Sébastien Dewaest: ‘Ik baken graag mijn territorium af’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

KRC Genk heeft met Sébastien Dewaest zijn eigen Gladiator. ‘Het kan handig zijn om er hard in te vliegen van bij het eerste fluitsignaal. Aanvallers weten dan meteen: oei, het gaat niet gemakkelijk worden vandaag.’

Het interview met Sébastien Dewaest (27) vindt plaats op het moment dat de zaak rond Alejandro Pozuelo definitief van de baan is. De geniale Spaanse voetballer verhuist wel degelijk naar Canada, namelijk na afloop van de reguliere competitie. Het einde van een soap die te lang geduurd heeft. In het stadion van KRC Genk kruis je onvermijdelijk een paar groggy gezichten. De stevige Dewaest is niet het type dat snel van de wijs raakt, maar wat als hij ook zo’n nauwelijks te weigeren aanbieding had gekregen? ‘Eender welke club had mogen aankloppen, ik blijf hier bij Genk. Ik vergeet niet dat het bestuur mij een jaar geleden een nieuw contract liet tekenen voor vier seizoenen. Dat gebeurde op een moment dat ik net terugkeerde na een zware blessure aan mijn linkerknie, mijn kruisbanden waren volledig afgescheurd. Ik voelde een enorm vertrouwen van de clubleiding én van de trainer. En kijk, nu ben ik bezig aan het beste seizoen uit mijn carrière tot dusver.’

Tegen Slavia hebben we veel geleerd. We weten welk niveau we kunnen halen als we honderd procent zijn, maar ook waar we staan als dat niet het geval is.

Sébastien Dewaest

Geen indrukwekkend cv

Dat klinkt allemaal zeer loyaal, maar wat als er elders miljoenen te rapen vallen?

Sébastien Dewaest: ‘Alles hangt af van je mentaliteit, van de prioriteiten die je stelt. Je hebt voetballers die de eerste de beste kans grijpen om financieel binnen te zijn, maar voor mij is geld niet alles. De dag dat ik er niet meer ben, zullen ze niet zeggen dat Dewaest zoveel verdiend heeft. Ze zullen misschien wel zeggen dat Dewaest kampioen geworden is met KRC Genk. Zo redeneer ik. Je moet beseffen dat je bij een club zit die niet elk jaar kampioen zal worden. Deze kans moet ik ten volle proberen te benutten. Bovendien: als een club vandaag interesse heeft in mij en met een fantastisch bod komt, dan zal die belangstelling over zes maanden niet verdwenen zijn.’

De spelersgroep van KRC Genk is het niet gewend om te spelen voor de titel. Dat is een groot verschil met die van Club Brugge. Ben je niet bang dat die factor zal doorwegen op het einde van de rit?

Dewaest: ‘Je hebt gelijk. We beschikken over een kern jonge voetballers met weinig ervaring en geen indrukwekkend cv. Maar de motivatie om iets groots neer te zetten is er wél. We hebben veel zelfvertrouwen en geloven rotsvast in onze kansen. We beseffen echter dat het nog veel te vroeg is om nu al over de titel te spreken. Op het einde van deze competitiefase worden de punten gehalveerd en dan heeft de voorsprong die we nu uitbouwden nog weinig betekenis. Dat maakt dat we – eerlijk waar – in de kleedkamer nog geen woord gerept hebben over kampioen worden.’

Welke tegenstander vrezen jullie het meest?

Dewaest: ‘Als we het parcours bekijken dat we sinds het begin van het seizoen aflegden, dan mogen we enerzijds stellen dat we eigenlijk van niemand bang moeten zijn. We speelden tegen alle ploegen goed. Anderzijds kan Genk tegen elke tegenstander in de problemen komen, dat hebben we ook al geleerd. Meestal gebeurt dat wanneer we denken dat we het gemakkelijk zullen halen. Tegen Mouscron bijvoorbeeld zijn we op het einde van de wedstrijd in die val getrapt. Hun mentaliteit was stukken beter dan die van ons. Het is een les die we goed moeten onthouden, want in de play-offs mogen we die fout niet begaan.’

