‘Preud’homme is fan van Carcela. Van de voetballer, niet van diens mentaliteit’

© belgaimage
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Elke maandag blikt Sport/Voetbalmagazine terug op het voorbije sportweekend. Deze week heeft Peter T’Kint het over het belang van Mehdi Carcela voor Standard, de topper Genk – Anderlecht en de Europese hockeytitel van de Red Lions.

1. Standard pakt de leiding, maar blijkt toch afhankelijk van Carcela, die met zijn invalbeurt de match tegen Kortrijk deed kantelen. Zijn de Rouches ook zonder hem – indien hij nog vertrekt – een titelkandidaat?

Peter T’Kint: ‘Ja. Als Standard kampioen wil worden, moet het zich juist los maken van de afhankelijkheid van Mehdi Carcela. Geen individu staat boven het team, al is het wel het individu dat het verschil maakt. De ene keer Renaud Emond, een andere keer Maxime Lestienne, en straks misschien, hopelijk lukt het ooit, Anthony Limbombe of Obbi Oulare. Maar ook vaak Carcela, zoals hem dat – wel al ruim een jaar geleden! – bijna lukte, met de hulp van Junior Edmilson en Paul-José Mpoku. En een ijzeren defensie met Christian Luyindama en een goeie Guillermo Ochoa.’

‘Uiteraard moet een goeie voetballer als Carcela altijd starten bij een ploeg die kampioen wil worden, hoogstens een keer rusten, als het zo uitkomt. Niet omgekeerd, zoals nu. Zelden tot nooit starten, maar invallen, om wedstrijden te doen keren. Dat heeft Carcela helemaal aan zichzelf te wijten, aan zijn gedrag vorig seizoen, in het eerste jaar onder Michel Preud’homme. MPH is nochtans een fan. Van de voetballer, niet van diens mentaliteit om het geregeld allemaal maar wat op zijn beloop te laten.’

‘Vorig seizoen gebeurde dat te veel, vandaar de bekoelde liefde. Als Carcela niet die ‘andere dimensie’ aan zijn spel toevoegt, dan is hij niet meer veel meer dan een goeie joker. Je kan daar als speler twee dingen mee doen: nog maar een keer uitwijken naar elders, zoals in 2011 (Rusland) of 2015 (Benfica) en daar constateren dat het met je mentaliteit niet lukt, of de switch maken en voor goud gaan en een goddelijke status in je stad.’

‘Voor die keuze, in volle transferperiode, zet Preud’homme Carcela al een paar weken. In de wetenschap dat hij zo inderdaad misschien iemand dreigt weg te gooien op wie hij zou moeten kunnen rekenen om in de competitie en play-offs het verschil te maken. Maar ook in de wetenschap dat hij daarmee zijn credibiliteit bij de rest van de ploeg niet vergooit, en dat de speler, die zijn belang zelf ook genoeg kan inschatten, weet: hier staat iemand met wie ik niet kan sollen. Carcela is overigens deze zomer 30 geworden, zoveel kansen op succes zijn er niet meer.’

2. Genk – Anderlecht was vrijdag de eerste topper van dit nieuwe seizoen. Kon die aan de hoge verwachtingen voldoen?

Peter T’Kint: ‘Zijn wedstrijden van Anderlecht nog toppers? Neen, alle gekheid achter ons gelaten, uiteraard. Dat was ter plaatse ook te merken aan de grote drukte. Vincent Kompany en Nacer Chadli maken toch wel wat los, Genk had net op tijd wat vertrouwen getankt. Een heen en weer golvende wedstrijd werd het niet, het zat vooral vast. Genk heeft kwaliteit voldoende in de kern om wat is vertrokken te vervangen, maar Patrik Hrosovsky – goeie invalbeurt – is er net, en jongens als Ianis Hagi (niet langer beschermd door pa trainer), Manuel Benson of Theo Bongonda (geblesseerd) moeten nog flinke stappen zetten. Mentaal en conditioneel.’

‘In afwachting brengt Felice Mazzu iets gecontroleerder, bedachtzaam voetbal. Anderlecht is de voorbije maand geëvolueerd. Minder jong, lager blok op het veld, de verdedigers van de tegenstander mogen opbouwen. Een en ander is zeer compact, Anderlecht geeft weinig kansen weg, omdat het weet dat het zelf ook zeer moeilijk scoort. Genk kon daar met een weinig creatief middenveld lang niet veel tegenover zetten.’

De komst van Nacer Chadli maakt tch wel wat los.
De komst van Nacer Chadli maakt tch wel wat los.© belgaimage

‘Het moest dan ook komen van wat individuele bevliegingen, Chadli aan de ene kant, en Junya Ito bij de thuisploeg waren lang de enige spelers die voor dreiging konden zorgen. Later kwam daar Luka Adzic aan Brusselse kant nog bij. Het probleem van Anderlecht is dubbel: te weinig technisch vermogen om via snelle balcirculatie een pressende tegenstander naar een kant van het veld te lokken, om vervolgens het spel te doen kantelen. En te weinig offensieve slagkracht. Dit Anderlecht is voorlopig nog zeer saai.’

3. De Red Lions winnen het EK hockey in eigen land. Moeten zij model staan voor de nieuwe status van België als sportnatie?

Peter T’Kint: ‘Het succes is fenomenaal, met een paar duidelijke parallellen met het voetbal. Een gouden generatie, een goeie mentaliteit, een sterk groepsgevoel en nul communautaire spanningen. Het voetbal is pas succes beginnen hebben toen we dat van ons af konden gooien, dat is nu ook weer zo in het hockey.’

‘Andere parallel: internationaal denken. De Rode Duivels werden pas een sterk merk na Dick Advocaat en later Roberto Martínez. In het hockey lukte het ook pas met de inbreng van eerst Nederlandse knowhow en nu de Nieuw-Zeelandse van Shane McLeod. Maar maakt ons dat een sportnatie? We zijn (tijdelijk, geniet er nog van want over vijf jaar is dat voorbij) wereldtop in het voetbal, en koersen ook mondiaal mee in het koppeloton van het wielrennen, maar daarnaast blinken we toch vooral uit in de rijke sporten, waar een groot deel van de wereld niet moet aan denken. De paarden, het zeilen, het hockey.’

De Red Lions wonnen met 5-0 van Spanje in de EK-finale.
De Red Lions wonnen met 5-0 van Spanje in de EK-finale.© belgaimage

‘Nu en dan staat individueel een wereldtopper op – Nafi Thiam, Justine Henin, Kim Clijsters – maar zijn we daarom een sportnatie? We zijn op sportvlak eerder een natie van sportprojecten. De Borlee’s, het hockey, de Rode Duivels zelfs, die qua begeleiding en omkadering de voorbije vijf jaar werden gekoesterd en als ‘project’ naar een hoger niveau getild. Maar een echt gefundeerd algemeen topsportbeleid is hier (nog) niet, in te veel sporten is er nog spanning met de andere kant van de taalgrens. Er is het voorbije decennium al veel progressie geboekt, dat wel.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content