso een sterk seizoen onder de Spaanse manager Javi Gracia.

Kabasele zelf pendelde tussen bank en basis. Of hij zaterdag ook in de FA Cupfinale zal starten? ‘Ik weet het niet, maar in de recente wedstrijden tegen de topclubs heb ik wel veel gespeeld, ‘ vertelt de Belgisch-Congolese verdediger. ‘Dat is het enige waarop ik me kan baseren. Het is afwachten wat de gaat doen.’

Hoe verklaar je de goede teamprestaties dit seizoen?

CHRISTIAN KABASELE: ‘We hadden een heel goede voorbereiding en daarbij lukte het om de meeste spelers te behouden. En ook de coach bleef bij de club. Dat was sinds ik hier ben nog niet gebeurd.’

Javi Gracia zet de ploeg tactisch goed neer en boekte vanaf zijn aanstelling knappe resultaten. Wat maakt van hem een goeie trainer?

KABASELE: ‘Hij heeft oog voor detail. Voor elke wedstrijd komt hij met een gestructureerd gameplan. Dat is bij andere managers niet altijd het geval, die hanteren dezelfde speelstijl, ongeacht tegen wie ze spelen. Gracia analyseert echt de zwakke punten van de tegenstander en op basis daarvan probeert hij een manier te vinden om het best mogelijke resultaat te behalen.’

Het geregeld wisselen van formatie vereist flexibiliteit van de spelers.

KABASELE: ‘Precies. Zo was er een wedstrijd tegen Southampton waarin we met vier man achterin begonnen, maar nog tijdens het duel gingen we over op een driemansachterhoede. Ik herinner me ook een wedstrijd tegen Arsenal waarin juist een defensie met drie verdedigers werd omgezet. Hij weet altijd een manier te vinden om het de tegenstander lastig te maken.’

Hij is ook niet bang om grote namen op de bank te zetten. Zo liet hij Gerard Deulofeu voor de halve finale in de FA Cup tegen Wolverhampton buiten de basis. Deulofeu viel wel in en maakte het verschil.

KABASELE: ‘Gracia probeert om met iedereen eerlijk te zijn. Soms speel je, maar soms ook niet. Dat houdt het niveau ook heel hoog. Vroeg of laat krijg je je kans wel.’

Tips van Henry

Je voetbalt ondertussen alweer drie jaar bij Watford. Is de Premier League altijd je doel geweest?

KABASELE: ‘Absoluut. Vroeger keek ik altijd naar veel wedstrijden in Engeland. Ik herinner me nog een interview dat ik gaf toen ik in Genk arriveerde. Toen zei ik dat het mijn ambitie was om binnen twee of drie jaar in de Premier League te spelen, dat dit het voetbal was waar ik van hield, dat de stadions mooi waren, de velden ongelofelijk en er ook meer geld te verdienen was dan elders, daar zal ik niet over liegen.’ ( lacht)

Volgde je in je jeugd nog een speciaal team of bepaalde spelers?

KABASELE: ‘Ik was een groot fan van Arsenal, ik keek bijna al hun wedstrijden. En Thierry Henry was mijn grote voorbeeld. Dat was toen ik zelf nog aanvaller was. Ik herinner me dat ik dan naar een veldje naast mijn huis ging om bepaalde trucs van hem te imiteren.’

Wat was zijn waarde voor de Rode Duivels?

KABASELE: ‘Hij sprak met iedereen bij de ploeg. Sommigen dachten misschien dat hij vooral gefocust was op de aanvallers, maar hij hielp alle spelers. Ik herinner me dat we een positiespelletje deden waarin hij me adviseerde om anders te gaan staan om de bal te ontvangen. Het waren soms kleine details, maar die helpen je om je een betere speler te maken.

‘De vorige keer dat ik bij de nationale ploeg zat in oktober ( voor de wedstrijden tegen Zwitserland en Nederland, nvdr) analyseerden we samen een tactische video met wedstrijdbeelden van mij bij Watford. Hij liet me clips zien waarbij hij vertelde wat ik beter kon doen in bepaalde situaties. Hij was echt toegewijd om spelers persoonlijk beter te maken. Dat was mooi om te zien.’

Had je al die ervaringen in de Premier League en bij de nationale ploeg ook gehad als je aanvaller was gebleven?

KABASELE: ‘Nee, dat denk ik niet. In 2013 ben ik van positie veranderd, nadat we bij Eupen voor een wedstrijd achterin mensen tekortkwamen. Dat ging goed. Het was mijn laatste contractjaar en toen heb ik de knop omgedraaid.’

Die positiewissel pakte goed uit, want een jaar later ging je naar Genk en drie jaar later zat je in Engeland. Het lijkt een cruciaal punt te zijn geweest in je carrière.