Sébastien Dewaest: 'De dag dat ik er niet meer ben, zullen ze niet zeggen dat Dewaest zoveel verdiend heeft. Ze zullen misschien wel zeggen dat Dewaest kampioen geworden is met KRC Genk. Zo redeneer ik.'
Sébastien Dewaest: ‘De dag dat ik er niet meer ben, zullen ze niet zeggen dat Dewaest zoveel verdiend heeft. Ze zullen misschien wel zeggen dat Dewaest kampioen geworden is met KRC Genk. Zo redeneer ik.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Mexican wave

In de terugwedstrijd tegen Slavia Praag hebben jullie alles vergooid op een uur tijd.

Dewaest: ‘Bizar, want we hadden alles in eigen handen. We behaalden een mooie gelijkspel op verplaatsing en thuis kwamen we op voorsprong. De uitgangspositie was perfect. Het tweede doelpunt van Praag heeft de wedstrijd helemaal doen kantelen. Op dat moment kreeg ik de indruk dat de groep dacht: we gaan die wedstrijd hier verliezen. Slavia toonde meer inzet, meer agressie, ze voetbalden met meer pressing. Daar heeft de hele ploeg, mezelf incluis, ontgoocheld. We hadden veel sneller moeten reageren, elkaar onderling moeten pushen. Dat is een tweede les die we meenemen naar de play-offs. We hebben veel geleerd die avond: we weten welk niveau we kunnen halen als we honderd procent zijn, maar ook waar we staan als dat niet het geval is.’

Als je vertrouwen krijgt van de trainer en van het bestuur en je bulkt van het zelfvertrouwen, dan lijkt alles eenvoudig.

Sébastien Dewaest

Het lijkt wel of iedereen dit seizoen houdt van KRC Genk. Jullie krijgen veel sympathie over heel het land. Is dat omdat jullie het beste voetbal spelen?

Dewaest: ‘Wanneer we op verplaatsing spelen tegen onze rechtstreekse tegenstanders, hoor ik toch veel gefluit en awoertgeroep op de tribunes. Op Anderlecht, Brugge en Standard zit het stadion niet vol Genksupporters. Maar het klopt dat we op andere velden goed ontvangen worden door de fans. Soms krijgen we zelfs applaus van de thuisaanhang. Vooral de reactie van de fans van Besiktas heeft me aangenaam verrast. Op het einde van de match stond iedereen recht. Ze applaudisseerden voor ons en lieten zelfs de Mexican wave door het stadion gaan. Als dat geen respect is voor hoe wij voetballen…’

Dat staat alleszins in schril contrast met de manier waarop jij telkens ontvangen wordt wanneer je terugkeert naar Charleroi. Wat vind je daarvan?

Dewaest: ‘Dat liedje duurt nu al vier jaar. Het is niet anders, ik leef ermee. Ik moet het zien als een extra motivatie. Mijn ploegmaats lachen er al mee, ze jennen me voor elke wedstrijd die we in Charleroi moeten spelen.’

Heel die heisa is ontstaan omdat je bij je vertrek bij Charleroi vertelde dat je voor een betere ploeg ging voetballen.

Dewaest: ‘Tja…’

Mogen we dat omschrijven als een jeugdzonde?

Dewaest: ‘Mocht het nu gebeuren, zou ik het waarschijnlijk anders aanpakken.’

Tien kilo minder

Zoals je zelf al aangaf, ben je bezig aan je beste seizoen ooit. Heeft dat vooral te maken met het feit dat je een tiental kilo bent afgevallen afgelopen zomer?

Dewaest: ‘Dat is zeker een van de redenen, ja. Na mijn kruisbandblessure was ik er me heel goed van bewust dat ik twee keer zo hard moest werken en een aantal dingen moest veranderen om terug te keren. Een van die dingen was mijn levensstijl. Het is niet dat ik voordien eender wat deed, maar deze zomer heb ik wel beslist om te doen wat het beste is voor mijn lichaam. Ik heb altijd geweten dat ik enkele kilo’s te veel woog. Ik heb een diëtiste gecontacteerd en zij heeft mijn voedingsgewoontes aangepast. Vroeger at ik te veel koolhydraten en te veel vlees. Die producten heb ik vervangen door groenten en fruit, kip en veel vis. Ik vond een leverancier in Hasselt die ons nu bevoorraadt na de wedstrijden.

‘De eerste week verloor ik al meteen twee kilo. Mijn vrouw ondervond moeite om weer op haar gewicht te komen na haar zwangerschap, maar door hetzelfde dieet als ik te volgen, is ze erin geslaagd. Naast die aangepaste voedingsstijl heb ik in juni ook als een gek gewerkt. We hadden van de club een programma meegekregen om onze conditie te onderhouden tijdens de vakantie. We moesten elke twee, drie dagen sporten, maar ik sportte drie keer per dag. Ik begon ’s morgens vroeg met een uurtje te lopen, op een nuchtere maag. In de namiddag werkte ik met een personal trainer en daarna trok ik de gymzaal in om te lopen op de loopband of om krachtoefeningen te doen. Dat was duidelijk de goede methode voor mij. De trainersstaf haalt me nu geregeld aan als voorbeeld wanneer een speler het wat te rustig aan doet of kampt met een gebrek aan vertrouwen. Ik praat ook zelf veel met de andere jongens. Dat is een rol die me wel goed ligt.’

USB-stick

Eind 2018 was je met 95 procent geslaagde passes de op dat vlak op twee na beste speler van de Jupiler Pro League. We begrijpen dat een speler van jouw leeftijd conditioneel progressie maakt, maar jij wordt blijkbaar ook technisch beter.

Dewaest: ‘Als je vertrouwen krijgt van de trainer en van het bestuur en je bulkt van het zelfvertrouwen, dan lijkt alles eenvoudig. Ik voel geen enkele druk, dat komt misschien ook door mijn leeftijd. Daarnaast zijn er nog andere factoren, details, die mijn niveau en mijn statistieken verklaren. Onze videoanalist levert uitstekend werk. Na elke wedstrijd kunnen we alle individuele acties herbekijken. Ik bekijk al mijn defensieve en offensieve acties, mijn duels, alles. Ter voorbereiding van een wedstrijd neem ik een USB-stick mee naar huis waarop een analyse staat van de tegenstander. Zo kan ik de acties van de aanvallers en vleugelspelers tot in detail bestuderen. Vroeger hield ik me daar zelden of nooit mee bezig. Alles is ook heel duidelijk onder Philippe Clement, hij bereidt elke wedstrijd tot in de puntjes voor. Bij de aftrap hebben we het idee dat we alles kennen, we weten precies wat we moeten doen. Clement is voor mij de beste trainer in België en de beste tacticus onder wie ik al gewerkt heb.’

Sébastien Dewaest: 'Clement is voor mij de beste trainer in België en de beste tacticus onder wie ik al gewerkt heb.'
Sébastien Dewaest: ‘Clement is voor mij de beste trainer in België en de beste tacticus onder wie ik al gewerkt heb.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Je hebt zelfs al gezegd: ‘Als ik trainer word, dan wil ik zo zijn als Philippe Clement.’

Dewaest: ‘Ja, maar nu denk ik daar toch anders over. ( lacht) Ik vermoed namelijk dat trainer worden niet mijn roeping is. Ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat het niets voor mij zou zijn. Ik ben daarvoor te impulsief: ik zou zaken zeggen die je beter niet zegt en ik zou te hard zijn voor de spelers, ik zou ze breken op bepaalde momenten. Om trainer te zijn, moet je je emoties onder controle kunnen houden. Clement kan zich opjagen, maar hij overdrijft daar niet in. Hij kiest goed zijn momenten. Dit seizoen heeft hij ons één keer serieus de levieten gelezen, namelijk tijdens de rust van de wedstrijd op Antwerp, toen we 2-0 in het krijt stonden. In de kleedkamer is hij echt ontploft. Het was de allereerste keer dat ik hem zo zag tekeergaan. Hij voelde aan dat de groep het nodig had om stevig aangepakt te worden. Ik kreeg het verwijt dat ik te slap stond te verdedigen, dat ik agressiviteit miste, dat ik speelde als een kind. Iedereen kreeg ervan langs. We waren gekrenkt in onze trots, met als gevolg dat we de scheve situatie rechtzetten. We wonnen met 2-4 en toen dacht ik: verdorie, de trainer heeft er goed aan gedaan ons op onze plaats te zetten.’

In de kleedkamer hebben we nog geen woord gerept over kampioen worden.

Sébastien Dewaest

Harde woorden en klappen

Jij hebt je begin dit seizoen ook eens goed laten gaan, tegenover Dieumerci Ndongala. Zo goed zelfs dat de club je een boete oplegde.

Dewaest: ‘Ja, toen ben ik te ver gegaan. Er vielen harde woorden en zelfs klappen. Ik durf de hand in eigen boezem te steken: ik was er verantwoordelijk voor, ik had nooit zo mogen reageren. Ik gaf een slecht signaal en heb me daar onmiddellijk voor geëxcuseerd bij de trainer en het bestuur.’

Zagen we daar de te impulsieve Sébastien Dewaest aan het werk, de voetballer die er niet in slaagt zijn emoties onder controle te houden?

Dewaest: ‘Bij het begin van het seizoen wil elke speler tonen dat hij een plaats verdient in het elftal. We speelden een trainingspartijtje, we verloren en ik werd nerveus. Daardoor liep het uit de hand. Ik haat verliezen.’

Onderhoud je bewust je imago van krijger, de verdediger met zijn vele tatoeages die hard is in de duels, om de tegenstander angst in te boezemen?

Dewaest: ( lacht) ‘Ik heb geen tatoeages laten zetten om mensen af te schrikken. Het is gewoon mijn stijl, net als ik ook mijn speelstijl heb. Zo ben ik altijd geweest. Als jongetje was ik eerder klein van gestalte. Misschien om dat gebrek aan lengte te compenseren was ik altijd strijdlustig en agressief. Het kan ook handig zijn om er hard in te vliegen van bij het eerste fluitsignaal. Aanvallers weten dan meteen: oei, het gaat niet gemakkelijk worden vandaag. Ik baken graag mijn territorium af. Intimidatie maakt ook deel uit van het spel.’

Je hebt eerder al aangegeven dat Eric Cantona, Daniel Van Buyten en Philippe Mexès inspiratiebronnen zijn voor jou. Cantona, dat kunnen we nog begrijpen, vooral ook omdat hij voor Marseille gevoetbald heeft, de club waarvan je helemaal weg bent. Van Buyten en Mexès, dat is minder evident.

Dewaest: ‘Van Cantona hou ik inderdaad omdat hij voor Marseille speelde, maar ook vanwege zijn mentaliteit, de manier waarop hij zegt dat hij overal lak aan heeft, de manier ook waarop hij zijn doelpunten vierde: de borst vooruit en het kraagje van zijn shirt omhoog. Over Van Buyten hebben ze me veel verteld bij Charleroi. Hij dankt zijn carrière, zijn succes, aan zijn harde werk. Aan hem kan ik me spiegelen. Net als Van Buyten ben ik nooit de meest getalenteerde voetballer geweest, of de mooiste om naar te kijken. Mexès was een jong talent bij Auxerre op het moment dat ik me begon te interesseren voor voetbal. Toen zei ik tegen mezelf dat hij mijn voorbeeld zou worden.’

Ploegmaat van Hazard

Olympique Marseille, Cantona, Mexès. Beschouw je jezelf als Belg of eerder als Fransman?

