Op zoek naar de persoon achter Noa Lang: ‘Hij is niet snel te breken, maar wel heel gevoelig’

© photonews
Mayke Wijnen Medewerker van Sport/Voetbalmagazine.

Een rondvraag bij coach Philippe Clement, stiefvader Nourdin Boukhari en techniektrainer Coen van der Hoeven leert dat Noa Lang soms iets anders uitstraalt dan wat hij in werkelijkheid is. ‘Noa moet je af en toe op zijn kloten geven, maar altijd met vertrouwen als basis.’

Arrogant, eigenzinnig en egoïstisch. Het zijn etiketten die Noa Lang al opgeplakt heeft gekregen in zijn nog jonge carrière. Maar wanneer we ons een van zijn eerste wedstrijden voor Club Brugge voor de geest halen, herinneren we het moment waarop hij na een goal naar de zijlijn sprint en zijn trainer Philippe Clement om de nek vliegt. ‘Bedankt coach, bedankt!’, roept hij dan. En we zagen hem ook al op de achterlijn mee verdedigen en voor de ploeg gaten dichtlopen.

Kortom: de negen maanden die hij nu in ons land is, laten een totaal ander beeld zien van Noa Lang dan dat er in Nederland van hem geschetst wordt. Ja, hij is een straatschoffie, heeft branie, is eigenwijs, weet wat hij wil en ‘heeft een mondje’, zoals zijn stiefvader Nourdin Boukhari zegt, maar Lang is vooral ook warm en lief, enorm zelfkritisch en ontvankelijk voor goede raad.

Een gevoelige jongen ook, die vertrouwen nodig heeft, een speler bij wie de juiste snaar moet worden geraakt. ‘Het is voor Noa superbelangrijk dat je open en eerlijk tegen hem bent en dan krijg je dat ook van hem terug’, aldus Clement. ‘Dat betekent ook kordaat en duidelijk zijn. Ik heb hem bij besprekingen in de groep ook weleens kritisch bejegend wanneer ik niet tevreden was over wat ik in het veld zag. Hij slikt dat en staat open voor alles, hij is gretig en wil leren, maar nog meer dan bij anderen moet de basis voor hem zijn dat er vertrouwen is. Als hij voelt dat hij dát heeft, dan geeft hij het beste van zichzelf terug. Zo niet, dan trekt hij een muur op.’

Noa weet al heel zijn leven wat hij wil en daarvoor moet alles wijken.’

Coen Van Der Hoeven

Ajaxshirt

Lang is in de basis een open en vrolijke jongen, klinkt het. Die muur had hij van nature dan ook niet. Techniektrainer Coen van der Hoeven, die Noa op zijn zevende in zijn voetbalschool zag binnenkomen, denkt dat het komt door zijn overstap van de jeugd van Feyenoord naar die van Ajax, de club waarvan hij altijd openlijk heeft gezegd dat hij er fan van is – hij liep zelfs eens in Ajaxshirt rond op Varkenoord, het jeugdcomplex van de Rotterdammers. ‘Noa is echt een leuk ventje dat heel open is naar alles en iedereen’, zegt Van der Hoeven. ‘Maar als je zo’n gevoelige overstap durft te maken op je dertiende en je krijgt daarna van volwassenen de meest vreselijke ziektes toegewenst… Ik denk dat hij daardoor een muur om zich heen heeft gebouwd.’

Nourdin Boukhari, die zelf vier jaar speler van de A-ploeg is geweest, ontfermt zich dan al bijna tien jaar over Lang. Hij ging met diens moeder samenwonen toen Noa vier jaar was. ‘Noa kan stoer overkomen, maar hij is gevoelig en gaat achteraf nadenken over wat hij meemaakt. Je moet daar goed mee kunnen omgaan, om hem te begrijpen en hem lief te hebben. Hij is een diamantje en diamantjes zijn niet snel te breken, maar ze zijn wel heel gevoelig en krijgen snel een kleurtje. Die moet je steeds goed blijven oppoetsen. De trainer van Club doet dat heel goed.’

