Ritchie De Laet: ‘Vercauteren is vrijer dan ik had gedacht’
Voor de vierde keer dit seizoen staan Antwerp en Club Brugge zondag tegenover mekaar. Ritchie De Laet, aanvoerder van de Great Old, over het seizoen, Lamkel Zé en de uitbouw van de ploeg. ‘Het verschil met Club Brugge is stabiliteit.’
Voor de foto’s neemt Ritchie De Laet (32) plaats in de hoek van de Bosuil, daar waar de nieuwe tribune achter doel aansluit op de hoofdtribune. Ze is bijna klaar: aan de buitenkant al helemaal, maar binnenin leggen arbeiders de laatste hand aan de afwerking. Over een paar weken verhuizen de spelers van kleedkamer. Het zwembad, een pareltje, blijft wel nog even dicht, om COVID-redenen.
Daarmee is fase twee van de verbouwingen afgerond en is Antwerp klaar, eens het licht weer op groen staat, om fans in nog betere omstandigheden te ontvangen. Een troost, want die fans hebben dit seizoen een pak mooie momenten moeten missen. Bekerwinst, een Europese overwintering met als hoogtepunt de thuiszege tegen Tottenham, het spektakel tegen de Rangers, de dubbele derbywinst. De Laet: ‘Spijtig dat je dat achteraf nooit kon vieren. Thuis was het dak er zeker drie keer af gevlogen. Het is een raar seizoen, voor alleman. Met al de ups en downs die wij hebben gehad op dit moment toch nog tweede staan, ik denk dat dat alles zegt over de competitie.’
Zijn jullie de ‘beste van de rest’ na Brugge?
Ritchie De Laet: ‘Dit is zo’n rare competitie dat ik dat niet durf zeggen. Genk is nog altijd een zeer goeie ploeg, die ook efkes in een dal zat. De rest presteert wisselvallig en er zijn wat nieuwe namen. De opeenstapeling van wedstrijden zit daar volgens mij voor iets tussen. Plus corona, je hebt soms zieken maar te weinig om een wedstrijd af te gelasten. En ook: geen fans, het thuisvoordeel valt weg.’
Zoals jullie Anderlecht in eigen huis wegspeelden, zag ik zelden.
De Laet: ‘Niemand zal allicht ooit 70 procent balbezit hebben gehad op Anderlecht maar op het einde van de negentig minuten hadden we wél nul punten. En daar draait het om. Balbezit is plezanter – minder lopen, minder verdedigen – maar zoals tegen Kortrijk met een man minder moeten werken en lopen, en toch nog winnen… dat maakt het óók plezant.’
Plezant was het ook tegen de Rangers.
De Laet: ( lacht) ‘Mooie matchen. We hadden iets van: we hebben niks te verliezen, laat ons er gewoon van genieten. Zoveel mogelijk druk naar voren. Maar op dat niveau krijg je wat betere spelers tegenover je dan in de Pro League en als je die ruimte geeft… Koppel daar individuele fouten aan, vier strafschoppen ook: dan kun je in deze fase nooit doorgaan.’
Stabiliteit
Maak je zondag tegen Club Brugge kans om het nog een klein beetje spannend te houden voor de play-offs?
De Laet: ‘Antwerp moet van zijn kracht uitgaan. In de bekerfinale zaten we iets dieper en zijn we er op kracht over gegaan, en dat lukte vorig jaar thuis ook. Daarom is het extra spijtig dat Mbokani niet kan spelen. Drie maanden out zijn, één match spelen en alweer geschorst, dat hou je niet voor mogelijk. Het probleem met Club is: het kan dat er één of twee ontbreken daar, maar de rest is even goed.’
Jullie hebben ook een sterke bank, alleen wordt er minder vaak gewisseld.
De Laet: ‘We gebruiken met de formatie waarin we spelen sommige spelers misschien niet op de positie waar ze op hun beste zijn. Brugge heeft jaren de tijd gehad om daarop te werken, de juiste spelers voor de juiste formatie. Wij hebben allemaal goeie spelers, maar misschien niet specifiek voor die formatie.’
Is het dat wat deze club mist, stabiliteit?
De Laet: ‘Ik denk dat wel. Als je een topclub wilt zijn toch, en dan kijk ik naar Brugge: wie van de achttien die daar het vaakst op het wedstrijdblad staan, is einde contract? Elke zomer moeten wij haast tien spelers vervangen. Zo kun je geen stabiele kleedkamer of ploeg krijgen. Frankie Vercauteren betrekt er nu de jeugd bij, dat doet hij heel goed. Laat ons hopen dat de volgende stap die stabiliteit is. Een goeie core. ‘
Jullie as staat toch al een tijdje pal?
De Laet: ‘Nieuwe keeper, nieuw hart van de verdediging. Nu zijn er meerdere spelers met contracten van langere duur, daar moeten we rond bouwen. Jongens die snappen wat deze competitie is en wéten wat het is voor Antwerp te voetballen.’
