Schaarbeek, dé place to be in de eerste bekerrondebeker

© Belga Image

Met drie clubs in de eerste ronde is Schaarbeek dé bekergemeente bij het opstarten van de nieuwe Croky Cup. Doet Crossing eindelijk nog eens van zich spreken?

Minstens één van de drie Schaarbeekse clubs haalt de tweede ronde van de Croky Cup niet. In het vroegere Crossingstadion, sinds de vernieuwing en de heropening in 2012 Gemeentestadion geheten, gaat namelijk de derby door tussen Crossing Schaarbeek en FC Schaarbeek. Beide clubs hebben dus dezelfde thuishaven en in de hoofdtribune elk hun eigen kantine: FC links, en Crossing rechts. Ze delen ook dezelfde kleuren: groen en wit, de kleuren van de gemeente, met zijn 133.000 inwoners de op vijf na grootste gemeente van het land (na Brussel Stad, Antwerpen, Charleroi, Gent en Luik).

Crossing ontstond in 2012 uit een fusie van RUSAS Schaarbeek, dat zijn wedstrijden op anderhalve kilometer in het Chazalstadion afwerkte, en FC Evere. Het nam de naam aan van de verdwenen mythische club die tot 1983 in het oude Crossingstadion speelde en die van 1969 tot 1973 zelfs vier jaar in eerste klasse uitkwam, met onder andere Georges Leekens in de basis. In 1983 was de club die niet meer gesteund werd door de gemeente gezakt naar eerste provinciale en verhuisd naar Elewijt bij Zemst, waar het nog een aantal jaar de naam Crossing gebruikte.

FC heette vroeger RC Schaarbeek en bespeelde al voorheen het Crossingstadion. Het veranderde van naam, en werd Renaissance toen de club het stamnummer van Terjoden-Welle kocht en even in vierde klasse belandde. Voor veel mensen bestond het onderscheid tussen beide clubs toen uit het feit dat je bij RC/Renaissance/FC geen alcohol kon krijgen en bij Crossing wel. Sinds een paar jaar kan je bij beide clubs een pintje bestellen, maar toch is er van een fusie – toch de opzet van de gemeente bij de heropening van het stadion – geen sprake, zegt Thierry Forton, ondervoorzitter van Crossing. ‘Er is amper contact tussen ons. We hoopten dat de gemeente vroeg of laat de fusie zou doorvoeren, maar daar is momenteel geen sprake van.’ In afwachting delen beide clubs twee synthetische terreinen, die tot tien uur ’s avonds bezet zijn. Dat moet ook, met de 550 jeugdspelers van Crossing en de meer dan 400 van FC.

De rivaliteit tussen beide clubs zorgde vorig jaar nog voor rellen tijdens de derby. Bang dat dat dit weekend weer gebeurt, is men niet. Omwille van corona moest wie de match wilde bijwonen zich vooraf registreren, waardoor het niet eens zeker is dat de maximale capaciteit van 200 toegelaten toeschouwers (het stadion heeft een capaciteit van 7500 plaatsen) bereikt wordt. Normaal trekt de Schaarbeekse derby zo’n 500 à 600 kijkers.

Voor het eerst sinds de fusie treedt Crossing niet meer in eerste provinciale aan, maar in de Franstalige derde amateurreeks. Het doet dat niet langer met grote namen, maar met ambitieuze jongeren. Het doel? ‘Zo hoog mogelijk geraken met eigen middelen. We denken dat we nog twee reeksen zouden kunnen stijgen, dus tot de eerste nationale amateurreeks. Maar een timing zetten we daar niet op.’

De derde Schaarbeekse club, Kosova Schaerbeek, deelde voor de vernieuwing het Crossingstadion met FC, het vroegere RC Schaerbeek. Omdat het gemeentebestuur het bespelen van het stadion verbond aan de eis dat de bespelende ploegen op termijn zouden samenwerken, verhuisde Kosova naar het Chazalstadion anderhalve kilometer verder, aan de uitloper van het park. Kosova, gegroeid uit de inwijkelingen uit Albanië en Kosovo die de afgelopen decennia in de wijk rond het Josaphatpark arriveerden, wilde zijn identiteit behouden en voert naast de Belgische vlag de Albanese adelaar in zijn banier. Het klom vorig jaar naar derde amateurreeks, maar degradeerde en heeft volgend seizoen opnieuw een derby in de eigen gemeente. In eerste provinciale ontmoet het FC Schaarbeek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content