Clement: ‘Noa leeft op zijn gevoel en dat kan hier. We hebben hier ook geen problemen met jongens die een tattoo, geblondeerd haar, krulletjes of een oorbelletje hebben. De spelers kunnen hier hun eigenheid kwijt. Dat ligt elders misschien gevoeliger.’

Borrelen

Lang is een van jongens met wie Clement veel spreekt. ‘Noa heeft wat meer aandacht nodig dan sommige anderen, hij is een van de spelers aan wie ik veel uitleg. Enerzijds door zijn gevoeligheid, anderzijds omdat hij erg impulsief is. Dat is zijn kwaliteit én zijn valkuil; hij kan emotioneel reageren wanneer hij wordt getriggerd en zichzelf zo uit de wedstrijd halen. Wanneer ik zie dat het begint te borrelen in hem probeer ik tussen te komen. We praten daar veel over. En hoe sterker je relatie is, hoe harder je ook kunt zijn.’

Op zoek naar de persoon achter Noa Lang: 'Hij is niet snel te breken, maar wel heel gevoelig'
© BELGAIMAGE

Boukhari: ‘Hoe vaak hij wel niet boos naar bed ging nadat hij op de PlayStation van me had verloren – joystick kapot. Dat maakt ook dat hij continu bezig is met zichzelf te verbeteren; verliezen zit er gewoon niet in.’

Ook Van der Hoeven herinnert zich die emotionele uitspattingen. ‘Hij had zo zijn nukken en dan werd hij weleens over het hek gezet, door mij of door oudere jongens als Tonny Vilhena en Terence Kongolo. Tegen die gasten keek hij enorm op. Je moet hem gewoon af en toe op zijn kloten geven, maar áltijd moet er aan de basis vertrouwen zijn. Ook bij Ajax hebben ze daar hard met hem aan gewerkt: mee verdedigen wilde er nog weleens bij inschieten en hij had ook zo zijn rouwmomentjes, zoals ze dat noemen. Stond hij met zijn handen in de lucht en deed hij twee minuten niet mee. Dat heb ik hem nog niet één keer zien doen dit seizoen.’

Stripverhaal

Wat Clement daarnaast vooral opvalt, is Langs leergierigheid. ‘Noa is een jongen die op zijn vrije dag bereikbaar is om te horen wat je van hem verwacht’, zegt zijn coach. ‘Hij trainde acht keer in de week bij zijn club, kwam bij mij voor extra techniektrainingen en meldde zich nog doodleuk aan voor bokslessen’, vult Van der Hoeven aan. Boukhari: ‘Als vierjarig mannetje vroeg hij mij al de oren van het hoofd: ‘In welke stad spelen jullie, hoe heet het hotel, hoe laat eten jullie, wat doen jullie na het eten, hoe laat is de warming-up?’ Wanneer hij ’s avonds de wedstrijd had gezien, ging hij de volgende morgen de dingen nadoen die hem waren opgevallen.’

Het eerste contact met zijn stiefzoon zal Boukhari niet gauw vergeten. ‘Hey, die ken ik’, klonk het. ‘Die speelt bij Ajax.’ Boukhari: ‘Wanneer hij niet zelf voetbalde, las hij er wel over. Hij had een stripverhaal over voetbal waaruit ik moest voorlezen voor hij ging slapen, een boek over de geschiedenis van Oranje tussen 1970 en 2000 en een van Ajax. Hij wist werkelijk álles van die ploegen. Welke wedstrijd wanneer en hoe laat werd gewonnen, verloren, met hoeveel, welke kleur de tenues hadden, wie de scheidsrechter was, wie er geel of rood had gekregen… Zo had hij mij ook in dat boek van Ajax zien staan. Wanneer ik hem vertelde over een wedstrijd, zei hij: ‘Ja, dat weet ik, jullie wonnen met 4-1. ‘ En hij noemde de namen van de spelers die gescoord hadden en in welke minuut.’

Noa heeft wat meer aandacht nodig dan sommige anderen, hij is een van de spelers aan wie ik veel uitleg.’

Philippe Clement

Van der Hoeven: ‘Wanneer het over school ging, haalde hij zijn schouders op en zei: ‘Ik word toch voetballer.’ Noa weet al heel zijn leven wat hij wil en daarvoor moet alles wijken.’

Stoer doen

Die verbetenheid wordt nog weleens vertaald naar arrogantie. ‘Maar dat maakt hem ook die open jongen die leuke uitspraken doet’, aldus Van der Hoeven. ‘Sommigen zeggen dat dat niet zo verstandig is en ja, hij wordt daardoor weleens neergesabeld, maar je hebt al zoveel grijze muizen in het voetbal. Noa is zoals hij is, in het veld en erbuiten. Hij heeft weinig mediatraining gehad. Ik hou daar wel van.’

Clement werkt daar niettemin met hem aan. Voor het duel met Zenit in de Europa League, bijvoorbeeld, neemt hij hem apart: dat hij na de wedstrijd mee naar de persconferentie gaat en wat hij wel en niet kan zeggen. Lang beantwoordt de vragen na de match in alle rust, ook de kritische over Ajax. Achteraf kijkt hij zijn trainer trots aan: ‘Coach, je vond het goed, hè? Ik denk dat ik een aantal maanden geleden heel anders op bepaalde vragen had gereageerd.’ Clement: ‘Voor hij naar Club kwam, heb ik interviews van hem gezien die te uitdagend waren, te zelfverzekerd. Dat vertrouwen in zichzelf is een kracht, maar zo creëer je ook dat beeld dat hij hautain zou zijn, terwijl hij dat helemáál niet is. Ik weet hoe dat gaat, ik heb zelf kinderen van die leeftijd en die vinden het cool om dat stoere te laten zien.’

Techniektrainer Coen van der Hoeven in het midden met links naast hem Noa Lang en Ryan Sidoel, rechts Justin Kluivert en Ian Maatsen.
Techniektrainer Coen van der Hoeven in het midden met links naast hem Noa Lang en Ryan Sidoel, rechts Justin Kluivert en Ian Maatsen.© photonews

Tegenstrijdige berichten

Enerzijds is het jammer, dat die spontaniteit er wat uitgaat. Anderzijds leert Lang zich op die manier te beschermen. Het waren juist die open interviews die Club een totaal ander beeld van hem gaven dan toen ze daadwerkelijk tegenover hem zaten afgelopen zomer. ‘We informeren ons altijd voor we spreken met een speler en bij Noa bereikten ons heel tegenstrijdige berichten’, blikt Clement terug. ‘Enerzijds was er dat positieve beeld over hem als persoon en speler, anderzijds werd hij ook omschreven als een patser, die geluiden waren beduidend minder goed. Ik begin echter altijd met een wit blad aan zo’n gesprek en bij Noa had ik direct een goed gevoel, ook al startte hij met een bepaalde gereserveerdheid aan het gesprek. Hij zat toen nog met Ajax in zijn hoofd, wilde daar slagen. Ik heb uitleg gegeven hoe de club werkt, hoe ik werk en welke rol we voor hem zagen weggelegd in het team. Van minuut tot minuut zag ik hem meer in het verhaal komen. Hoe langer we praatten, hoe meer we uitlegden wat we van hem gezien hadden en wat we voor ons zagen bij Club, hoe meer hij openkwam. We werken nu ondertussen negen maanden samen en er is nog geen enkel voorval of probleem geweest met Noa. Alle negatieve info is gewoon niet waar gebleken.’