Maakt het in de bezetting voor jou uit waar je staat?
De Laet: ‘Ik zou een loon moeten krijgen voor vijf posities. Zot, hé. Het is wat het is, waar ze me nodig hebben, zal ik altijd mijn job doen. Ik heb daar zelf nooit een probleem van gemaakt. Links, rechts, centraal, het is voetbal, hé. Het enige lastige op de flank is dat de intensiteit er iets hoger ligt. In Brugge zat ik er de laatste twintig minuten echt door. Frank vroeg nog: ‘Gaat het, Ritchie?’ Ik zei wel: ‘Ja, laat er mij maar op staan’, maar hij heeft uiteindelijk toch beslist om me te vervangen. Dat is mijn karakter: altijd intensiteit, ook al gebeurt het soms op het verkeerde moment, zodat je op andere momenten misschien net dat tikkeltje kracht mist.’
Vrijheid
Wat deed Ivan Leko om je naar een nog hoger niveau te tillen?
De Laet: ‘De sterke punten van Seck en mij zijn: daar is uw man, als die aan de bal komt, is hij van u. Die opdracht maakt het makkelijk voor een verdediger. Ik moet ook zeggen: toen we stillagen met corona, ben ik hard met mijn lichaam bezig geweest. Ik denk dat ik twee, drie kilogram verloor.
‘Onder Ivan trainden we ook hard, fysiek was ik veel beter. Onder László was dat iets minder, oudere spelers mochten wat meer binnen blijven. Ik denk dat die nieuwe trainingsaanpak mij hielp. Binnen de vrijheid die ik kreeg, ging ik meevoetballen, oprukken, profiteren van de ruimte. Dat moet je mij geen twee keer zeggen.
‘Het was plezant voetballen en ik begon naar een niveau te gaan dat ik in mijn carrière nog niet veel had gehaald. Na het vertrek van Ivan ging het niveau, van mij én van de hele groep, voor een paar wedstrijden naar beneden.’
Was Frankie Vercauteren na László Bölöni gekomen, dan denk ik dat de aanpassing niet zo groot was geweest.’
Ritchie De Laet
Hoe kwam dat?
De Laet: ‘Als een trainer vertrekt, is een groep normaal gezien blij. Een trainer vertrekt immers vaak omdat er problemen zijn. Nu hadden we het gevoel dat de punten die we haalden, geen goeie weergave waren van hoe we speelden. Ik vond ons goed voetballen en iedereen had plezier in de manier waarop.
‘Met de vragen die er kwamen na zijn vertrek heeft de groep lang gezeten. Ineens een heel andere manier van voetballen en voor mij kwamen daar de perikelen rond mijn contract nog bovenop. In Mechelen speelden we onze slechtste wedstrijd van het jaar. Toen we 1-0 achter kwamen, keek ik naar de zijlijn met een blik van: help ons. Maar dat ging niet. Ik was er mentaal niet helemaal bij. Dat mag niet, maar het was zo. Andere spelers keken naar mij, maar ik had zoiets van: ik kan het niet oplossen vandaag.’
Kan een contractbespreking zo wegen op een speler?
De Laet: ‘Je zegt van niet, maar als het tegenzit, kun je in jezelf de kracht niet vinden om door te gaan. Automatisch gaat het mentaal spelen. We wilden direct terug gaan onderhandelen, maar dat kon pas later dan verwacht. Ik wachtte op antwoord van de club en dat duurde even. Dat was uiteindelijk niet goed. Ik begon te twijfelen: willen ze nog wel met me verder? Het voelde aan alsof het maanden duurde, terwijl het uiteindelijk in anderhalve week was opgelost.’
Veranderde Frankie Vercauteren dan zoveel?
De Laet: ‘Hij is anders dan ik had verwacht, vrijer dan ik dacht. In het verdedigen is hij heel gedisciplineerd, maar meer naar voren, zegt hij: ‘Gebruik je eigen fantasie maar een beetje.’ Wanneer je op training eens de buitenkant van de voet gebruikt, wordt hij helemaal zot van enthousiasme. Dat had ik niet verwacht van iemand die al zoveel heeft gezien. Je kunt met hem babbelen, ook over de details, vooral verdedigend gezien. Hij wil iets lager spelen, iets meer in de organisatie terwijl Ivan zoiets had van: een tegen een, kom, baf, ertegenaan, met veel energie. We kregen domme tegengoals, maar iedere keer kwamen we stikkapot van het veld met het gevoel van: we hebben er alles aan gedaan. Nu veranderden elke keer kleine details.
