Rode Duivels: weg met de dribbels, daar zijn de voorzetten weer

© Belga Image
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Een gelijkspel tegen Ierland een eenvoudige overwinning tegen Burkina Faso, wat moeten we onthouden van deze interlandbreak zonder de sterkhouders?

En plots, op een voorzet van de uitstekend presterende Leandro Trossard, kopt Christian Benteke de bal voorbij de elastische Hervé Koffi. De netten trillen, het stadion laat zich nog eens horen. Het is het laatste doelpunt in een wedstrijd zonder inzet en die al gespeeld was, maar toch geeft het een trend weer. Een uur eerder had Hans Vanaken namelijk, opnieuw met het hoofd en opnieuw op voorzet van Trossard, de score geopend voor de Rode Duivels. In Ierland hetzelfde verhaal: Hans Vanaken die de bal tegen de netten kopt en zo België op 2-1 zet.

Drie van de vijf doelpunten in twee oefeninterlands werden dus met het hoofd gescoord. Dat was nochtans een rariteit geworden onder bondscoach Roberto Martínez: tussen de verloren halve finale op het WK in Rusland in 2018 en de aftrap van Ierland-België vorig weekend scoorden de Rode Duivels namelijk 110 keer, waarvan slechts 8 via een kopbal.

De omslag is te bruusk om te negeren. Waar onder Marc Wilmots, zeker tegen het einde, steeds voorzetten werden gepompt, werd het spel onder Martínez verlegd naar de combinatie over de grond. Om dan uiteindelijk terug te keren naar vroeger? Als je naar de score kijkt zou je haast vergeten dat tijdens deze eerste twee wedstrijden van het jaar de Rode Duivels het moesten doen zonder de grote kanonnen. Sinds het WK scoorde België namelijk 2,68 keer per wedstrijd. Tegen Ierland en Burkina Faso bedroeg dat gemiddelde 2,5. Er is dus een andere manier gevonden om te scoren zonder de sterren.

Geen dribbels meer

Op weg naar de wereldbeker in Rusland werd volop gezocht naar een manier om Yannick Carrasco, Eden Hazard, Kevin De Bruyne en zelfs Dries Mertens allemaal op het veld te krijgen. Dat zorgde er uiteindelijk voor dat België even het Brazilië van Europa werd. Een echte dribbelmachine werd de ploeg, met gemiddeld 13,4 geslaagde dribbels per wedstrijd op het WK. Bijna vier jaar later bleven de sambapassen van de Belgische nummer 10 en de ritmeveranderingen van de Belgische Colchonero thuis tegen Ierland en Burkina Faso. En ook Jérémy Doku, de vaandeldrager van de nieuwe Belgische generatie als het om dribbels gaat, was afwezig.

Dat zag je ook in het spelbeeld. In 180 minuten kwamen de Rode Duivels maar aan 10 geslaagde dribbels in totaal, gemiddeld vijf per wedstrijd. Door het ander type voetballers moest er een alternatief gevonden worden: de lucht. Zo werd er gescoord op een stilstaande fase, het stokpaardje van nieuwe assistent Anthony Barry, maar ook na combinaties en de daarovolgende uitstekende voorzetten.

Op de flanken werd Burkina Faso maar al te vaak uit verband gespeeld door de loopacties van de wingers en de pocketspitsen. De Belgen kwamen zo vaak in een 2-tegen-1-positie niet ver van de rechthoek van de Burkinezen en hadden zo ruimte om voorzetten te geven. De flair van Vanaken – auteur van drie van de laatste vijf Belgische kopbalgoals – en de skills van Benteke deden de rest. Het toont aan dat bondscoach Martínez nadenkt over andere manieren om te winnen als de grote jongens niet meedoen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content