KABASELE: ‘Het was een grote gok, dat zeg ik eerlijk, maar als ik kijk waar ik nu sta, dan is het het risico waard geweest. Ik ben toenmalig Eupencoach Bartolomé Márquez López ( Spaanse trainer die later ook nog even bij STVV zat, nvdr) heel erg dankbaar. In feite heeft hij mijn leven veranderd.’

Je hebt sowieso geen standaardcarrière gehad. Je kwam pas laat in het profvoetbal terecht.

KABASELE: ‘Toen ik jong was, zat ik niet op een voetbalacademie en eigenlijk was het ook niet eens mijn doel om voetballer te worden. Ik droomde er wel van, maar ik speelde vooral voor mijn plezier.’

Het begin van je carrière was niet gemakkelijk. Zeker niet toen je al jong naar het Bulgaarse Loedogorets vertrok.

KABASELE: ‘Wanneer je twintig jaar bent en in je eentje naar Bulgarije gaat, is dat niet gemakkelijk. Ik miste mijn familie. Daarbij was het moeilijk om met de andere spelers te communiceren. De mensen daar waren niet erg open en het merendeel sprak alleen Bulgaars. Mentaal gezien was het heel erg moeilijk, maar dat jaar in Bulgarije maakte me wel volwassen.’

Racisme op Instagram

In Bulgarije had je ook aan de lopende band met racisme te maken. Hoe ging je daarmee om?

KABASELE: ‘Ja, daar was het elke week raak. Vooral in uitwedstrijden was het altijd hetzelfde verhaal: als een donkere speler de bal had, werden er apengeluiden gemaakt en andere dingen geroepen. De scheidsrechters en wedstrijdofficials deden er niets tegen, zij wisten niet hoe ze ermee moesten omgaan. Op de club zeiden ze me dat het beter was om er niet op te reageren, ze vertelden me dat fans het zagen als lol trappen… Dus ja, dat was niet bepaald de fijnste periode in mijn leven.’

Later in België had je ook te maken met een racistisch incident tijdens Kortrijk-Genk. Kan je beschrijven wat zulke momenten doen met je als mens?

KABASELE: ‘Het is pijnlijk, want mensen zetten je neer alsof je minder intelligent bent dan een dier. Tegelijkertijd wil ik mijn leven er ook niet te veel door laten beïnvloeden. Het hoeft maar één persoon te zijn die achter zijn computer zit en een negatief bericht naar je stuurt. Dan denk ik bij mezelf: je leven moet wel erg saai zijn als je dat soort dingen doet.’

Er wordt de laatste tijd in Engeland veel over racisme in het voetbal gesproken, maar is het volgens jou ook een groot probleem in België?

KABASELE: ‘Het is er niet veel, maar het probleem is dat het zich altijd bij dezelfde club voordoet: KV Kortrijk. Elders heb ik het zelf nooit ervaren. Zelfs toen ik al uit België was vertrokken, zag ik dat spelers van Standard daar hetzelfde probleem hadden. Die club wordt er nooit voor gestraft. Na mijn zaak ( in september 2015, nvdr) kreeg ik niet eens een telefoontje van de bond, of van een andere organisatie, om mijn verhaal te horen. Dat was heel raar. Maar als het jaar na jaar gebeurt, moeten er misschien wel zwaardere sancties komen.’

'Op iemand trappen die op de grond ligt, zo is de voetbalwereld'
© BELGAIMAGE

Wat zouden goeie sancties kunnen zijn?

KABASELE: ‘Misschien moeten we overtreders in hun portemonnee raken, met hoge geldboetes. En daarnaast ook een levenslang stadionverbod. Als je individuen financieel straft, zullen ze niet snel in herhaling vallen. Als het dan toch nog aanhoudt is het wellicht goed om clubs punten in mindering te brengen. Gebeurt er dan iets in een stadion, dan zullen de andere fans misschien sneller ingrijpen, want zij willen niet dat hun team punten verliest.’

Hoe komt het dat racisme anno 2019 überhaupt nog steeds voorkomt in de huidige maatschappij?

KABASELE: ‘Het grootste probleem is dat de volwassenen van vandaag zien dat Donald Trump de president van Amerika is, dat iemand in Hongarije de macht heeft die alleen maar met Hongaren wil leven en dat in Frankrijk extreemrechtse partijen steeds meer stemmen krijgen. Dan denken mensen wellicht: dit is hoe het is in 2019, we gaan mee in die stroming en ook in de stadions kunnen we ons een bepaald gedrag permitteren.’

Hoe beïnvloedt iemand als Donald Trump het gedachtegoed van mensen over racisme?