Dewaest: ‘Mijn vader heeft de Franse nationaliteit, maar ik ben Belg. Mijn moeder is Vlaams, en ik ben geboren in België en opgegroeid in de omgeving van Moeskroen. Ik was jeugdinternational voor België van de U16 tot en met de U20 en nam deel aan het EK bij zowel de U17 als de U19. Mijn opleiding genoot ik wel in Frankrijk, bij Rijsel. Daar speelde ik in hetzelfde team als Gianni Bruno en Eden Hazard. Ook Junior Malanda, Kevin Mirallas, Dino Arslanagic en Divock Origi heb ik daar leren kennen. Ik hoor mijn vader nog zeggen over Hazard: ‘Als die jongen geen profvoetballer wordt, dan zal niemand daarin slagen.’ Hazard won op zijn eentje wedstrijden, tenminste als hij er goesting in had.’

‘Gevechtssporten leerden mij mezelf te beheersen’

Vanwaar komt jouw interesse voor gevechtssporten?

Sébastien Dewaest: ‘Vroeger werd ik vaak gestraft op school omdat ik aan het vechten was op de speelplaats. Dan moest ik bijvoorbeeld de vervoeging van se battre een aantal keer overschrijven. Mijn vader verdubbelde die straf meestal. Bij Rijsel stapte hij meermaals naar de trainer met de boodschap: ‘Sébastien zal dit weekend niet meespelen, hij heeft weer gevochten op school. Hij schreef me ook in een judoclub in, omdat hij wou dat ik tegen sterkere jongens uitkwam. Ik kreeg de smaak snel te pakken. Gevechtssporten leerden mij om me mezelf te beheersen, om mijn emoties te kanaliseren. Ik heb een beetje van alles gedaan: boksen, kickboksen, free fight, cage fight, … Bij Charleroi ontdekte ik per toeval krav maga. Dat is een zelfverdedigingssport die ook politiemensen en militairen gebruiken. Je leert bijvoorbeeld een armklem toe te passen bij iemand die je aanvalt met een mes. Op een flyer las ik dat er gratis cursussen werden aangeboden in een park dicht bij het stadion. Ik vond het rustgevend om me te concentreren op iets dat totaal niks met het voetbal te maken had.’

De bijbel op zijn smartphone

Sébastien Dewaest heeft verscheidene religieuze tatoeages op zijn lichaam: de Heilige Maagd, de Corcovado van Rio, engelen. Zijn eerste tatoeage kreeg hij van zijn moeder cadeau voor zijn zestiende verjaardag: Alleen God mag over mij oordelen, in het Italiaans. Dewaest leest ook vaak de Bijbel. ‘Dat brengt me tot rust. Geregeld lees ik een aantal pagina’s als ik van de training kom. Als we op hotel zijn, kan ik vaak een exemplaar vinden, maar ik heb de Bijbel ook op mijn smartphone staan. ( toont het) Kijk maar. Ik ben al gelovig sinds ik een klein jongetje was.’

Als eerste steun voor Bayat

Net als onder meer Adrien Trebel en Dylan De Belder maakte ook Sébastien Dewaest begin december een handboeigebaar voor de camera. Dewaest was zelfs de allereerste die op die manier zijn steun betuigde aan spelersmakelaar Mogi Bayat. ‘Ik deed het al enkele dagen eerder dan de anderen, op Standard, maar toen bleef het nog onopgemerkt. Ik plaatste op mijn Instagramaccount dat mijn gedachten bij mijn vriend en zijn familie waren. Toen ook andere spelers hetzelfde gebaar maakten, schreven de kranten dat we dat via WhatsApp hadden afgesproken, maar daar is niets van aan. Ik ken zelfs niet al die anderen. Het was onze manier om Bayat een hart onder de riem te steken. We konden hem niet contacteren in de gevangenis, maar we wisten dat hij de samenvattingen van de wedstrijden bekeek. Had ik hem geschreven, dan zou die brief 50 keer gelezen zijn voordat hij hem onder ogen kreeg. Meteen toen hij de gevangenis mocht verlaten, heeft hij me gebeld om me te bedanken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content