Een kanttekening die daarbij geplaatst moet worden, is dat het momenteel ook goed gaat met Lang. ‘Hij geeft zelf aan dat hij het moeilijk had in periodes dat hij niet of minder speelde. Dan begon hij te vechten’, vervolgt Clement. ‘We praten daarover, over mogelijke valkuilen en hoe daarop te reageren.’ Lang presteert optimaal wanneer hij een belangrijke rol heeft en het vertrouwen voelt van zijn hele entourage. ‘Maar die belangrijke rol heeft hij wel zélf gepakt. Het is niet zo dat hij het hier rustig aan kan doen, hier wordt even hard gewerkt als bij Ajax. Maar daar moest hij vechten tegen een icoon als Dusan Tadic, dat is een quasi onmogelijke opdracht. Hier heeft hij meteen een plaats kunnen pakken.’ Lang zou bij Ajax gebotst hebben met Tadic en ook met trainer Erik ten Hag klikte het ogenschijnlijk niet. ‘Ik kan daar niet over oordelen. Ik weet enkel wat ik hier zie. Noa speelt echt niet alleen voor Noa. Hij speelt om samen te winnen en is een groepsjongen die heel goed in de kleedkamer ligt.’

Hij had een stripverhaal over voetbal waaruit ik moest voorlezen voor hij ging slapen.’

Nourdin Boukhari

Pest op de bank

Boukhari: ‘Beloftes moet je nakomen en uiteindelijk is dat bij Ajax niet gebeurd. Daar werd hem gezegd dat hij basisspeler kon worden, maar wanneer je dan op zijn positie spelers aantrekt voor vijftien of twintig miljoen en hijzelf niet aan spelen toekomt… Daarover is hij heel teleurgesteld geweest.’

Van der Hoeven: ‘Ik denk nog altijd dat hij de ideale speler voor Ajax is. Flair, bluf, technisch vaardig, inzichtelijk goed… Hij heeft het DNA van die club, maar zijn valkuil is misschien geweest dat hij weinig uitzicht op speelminuten had. Noa is geen vrolijke reserve, die juicht als een ander scoort. Hij zit met de pest in zijn lijf op de bank.’

Ajax spookt nog altijd ergens in zijn hoofd. De club die hij met zijn stiefvader leert kennen als zijn huiskamer. Vooral bij de avondwedstrijden in de Champions League kijkt hij er zijn ogen uit. ‘Dat mocht niet van zijn moeder, maar dan zei ik: laat die jongen toch, daar leert hij misschien wat van’, zegt Boukhari.

Lang zit er aan tafel met onder anderen Zlatan Ibrahimovic, Wesley Sneijder, John Heitinga en Nigel de Jong, gaat zelfs met sommigen van hen op vakantie of logeert bij Sneijder, van wie hij ook een Oranjetenue cadeau krijgt. En wanneer Danny Blind er trainer is, voetbalt de kleine Noa, amper zes jaar oud, in de catacomben met diens zoon Daley.

Ajax is en blijft zijn club. Maar er leiden meerdere wegen naar Rome, zei hij al eens in eerdere interviews. Voor Noa Lang loopt die via Brugge en daar zit hij voorlopig meer dan goed. ‘Ik denk dat het het beste is wanneer hij nog een jaar zou blijven’, aldus Clement. ‘Dan kan hij nog een seizoen werken met de mensen die hem goed kennen, om dan een volgende stap te zetten. Ik denk ook dat hij niet bezig is met een nieuwe club. Ik heb het gevoel dat hij nu maar met een ding bezig is: de play-offs.’

De Turkse Ronaldo

Toen zijn stiefvader Nourdin Boukhari bij FC Nantes en Kasimpasa speelde, kwam Noa Lang in de jeugd van de Franse club en die van Besiktas terecht. ‘In Turkije vonden ze dat geweldig: een blond jongetje met krulletjes. Hij speelde met nummer 7 en was toen al gek van Cristiano Ronaldo. Toen hij op dezelfde manier zijn doelpunten ging vieren, met die draaisprong, kreeg hij er snel een bijnaam: de Turkse Ronaldo. Dat vond hij prachtig.’

De twee bouwen al gauw een hechte band op: net als zijn biologische vader Jeffrey Lang, die met hem de velden afstruint, noemt hij zijn stiefvader pap. ‘Ik heb hem alles gegeven wat zijn hart wilde en hem als mijn eigen zoon behandeld.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content