KABASELE: ‘Hij is nogal losjes met wat hij op Twitter zet. Hij zegt bijvoorbeeld openlijk dingen over Mexicanen. Mensen zullen zo minder snel hun eigen tweets in twijfel trekken. Als je een van de machtigste mensen ter wereld dit ziet doen, dan denk je al snel: ach ja, dan kan ik het ook wel doen.’

Onlangs zei je dat het racisme ook in het voetbal erger is geworden.

KABASELE: ‘Dat denk ik wel, ja. Toen ik in Engeland arriveerde was het niet zo’n groot probleem, maar dit seizoen is het echt heel hevig. Zo was er het geval met Raheem Sterling bij Chelsea, de bananenschil die naar Pierre-Emerick Aubameyang werd gegooid en de Chelseafans die over Mo Salah zongen.’

Heb je zelf dit seizoen ook dingen ervaren?

KABASELE: ‘Ja, na de halve finale in de FA Cup. Onze aanvoerder Troy Deeney kreeg racistische commentaren op Instagram. Ik verdedigde hem en hierna kreeg ik het ook te verduren op mijn Instagrampagina, inclusief persoonlijke berichten. En dat was alleen nog maar omdat ik een teamgenoot verdedigde.’

Heb je dat vervolgens gerapporteerd?

KABASELE: ‘Ja, ik heb de club ingelicht en het ook gemeld bij Twittter en Instagram. Instagram vertelde me echter dat er geen huisregels waren overtreden… Dat was echt heel raar. Ik zal niet herhalen wat ik kreeg toegestuurd, maar het waren heel zware bewoordingen. Maar voor Instagram was het blijkbaar niet zwaar genoeg.’

Geen makelaar nodig

Klopt het dat je al een tijdje zonder makelaar werkt?

KABASELE: ‘Dat klopt. Ik spreek namens mezelf met de clubdirectie van Watford. We vertrouwen elkaar. Wel heb ik een entourage om me heen die ik advies kan vragen. Maar een echte zaakwaarnemer heb ik niet meer. Sinds oktober ben ik met de club in gesprek over een contractverlenging en ik zou niet weten wat een makelaar zou kunnen inbrengen wat ik niet zelf tegen de club kan zeggen. Watford geniet mijn prioriteit voor volgend seizoen, ondanks het feit dat sommige andere clubs hun interesse hebben getoond.’

Wat was het moment dat je besloot om zonder makelaar door te gaan?

KABASELE: ‘Vroeger werkte ik met Mogi Bayat, maar hij was meer een dealmaker. En op een gegeven moment wilde ik een ander soort relatie met hem. Zo simpel was het. Maar ik had geen enkel probleem met Bayat. Hij opende voor mij zowel de deur bij Genk als bij Watford. Daarvoor ben ik hem ontzettend dankbaar. Het is jammer dat iedereen nu slecht over hem begint te spreken. Van zodra de affaire in het Belgische voetbal naar buiten kwam, wilde plotseling elke makelaar in België met mij samenwerken. Ze vertelden me slechte dingen over Bayat in de hoop dat ik met hen in zee zou gaan. Zo is de voetbalwereld: met z’n allen trappen op iemand die op de grond ligt. Zij wilden dat ik daarin meeging, maar zo ben ik niet. Ik respecteer hem ten zeerste en hij heeft me heel veel geholpen in mijn carrière. Dat wil ik voor iedereen duidelijk maken.’

Christian Kabasele bij Genk. Met de spelers van de huidige kern heeft hij geen contact meer.
Christian Kabasele bij Genk. Met de spelers van de huidige kern heeft hij geen contact meer.© BELGAIMAGE

Heb je enig idee wat er in operatie Propere Handen gaande is? Ben je zelf ooit iets van corruptie tegengekomen in het Belgische voetbal?

KABASELE: ‘Nee, als ik iets had gemerkt, dan zou ik daar openlijk over gesproken hebben. Na de zaak- Ye is het niet goed voor het Belgische voetbal dat er weer een nieuw schandaal is. Als de verhalen over matchfixing kloppen, dan vind ik dat echt heel erg. Als kind denk je dat het voetbal eerlijk is, met pure emoties. Op het moment dat je die emoties bewust gaat beïnvloeden en wedstrijden omkoopt, is dat echt walgelijk. Ik snap echt niet hoe je daarin vals kan spelen.’

Terug naar Genk

Ondertussen vergaat het je oude club KRC Genk ook heel goed. Hoe verklaar je hun succes?

KABASELE: ‘Genk slaagt er telkens in om goeie spelers te vinden die niemand kent. Dimitri de Condé heeft echt goed werk geleverd sinds hij technisch directeur van de club werd. Hij heeft het team in vier jaar tijd stap voor stap opgebouwd en nu hebben ze de meest complete selectie van België.

‘Vorig seizoen belde De Condé me trouwens om wat informatie in te winnen over het veld van Watford. In Genk wilden ze een nieuwe grasmat aanleggen en ze waren in contact met hetzelfde bedrijf dat verantwoordelijk was voor ons veld. Hij was benieuwd naar mijn ervaringen als speler op die mat. Ik was positief en nu spelen ze daar ook op. Genk heeft een van de beste velden van België en volgens mij hebben ze het veld niet hoeven te vervangen gedurende het hele seizoen. Goed advies van mij dus!’ ( lacht)

Heb je nog contact met sommige jongens in de huidige groep?

KABASELE: ‘Nu niet meer. Ik had contact met Timothy Castagne toen hij nog bij de club was. Maar altijd als ik de kans heb ga ik terug om een wedstrijd te bekijken. Dat doe ik minimaal één keer per jaar en dan is het leuk om iedereen weer te zien.’

Je noemde net Castagne, maar wie zijn eigenlijk je beste vrienden in de voetballerij?

KABASELE: ‘Mijn beste vrienden zijn Enes Saglik ( nu bij AFC Tubize, nvdr) en Djaïd Kasri ( nu bij UR La Louvière, nvdr), twee spelers die ik uit mijn tijd bij Eupen ken. Bij Watford ga ik veel om met de Franse spelers Étienne Capoue en Abdoulaye Doucouré. Daarnaast hebben de Belgen in de Premier League ook een goeie onderlinge band. De speler met wie ik het meeste contact heb is Christian Benteke. We komen allebei uit Luik, speelden vroeger samen bij KV Mechelen en net als ik heeft hij een Congolese achtergrond.’

Christian Kabasele hoopt in juni op een selectie voor de nationale ploeg.
Christian Kabasele hoopt in juni op een selectie voor de nationale ploeg.© BELGAIMAGE

Telefoon van Wilmots

In de zomer van 2016 werd je op korte tijd geselecteerd voor het EK en maakte je de transfer naar Watford. Dat moet een bijzondere periode geweest zijn.

KABASELE: ‘Ja, ik had helemaal niet verwacht om naar het EK te gaan. Ik weet nog dat ik na de laatste wedstrijd van Genk dacht op vakantie gaan. We hadden net Charleroi verslagen voor een plek in de Europa League en de dag erna kreeg ik ’s avonds een telefoontje van Marc Wilmots. Ik was op dat moment net aan het eten, maar na dat gesprek liet ik m’n eten staan. Het was echt een shock, want ik had daarvoor nog nooit bij de nationale ploeg gezeten.’

Twee jaar later viel je op het laatste moment af voor het WK. Dat zal wel een teleurstelling geweest zijn?

KABASELE: ‘Ja, uiteraard. Het was een jongensdroom om naar het WK te gaan en ik was er uiteindelijk heel dichtbij. Ik was één van de vijf spelers die op het laatste moment afvielen. Ik had twee weken met de ploeg meegetraind, dus dat maakte het moeilijk.’

In november vorig jaar zat je bij de selectie voor de wedstrijden tegen IJsland en Zwitserland. Denk je er in de komende EK-kwalificatiewedstrijden tegen Kazachstan en Schotland ook weer bij te zijn?

KABASELE: ‘Ik hoop het. Maar als je niet elke week bij je club speelt, is het moeilijker. We zullen zien.’

Arthur Renard

Speciale band met rugnummer 27

Al bijna zijn hele carrière draagt Christian Kabasele rugnummer 27. Op jonge leeftijd ontwikkelde hij een bijzonder gevoel voor het nummer. ‘In het begin had ik nummer 14, net als mijn idool Thierry Henry. Maar toen ging ik naar KV Mechelen, waar ik op 27 januari 2011 een huurcontract tekende. Ik kreeg daar toen nummer 27, wat denk ik overigens toeval was. Bij Mechelen scoorde ik vervolgens mijn eerste goal als profvoetballer. Toen zei ik tegen mijn familie en vrienden dat ik dat nummer wilde houden omdat ik zo blij was met mijn eerste doelpunt. Bij Loedogorets, Genk en Watford kon ik ook met 27 spelen. Toen ik in 2012 terugkeerde bij Eupen was dat nummer echter bezet, en toen heb ik een jaar met 77 gespeeld. Het seizoen erop kwam de 27 echter vrij en toen ben ik meteen op de teammanager afgestapt en heb ik gezegd: ‘Reserveer nummer 27 voor mij!’ ( lacht) En dat is ook het seizoen geweest dat ik van positie veranderde, wat zo goed heeft uitgepakt. Dus 27 is echt mijn geluksgetal.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content