‘Hoewel de big picture hetzelfde bleef, bracht dat spelers aan het twijfelen. Mag dit wel van de trainer? Er is iets meer discipline in het verdedigende aspect. We spelen niet langer man op man, maar meer in de zonedekking. Was Frankie gekomen na László, dan denk ik dat de aanpassing niet zo groot was geweest. Door het grote aantal wedstrijden hadden we ook weinig tijd om dingen in te trainen. Het was voor hem moeilijk om zijn ideeën over te brengen in korte sessies van 45 minuten tot een uur. En ik denk ook dat we als groep in sommige wedstrijden onze mentaliteit wat verloren. Tegen Sint-Truiden, in Leuven… Tegen Kortrijk was dat terug, misschien door met tien te vallen.’
Enfant terrible
Ik miste voetballers op het veld, er stonden vaak veel krachtspelers, die wat sneller een bal verloren.
De Laet: ‘Ja, plus: we misten Mbokani, zo simpel is het. Iemand naar wie je eens een lange bal kunt trappen en die rust kan brengen. Didier Lamkel Zé heeft dat een tijdje goed opgelost, maar het is geen Mbo die met drie man in de rug een bal kan bijhouden.’
Lamkel Zé deed het goed de eerste matchen, maar vanaf Beerschot was zijn scherpte minder.
De Laet: ‘Ook door vermoeidheid. Hij heeft maanden met de reserven gespeeld, of helemaal niet, vanwege corona. Ineens werd hij in de groep gegooid en toen Mbo zich blesseerde, was het simpel: nu is het aan u. De eerste drie, vier wedstrijden speelde hij puur op adrenaline, maar daarna ging de vermoeidheid toeslaan. Tegen Club zullen we het weer zonder Mbo moeten stellen. Hopelijk is Didier terug opgeladen.’
Jij was geen voorstander van zijn terugkeer.
De Laet: ‘Om twee redenen. Voor de match in Mechelen hadden we al eens samengezeten met de trainer, die zei dat hij nadacht over een terugkeer van Didier. De groep zat goed in mekaar, vond ik, en ik vond dat zijn terugkeer niet nodig was. Ik was bovendien ook geen voorstander als supporter van Antwerp. Na alles wat hij had gedaan, was een terugkeer voor mij als supporter onmogelijk. Dat heb ik proberen duidelijk te maken. De groep was in de eerste weken hard verdeeld en dat zag je tijdens wedstrijden: de ene helft deelde niet in de vreugde bij een goal, de andere wel.
‘Op een gegeven moment begin je als speler wel in te zien: we hebben hem nodig, we kunnen maar beter normaal doen tegen hem, want dan gaat hij misschien nóg beter presteren. Als hij nu scoort, viert bijna iedereen mee. Kwaad zijn en blijven roepen, werkt niet voor ons, en voor hem evenmin. Tot nu is wat hij doet oké. Laat ons hopen dat het zo blijft.
‘Als supporter was ik geen voorstander van de terugkeer van Lamkel Zé’
Ritchie De Laet
‘Ik had hem eerlijk gezegd twee weken gegeven. Maar hij bleef op tijd komen, goed trainen, belangrijk zijn in wedstrijden. Zolang hij geen grote stommiteiten begaat en belangrijk blijft, heb ik er geen problemen mee. Als speler kan niemand om zijn kwaliteiten heen en daar draait het om. Vooral voor hem vind ik alles wat gebeurde heel spijtig. Hij heeft dit seizoen mooie momenten gemist. Didier kan veel hogerop dan dit, maar met alles wat hij al uitstak… Dat T-shirtje van Anderlecht haalde het wereldnieuws, hé. Engelse nieuwsdiensten belden mij. Sommige trainers zien dat als een uitdaging, maar velen zeggen ook: dit hebben wij in onze groep niet nodig.’
Daar was Leko strikt in.
De Laet: ‘Redelijk wel ja. ( lacht) Te laat? Buiten! Ivan wilde hem niet bij de beker, maar hij is toch gekomen, van moetes, omdat we de nieuwe spelers niet mochten opstellen. Toen hebben we hem gewaarschuwd, dat het goed zou gaan voor één, twee weken. Alles kwam uit en daarop zei Ivan: wegwezen. Didier doet vooral zichzelf pijn, maar voordat hij dát inziet, gaat er, spijtig genoeg, voor hem niks veranderen.’
Rode Duivel
Vrijdag maakt Roberto Martínez zijn nieuwe selectie bekend. Hij wil wat werken aan de verdediging. Zit je straks op het puntje van je stoel te nagelbijten?
Ritchie De Laet: ‘Het zou mooi zijn op mijn 32e, als beloning voor het seizoen. Mooi ook voor de club, om er nog eens iemand van Antwerp tussen te zien. Langs de andere kant: als het is om op de tribune te zitten, kun je beter de ervaring mee te trainen met die mannen aan een jongere geven. Ik maak daar geen probleem van. Nooit gedaan. Dus ja, het zou mooi zijn, maar ik ga tijdens het bekend maken niet speciaal voor tv zitten.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier